€ 840.000 om de diensten die mensen met een handicap begeleiden, te versterken

cocof handicap NL

€ 840.000 om de diensten die mensen met een handicap begeleiden, te versterken

Persbericht

7 juni 2022

Het College van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) keurde donderdag op voorstel van Rudi Vervoort, die bevoegd is voor het beleid ter ondersteuning van mensen met een handicap, elf besluiten goed waarmee het de erkenning van evenveel begeleidende diensten structureel versterkt.

In totaal is er 840.000 euro vrijgemaakt om de steun die tijdens de coronapandemie voor de begeleidende diensten was uitgetrokken, blijvend te maken. Concreet dienen de middelen voor een extra voltijds equivalent begeleider en wordt er 10.000 euro beschikbaar gesteld om de werkingskosten te dekken.

De algemene opdracht van de begeleidende diensten bestaat erin mensen met een handicap in hun verschillende levensfases zelfstandig te helpen zijn. Zij doen dat door kinderen al van zo jong mogelijke leeftijd samen met hun gezin in een vroeg stadium educatief, psychologisch en sociaal bij te staan, vervolgens tijdens de schooltijd de band tussen kind, gezin en school te versterken en tot slot op volwassen leeftijd individuele ondersteuning te bieden om dagdagelijkse handelingen zelfstandig te kunnen blijven of leren uitvoeren. 

De begeleidende diensten vervullen ook specifieke opdrachten, zoals begeleid wonen, oppasdiensten, de organisatie van hobby’s voor kinderen en volwassenen, hulp bij integratie op school, extra-sitting. Bijzondere aandacht gaat uit naar de begeleiding van zwaar zorgbehoevende personen en van mensen met een autismespectrumstoornis.

Hiermee komt de COCOF de verbintenis na die ze in haar regeerakkoord was aangegaan om “de dynamiek die door het decreet over de inclusie van mensen met een handicap op gang was gebracht, voort te zetten en te versterken. Dat decreet strekt ertoe het recht van mensen met een handicap om deel uit te maken van de samenleving (VN-verdrag) in de praktijk te brengen.“

De minister-president is blij met de goedkeuring van de ontwerpordonnantie over de taxidiensten door het Brussels parlement

taxi lvc copie

De minister-president is blij met de goedkeuring van de ontwerpordonnantie over de taxidiensten door het Brussels parlement

Persbericht

3 juni 2022

Het Brussels parlement heeft op vrijdag 3 juni 2022 de nieuwe ordonnantie over de taxidiensten, die de Brusselse regering op 28 april 2022 had aangenomen, goedgekeurd. Daarmee wordt een belangrijke belofte van het Brusselse regeerakkoord nagekomen. 

Minister-president Rudi Vervoort is tevreden: “Het was absoluut nodig de ordonnantie van 27 april 1995 te vervangen door een nieuwe bijgewerkte regelgeving die aangepast is aan de hedendaagse uitdagingen van de taxidiensten. De nieuwe ordonnantie, waarover met alle spelers in de sector uitvoerig overleg is gepleegd, bevat enkele belangrijke verbeteringen die een nieuwe dynamiek voor het Brusselse personenvervoer op gang moeten helpen brengen met het oog op een betere mobiliteit.”

Daartoe is in de nieuwe ordonnantie bepaald om:

  1. de klassieke taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur samen te brengen binnen een eengemaakte taxisector. De basisvereisten zijn namelijk voor alle chauffeurs en exploitanten dezelfde. Het zal op basis van de nieuwe regelgeving echter mogelijk zijn om de taxidiensten te diversifiëren en ze zodoende af te stemmen op de verschillende behoeften van de gebruikers. De Brusselse taxidiensten zullen worden onderverdeeld in:
    • ”standplaatstaxi’s”, die visueel herkenbaar zijn en tegen een vast tarief op een voorbehouden standplaats langs de openbare weg genomen kunnen worden;
    • ”straattaxi’s”, die vooraf gereserveerd moeten worden via een erkende reserveringstussenpersoon. Die tussenpersoon zal mogen werken met door het Gewest gereguleerde dynamische tarieven;
    • en tot slot “ceremoniële taxi’s”, die ingezet worden voor vervoer bij evenementen, zoals huwelijken of congressen. Deze taxidiensten moeten gereserveerd worden op basis van een vooraf opgestelde schriftelijke overeenkomst. Zij dienen tegen een reglementair tarief te worden verleend voor een op voorhand bepaalde duur van minstens drie achtereenvolgende uren.
  1. Het aantal toegelaten taxivoertuigen die hun diensten in het Brussels Gewest mogen aanbieden, blijft, net als vandaag, onderworpen aan een numerus clausus om een overaanbod van operatoren te vermijden. Zoiets zou namelijk leiden tot teveel concurrentie, wat dan weer ten koste gaat van de kwaliteit en de veiligheid van de dienstverlening en van de gebruikers.
  1. Er zijn bepalingen over de reserveringsplatformen opgenomen in de regelgeving. De erkenning van de reserveringstussenpersonen, die tot op heden niet onder de gewestelijke regelgeving vielen, is een van de grote nieuwigheden die de ordonnantie invoert. Zij zullen voortaan moeten voldoen aan voorwaarden op het vlak van zedelijkheid, beroepsbekwaamheid en solvabiliteit. Zo zal een erkenning door het Gewest vereist zijn om diensten als reserveringstussenpersoon te mogen aanbieden. Vermits bepaalde spelers een belangrijke rol vervullen in de keten van de dienstverlening, is het essentieel om ze te reguleren. Zo bepaalt de nieuwe ordonnantie dat een reserveringstussenpersoon (platform, telefooncentrale, enz.) door het Gewest erkend moet zijn, enkel ritten mag toewijzen aan exploitanten en chauffeurs die een vergunning hebben om in Brussel te werken en chauffeurs en exploitanten niet mag verplichten tot exclusieve samenwerking. De reserveringstussenpersonen moeten zich tot slot houden aan de gewestelijke regelgeving in verband met de tarifering. Zij moeten ook blijk geven van transparantie door het Gewest bepaalde gegevens en informatie te bezorgen. 
  1. De nieuwe taxivergunningen worden alleen nog maar uitgereikt aan natuurlijke personen en mogen niet meer worden overgedragen. Dat moet de plaats van de exploitant-chauffeurs, die de overweldigende meerderheid van de huidige exploitanten uitmaken, versterken en speculatie met vergunningen tegengaan. De houders van de nieuwe vergunningen zullen hun activiteit echter wel via een rechtspersoon kunnen uitoefenen (bijvoorbeeld om voertuigen aan te kopen, chauffeurs aan te werven, enz.).
  1. Om de overgang naar de nieuwe regelgeving voor de bestaande spelers zo vlot mogelijk te laten verlopen, is voorzien in de automatische omzetting van de huidige taxi’s in standplaatstaxi’s en in een begeleidingssysteem voor de Brusselse aanbieders van VVC-diensten die straattaxidiensten wensen aan te bieden. De huidige Brusselse verhuurders van voertuigen met chauffeur die zich kandidaat willen stellen om straattaxidiensten aan te bieden, kunnen daartoe binnen de drie maanden na de inwerkingtreding van de ordonnantie bij Brussel Mobiliteit gewoon een verklaring indienen. Gedurende die periode kunnen ze alvast als straattaxi rondrijden. De uitreiking van de vergunning volgt dan binnen de zes maanden, op voorwaarde dat de aanvraag voldoet aan de regels van de ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten. Ook tijdens die zes maanden zullen de kandidaat-aanbieders van straattaxidiensten hun straattaxidienst kunnen blijven exploiteren. 
  1. Het administratieve beheer wordt zowel voor de spelers in de taxisector als voor het gewestbestuur vereenvoudigd. Zo zullen de aan de chauffeurs uitgereikte bekwaamheidsattesten voortaan voor een onbepaalde duur geldig blijven.

De Brusselse regering werkt momenteel aan de uitvoeringsbesluiten en zal daarover in de volgende weken met alle betrokkenen overleg opstarten.

COVID-19 : Enkele nuttige links tijdens de gezondheidscrisis​

Woman in medical protective mask applying an antibacterial antiseptic gel for hands disinfection and health protection during during flu virus outbreak. Coronavirus quarantine and novel covid ncov

COVID-19 : Enkele nuttige links tijdens de gezondheidscrisis

persbericht

19 mart 2020

Enkele nuttige links tijdens de gezondheidscrisis Coronavirus (Covid-19):

📌 www.info-coronavirus.be : voor alle informatie over het virus, alle te nemen hygiënische maatregelen, vaak gestelde vragen en de specifieke maatregelen van de federale overheid;

🅱️ https://coronavirus.brussels : voor alle specifieke maatregelen van de Brusselse overheid

🧰 https://visit.brussels : voor vragen omtrent het toerisme

🏢 1819.brussels : voor de Brusselse ondernemingen.
De praktische voorwaarden voor het verkrijgen van de premies van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zullen bekendgemaakt worden op deze infopagina. Hebt u meer specifieke vragen, ga dan naar de website 1819.brussels of neem telefonisch contact op met de dienst 1819 (van 9u tot 17u).

🔸https://www.brulocalis.brussels : voor meer informatie over de maatregelen betreffende de subsidies.

☎️ Het nummer 0800/35.243: voor vragen omtrent sociale noodsituaties ter beschikking (tussen 8 uur en 20 uur op weekdagen en tussen 10 uur en 18 uur in het weekend).

🔹Voor steunmaatregelen voor de welzijns- en gezondheidssector, klik hier.

👩‍⚕️Nummer 1710: voor Brusselaars zonder huisarts.

👨‍👧‍👦Heeft u vragen als ouder? Dan is er de Opvoedingslijn: 078/15.00.10.

🚫 Ervaart u een situatie van huiselijk of seksueel geweld en heeft u hulp nodig? Bel dan de gratis lijn 1712.

🏳️Heeft u zelfmoordgedachten heeft, bel dan het Centrum voor Zelfmoordpreventie op 1813.

☎️ Oproepnummer van de FOD Gezondheid : 0800/14689
info-coronavirus@health.fgov.be

☎️ Oproepnummer van de FOD Economie : 0800/120.33

De Brusselse Regering bundelt haar intenties om van de Europese Wijk een levendige en gemengde wijk te maken

Loi

De Brusselse Regering bundelt haar intenties om van de Europese Wijk een levendige en gemengde wijk te maken

Persbericht

12 mei 2022

Na de vele bezwaren die onder andere werden geuit tijdens het openbaar onderzoek voor het Richtplan van Aanleg (RPA) Wet, de COVID-crisis – en de lessen die hieruit zijn getrokken voor de stedelijke aanleg – en de onzekerheid die vandaag heerst op de kantorenmarkt heeft de Brusselse Regering beslist om het project te herzien.

Perspective.brussels heeft in opdracht van de Brusselse regering een methodologie uitgewerkt die gebaseerd is op een doorgedreven participatief proces, met als doel te komen tot een gedeelde visie. Deze gedeelde visie is vastgesteld op basis van de uitwisselingen tijdens zes thematische workshops die van oktober 2021 tot januari 2022 hebben plaatsgevonden. Verschillende stakeholders werden uitgenodigd zoals de gemeentebesturen en de bevoegde gewestelijke en Europese administratie, samen met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de privésector. De deelnemers gingen per werkgroep rond de tafel zitten om de gemaakte diagnose te evalueren en hun visie te geven over de gewenste evolutie van de problematiek.

Het resultaat van deze gezamenlijke inspanning is een “Gedeelde Visie”, die is opgebouwd uit 9 grote principes die de Regering nu overneemt.

Samengevat luiden de negen principes als volgt:

  • De Maalbeekvallei opwaarderen;
  • De huidige dichtheid van de wijk behouden, de binnenterreinen van huizenblokken ontdichten en de benedenverdiepingen activeren in wisselwerking met de openbare ruimte en de ruimte binnen de huizenblokken;
  • Respectvol met de bestaande gebouwen omgaan om de koolstofbalans van vastgoedoperaties en de overlast door werven te verminderen.Terzelfdertijd bijzondere aandacht besteden aan het naoorlogse erfgoed;
  • Het aanbod van buurtdiensten versterken;
  • Kantoorgebouwen een grotere bijdrage laten leveren aan de animatie en de leefbaarheid van de wijk door op de benedenverdiepingen handels- en dienstenfuncties te voorzien en door een diversificatie van het tijdelijk gebruik van leegstaande gebouwen;
  • Opnieuw een divers woonaanbod invoeren;
  • De wijk structureren en ontsluiten om ze met de omliggende wijken te verbinden en om interactie tussen de wijken aan te moedigen;
  • De overlast door doorgaand verkeer beperken en meer plaats geven aan zachte mobiliteit;
  • De straten omvormen tot aangename en groene openbare ruimtes en op die manier de identiteit van het straatbeeld versterken.

De bakens die zo worden uitgezet als antwoord op de vraag van de Brusselaars en in het licht van de evoluerende conjunctuur sluiten aan bij het bestaand verordenend kader maar tekenen tegelijk duidelijke nieuwe contouren uit. Daarom heeft de Gewestregering beslist de uitwerking van het Richtplan van Aanleg Wet stop te zetten.

Om deze beslissing verder te onderbouwen en erop toe te zien dat deze op het terrein wordt toegepast, heeft de Regering een Taskforce voor de Europese Wijk opgericht.  Een projectteam wordt belast met het toezicht op de naleving van de “gedeelde visie”.

Voor de inrichting van de Europese Wijk bestaan voortaan vrij eenvoudige en duidelijke richtlijnen die de beoordeling van toekomstige projecten moeten sturen. Dit is een belangrijke stap vooruit na jaren van debat.

De Stad Brussel zette reeds eerste stappen die zich volledig inschrijven in deze gewestelijke visie.  Het College van Burgemeester en Schepenen keurde onlangs een reeks Aanbevelingen goed die richting moeten geven aan ontwikkelaars met bouwprojecten in de Europese wijk. Deze richtlijnen zijn niet afdwingbaar, maar vormen een duidelijk en transparant kader bij het toekennen van vergunningen in de Europese wijk, en meer bepaald de Leopoldswijk.

 

De Stad liet ook uitgebreide technische studie uitvoeren naar het vergroeningspotentieel van de Europese wijk. Op basis van deze studie werden enkele prioritaire assen geselecteerd die nu vertaald worden in concrete vergroeningsprojecten.

Minister-president Rudi Vervoort verklaart: “We hebben gezamenlijk een voorstel uitgewerkt dat rekening houdt met een reeks principes waaraan wij allemaal veel belang hechten. De overheden, samen met de Stad Brussel scharen zich nu achter deze doelstellingen: meer woningen, een kwaliteitsvolle openbare ruimte, gecontroleerde bouwhoogten en een ongewijzigde dichtheid. Wij rekenen er nu op dat de vastgoedsector luistert naar deze duidelijke oproep, want samen zullen wij deze wijk vormgeven.”

Staatssecretaris voor Stedenbouw Pascal Smet zegt: “We keren de bladzijde om voor de Europese Wijk en gaan samen met de stad Brussel en de gemeenten vanaf morgen bouwen aan een toekomstgerichte Europese Wijk. Dit gebeurt op projectniveau, met aandacht voor historisch en recent erfgoed. Gedaan met de tabula rasa om de dertig jaar: de Europese Wijk verdient beter. Meer woningen, meer voorzieningen en een groenere publieke ruimte zullen de komende jaren de wijk vorm geven.”

Schepen voor Stedenbouw en Openbare Ruimte in Stad Brussel Ans Persoons zegt: “De Stad Brussel sluit zich volledig aan bij de ambitie van het Gewest om van de Europese Wijk terug een gemengde wijk te maken waar mensen graag willen wonen, werken en zijn. Met onze recent goedgekeurde Aanbevelingen geven we richting aan toekomstige bouwprojecten en hopen we gevels te activeren en woonprojecten te stimuleren. Om die woonfunctie opnieuw aantrekkelijk te maken, moeten we ook de kwaliteit van de openbare ruimte onder handen nemen. Mensen willen niet wonen in een wijk die saai, grijs en mineraal is. Door een overaanbod aan ondergronds parkeren is het potentieel voor vergroening en herinrichting in de wijk enorm. Een potentieel waar de Stad Brussel de komende jaren volop op zal inzetten.”

Hermann-Debroux krijgt geleidelijk een nieuw gezicht! De Brusselse regering keurt het richtplan van aanleg (RPA) voor Delta-Herrmann-Debroux definitief goed

PAD Herrmann Debroux

Hermann-Debroux krijgt geleidelijk een nieuw gezicht! De Brusselse regering keurt het richtplan van aanleg (RPA) voor Delta-Herrmann-Debroux definitief goed

Persbericht

29 april 2022

De Brusselse regering heeft op donderdag 28 april 2022 het richtplan van aanleg (RPA) voor het gebied Delta-Herrmann-Debroux definitief goedgekeurd. Het stadsproject Delta-Herrmann-Debroux heeft als belangrijkste doel de E411 herin te richten tot een stadsboulevard om komaf te maken met de autosnelweg in het hart van ons gewest en de omliggende wijken waartussen amper aansluiting is, opnieuw met elkaar te verbinden.

De perimeter van het RPA strekt zich uit over de gemeenten Oudergem en Watermaal-Bosvoorde. Hij omvat heel de grootstedelijke weg E411 en zijn drie viaducten, maar ook de boulevards en lanen die langs en in het verlengde van de snelweg lopen. Er bevindt zich een brede waaier van ruimten en activiteiten: een bos dat erkend is als Werelderfgoed, een topsportcentrum, een hypermarkt, een vroegere spoorweg die omgevormd is tot een wandelweg, een kantoorbuurt, een openbaar vervoersknooppunt dat van essentieel belang is voor het Brussels Gewest, de Université libre de Bruxelles, de Japanse school, een ziekenhuis, enz.

Ondanks al die troeven mist de wijk stedelijke en ruimtelijke samenhang. De activiteiten staan grotendeels los van elkaar en de weginfrastructuur vormt vaak een visuele en fysieke barrière tussen de verschillende wijken. Uitgaande van die vaststelling en op basis van een participatief proces stelt het RPA voor deze stadstoegang een herwerkte visie voor de komende tien jaar voor. Het bepaalt ook verschillende doelstellingen om de levenskwaliteit van de Brusselaars te verbeteren:

  • het viaduct en de E411 omvormen tot een stadsboulevard;
  • het multimodale karakter van de stadstoegang versterken (trams in eigen bedding, meer ruimte voor de actieve weggebruikers);
  • de stedelijke mix van verschillende functies (residentieel, sociaal en economisch) versterken;
  • openbare ruimten en groenvoorzieningen ontwikkelen die de verschillende wijken met elkaar verbinden;
  • de MIVB en het agentschap Net Brussel de infrastructuur bieden die ze nodig hebben voor de werking van hun diensten en die noodzakelijk is voor de stad. 

Het RPA is tevens het resultaat van een participatief proces met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld (wijkcomités, burgerverenigingen, enz.). Die raadplegingsronde maakte het mogelijk om de behoeften te bepalen, zicht te krijgen op de belangen en bekommernissen van alle betrokken partijen en gebruik te maken van hun terreinkennis.

In oktober en november 2019 vond een openbaar onderzoek plaats, op basis waarvan het ontwerp van RPA rekening houdend met de adviezen van de geraadpleegde instanties, de gemeenten en de bewoners werd aangepast.

Met de definitieve goedkeuring van het RPA ligt nu dus een gedeelde visie voor de stedelijke transformatie van deze stadstoegang vast. Daarmee is een belangrijke stap gezet. Nu kan het echte werk beginnen door samen en in overleg een kwaliteitsvol project te bepalen. Het RPA Herrmann-Debroux zal twee weken nadat het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, van kracht worden. Het kan geraadpleegd worden op de website van perspective.brussels en bij de gemeentebesturen van Oudergem en Watermaal-Bosvoorde.

“Je hoort vaak zeggen dat het de eerste indruk is die telt … Met het RPA Herrmann Debroux gaan we voor het creëren van een nieuwe beleving bij het binnenkomen van Brussel: in een gezellige omgeving met een andere invulling die past bij de tijdsgeest! Gedaan met de viaducten en de stadssnelweg die als een breuklijn tussen onze wijken lopen en die volledig gewijd zijn aan koning auto,aldus minister-president Rudi Vervoort.

“De stad vroeger laten beginnen is in ieders voordeel! Het RPA Herrmann-Debroux zal het mogelijk maken zeer veel kwaliteitsvolle openbare ruimte voor de buurtbewoners vrij te maken, het pad te effenen voor veel meer vervoersalternatieven en te zorgen voor meer verkeersveiligheid voor iedereen. Daarnaast moet het RPA het mogelijk maken een stelplaats te bouwen voor onze elektrische bussen en de elektrische vrachtwagens van Net Brussel, wat een impact zal hebben op de luchtkwaliteit in het hele gewest,” besluit Elke Van den Brandt, minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid.

Antoine de Borman, directeur-generaal van perspective.brussels: “Het RPA Herrmann-Debroux belichaamt de stad van morgen. Het beoogt meer gewicht te geven aan de openbare ruimten, de groenvoorzieningen en de multimodale mobiliteit en bevat daardoor een reeks doelstellingen die de aanblik van deze stadstoegang zullen veranderen, waarbij het verbeteren van de levenskwaliteit van de Brusselaars voorop staat. We zijn dan ook zeer blij met de goedkeuring van dit strategisch project door de Brusselse regering. We zullen de uitvoering ervan in samenwerking met de verschillende stedelijke actoren blijven opvolgen.”

Sociale Top 2022 : de prioriteiten tegen 2024

sommet social extraordinaire 2022

Sociale Top 2022 : de prioriteiten tegen 2024

Persbericht

27 april 2022

De Brusselse regering en de sociale partners (Brupartners) zijn vandaag bijeengekomen voor een buitengewone sociale top. Na in februari 2021 een sociale top te hebben gehouden die gewijd was aan herstelinitiatieven, stellen de Brusselse regering en de sociale partners hun gemeenschappelijke prioriteiten tegen 2024 jaar vast. 

De Strategie GO4Brussels 2030 berust op een partnergerichte aanpak met een visie waarin de verschillende initiatieven van de regering een plaats krijgen. De Strategie GO4Brussels werd op de Sociale Top van 16 januari 2020 door de leden van het Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité (BESOC) ondertekend.

De Brusselse regering had in maart 2020, net zoals alle andere regeringen in ons land, af te rekenen met een wereldwijde pandemie van een omvang die men sinds de Tweede Wereldoorlog niet had gezien. Het beheer van deze crisis vergde veel inspanningen en middelen, wat een aanzienlijke impact heeft gehad op haar werk.  Bovenop de gezondheidscrisis en de zware sociale gevolgen komt vandaag een geopolitieke crisis die ook voor de Brusselaars niet zonder gevolgen zal blijven en waar we dus rekening mee moeten houden.  Tegen deze complexe achtergrond die zowel bij de bevolking als in de sociaal-economische geledingen van de privé- en de overheidssector leidt tot onrust en veranderingen, organiseerde de regering een regeringsseminarie dat nog tijdens het eerste semester moet uitmonden in de goedkeuring van een werkprogramma voor de tweede helft van deze legislatuur. In dat programma zal rekening worden gehouden met de snelle evoluties waar we door de opeenvolgende crisissen sinds maart 2020 mee te maken krijgen.

Daarnaast vroeg de regering ook in het kader van haar regeringsseminarie aan de sociale partners om te laten weten welke prioriteiten volgens hen van essentieel belang zijn voor de sociale, economische en ecologische heropleving van het Brussels Gewest. Op basis daarvan werden volgende  prioritaire beleidswerven van de Strategie GO4Brussels 2030 tot het einde van de legislatuur opgesteld:

  1. De voorwaarden creëren voor de economische transitie om bij te dragen tot de gewestelijke klimaatdoelstellingen
  2. Strategische gebieden en de gewestelijke aantrekkingskracht ontwikkelen ter ondersteuning van het economische beleid van de Brusselse regering
  3. Een antwoord bieden op de huisvestingscrisis
  4. Voor iedereen de toegang tot stabiel en duurzaam werk waarborgen en de gekruiste beleidsinitiatieven rond werk en opleiding versterken
  5. Een efficiënte mobiliteit met respect voor de gezondheid en de levenskwaliteit
  6. Sociale ongelijkheid aanpakken en de toegang tot de gezondheidszorg waarborgen
  7. Financiën & begroting
  8. De fiscale hervorming verder uitdiepen
  9. Betrekkingen met de gemeenten
  10. Samen leven & racismebestrijding

Vandaag verbinden de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de sociale partners (tevens lid van het Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité) zich ertoe om overeenkomstig de methodologie van de Strategie GO4Brussels 2030 samen werk te maken van deze beleidswerven tegen 2024.

Minister-President Rudi Vervoort: “Deze buitengewone sociale top is een gelegenheid om opnieuw te benadrukken dat ik samen met de sociale partners bereid ben de uitdagingen aan te gaan die voortvloeien uit de crisis die onze regio doormaakt. Wij stellen nu onze gezamenlijke prioriteiten vast tot het einde van de legislatuur”.

“Tijdens deze sociale top hebben we onze grootste bekommernissen voor de komende maanden en jaren kunnen aankaarten. Die houden onder meer verband met de financiële toekomst van de Brusselse instellingen en met de positie van het Gewest bij eventuele staatshervormingen. Ook de gevolgen van de nieuwe werkgewoonten, zoals thuiswerk en vergaderen op afstand, voor ons Gewest zijn aan bod gekomen. Tot slot ging het ook over de recente evolutie van onder meer de energie- en huurprijzen als gevolg van de pandemie en de geopolitieke onrust. De overlegprocedures over de gedeelde prioriteiten moeten we samen nog nader uitwerken”, klinkt het eensluidend bij Voorzitter Paul Palsterman en Vicevoorzitter Jan De Brabanter van Brupartners.

Gewest presenteert ontwerp van de ‘sporttoren’, de toekomstige sportvoorziening aan de Rederskaai

tour sportive

Gewest presenteert ontwerp van de ‘sporttoren’, de toekomstige sportvoorziening aan de Rederskaai

Persbericht

27 april 2022

De minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rudi Vervoort, de burgemeester van Brussel-Stad Philippe Close en de directeur van de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting Gilles Delforge presenteerden woensdag 27 april het ontwerp van de architectengroep BEL architecten – CRIT. architecten – Studiebureau Weinand 1 voor de toekomstige sportvoorziening met regionale uitstraling die wordt gebouwd tussen de Rederskaai en de Groendreef, aan het kanaal, op een terrein dat ter beschikking is gesteld door de Haven van Brussel. De bouw van dit sportcomplex met een oppervlakte van ongeveer 5.400 m² bruto op een terrein van zo’n 2.600 m² past binnen het stadsvernieuwingscontract 1 Citroën-Vergote (SVC 1). Het zal bestaan uit een omnisportzaal, een turnzaal, een klimzaal, padelterreinen en een cafetaria. 

Minister-president Rudi Vervoort wijst erop dat “dit emblematische project van de eerste golf van stadsvernieuwingscontracten (SVC) een antwoord moet bieden op het gebrek aan sportvoorzieningen voor de bewoners van dit deel van Brussel en voor alle Brusselaars in brede zin. Bovendien zal dit sportcentrum meer leven brengen in deze zone tussen het kanaal en de Noordwijk, doordat het een meer divers publiek aantrekt. Het zal een aanvulling vormen op andere projecten aan het kanaal, zoals de aanleg van het Becopark, de heraanleg en uitbreiding van het Maximiliaanpark, de herinrichting van het plein voor het Monument voor de Arbeid en de bouw van voorzieningen, zoals de geplande nieuwe concertzaal van Magasin 4 en het museum Kanal Centre Pompidou.”
Het budget voor dit project met regionale draagwijdte bedraagt circa 17 miljoen euro, gefinancierd door het Brussels Gewest, onder meer binnen het SVC1. De aanvraag van de vergunning is gepland in het laatste kwartaal van 2022. 

De gewestregering heeft een gedelegeerd opdrachtgeverschap toevertrouwd aan de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) om dit project ten uitvoer te brengen. Na de voltooiing zal het worden beheerd door Brussel-Stad.

Burgemeester Philippe Close is verheugd, want “voor ons is dit een essentieel project, aangezien deze wijk sinds enkele jaren sterk aan het veranderen is. We zijn blij dat we samen met het Gewest blijven werken aan de ontwikkeling van de 10- minutenstad aan het kanaal. Het idee is dat de bewoners kunnen genieten van collectieve voorzieningen, zodat ze zich volop kunnen ontplooien in hun wijk. Woningen, een school, een crèche, openbaar vervoer en nu deze sportvoorziening zullen van deze wijk een aangename en rustige wijk om in te wonen maken.”

De architectengroep BEL architecten – CRIT. architecten – Studiebureau Weinand werd gekozen uit de 58 inzendingen die binnenkwamen op de Europese overheidsopdracht2 die de MSI in januari 2021 uitschreef voor de selectie van het multidisciplinaire team, dat de opdracht krijgt om deze sportvoorziening te ontwerpen en de bouw ervan te begeleiden.

Gilles Delforge, directeur van de MSI, onderstreept dat “dit gebouw symbool zal staan voor meerdere evoluties in Brussel: de houten constructie concretiseert de ambitie van het Gewest en de MSI op het vlak van duurzaamheid; de hoogte van 37 meter en de verdeling van de ruimtes over meerdere verdiepingen in een ‘sporttoren’ vertalen het streven naar compactheid die de beschikbaar ruimte op de grond optimaal gebruikt; de uitstraling van het gebouw belichaamt de dynamiek in de wijken aan het kanaal. Het grote aantal inzendingen van hoge kwaliteit dat de MSI ontving voor deze overheidsopdracht bewijst de interesse die dit ambitieuze regionale project opwekt, op een terrein dat niet goed bekend is bij de meeste Brusselaars. Dat is een zeer goed voorteken voor de evolutie van het kanaalgebied, waar de MSI betrokken is bij andere projecten voor grootschalige publieke voorzieningen, zoals de ontwikkeling van de site van de Slachthuizen, brandweerkazernes en de geplande concertzaal van Magasin 4.”

Yassine Akki, voorzitter van de Haven van Brussel, geeft aan: “Ik ben verheugd over de concretisering van een emblematisch project aan het water en meer in het bijzonder aan het Vergotedok, dat bekendstaat om zijn bepalende rol om de stad op een duurzame manier te bevoorraden. De bouw van deze nieuwe sportvoorziening aan de rand van het havendomein, die is mogelijk gemaakt door een erfpacht tussen de Haven en het Gewest3, draagt bij tot de functiemix die een van de belangrijkste doelstellingen is van het kanaalplan, waarin de Haven een belangrijke speler is.”

Volgens de architecten “wil deze publieke architectuur een ideaal sportcentrum voorstaan. Het is consequent geconcipieerd vanuit een precieze en rationele maatvoering, een houten armatuur en een logische koppeling van sportfuncties. De sporttoren biedt een genereuze daglichttoetreding, is compact, herkenbaar en uitermate publieksgericht. Een inclusieve katalysator voor de regio, de kanaalzone en de omgevende stadswijken.

Door een efficiënte schakeling van het gevraagde programma van eisen en het bewust innemen van een kleine footprint ontstaat er een compact gebogen volume van 37 meter hoogte en een minimale gevelontwikkeling. Richting stadscentrum en het toekomstige Redersplein presenteert het sportcomplex zich via zijn herkenbare kopgevel, die tevens de hoofdingang is. De grote oculus boven de entree toont duidelijk de structuur en dynamische circulatie van het complex. Binnenin verbindt een ruime houten publiekstrap de inkomhal met het publiekscafé, de klimzaal, de turnzaal en de panoramische omnisportzaal. De omnisportzaal vormt een unieke stedelijke ruimte met ruim daglicht, waardoor het gebruik van energetisch duur kunstlicht maximaal vermeden kan worden.

Voor de houten draagstructuur zullen volwaardige boomstammen worden gebruikt, zonder materiaalverlies. Zo zal de omnisportzaal voor 650 zitplaatsen een volledig houten dakgebinte krijgen, een unieke sportruimte in en voor Brussel.

De sporttoren is een kernachtig stadsproject. Het gebouw wil een gezond weerbarstig stadsmoment zijn, dat een sterke architectuur koppelt aan maatschappelijke, technische en ecologische excellentie. Een architectuur die zowel van dichtbij als veraf verrast. Een herkenbare en emblematische architectuur binnen een uitdagend Brussels panorama.”

€ 1.300.000 om initiatieven voor tijdelijke bezetting met sociale doeleinden te ondersteunen door leegstaande gebouwen te mobiliseren

bruxelles en vacances

€ 1.300.000 om initiatieven voor tijdelijke bezetting met sociale doeleinden te ondersteunen door leegstaande gebouwen te mobiliseren

Persbericht

5 april 2022

Op voorstel van Minister-President Rudi Vervoort, de minister voor Gezondheid en Welzijn, Alain Maron, de staatssecretaris voor Huisvesting, Nawal Ben Hamou, en Elke Van den Brandt, voorzitter van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), hebben de Brusselse regering en het Verenigd College van de GGC op donderdag 31 maart beslist om in 2022 een budget van € 1.300.000 vrij te maken om initiatieven voor tijdelijke bezetting van leegstaande gebouwen voor sociale doeleinden te ondersteunen. Dat is een stijging met bijna 35% ten opzichte van 2021 (€ 965.000). 700 personen zullen baat hebben bij die beslissing en zullen een waardige en veilige woning kunnen vinden.

De tijdelijk bezetting van leegstaande gebouwen is de laatste jaren toegenomen in het Brusselse Gewest, met name als gevolg van het tekort aan betaalbare woningen, de migratiecrisis en de COVID-19-gezondheidscrisis. Die bezettingen vinden plaats in een context van armoede en onzekerheid, waar ook gezondheids- en zelfs veiligheidsproblemen bovenop komen, gezien de omstandigheden waarin die bezettingen plaatsvinden.

Tijdens de gezondheidscrisis zijn de tijdelijke bezettingen toegenomen mede door de lockdown en het inkomensverlies dat veel mensen hebben ondervonden, vooral degenen zonder verblijfsvergunning.

Om de welzijns- en gezondheidsrisico’s te beperken en de veiligheid van de bewoners te garanderen, heeft de Brusselse regering beslist om in 2022 een budget van € 1.300.000 vrij te maken om initiatieven voor tijdelijke bezetting van leegstaande gebouwen voor sociale doeleinden te ondersteunen.

Die gezamenlijke beslissing sluit aan bij het meerderheidsakkoord van de Brusselse regering waarin het volgende is bepaald: “De Regering zal initiatieven voor tijdelijke bezetting bevorderen en tegelijk voorzien in het voortbestaan van het sociaal woningenbestand op lange termijn.” en “De Regering zal het (reglementair en praktisch) gemakkelijker maken om plannen voor overgangsbeheer uit te werken en tijdelijke gebruiksbestemmingen te regelen door een loket “tijdelijke gebruiksbestemmingen” op te richten om vlotter informatie te verstrekken en de verantwoordelijken van tijdelijke gebruiksprojecten op weg te helpen.

De doelstelling van die beslissing is om initiatieven voor tijdelijke bezetting te ondersteunen. Die moeten voldoen aan bepaalde richtlijnen:

  1. Ze hebben betrekking op kwetsbare personen, met name op het gebied van hun administratieve situatie, met inbegrip van minderjarigen en gezinnen met minderjarige kinderen.
  2. De bezetting moet worden goedgekeurd door de eigenaar van het betrokken gebouw en moet worden geregeld door middel van een overeenkomst voor tijdelijk gebruik (kosteloos).
  3. De ondersteunde projecten zullen in de eerste plaats projecten zijn met een redelijke omvang (bij voorkeur tot 100 personen) om het interne beheer van de bezetting door de coördinerende verenigingen en de harmonieuze integratie van de projecten in hun omgeving te vergemakkelijken.

De financiële tussenkomst van het Brusselse Gewest en de GGC dekt de energie- en verzekeringskosten en, indien nodig, de kosten van de aanpassingswerken om de veiligheid van de bewoners te garanderen, conform de aanbevelingen van de DBDMH. Bovendien is er een versterking voorzien van de OCMW’s van de gemeenten waar de projecten worden uitgevoerd om de toegang tot rechten en hulp voor de gehuisveste personen te vergemakkelijken.

Het nastreven van die doelstelling vormt een aanvulling op de versterking van de opvangfaciliteiten voor kwetsbare personen (daklozen en zogenaamde ‘transmigranten’).

Gelijktijdig met dit mechanisme heeft de regering beslist om een loket ‘tijdelijke gebruiksbestemmingen’ op te richten. De ondersteunde projecten (7 projecten tot nu toe) kunnen voor methodologische en technische steun terecht bij Citydev, de BFUH en de betrokken gemeenten. 

Rudi Vervoort, Brussels minister-president: “Het Gewest heeft zijn deel van de verantwoordelijkheid op zich genomen om de uitdaging van de noodopvang aan te gaan en zich aan te sluiten bij de dynamiek van de mobilisatie van leegstaande gebouwen voor sociale doeleinden. Het betreft gerichte middelen die ons uiteraard niet mogen doen vergeten dat dringend verder moet worden gezocht naar structurele en permanente oplossingen. ”

Alain Maron, minister van Gezondheid en Welzijn in de Brusselse regering: “Deze beslissing versterkt alle maatregelen die de Brusselse regering heeft genomen om kwetsbare doelgroepen te kunnen blijven opvangen, naast de prioritaire doelstelling om zoveel mogelijk daklozen duurzaam te herhuisvesten. Samen met Rudi Vervoort, Nawal Ben Hamou en Elke Van den Brandt streven wij een dubbele doelstelling na: menswaardige huisvesting aanbieden en strijden tegen de leegstand van gebouwen, die in Brussel meer dan 6 miljoen m² vertegenwoordigt. [1] Deze beslissing is de concretisering van het verband tussen het welzijnsbeleid en huisvesting.

Staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou: “Het vergemakkelijken van de tijdelijke bezetting van gebouwen wanneer ze een thuis kunnen bieden aan de meest kansarmen is van essentieel belang om aan de groeiende vraag te voldoen. Die korte- of middellangetermijnoplossingen kunnen voorkomen dat de personen die ervoor in aanmerking komen op straat belanden en dat is van essentieel belang. Gebouwen leeg laten staan is dus geen optie. Wij rekenen op de publieke en private bereidheid om de strijd aan te gaan tegen deze extreme en onaanvaardbare onzekerheid in de hoofdstad van Europa.

Akkoord over overheidsprogramma voor de ontwikkeling van de slachthuissite in Anderlecht

abattoir

Akkoord over overheidsprogramma voor de ontwikkeling van de slachthuissite in Anderlecht

Persbericht

29 maart 2022

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft op voorstel van minister-president Rudi Vervoort en staatssecretaris Pascal Smet principieel ingestemd om op een deel van de slachthuissite in Anderlecht een overheidsprogramma te ontwikkelen.

 Met dit principeakkoord heeft de regering duidelijk gemaakt welke ambities zij voor de slachthuissite in Anderlecht voor ogen heeft. De site is de laatste jaren bezig aan een heuse gedaanteverandering mede door behulp van EFRO-middelen en door het toedoen van de nv Abattoir. Zo maken de Foodmet en de bijhorende stadsboerderij inmiddels al deel uit van het landschap. Binnenkort komt daar nog het project Manufakture bij en is het de bedoeling om op het dak op termijn een openluchtzwembad aan te leggen.

 De slachthuissite neemt omwille van haar verleden, ligging en grootte een belangrijke plek in in het Gewest. De site, heeft maar liefst een oppervlakte van 8 ha en is tevens strategisch goed gelegen, want ze bevindt zich vlakbij twee metrostations, het kanaal en niet ver van het Zuidstation.

 De nv Abattoir blijft eigenaar van een deel van de site, waarop onder meer de Foodmetis gelegen. Momenteel is de gemeente Anderlecht nog eigenaar van het andere deel van de site, maar zij zal haar terrein binnenkort overdragen naar het regionaal niveau (Maatschappij voor Stedelijke Inrichting). De nv Aattoir verlengt haar erfpacht tot 2088 op een deel van de gewestelijke eigendom, maar zal afstand doen van een strook gelegen langs het kanaal zodat deze in volle eigendom komt van het gewest.

De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de terreinen die aan het regionale niveau zullen worden overgedragen. Het is de bedoeling het terrein te ontsluiten en toegankelijker te maken voor de Brusselaars, het een meer stedelijke bestemming te geven door er volkshuisvesting te bouwen in het kader van een gemengd programma waarin respect voor het verleden en de toekomstige economische ontwikkelingen van Abattoir s.a. geïntegreerd zijn.

Sinds de goedkeuring van stadsvernieuwingscontract nr. 3 voor het gebied “rond het Weststation” werkte de overheid een gidsplan uit om deze site en dan vooral de openbare ruimten die er zich bevinden, te structureren. Daarvoor werd uitgegaan van het masterplan “de buik van Brussel”, dat op initiatief van de nv Abattoir werd uitgewerkt. Die plannen vormen de basis voor de studies die de MSI in opdracht van het Gewest, momenteel uitvoert om het programma voor de ontwikkeling van de site nader te bepalen.

Doordat de gewestelijke overheid, via de MSI, het grondbeheer van deze strategische locatie sterker in handen krijgt, zal zij er werk kunnen maken van de doelstellingen die zij nastreeft, namelijk huisvesting creëren, voorzieningen tot stand brengen, stedelijke productieactiviteiten behouden, stadsvernieuwing bevorderen, de toegankelijkheid voor zachte weggebruikers waarborgen en de milieu- en klimaatdoelstellingen verwezenlijken. Daarnaast zal het Brussels Gewest een aanzienlijke bijdrage leveren voor het renovatieproject van de Centrale Hal, een uitzonderlijk stuk industrieel erfgoed. De nv Abattoir blijft hiervan de erfpachthouder.

Ik ben zeer blij met de beslissing die de regering voor deze centraal gelegen site genomen heeft. Het Gewest brengt zichzelf in de positie om een ambitieus programma op te zetten, dat bovendien zal helpen om de doelstellingen van het Kanaalplan en het Beeldkwaliteitsplan (BKP) waar te maken en ook de sociaal-economische dynamiek die de nv Abattoir op de site op gang heeft gebracht, te versterken,” aldus minister-president Rudi Vervoort.

“We bepalen vandaag de stad van morgen en het is duidelijk dat hierbij de levenskwaliteit van álle Brusselaars centraal staat. De slachthuissite wordt een toekomstgerichte en een gemengde stadwijk, waar het goed zal zijn om te wonen, te werken, te leren en te ontspannen. Dat bewijzen we door in te zetten op kwalitatieve en betaalbare woningen én op hoogwaardige voorzieningen, zoals een openluchtzwembad met een schitterend zicht over de stad,” zegt Pascal Smet, Brussels Staatssecretaris voor Stedenbouw.

Gilles Delforge, directeur van de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting, is verheugd dat “de MSI, die bovendien aan het hoofd staat van grote stadsinrichtingsprojecten, andermaal haar veelzijdigheid ten dienste van het Gewest kan stellen voor de verwezenlijking van openbare voorzieningen met een gewestelijke uitstraling en van zeer uiteenlopende aard. De MSI geeft inderdaad al momenteel vorm aan projecten voor voorzieningen die culturele, media-, hulpdienst-, sport-, academische en sociale-sanitaire functies omvatten. Verschillende van deze projecten bevinden zich ook langs het kanaal.”

Door de verlenging van de erfpacht zijn voor Abattoir eindelijk de voorwaarden vervuld om de bouw van de Manufakture op te starten. Daarnaast liggen de plannen al klaar om door een innovatief warmtenet de verschillende economische activiteiten en woningen te koppelen, en zo op korte termijn tot een CO2 vrije site te evolueren.” Elke Tiebout, CEO nv Abattoir

De Heyvaertwijk krijgt een nieuw park

Sennette

De Heyvaertwijk krijgt een nieuw park

Persbericht

28 maart 2022

Op een boogscheut van de Ninoofsepoort en van het kanaal krijgt de erg dichtbevolkte Heyvaertwijk binnenkort een nieuwe groene ruimte waar nu oude industriegebouwen staan. Op initiatief van minister-president Rudi Vervoort en de minister van Leefmilieu, Klimaattransitie en Participatieve Democratie, Alain Maron, heeft Leefmilieu Brussel een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd om het eerste deel van het Kleine Zennepark in te richten, dat op termijn 1,8 ha groot zal zijn.

Het project is ontworpen door het architectenbureau Okra in het kader van Stadsvernieuwingscontract nr. 5 ‘Heyvaert – Poincaré’ en een groene promenade zal het Dauwpark, de Ninoofsepoort en de Slachthuizen van Anderlecht met elkaar verbinden. Halverwege het project zal een nieuwe groene ruimte worden ingericht met een grote beplante esplanade aan de kant van de Heyvaertstraat. Het zal een gezellige ontmoetingsplaats worden in een wijk waar heel weinig openbare ruimten zijn. Er zullen speel- en sportvoorzieningen komen voor alle leeftijden: fitnessmeubilair voor de oudsten en een hellend speelterrein met verschillende elementen om de verbeelding en sociale interactie bij de jongsten te stimuleren. Er zal ook ontspannen en uitgerust kunnen worden: er komen overal ligstoelen, banken, poefs, picknicktafels, enz.

In het verlengde van die esplanade komt een meer intimistische tuin, de tuin van de Alchemist, wat een soort van microbos zal zijn waarin de wandelaar wordt uitgenodigd om met al zijn zintuigen de stedelijke fauna en flora te observeren. Op verschillende plaatsen in het park zullen vochtige gebieden en een schaduwtuin worden ingericht om in de zomer voor afkoeling te zorgen. Tot slot zullen verschillende muren en gevels begroeid zijn met klimplanten, zowel in het park als in de wijk, zodat er meer groen en frisheid komt.

Het project kwam in overleg met de buurtbewoners tot stand. Er werden regelmatig verschillende workshops en vergaderingen georganiseerd om het project voor te stellen, en dat vanaf het moment waarop de studies in 2021 werden aangevat. Beliris en de gemeenten Anderlecht en Sint-Jans-Molenbeek hebben de aankoop van de terreinen die nodig zijn voor de aanleg van het park in het kader van het Stadsvernieuwingscontract voltrokken. Leefmilieu Brussel financiert de uitvoering van het project en zal op termijn de nieuwe groene ruimte beheren. De werken zullen in 2024 van start gaan.

Alain Maron, Brussels minister van Leefmilieu en Klimaattransitie: “Ik ben heel blij dat het Kleine Zennepark concrete vorm krijgt. Het terugbrengen van natuur, frisheid en ontspanning naar de dichtbevolkte centrumwijken is moeilijk gezien de stedelijke druk, maar het is een prioriteit. Dankzij het Kleine Zennepark wordt de Heyvaertwijk groener, aangenamer om in te leven en ook klimaatbestendiger. Alleen al in het eerste deel van het project zal 3.000 m² gebetonneerde bodem vergroend worden met nog 28 bomen en koelte-eilanden. Het park toont onze politieke wil om stad en natuur met elkaar te verzoenen, om er bondgenoten van te maken ten behoeve van de levenskwaliteit van Brusselaars en van de biodiversiteit.”

Rudi Vervoort, minister-president: “Het stadsvernieuwingscontract speelt hier ten volle zijn rol: door dit prioritaire project voor het nieuwe lineaire park in de dichtbevolkte Heyvaertwijk op te nemen in het programma van het SVC, kunnen ambitieuze operationele projecten worden uitgevoerd en kan er een antwoord geboden worden op de problematiek rond het aanleggen van nieuwe stedelijke en groene netwerken. Bovendien kan op die manier ook vorm worden gegeven aan een van de doelstellingen van het RPA ‘Heyvaert’. Ik ben blij dat deze nieuwe stap is gezet.”

“Dit mooie parkproject zal ten goede komen aan de inwoners van deze dichtbevolkte wijk van mijn gemeente, waar jammer genoeg allerlei vormen van overlast voorkomen. Naast het park zijn er nog verschillende projecten die lopen, zoals onze Libelcohal waar verschillende socio-culturele projecten zullen komen. Bovendien gaan wij een buurtsteunpunt inrichten, zodat er rechtstreeks gecommuniceerd kan worden met de burgers en om hun onder andere, maar niet uitsluitend, administratieve faciliteiten aan te bieden. Dankzij al die projecten zal er een frisse wind waaien door deze wijk, wat echt nodig is”, zegt Catherine Moureaux, de burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek.

Nadia Kammachi, schepen van Stadsrenovatie in Anderlecht: “Het Kleine Zennepark is echt nodig in een wijk waar er een schrijnend gebrek is aan groene ruimten. Het zijn de bewoners die ons er tijdens elke ontmoeting op wijzen. Dat gebrek werd tijdens de covidcrisis en tijdens de verschillende lockdowns de afgelopen twee jaar naar voren geschoven. De inwoners van Kuregem verdienen het om toegang te hebben tot gezellige groene ruimten die kwaliteitsvol en veilig zijn. Dat is een maatschappelijke en milieuvereiste!”

Enkele cijfers van het eerste deel van het project tussen de Heyvaertstraat, de Liverpoolstraat en de Zeemtouwersstraat

  • Een nieuwe groene ruimte van 5.000 m²
  • 28 geplante hoogstammige bomen
  • 3.281 m² ondoorlatende bodem omgevormd tot waterdoorlatende en begroeide oppervlakten
  • Geraamde kostprijs van de werken: 3,2 miljoen euro