Voorontwerp van ordonnantie over toeristische verblijven voorgelegd aan de Brusselse regering
persbericht
29 september 2022
Vandaag werd op initiatief van minister-president Rudi Vervoort een voorontwerp van ordonnantie over toeristische verblijven voor een eerste lezing voorgelegd aan de Brusselse regering. Die tekst moet in de plaats komen van de ordonnantie van 8 mei 2014, die momenteel van kracht is.
Brussels minister-president Rudi Vervoort, die bevoegd is voor het toerisme, had beloofd om de ordonnantie van 2014 te evalueren. Daarom vond overleg plaats met verscheidene betrokken partijen die met deze wetgeving te maken krijgen, meer bepaald vertegenwoordigers van de verblijfssector, de 19 Brusselse gemeenten, Brulocalis, de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (DBDMH), huurders- en eigenaarsverenigingen, de minister van huisvesting en tot slot ook enkele spelers die fungeren als tussenschakel, zoals bijvoorbeeld platformen.
De strijd tegen de concurrentie opvoeren
Vervolgens besloot de minister-president om de ordonnantie aan te passen. Op die manier voert hij uit wat de regering in de algemene beleidsverklaring van 2019 had afgesproken, namelijk de ordonnantie van 2014 evalueren zodat zij, indien nodig, haar strijd tegen de concurrentie tussen de toeristische verblijfssector en de woonmarkt zou kunnen opvoeren.
Het registratiesysteem blijft behouden
De regeling in verband met de registratie van de toeristische verblijfsactiviteit blijft behouden. Dat betekent concreet het volgende: iedereen die op de markt tegen betaling een plaats aanbiedt waar mensen gedurende niet meer dan 90 opeenvolgende dagen kunnen verblijven zonder dat ze er wonen of gehuisvest zijn, moet zijn activiteit registreren bij Brussel Economie en Werkgelegenheid. De toeristische verblijfsvestiging moet vóór het opstarten van de activiteit geregistreerd worden.
Vereenvoudigde en aangepaste procedures
Een paar zaken werden vereenvoudigd of aangepast. Hieronder volgen enkele voorbeelden, maar de lijst is niet volledig:
- Eén van de versoepelingen houdt verband met de instemming van de mede-eigenaars die zonder formeel verzet kan worden verkregen, nadat de uitbater hen daarvan in kennis heeft gesteld. Dat moet tijdswinst opleveren voor de uitbater.
- Het systeem van de brandveiligheidsattesten werd afgestemd op de regeling die bestaat voor de rusthuizen. Het zal voortaan ook mogelijk zijn om afwijkingen aan te vragen, zonder dat die aanvraag hoeft te kaderen in een vooraf ingestelde beroepsprocedure tegen een weigeringsbeslissing van de burgemeester.
- Er wordt een tijdelijk brandveiligheidsattest ingevoerd, zodat er in afwachting van de uitvoering van kleine werken om het pand in overeenstemming te brengen met de normen alvast met de uitbating kan worden begonnen.
- Door de regering erkende instellingen zullen vereenvoudigde controleattesten kunnen uitreiken. Dat moet de brandweer werk besparen en een snellere behandeling van de dossiers mogelijk maken.
- De geldigheidsduur van de brandveiligheidsattesten wordt verlengd tot acht jaar (in plaats van vijf jaar).
Met de voorafgaande registratie worden meerdere doelstellingen nagestreefd:
- De toegang tot wonen beschermen. Door de toeristische verblijfsactiviteit te reglementeren, beperken we de gevolgen van de terbeschikkingstelling van panden aan consumenten, waardoor die tijdelijk of voorgoed verdwijnen van de huurwoningmarkt.
- De uitbaters beschermen door de procedures eenvormig en eenvoudiger te maken om ongelijke behandeling te voorkomen en door te zorgen voor een transparantere verwerking van de dossiers.
- De nieuwe uitbaters beschermen: het vooronderzoek van een aantal zaken moet toekomstige uitbaters behoeden voor investeringen die nodeloos blijken te zijn of andere verplichtingen meebrengen, doordat ze bijvoorbeeld niet voldoen aan de voorschriften van het gewestelijk bestemmingsplan (GBP).
- De afnemers van de diensten beschermen, onder meer op het vlak van brandveiligheid.
- De levenskwaliteit van de bewoners en omwonenden beschermen door te controleren of de uitbating strookt met de goede plaatselijke aanleg en op die manier te vermijden dat er in woonwijken economische activiteiten komen die amper verenigbaar zijn met de woonfunctie.
“Deze nieuwe ordonnantie zal ons toelaten de huidige wetgeving te verbeteren. Zij maakt het mogelijk om de “gewone” woonfunctie en de afnemers van de diensten (op het vlak van veiligheid) beter te beschermen, de levenskwaliteit van de bewoners te beschermen, het imago van Brussel te vrijwaren en de concurrentie in de sector te reglementeren, maar ook om de toekomstige uitbaters te beschermen”, aldus Rudi Vervoort, die als minister-president bevoegd is voor het toerisme.
Het voorontwerp van ordonnantie zal na de eerste lezing door de regering ter advies worden voorgelegd aan Brupartners (de Economische en Sociale Raad van het Brussels Gewest), Brulocalis en de Gegevensbeschermingsautoriteit.