Sociale Top 2022 : de prioriteiten tegen 2024

sommet social extraordinaire 2022

Sociale Top 2022 : de prioriteiten tegen 2024

Persbericht

27 april 2022

De Brusselse regering en de sociale partners (Brupartners) zijn vandaag bijeengekomen voor een buitengewone sociale top. Na in februari 2021 een sociale top te hebben gehouden die gewijd was aan herstelinitiatieven, stellen de Brusselse regering en de sociale partners hun gemeenschappelijke prioriteiten tegen 2024 jaar vast. 

De Strategie GO4Brussels 2030 berust op een partnergerichte aanpak met een visie waarin de verschillende initiatieven van de regering een plaats krijgen. De Strategie GO4Brussels werd op de Sociale Top van 16 januari 2020 door de leden van het Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité (BESOC) ondertekend.

De Brusselse regering had in maart 2020, net zoals alle andere regeringen in ons land, af te rekenen met een wereldwijde pandemie van een omvang die men sinds de Tweede Wereldoorlog niet had gezien. Het beheer van deze crisis vergde veel inspanningen en middelen, wat een aanzienlijke impact heeft gehad op haar werk.  Bovenop de gezondheidscrisis en de zware sociale gevolgen komt vandaag een geopolitieke crisis die ook voor de Brusselaars niet zonder gevolgen zal blijven en waar we dus rekening mee moeten houden.  Tegen deze complexe achtergrond die zowel bij de bevolking als in de sociaal-economische geledingen van de privé- en de overheidssector leidt tot onrust en veranderingen, organiseerde de regering een regeringsseminarie dat nog tijdens het eerste semester moet uitmonden in de goedkeuring van een werkprogramma voor de tweede helft van deze legislatuur. In dat programma zal rekening worden gehouden met de snelle evoluties waar we door de opeenvolgende crisissen sinds maart 2020 mee te maken krijgen.

Daarnaast vroeg de regering ook in het kader van haar regeringsseminarie aan de sociale partners om te laten weten welke prioriteiten volgens hen van essentieel belang zijn voor de sociale, economische en ecologische heropleving van het Brussels Gewest. Op basis daarvan werden volgende  prioritaire beleidswerven van de Strategie GO4Brussels 2030 tot het einde van de legislatuur opgesteld:

  1. De voorwaarden creëren voor de economische transitie om bij te dragen tot de gewestelijke klimaatdoelstellingen
  2. Strategische gebieden en de gewestelijke aantrekkingskracht ontwikkelen ter ondersteuning van het economische beleid van de Brusselse regering
  3. Een antwoord bieden op de huisvestingscrisis
  4. Voor iedereen de toegang tot stabiel en duurzaam werk waarborgen en de gekruiste beleidsinitiatieven rond werk en opleiding versterken
  5. Een efficiënte mobiliteit met respect voor de gezondheid en de levenskwaliteit
  6. Sociale ongelijkheid aanpakken en de toegang tot de gezondheidszorg waarborgen
  7. Financiën & begroting
  8. De fiscale hervorming verder uitdiepen
  9. Betrekkingen met de gemeenten
  10. Samen leven & racismebestrijding

Vandaag verbinden de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de sociale partners (tevens lid van het Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité) zich ertoe om overeenkomstig de methodologie van de Strategie GO4Brussels 2030 samen werk te maken van deze beleidswerven tegen 2024.

Minister-President Rudi Vervoort: “Deze buitengewone sociale top is een gelegenheid om opnieuw te benadrukken dat ik samen met de sociale partners bereid ben de uitdagingen aan te gaan die voortvloeien uit de crisis die onze regio doormaakt. Wij stellen nu onze gezamenlijke prioriteiten vast tot het einde van de legislatuur”.

“Tijdens deze sociale top hebben we onze grootste bekommernissen voor de komende maanden en jaren kunnen aankaarten. Die houden onder meer verband met de financiële toekomst van de Brusselse instellingen en met de positie van het Gewest bij eventuele staatshervormingen. Ook de gevolgen van de nieuwe werkgewoonten, zoals thuiswerk en vergaderen op afstand, voor ons Gewest zijn aan bod gekomen. Tot slot ging het ook over de recente evolutie van onder meer de energie- en huurprijzen als gevolg van de pandemie en de geopolitieke onrust. De overlegprocedures over de gedeelde prioriteiten moeten we samen nog nader uitwerken”, klinkt het eensluidend bij Voorzitter Paul Palsterman en Vicevoorzitter Jan De Brabanter van Brupartners.

Gewest presenteert ontwerp van de ‘sporttoren’, de toekomstige sportvoorziening aan de Rederskaai

tour sportive

Gewest presenteert ontwerp van de ‘sporttoren’, de toekomstige sportvoorziening aan de Rederskaai

Persbericht

27 april 2022

De minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rudi Vervoort, de burgemeester van Brussel-Stad Philippe Close en de directeur van de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting Gilles Delforge presenteerden woensdag 27 april het ontwerp van de architectengroep BEL architecten – CRIT. architecten – Studiebureau Weinand 1 voor de toekomstige sportvoorziening met regionale uitstraling die wordt gebouwd tussen de Rederskaai en de Groendreef, aan het kanaal, op een terrein dat ter beschikking is gesteld door de Haven van Brussel. De bouw van dit sportcomplex met een oppervlakte van ongeveer 5.400 m² bruto op een terrein van zo’n 2.600 m² past binnen het stadsvernieuwingscontract 1 Citroën-Vergote (SVC 1). Het zal bestaan uit een omnisportzaal, een turnzaal, een klimzaal, padelterreinen en een cafetaria. 

Minister-president Rudi Vervoort wijst erop dat “dit emblematische project van de eerste golf van stadsvernieuwingscontracten (SVC) een antwoord moet bieden op het gebrek aan sportvoorzieningen voor de bewoners van dit deel van Brussel en voor alle Brusselaars in brede zin. Bovendien zal dit sportcentrum meer leven brengen in deze zone tussen het kanaal en de Noordwijk, doordat het een meer divers publiek aantrekt. Het zal een aanvulling vormen op andere projecten aan het kanaal, zoals de aanleg van het Becopark, de heraanleg en uitbreiding van het Maximiliaanpark, de herinrichting van het plein voor het Monument voor de Arbeid en de bouw van voorzieningen, zoals de geplande nieuwe concertzaal van Magasin 4 en het museum Kanal Centre Pompidou.”
Het budget voor dit project met regionale draagwijdte bedraagt circa 17 miljoen euro, gefinancierd door het Brussels Gewest, onder meer binnen het SVC1. De aanvraag van de vergunning is gepland in het laatste kwartaal van 2022. 

De gewestregering heeft een gedelegeerd opdrachtgeverschap toevertrouwd aan de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) om dit project ten uitvoer te brengen. Na de voltooiing zal het worden beheerd door Brussel-Stad.

Burgemeester Philippe Close is verheugd, want “voor ons is dit een essentieel project, aangezien deze wijk sinds enkele jaren sterk aan het veranderen is. We zijn blij dat we samen met het Gewest blijven werken aan de ontwikkeling van de 10- minutenstad aan het kanaal. Het idee is dat de bewoners kunnen genieten van collectieve voorzieningen, zodat ze zich volop kunnen ontplooien in hun wijk. Woningen, een school, een crèche, openbaar vervoer en nu deze sportvoorziening zullen van deze wijk een aangename en rustige wijk om in te wonen maken.”

De architectengroep BEL architecten – CRIT. architecten – Studiebureau Weinand werd gekozen uit de 58 inzendingen die binnenkwamen op de Europese overheidsopdracht2 die de MSI in januari 2021 uitschreef voor de selectie van het multidisciplinaire team, dat de opdracht krijgt om deze sportvoorziening te ontwerpen en de bouw ervan te begeleiden.

Gilles Delforge, directeur van de MSI, onderstreept dat “dit gebouw symbool zal staan voor meerdere evoluties in Brussel: de houten constructie concretiseert de ambitie van het Gewest en de MSI op het vlak van duurzaamheid; de hoogte van 37 meter en de verdeling van de ruimtes over meerdere verdiepingen in een ‘sporttoren’ vertalen het streven naar compactheid die de beschikbaar ruimte op de grond optimaal gebruikt; de uitstraling van het gebouw belichaamt de dynamiek in de wijken aan het kanaal. Het grote aantal inzendingen van hoge kwaliteit dat de MSI ontving voor deze overheidsopdracht bewijst de interesse die dit ambitieuze regionale project opwekt, op een terrein dat niet goed bekend is bij de meeste Brusselaars. Dat is een zeer goed voorteken voor de evolutie van het kanaalgebied, waar de MSI betrokken is bij andere projecten voor grootschalige publieke voorzieningen, zoals de ontwikkeling van de site van de Slachthuizen, brandweerkazernes en de geplande concertzaal van Magasin 4.”

Yassine Akki, voorzitter van de Haven van Brussel, geeft aan: “Ik ben verheugd over de concretisering van een emblematisch project aan het water en meer in het bijzonder aan het Vergotedok, dat bekendstaat om zijn bepalende rol om de stad op een duurzame manier te bevoorraden. De bouw van deze nieuwe sportvoorziening aan de rand van het havendomein, die is mogelijk gemaakt door een erfpacht tussen de Haven en het Gewest3, draagt bij tot de functiemix die een van de belangrijkste doelstellingen is van het kanaalplan, waarin de Haven een belangrijke speler is.”

Volgens de architecten “wil deze publieke architectuur een ideaal sportcentrum voorstaan. Het is consequent geconcipieerd vanuit een precieze en rationele maatvoering, een houten armatuur en een logische koppeling van sportfuncties. De sporttoren biedt een genereuze daglichttoetreding, is compact, herkenbaar en uitermate publieksgericht. Een inclusieve katalysator voor de regio, de kanaalzone en de omgevende stadswijken.

Door een efficiënte schakeling van het gevraagde programma van eisen en het bewust innemen van een kleine footprint ontstaat er een compact gebogen volume van 37 meter hoogte en een minimale gevelontwikkeling. Richting stadscentrum en het toekomstige Redersplein presenteert het sportcomplex zich via zijn herkenbare kopgevel, die tevens de hoofdingang is. De grote oculus boven de entree toont duidelijk de structuur en dynamische circulatie van het complex. Binnenin verbindt een ruime houten publiekstrap de inkomhal met het publiekscafé, de klimzaal, de turnzaal en de panoramische omnisportzaal. De omnisportzaal vormt een unieke stedelijke ruimte met ruim daglicht, waardoor het gebruik van energetisch duur kunstlicht maximaal vermeden kan worden.

Voor de houten draagstructuur zullen volwaardige boomstammen worden gebruikt, zonder materiaalverlies. Zo zal de omnisportzaal voor 650 zitplaatsen een volledig houten dakgebinte krijgen, een unieke sportruimte in en voor Brussel.

De sporttoren is een kernachtig stadsproject. Het gebouw wil een gezond weerbarstig stadsmoment zijn, dat een sterke architectuur koppelt aan maatschappelijke, technische en ecologische excellentie. Een architectuur die zowel van dichtbij als veraf verrast. Een herkenbare en emblematische architectuur binnen een uitdagend Brussels panorama.”

€ 1.300.000 om initiatieven voor tijdelijke bezetting met sociale doeleinden te ondersteunen door leegstaande gebouwen te mobiliseren

bruxelles en vacances

€ 1.300.000 om initiatieven voor tijdelijke bezetting met sociale doeleinden te ondersteunen door leegstaande gebouwen te mobiliseren

Persbericht

5 april 2022

Op voorstel van Minister-President Rudi Vervoort, de minister voor Gezondheid en Welzijn, Alain Maron, de staatssecretaris voor Huisvesting, Nawal Ben Hamou, en Elke Van den Brandt, voorzitter van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), hebben de Brusselse regering en het Verenigd College van de GGC op donderdag 31 maart beslist om in 2022 een budget van € 1.300.000 vrij te maken om initiatieven voor tijdelijke bezetting van leegstaande gebouwen voor sociale doeleinden te ondersteunen. Dat is een stijging met bijna 35% ten opzichte van 2021 (€ 965.000). 700 personen zullen baat hebben bij die beslissing en zullen een waardige en veilige woning kunnen vinden.

De tijdelijk bezetting van leegstaande gebouwen is de laatste jaren toegenomen in het Brusselse Gewest, met name als gevolg van het tekort aan betaalbare woningen, de migratiecrisis en de COVID-19-gezondheidscrisis. Die bezettingen vinden plaats in een context van armoede en onzekerheid, waar ook gezondheids- en zelfs veiligheidsproblemen bovenop komen, gezien de omstandigheden waarin die bezettingen plaatsvinden.

Tijdens de gezondheidscrisis zijn de tijdelijke bezettingen toegenomen mede door de lockdown en het inkomensverlies dat veel mensen hebben ondervonden, vooral degenen zonder verblijfsvergunning.

Om de welzijns- en gezondheidsrisico’s te beperken en de veiligheid van de bewoners te garanderen, heeft de Brusselse regering beslist om in 2022 een budget van € 1.300.000 vrij te maken om initiatieven voor tijdelijke bezetting van leegstaande gebouwen voor sociale doeleinden te ondersteunen.

Die gezamenlijke beslissing sluit aan bij het meerderheidsakkoord van de Brusselse regering waarin het volgende is bepaald: “De Regering zal initiatieven voor tijdelijke bezetting bevorderen en tegelijk voorzien in het voortbestaan van het sociaal woningenbestand op lange termijn.” en “De Regering zal het (reglementair en praktisch) gemakkelijker maken om plannen voor overgangsbeheer uit te werken en tijdelijke gebruiksbestemmingen te regelen door een loket “tijdelijke gebruiksbestemmingen” op te richten om vlotter informatie te verstrekken en de verantwoordelijken van tijdelijke gebruiksprojecten op weg te helpen.

De doelstelling van die beslissing is om initiatieven voor tijdelijke bezetting te ondersteunen. Die moeten voldoen aan bepaalde richtlijnen:

  1. Ze hebben betrekking op kwetsbare personen, met name op het gebied van hun administratieve situatie, met inbegrip van minderjarigen en gezinnen met minderjarige kinderen.
  2. De bezetting moet worden goedgekeurd door de eigenaar van het betrokken gebouw en moet worden geregeld door middel van een overeenkomst voor tijdelijk gebruik (kosteloos).
  3. De ondersteunde projecten zullen in de eerste plaats projecten zijn met een redelijke omvang (bij voorkeur tot 100 personen) om het interne beheer van de bezetting door de coördinerende verenigingen en de harmonieuze integratie van de projecten in hun omgeving te vergemakkelijken.

De financiële tussenkomst van het Brusselse Gewest en de GGC dekt de energie- en verzekeringskosten en, indien nodig, de kosten van de aanpassingswerken om de veiligheid van de bewoners te garanderen, conform de aanbevelingen van de DBDMH. Bovendien is er een versterking voorzien van de OCMW’s van de gemeenten waar de projecten worden uitgevoerd om de toegang tot rechten en hulp voor de gehuisveste personen te vergemakkelijken.

Het nastreven van die doelstelling vormt een aanvulling op de versterking van de opvangfaciliteiten voor kwetsbare personen (daklozen en zogenaamde ‘transmigranten’).

Gelijktijdig met dit mechanisme heeft de regering beslist om een loket ‘tijdelijke gebruiksbestemmingen’ op te richten. De ondersteunde projecten (7 projecten tot nu toe) kunnen voor methodologische en technische steun terecht bij Citydev, de BFUH en de betrokken gemeenten. 

Rudi Vervoort, Brussels minister-president: “Het Gewest heeft zijn deel van de verantwoordelijkheid op zich genomen om de uitdaging van de noodopvang aan te gaan en zich aan te sluiten bij de dynamiek van de mobilisatie van leegstaande gebouwen voor sociale doeleinden. Het betreft gerichte middelen die ons uiteraard niet mogen doen vergeten dat dringend verder moet worden gezocht naar structurele en permanente oplossingen. ”

Alain Maron, minister van Gezondheid en Welzijn in de Brusselse regering: “Deze beslissing versterkt alle maatregelen die de Brusselse regering heeft genomen om kwetsbare doelgroepen te kunnen blijven opvangen, naast de prioritaire doelstelling om zoveel mogelijk daklozen duurzaam te herhuisvesten. Samen met Rudi Vervoort, Nawal Ben Hamou en Elke Van den Brandt streven wij een dubbele doelstelling na: menswaardige huisvesting aanbieden en strijden tegen de leegstand van gebouwen, die in Brussel meer dan 6 miljoen m² vertegenwoordigt. [1] Deze beslissing is de concretisering van het verband tussen het welzijnsbeleid en huisvesting.

Staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou: “Het vergemakkelijken van de tijdelijke bezetting van gebouwen wanneer ze een thuis kunnen bieden aan de meest kansarmen is van essentieel belang om aan de groeiende vraag te voldoen. Die korte- of middellangetermijnoplossingen kunnen voorkomen dat de personen die ervoor in aanmerking komen op straat belanden en dat is van essentieel belang. Gebouwen leeg laten staan is dus geen optie. Wij rekenen op de publieke en private bereidheid om de strijd aan te gaan tegen deze extreme en onaanvaardbare onzekerheid in de hoofdstad van Europa.

Akkoord over overheidsprogramma voor de ontwikkeling van de slachthuissite in Anderlecht

abattoir

Akkoord over overheidsprogramma voor de ontwikkeling van de slachthuissite in Anderlecht

Persbericht

29 maart 2022

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft op voorstel van minister-president Rudi Vervoort en staatssecretaris Pascal Smet principieel ingestemd om op een deel van de slachthuissite in Anderlecht een overheidsprogramma te ontwikkelen.

 Met dit principeakkoord heeft de regering duidelijk gemaakt welke ambities zij voor de slachthuissite in Anderlecht voor ogen heeft. De site is de laatste jaren bezig aan een heuse gedaanteverandering mede door behulp van EFRO-middelen en door het toedoen van de nv Abattoir. Zo maken de Foodmet en de bijhorende stadsboerderij inmiddels al deel uit van het landschap. Binnenkort komt daar nog het project Manufakture bij en is het de bedoeling om op het dak op termijn een openluchtzwembad aan te leggen.

 De slachthuissite neemt omwille van haar verleden, ligging en grootte een belangrijke plek in in het Gewest. De site, heeft maar liefst een oppervlakte van 8 ha en is tevens strategisch goed gelegen, want ze bevindt zich vlakbij twee metrostations, het kanaal en niet ver van het Zuidstation.

 De nv Abattoir blijft eigenaar van een deel van de site, waarop onder meer de Foodmetis gelegen. Momenteel is de gemeente Anderlecht nog eigenaar van het andere deel van de site, maar zij zal haar terrein binnenkort overdragen naar het regionaal niveau (Maatschappij voor Stedelijke Inrichting). De nv Aattoir verlengt haar erfpacht tot 2088 op een deel van de gewestelijke eigendom, maar zal afstand doen van een strook gelegen langs het kanaal zodat deze in volle eigendom komt van het gewest.

De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de terreinen die aan het regionale niveau zullen worden overgedragen. Het is de bedoeling het terrein te ontsluiten en toegankelijker te maken voor de Brusselaars, het een meer stedelijke bestemming te geven door er volkshuisvesting te bouwen in het kader van een gemengd programma waarin respect voor het verleden en de toekomstige economische ontwikkelingen van Abattoir s.a. geïntegreerd zijn.

Sinds de goedkeuring van stadsvernieuwingscontract nr. 3 voor het gebied “rond het Weststation” werkte de overheid een gidsplan uit om deze site en dan vooral de openbare ruimten die er zich bevinden, te structureren. Daarvoor werd uitgegaan van het masterplan “de buik van Brussel”, dat op initiatief van de nv Abattoir werd uitgewerkt. Die plannen vormen de basis voor de studies die de MSI in opdracht van het Gewest, momenteel uitvoert om het programma voor de ontwikkeling van de site nader te bepalen.

Doordat de gewestelijke overheid, via de MSI, het grondbeheer van deze strategische locatie sterker in handen krijgt, zal zij er werk kunnen maken van de doelstellingen die zij nastreeft, namelijk huisvesting creëren, voorzieningen tot stand brengen, stedelijke productieactiviteiten behouden, stadsvernieuwing bevorderen, de toegankelijkheid voor zachte weggebruikers waarborgen en de milieu- en klimaatdoelstellingen verwezenlijken. Daarnaast zal het Brussels Gewest een aanzienlijke bijdrage leveren voor het renovatieproject van de Centrale Hal, een uitzonderlijk stuk industrieel erfgoed. De nv Abattoir blijft hiervan de erfpachthouder.

Ik ben zeer blij met de beslissing die de regering voor deze centraal gelegen site genomen heeft. Het Gewest brengt zichzelf in de positie om een ambitieus programma op te zetten, dat bovendien zal helpen om de doelstellingen van het Kanaalplan en het Beeldkwaliteitsplan (BKP) waar te maken en ook de sociaal-economische dynamiek die de nv Abattoir op de site op gang heeft gebracht, te versterken,” aldus minister-president Rudi Vervoort.

“We bepalen vandaag de stad van morgen en het is duidelijk dat hierbij de levenskwaliteit van álle Brusselaars centraal staat. De slachthuissite wordt een toekomstgerichte en een gemengde stadwijk, waar het goed zal zijn om te wonen, te werken, te leren en te ontspannen. Dat bewijzen we door in te zetten op kwalitatieve en betaalbare woningen én op hoogwaardige voorzieningen, zoals een openluchtzwembad met een schitterend zicht over de stad,” zegt Pascal Smet, Brussels Staatssecretaris voor Stedenbouw.

Gilles Delforge, directeur van de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting, is verheugd dat “de MSI, die bovendien aan het hoofd staat van grote stadsinrichtingsprojecten, andermaal haar veelzijdigheid ten dienste van het Gewest kan stellen voor de verwezenlijking van openbare voorzieningen met een gewestelijke uitstraling en van zeer uiteenlopende aard. De MSI geeft inderdaad al momenteel vorm aan projecten voor voorzieningen die culturele, media-, hulpdienst-, sport-, academische en sociale-sanitaire functies omvatten. Verschillende van deze projecten bevinden zich ook langs het kanaal.”

Door de verlenging van de erfpacht zijn voor Abattoir eindelijk de voorwaarden vervuld om de bouw van de Manufakture op te starten. Daarnaast liggen de plannen al klaar om door een innovatief warmtenet de verschillende economische activiteiten en woningen te koppelen, en zo op korte termijn tot een CO2 vrije site te evolueren.” Elke Tiebout, CEO nv Abattoir

De Heyvaertwijk krijgt een nieuw park

Sennette

De Heyvaertwijk krijgt een nieuw park

Persbericht

28 maart 2022

Op een boogscheut van de Ninoofsepoort en van het kanaal krijgt de erg dichtbevolkte Heyvaertwijk binnenkort een nieuwe groene ruimte waar nu oude industriegebouwen staan. Op initiatief van minister-president Rudi Vervoort en de minister van Leefmilieu, Klimaattransitie en Participatieve Democratie, Alain Maron, heeft Leefmilieu Brussel een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd om het eerste deel van het Kleine Zennepark in te richten, dat op termijn 1,8 ha groot zal zijn.

Het project is ontworpen door het architectenbureau Okra in het kader van Stadsvernieuwingscontract nr. 5 ‘Heyvaert – Poincaré’ en een groene promenade zal het Dauwpark, de Ninoofsepoort en de Slachthuizen van Anderlecht met elkaar verbinden. Halverwege het project zal een nieuwe groene ruimte worden ingericht met een grote beplante esplanade aan de kant van de Heyvaertstraat. Het zal een gezellige ontmoetingsplaats worden in een wijk waar heel weinig openbare ruimten zijn. Er zullen speel- en sportvoorzieningen komen voor alle leeftijden: fitnessmeubilair voor de oudsten en een hellend speelterrein met verschillende elementen om de verbeelding en sociale interactie bij de jongsten te stimuleren. Er zal ook ontspannen en uitgerust kunnen worden: er komen overal ligstoelen, banken, poefs, picknicktafels, enz.

In het verlengde van die esplanade komt een meer intimistische tuin, de tuin van de Alchemist, wat een soort van microbos zal zijn waarin de wandelaar wordt uitgenodigd om met al zijn zintuigen de stedelijke fauna en flora te observeren. Op verschillende plaatsen in het park zullen vochtige gebieden en een schaduwtuin worden ingericht om in de zomer voor afkoeling te zorgen. Tot slot zullen verschillende muren en gevels begroeid zijn met klimplanten, zowel in het park als in de wijk, zodat er meer groen en frisheid komt.

Het project kwam in overleg met de buurtbewoners tot stand. Er werden regelmatig verschillende workshops en vergaderingen georganiseerd om het project voor te stellen, en dat vanaf het moment waarop de studies in 2021 werden aangevat. Beliris en de gemeenten Anderlecht en Sint-Jans-Molenbeek hebben de aankoop van de terreinen die nodig zijn voor de aanleg van het park in het kader van het Stadsvernieuwingscontract voltrokken. Leefmilieu Brussel financiert de uitvoering van het project en zal op termijn de nieuwe groene ruimte beheren. De werken zullen in 2024 van start gaan.

Alain Maron, Brussels minister van Leefmilieu en Klimaattransitie: “Ik ben heel blij dat het Kleine Zennepark concrete vorm krijgt. Het terugbrengen van natuur, frisheid en ontspanning naar de dichtbevolkte centrumwijken is moeilijk gezien de stedelijke druk, maar het is een prioriteit. Dankzij het Kleine Zennepark wordt de Heyvaertwijk groener, aangenamer om in te leven en ook klimaatbestendiger. Alleen al in het eerste deel van het project zal 3.000 m² gebetonneerde bodem vergroend worden met nog 28 bomen en koelte-eilanden. Het park toont onze politieke wil om stad en natuur met elkaar te verzoenen, om er bondgenoten van te maken ten behoeve van de levenskwaliteit van Brusselaars en van de biodiversiteit.”

Rudi Vervoort, minister-president: “Het stadsvernieuwingscontract speelt hier ten volle zijn rol: door dit prioritaire project voor het nieuwe lineaire park in de dichtbevolkte Heyvaertwijk op te nemen in het programma van het SVC, kunnen ambitieuze operationele projecten worden uitgevoerd en kan er een antwoord geboden worden op de problematiek rond het aanleggen van nieuwe stedelijke en groene netwerken. Bovendien kan op die manier ook vorm worden gegeven aan een van de doelstellingen van het RPA ‘Heyvaert’. Ik ben blij dat deze nieuwe stap is gezet.”

“Dit mooie parkproject zal ten goede komen aan de inwoners van deze dichtbevolkte wijk van mijn gemeente, waar jammer genoeg allerlei vormen van overlast voorkomen. Naast het park zijn er nog verschillende projecten die lopen, zoals onze Libelcohal waar verschillende socio-culturele projecten zullen komen. Bovendien gaan wij een buurtsteunpunt inrichten, zodat er rechtstreeks gecommuniceerd kan worden met de burgers en om hun onder andere, maar niet uitsluitend, administratieve faciliteiten aan te bieden. Dankzij al die projecten zal er een frisse wind waaien door deze wijk, wat echt nodig is”, zegt Catherine Moureaux, de burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek.

Nadia Kammachi, schepen van Stadsrenovatie in Anderlecht: “Het Kleine Zennepark is echt nodig in een wijk waar er een schrijnend gebrek is aan groene ruimten. Het zijn de bewoners die ons er tijdens elke ontmoeting op wijzen. Dat gebrek werd tijdens de covidcrisis en tijdens de verschillende lockdowns de afgelopen twee jaar naar voren geschoven. De inwoners van Kuregem verdienen het om toegang te hebben tot gezellige groene ruimten die kwaliteitsvol en veilig zijn. Dat is een maatschappelijke en milieuvereiste!”

Enkele cijfers van het eerste deel van het project tussen de Heyvaertstraat, de Liverpoolstraat en de Zeemtouwersstraat

  • Een nieuwe groene ruimte van 5.000 m²
  • 28 geplante hoogstammige bomen
  • 3.281 m² ondoorlatende bodem omgevormd tot waterdoorlatende en begroeide oppervlakten
  • Geraamde kostprijs van de werken: 3,2 miljoen euro

Balans van de missie #BruKin2022: Brussel en Kinshasa halen hun banden aan

BruKin2022 bilan

Balans van de missie #BruKin2022: Brussel en Kinshasa halen hun banden aan

Persbericht

28 maart 2022

“De economische, politieke, culturele en academische missie die ik geleid heb, was een groot succes”, stelt Brussels minister-president Rudi Vervoort vast. “We vormen samen één familie. Onze banden zijn weer hechter geworden. Dankzij de vele contacten die er gelegd zijn, onder meer met de eerste minister van de Democratische Republiek Congo (DRC) en de gouverneur van Kinshasa, luidde deze missie een vruchtbare nieuwe start in. Zij heeft het pad geëffend voor een sterke samenwerking tussen onze beide bevriende landen”, aldus de Brusselse minister-president.

Vanuit economisch oogpunt is het nog te vroeg om conclusies te trekken en te weten welke resultaten de missie allemaal heeft opgeleverd. De vooruitzichten ogen alleszins zeer veelbelovend. Internationale handel is als een marathon. Daarom zullen de Belgische bedrijven in de komende maanden nog moeten teruggaan om verder besprekingen te voeren. Toch konden er al een paar eerste successen worden geboekt. Zo sloten enkele bedrijven die mee waren met de delegatie, in verschillende domeinen belangrijke overeenkomsten met hun gewaardeerde Congolese partners met name op het gebied van telegeneeskunde, textiel, bouw en milieu. Deze missie bood de bedrijven tevens de gelegenheid om hun ervaring te delen en hun behoeften kenbaar te maken tijdens allerlei leerrijke en boeiende seminaries over de toestand van de Congolese economie en de kansen die zich aandienen in de bouwsector, maar ook op het vlak van milieu en digitalisering.  

Eveneens werd de betrachting van Rudi Vervoort en Pascal Smet om de economische missies van hub.brussels aan te grijpen om de bevolkingen dichter bij elkaar te brengen, de voorbije dagen waargemaakt.

Zo was er naast het economische gedeelte, ook een academisch, cultureel en politiek luik aan de missie gekoppeld. In dat verband bezocht de delegatie verschillende projecten die gefinancierd worden via de projectoproep voor het zuiden van Brussels International. Daarbij maakte het project CIPROC, dat voortreffelijk werk levert voor het vrouwelijke ondernemerschap in Congo, veel indruk. Ook de ontmoetingen in het kader het project “Leaving no one behind” over de sociaal-economische empowerment van de LGBTQi+-gemeenschap, en de ontmoeting met de leerlingen van de school Kibunda de Nsele lieten niemand onberoerd. Dankzij het Wash-project van Unicef en met financiële steun van het Brussels Gewest kon voor deze school een waterput met een totale opslagcapaciteit van 2.000 liter worden geboord, waarop zeven kranen zijn aangesloten. Er werden ook zes nieuwe gescheiden toiletten voor jongens en meisjes geplaatst. Dat alles moet het onderwijs voor iedereen toegankelijker helpen maken.

Tot slot werd deze week de tentoonstelling “Kinshasa-(N)tonga : entre futur et poussière” geopend naar aanleiding van het project “Living Traces” van Kanal-Centre Pompidou, dat een brug slaat tussen Brussel en Kinshasa. Deze tentoonstelling, op initiatief van kunstenaar Sammy Baloji, loopt nog tot 22 april in de Académie des Beaux-Arts de Kinshasa alvorens naar Brussel te komen.

Tenslotte werd deze week de tentoonstelling Kinshasa-(N)tonga: tussen toekomst en stof ingehuldigd in het kader van het brugproject “Living Traces” van Kanal-Centre Pompidou. Deze tentoonstelling, op initiatief van de kunstenaar Sammy Baloji, loopt tot 22 april in de Academie voor Schone Kunsten in Kinshasa en wordt in september in Brussel voorgesteld.

“Deze eerste missie in Congo sinds 2016 is een nieuwe start en vraagt om een vervolg”, besluit Rudi Vervoort.

Het Brussels Gewest op officieel bezoek in Kinshasa om de bilaterale banden aan te halen

brukin2022

Het Brussels Gewest op officieel bezoek in Kinshasa om de bilaterale banden aan te halen

Persbericht

18 maart 2022

Minister-President Rudi Vervoort brengt van 19 tot 25 maart een officieel bezoek aan Kinshasa voor een politieke, economische en handelsmissie in het kader van het Samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Stadsprovincie Kinshasa en dat naar aanleiding van de Belgische Economische Week. Pascal Smet, staatssecretaris voor Buitenlandse Handel en Internationale Betrekkingen, zou de missie aanvankelijk vergezellen, maar zal deze wegens een zeer recente infectie van het coronavirus niet meer kunnen bijwonen.

In 2019 ontmoetten Rudi Vervoort en Pascal Smet de President van de Democratische Republiek Congo, Félix Tshisekedi, bij diens officieel bezoek aan België. Tijdens deze ontmoeting wezen beide partijen op hun wil om opnieuw bilaterale betrekkingen aan te knopen en de bestaande banden te versterken, zowel op administratief als op economisch en cultureel vlak.

Het Brussels Gewest heeft sinds 2016 een samenwerkingsakkoord met de Stadsprovincie Kinshasa waarin beide partners hun intentie uitdrukken om onderlinge samenwerking te stimuleren en uit te breiden op het vlak van leefmilieu, informatica, cultuur, gender, bestuurlijke en institutionele capaciteitsopbouw.

In dat kader vindt de officiële missie van het Brussels Gewest naar Kinshasa van 19 tot 25 maart plaats tijdens de jaarlijkse Belgische Economische Week in de Democratische Republiek Congo. Het bezoek heeft de vorm van een handelsmissie van de drie gewesten, die geleid wordt door hub.brussels, het Brussels agentschap voor de ondersteuning van het bedrijfsleven. Maar er is ook ruimte voorzien voor een politiek en cultureel luik dat aansluit bij het bestaand bilateraal partnerschap. Minister-President Rudi Vervoort zal aan het hoofd staan van een delegatie bestaande uit verkozenen en hoge ambtenaren van het Brussels Gewest en de Stad Brussel. Beide Brusselse regeringsleden worden vergezeld door een groep Brusselse, Waalse en Vlaamse ondernemingen, universiteiten, culturele instellingen en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld.

Het programma is goed gevuld en legt de nadruk op een reeks thema’s die verband houden met digitalisering, circulaire economie, vrouwelijk ondernemerschap, gezondheid en cultuur.

Op politiek niveau gaat de Brusselse Minister-President met de Gouverneur van de Stadsprovincie Kinshasa een addendum bij het samenwerkingsakkoord ondertekenen waarin de prioritaire thema’s voor de volgende jaren staan omschreven. Ze zullen ook meerdere beleidsverantwoordelijken ontmoeten, waaronder de Eerste Minister en de Minister van Volksgezondheid.

Er staan verscheidene bezoeken op het programma, onder meer aan projecten in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Het gaat hierbij om projecten die steun krijgen van het Brussels Gewest via het door Brussels International gecoördineerde ‘Projectoproep Zuid’.

Zevenenzeventig ondernemingen hebben zich ingeschreven voor de eerste economische missie met de drie gewesten naar de Democratische Republiek Congo. Ruim honderd economische vertegenwoordigers maken zo de verplaatsing mee om in Congo partners te zoeken in uiteenlopende sectoren zoals de bouw, de digitale wereld, de gezondheids- en energiesector of consultancy. Velen onder hen beschikken al over ervaring met export naar Afrika of hebben er reeds contacten. Door de bevoorrechte relaties die bestaan tussen beide landen en tussen de twee hoofdsteden staat Congo op de eerste plaats in de lijst met landen waarnaar Brusselse goederen worden uitgevoerd op het Afrikaanse continent. Hub.brussels heeft de intensieve voorbereidingswerkzaamheden voor deze missie op zich genomen. Zij hebben een platform opgericht waarbij seminaries kunnen worden gehouden en een veelheid van B to B en B to G ontmoetingen en bezoeken op het terrein mogelijk zijn. Dit platform biedt de mogelijkheid om de banden aan te halen en de aandacht te vestigen op de kwaliteit van Belgische producten en diensten, maar ook op onze ervaring op het Afrikaanse continent.

Cultuur als vector van de hechte band tussen onze twee steden is eveneens een belangrijk thema van deze missie. Meerdere activiteiten en projecten zullen worden voorgesteld zoals die van de vzw Connexion met de KVS, Kanal-Centre Pompidou, de VUB en de vzw Brussel 2030, die een centrale plaats wil voorbehouden voor de band tussen Brussel en Kinshasa bij de voorbereiding van de kandidatuur van Brussel om Culturele Hoofdstad van Europa te worden in 2030.

Tenslotte biedt de missie ook op academisch niveau kansen om de aandacht te vestigen op onze universiteiten, de ULB en de VUB, die beiden erg actief zijn in de Democratische Republiek Congo. Zij gaan er hun activiteiten voorstellen en nieuwe samenwerkingspistes onderzoeken tijdens een symposium dat specifiek hieraan gewijd wordt.

Zwaarst getroffen sectoren: premies tot 15.000 euro

prime 15k nl copie

Zwaarst getroffen sectoren: premies tot 15.000 euro

Persbericht

15 maart 2022

Op voorstel van Barbara Trachte, staatssecretaris voor Economische Transitie, minister-president Rudi Vervoort en Sven Gatz, minister van Financiën en Begroting, heeft de Brusselse regering in eerste lezing haar goedkeuring gehecht aan twee ontwerpen van besluit ter ondersteuning van ondernemingen in het kader van de COVID-19-crisis.

Zoals al aangekondigd, is die nieuwe steun bestemd voor de zwaarst getroffen ondernemingen in de sectoren die de meeste moeilijkheden hebben ondervonden door de COVID-19-crisis. Daartoe behoren het uitgaansleven, de toeristische logiezen, de evenementen, de restaurants en cafés en sommige van hun toeleveranciers, de sport en het personenvervoer. Uiteindelijk wordt een budget van 63 miljoen euro voor hen uitgetrokken.

De bedoeling van die nieuwe maatregel is om steun te verlenen aan ondernemingen die eind 2021 en in het eerste kwartaal van 2022 moesten sluiten of in hun activiteiten werden belemmerd door de verschillende gezondheidsmaatregelen (volledige sluiting van discotheken, beperking van het aantal personen per tafel in restaurants en cafés, beperking van het aantal personen bij evenementen …). Hoewel het Overlegcomité heeft besloten om alles te heropenen, wordt het herstel nog steeds belemmerd door het gebrek aan kasmiddelen of de impact van telewerken, vooral in bepaalde Brusselse wijken.

Bijgevolg heeft de Brusselse regering een nieuwe economische steunmaatregel goedgekeurd in de vorm van twee premies:

  1. Een ‘Premie 2022’ voor de discotheken, de evenementen, de restaurants, cafés, en hun toeleveranciers, het toerisme, de sport en het personenvervoer. Budget: 45 miljoen euro.

De bedragen worden vastgesteld op basis van het percentage omzetverlies en het aantal VTE’s: het omzetverlies wordt berekend door een vergelijking van 2019 en 2021 en moet ten minste 60% bedragen.

Aantal VTE’s

Bedragen

Minder dan 10

5.000 euro

10 of meer

7.500 euro

Als de onderneming in dezelfde periode een verlies heeft geleden van meer dan 75%, zijn de bedragen de volgende:

Aantal VTE’s

Bedragen

Minder dan 10

11.000 euro

10 of meer

15.000 euro

Er is een forfaitair bedrag van 4.000 euro voorzien voor ondernemingen die in 2019, 2020 en 2021 zijn opgericht.

  1. Een ‘TL3-premie’ voor de toeristische logiezen, met een bedrag van 1.100 euro per accommodatie-eenheid. Budget: 18 miljoen euro. Bovendien zullen de jeugdherbergen opnieuw gewestelijke steun ontvangen.

Beide premies zullen voor ondernemers beschikbaar zijn na advies van de sociale partners (Brupartners), de Raad van State en de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA). Er zal ook worden verzocht om een kennisgeving aan de Europese Commissie in het kader van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun.

 

Brussels Gewest wil talenkennis in het beroepsgericht onderwijs extra duwtje geven

multilinguism

Brussels Gewest wil talenkennis in het beroepsgericht onderwijs extra duwtje geven

Persbericht

10 maart 2022

Brussels minister-president Rudi Vervoort lanceert een projectoproep om de talenkennis in het beroepsgericht onderwijs te bevorderen, digitale technologie in de scholen te stimuleren en het schoolverzuim te bestrijden. In het kader van het Brussels programma voor onderwijs en kinderopvang van de Strategie 2030 Go4Brussels.

 

Kennis van het Frans en het Nederlands, maar ook van het Engels, is een belangrijk troef om toegang te krijgen tot de Brusselse arbeidsmarkt. Dat geldt zeker ook voor het beroepsgericht onderwijs. Maar net in het beroepsgericht onderwijs is het moeilijker om de talenkennis bij te spijkeren. Heel wat scholen kampen met een gebrek aan leerkrachten voor de algemene vakken en dus ook voor de taalvakken. Dit gebrek aan leerkrachten (of hun absenteïsme) kan ertoe bijdragen dat jongeren de school voortijdig verlaten”.

Digitale technologieën kunnen een interessant hulpmiddel zijn om leerlingen weer warm te maken voor de school en het leren van talen. Daarom steunt het Gewest de Brusselse scholen in hun digitale transitie door via het (Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest)en met de steun van de Dienst Scholen van perspective.brussels te investeren in mobiele digitale apparatuur. Het gewest investeerde eerder al in het platform “Brulingua” van Actiris. Dit talenplatform, voor alle Brusselaars ouder dan 18, kan als voorbeeld dienen voor het verbeteren van de taalvaardigheid van leerlingen in Brusselse scholen.

Minister-president Rudi Vervoort heeft aan de Dienst Scholen de opdracht gegeven om een oproep te lanceren voor projecten in het beroepsgericht onderwijs. De projecten moeten aan drie voorwaarden voldoen: ze moeten het taalonderwijs Nederlands, Frans en eventueel ook Engels stimuleren; ze dienen het gebruik van digitale technologie in de scholen voor beroepsgericht onderwijs te bevorderen; en ze moeten de strijd tegen het schoolverzuim opvoeren, door oplossingen te bieden voor tijdelijke of langdurige afwezigheden van taalleerkrachten of door een zinvol kader aan te bieden tijdens de springuren die het gevolg zijn van zo’n afwezigheden.

De Brusselse regering maakt hiervoor een budget van € 150.000 vrij.

Alle Franstalige en Nederlandstalige scholen met een vzw-statuut die vakgericht taalonderwijs en onderwijs via digitale tools aanbieden, die beschikken over expertise op het vlak van Stem (sciences, technology, engineering and mathematics) en leerondersteuning kunnen een projectaanvraag indienen, net als onderzoekscentra met een vzw-statuut.

Brussels minister-president Rudi Vervoort: “Deze projectoproep heeft als doel om initiatieven rond het ondersteunen van het leren van talen, de versterking van het digitale gebruik op school en de bestrijding van schooluitval te combineren. In die zin draagt het bij tot meer gelijke kansen voor jongeren in het beroepsgericht onderwijs, die vaak uit minder bevoorrechte buurten komen en in hun huidige of toekomstige loopbaan meer blootstaan aan het risico van schooluitval.” 

Brussels minister Sven Gatz voor de Promotie van meertaligheid en VGC-collegelid bevoegd voor Nederlandstalig onderwijs: “Ik steun dit initiatief omdat het meertaligheid promoot. Een goede talenkennis is ook voor leerlingen in de beroepsgerichte onderwijsinstellingen in het Brussels Gewest van cruciaal belang. Zeker omdat vooral het beroepsgericht onderwijs een groot lerarentekort kent, dan nog vooral voor de algemene en taalvakken.”

Brussels minister van werkgelegenheid en Beroepsopleiding Bernard Clerfayt : “In Brussel vergroot het kennen van een tweede taal, voornamelijk Nederlands en Engels, de kansen op het vinden van een baan met 50%. Ook al investeren we in opleidingen en tools, zoals Brulingua, om werkzoekenden op te leiden, het leren van talen begint op school. Als projecten bovendien de nadruk leggen op digitaal leren, bereiken we een dubbele doelstelling. Want naast vakbekwaamheden zijn ook taal- en digitale vaardigheden zeer gewild bij werkgevers.

Het “vrijheidskonvooi” verboden in Brussel

manif

Het "vrijheidskonvooi" verboden in Brussel

Persbericht

10 februari 2022

Om het vrijheidskonvooi, dat tot nu toe nog geen toelating kreeg omdat er geen aanvraag werd ingediend, het hoofd te bieden, zetten de Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden, de Minister-President Rudi Vervoort en de Burgemeester van Brussel Philippe Close de federale, regionale en lokale middelen in om de blokkering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te voorkomen.

De Federale Politie zal aan de grens namelijk de gemotoriseerde voertuigen die komen betogen in België aan de Belgische hoofdwegen controleren. Het Gewest en de Stad Brussel zullen een Besluit nemen dat betogingen verbiedt voor gemotoriseerde voertuigen op hun grondgebied. In de praktijk zullen de politiezones van de hoofdstad met de hulp van de federale politie gemotoriseerde voertuigen die naar de hoofdstad komen ondanks het verbod omleiden naar Parking C.

Deze samenwerking tussen de drie bestuursniveaus heeft tot doel om de openbare orde in de hoofdstad zo min mogelijk te beïnvloeden.

Onder coördinatie van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden zitten de betrokken diensten samen om de aanpak te bespreken.