Herstel van de toeristische, culturele en evenementensector: de Brusselse regering trekt meer dan een half miljoen euro uit om zes zomerprojecten te ondersteunen

bruxelles b

Herstel van de toeristische, culturele en evenementensector: de Brusselse regering trekt meer dan een half miljoen euro uit om zes zomerprojecten te ondersteunen

persbericht

23 juli 2021

Op voorstel van minister-president Rudi Vervoort, die bevoegd is voor het imago van Brussel, besliste de Brusselse regering om steun uit te trekken voor zes culturele en recreatieve projecten die de hele Brusselse zomer zullen kleuren. Deze ondersteuning van meer dan een half miljoen euro komt bovenop de andere herstelgerichte initiatieven die de toeristische, culturele en evenementensector er na zeer moeilijke maanden weer bovenop moeten helpen.

De toeristische sector heeft al zestien maanden lang zwaar te lijden onder de wereldwijde gezondheidscrisis. De steden zagen hun toerisme daarbij nog sterker teruglopen dan de plattelands- en kustgebieden. Zo bijvoorbeeld registreerde het Brussels Gewest in 2020 1,87 miljoen hotelovernachtingen, terwijl dat er in 2019 nog 7,8 miljoen waren. Ook de cultuur- en evenementensector werd zwaar getroffen doordat zij herhaaldelijk de deuren moest sluiten, er beperkingen golden qua aantal toegelaten toeschouwers en de nodige hygiënemaatregelen moesten worden toegepast.

Vandaag stellen we vast dat deze verschillende sectoren in Brussel ondanks de toename van de coronabesmettingen door de deltavariant aan een heropleving bezig zijn. Dat blijkt duidelijk uit de reservatiegraad voor juli en augustus die tussen de 25 en de 30% bedraagt, maar ook uit de vele evenementen die deze zomer gepland zijn.

Die heropleving wordt breed ondersteund door het herstelplan voor het toerisme dat visit.brussels samen met de spelers van de sector heeft uitgewerkt. Dat plan omvat onder meer een grote campagne om Brussel bekend te maken en te promoten als bestemming, de verdeling van vouchers ter waarde van 40 euro voornamelijk in de grensstreken van onze buurlanden, de uitbouw van een bike hub, de lancering van een projectoproep voor een duurzaam en inclusief toerisme, enzovoort.

Ook de Brusselse regering draagt ruimschoots haar steentje bij tot het herstel. Zij stelt alles in het werk om Brussel op meerdere vlakken, en dan meer bepaald op het vlak van evenementen en infrastructuur, aantrekkelijk te maken.

Daarom besliste de regering om deze zomer met een bedrag van 580.000 euro zes projecten in de open lucht te ondersteunen:

  • het project PhotoCity: de grootste fototentoonstelling in open lucht in Europa;
  • de dagelijkse ontspanningsactiviteiten van het SeeU-project in de Fritz Toussaintkazerne;
  • de zomeractiviteiten van Park Poetik;
  • de openluchtconcerten onder de noemer Arena 5 aan Heizelpaleis 5;
  • de “OpenAir” clubconcerten die op elke vrijdag en zaterdag van de maanden augustus en september aan het Rijksadministratief Centrum zullen plaatsvinden;
  • en tot slot de “zomerversie” van het Listen festival! met elke zondag in augustus en september concerten op verschillende openbare locaties in de hoofdstad.

Wij willen de Brusselaars, maar ook onze bezoekers een ruim palet van ontspanningsactiviteiten aanbieden, zodat zij zich een hele zomer lang kunnen vermaken. Ik denk onder meer aan “Vakantie in Brussel”, dat inzet op activiteiten in de openbare ruimte of in een groene omgeving en aan “Staycation”, waarmee allerlei culturele activiteiten en evenementen worden gefinancierd. Met de Brusselse regering hebben we ook beslist om tal van projecten te financieren, zoals het openluchtzwembad Pool is Cool in de Biestebroekwijk, de filmvoorstellingen in open lucht op onze gemeentepleinen, maar ook concerten en zomeractiviteiten. Die projecten vormen een aanvulling op het al uitgebreide aanbod van culturele activiteiten en evenementen in de infrastructuur en de groene ruimten die ons gewest rijk is. Op die manier willen we het herstel van de sectoren die in crisis verkeren, ondersteunen en Brussel aantrekkelijker maken,” aldus minister-president Rudi Vervoort.

Minister Sven Gatz, bevoegd voor het imago van Brussel: “Met de ondersteuning voor deze zes projecten blijft de Brusselse regering inzetten op een relance voor de culturele sector, die nu al een ruim jaar zwaar te lijden heeft van de Covid-crisis. Op deze manier ondersteunen we ook de Brusselse economie, want de stilaan heroplevende culturele sector stimuleert immers ook de horeca en het toerisme.”

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een advies uitgebracht over het herinrichtingsproject van de Noordelijke Ring

Ring bxl nord

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een advies uitgebracht over het herinrichtingsproject van de Noordelijke Ring

persbericht

22 juli 2021

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een advies uitgebracht over de tweede versie van de scopingnota over de herinrichting van de Noordelijke Ring.

Brussel herinnert eraan dat ze zich in principe niet verzet tegen het herinrichtingsproject van de Noordelijke Ring maar dat ze een echte co-constructie wil zien en een ambitieuzere visie wat betreft alternatieven met minder verkeer, meer in lijn met de gemeenschappelijke doelen van de twee gewesten op vlak van klimaat, verbetering van de luchtkwaliteit en de leefbaarheid en de verkeersveiligheid.

 

Op 24 mei 2021 heeft de Vlaamse Regering verzocht aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een advies uit te brengen over de tweede versie van de scopingnota betreffende de herinrichting van de Noordelijke Ring. Deze vraag maakt deel uit van een ‘geïntegreerd planningsproces’ dat officieel werd aangevat door de Vlaamse Regering in 2018 met als doelstelling het definiëren van een gewestelijk uitvoeringsplan voor de ruimtelijke herinrichting van het noordelijke deel van de Ring rond Brussel.

Dit herinrichtingsproject van de Noordelijke Ring maakt deel uit van een globaler programma van Werken aan de Ring. De Brusselse Regering verwelkomt en steunt de bijkomende maatregelen zoals de ontwikkeling van het openbaar vervoer en de fietsinfrastructuur, aangezien de multimodale toegankelijkheid tot de stad van essentieel belang is voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

In haar advies herinnert de Brusselse Regering eraan dat ze zich in principe niet verzet tegen het herinrichtingsproject van de Noordelijke Ring als dusdanig, en wil ze opnieuw haar bereidheid benadrukken om er op constructieve wijze aan bij te dragen. De Ring is cruciale infrastructuur voor Brussel. Elk project dat op structurele wijze aan de vorm ervan raakt moet noodzakelijkerwijze in co-constructie gebeuren met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Regering betreurt daarom dat het Brussels Gewest niet nog meer betrokken is geweest als speler op hetzelfde niveau als het Vlaams Gewest in het herinrichtingsproject van de Noordelijke Ring.

Bovendien maakt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich zorgen over de samenhang tussen bepaalde doelstellingen die gedeeld worden door beide Gewesten (klimaat, leefbaarheid en verkeersveiligheid) en de verschillende scenario’s voor de Ring die nog worden overwogen door het Vlaams Gewest (afwezigheid van varianten zonder capaciteitsverhoging van de weginfrastructuur, behoud van projecten met maximale wegbreedte, etc…). Alle alternatieven die nog op tafel liggen lijken ongunstig te zijn op vlak van klimaat en luchtkwaliteit. Ook andere vormen van milieu-impact zoals geluidshinder worden er bijna niet in geanalyseerd.

Het advies benadrukt de vrees en de vragen van het Brussels Gewest wat betreft het uitgevaardigde kader om de alternatieven te analyseren: het bijkomstige karakter van het scenario waarin rekening wordt gehouden met de doelstellingen inzake modale verschuiving die de twee gewesten hebben bepaald, het bijna helemaal niet meenemen van de effecten veroorzaakt door het verkeer in de berekeningen, het ontbreken van modellering die verder gaat dan 2030 en het ontbreken van een scenario waarbij in de verkeersontwikkeling rekening werd gehouden met een kilometerheffing over het hele grootstedelijk gebied.

Tot slot benadrukt het advies ook het belang van het opstarten van specifieke gezamenlijke studies voor wat betreft de toegangswegen tot de Ring en op basis hiervan overleg te plegen met alle betrokken partijen.

De Brusselse regering heeft het richtplan van aanleg «Delta Herrmann-Debroux» in tweede lezing goedgekeurd

PAD Herrmann Debroux

De Brusselse regering heeft het richtplan van aanleg «Delta Herrmann-Debroux» in tweede lezing goedgekeurd

persbericht

22 juli 2021

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft op voorstel van minister-president Rudi VERVOORT in tweede lezing haar goedkeuring gehecht aan het richtplan van aanleg “Delta Herrmann-Debroux”, waarin op basis van het openbaar onderzoek en de adviezen van de bevoegde instanties en de betrokken gemeenten een reeks wijzigingen werden aangebracht. De minister-president moet het nu ter advies voorleggen aan de afdeling wetgeving van de Raad van State.

Het ontwerp van RPA sluit aan bij de krachtlijnen van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling en geeft de grote principes aan voor de inrichting of herinrichting van het gebied waarop het betrekking heeft.

De site waarover het ontwerp van richtplan van aanleg (RPA) Herrmann-Debroux handelt, vormt vandaag een uitgestrekt grootstedelijk geheel van 43,5 ha groot. Dit gebied, dat gestructureerd is rond de tweede grootste invalsweg van het gewest, vervult een zeer belangrijke rol om Brussel een nieuw gezicht te geven. De perimeter van het ontwerp van RPA strekt zich uit over de gemeenten Oudergem en Watermaal-Bosvoorde en omvat heel de grootstedelijke weg E411 en zijn drie viaducten, maar ook de boulevards en lanen die langs en in het verlengde van de snelweg lopen. Binnen dit geheel van naast elkaar liggende stadsweefsels is het de ambitie van het ontwerp van RPA om de beide kanten van de E411 opnieuw met elkaar te verbinden rondom een eigentijdse stadsboulevard. 

Met dit RPA geeft de Brusselse regering uiting aan haar ambitie om het Herrmann-Debrouxviaduct als overblijfsel van de stedenbouw uit de jaren ‘70 af te breken en vorm te geven aan een stadstoegang die naam waardig. We begonnen onze inspanningen op dat vlak met de E40 en het Reyersviaduct. We trekken die lijn door om de bewoners rustigere wijken te bieden, nieuwe woningen te bouwen, meer groene ruimten in te richten en tot slot het pad te effenen voor de mobiliteit van morgen,” aldus minister-president Rudi Vervoort.  

Krachtlijnen van het ontwerp van RPA Herrmann-Debroux

  • De rol van de weginfrastructuur in de stad van morgen herzien;
  • Een vlotte doorgang tussen de wijken bewerkstelligen;
  • De grootstedelijke identiteit kracht bijzetten door de contrasten van het landschap te valoriseren;
  • Plaatsen met meer stedelijkheid creëren om beter samen te leven;
  • Veranderingen voorzien en op een geleidelijke en evolutieve manier begeleiden.

Het is dus de bedoeling om het stadsweefsel te herstructureren met grote ambities op het vlak van mobiliteit en openbare ruimten en de beschikbare grond daarbij optimaal te gebruiken. De volgende sites moeten worden aangepakt:

    • De Triomfsite: wordt momenteel ingenomen door kantoorgebouwen. De bedoeling is om er een gemengd gebouwencomplex te ontwikkelen. Het is de ambitie om de verbinding tussen de Triomflaan en de Jules Cockxstraat te accentueren door een landschappelijk herkenningspunt te integreren.
    • De Deltasite: wordt momenteel ingenomen door een P+R en de stelplaats van de MIVB. Er zal een nieuwe gemengde wijk (woningen, activiteiten, voorzieningen) worden ontwikkeld op de plaats waar nu een grote openluchtparking is.
    • De Deltadriehoek: de ambitie voor dit gebied, dat momenteel onbebouwd is, bestaat erin haar te integreren in de stedelijke dynamiek door openbare ruimten aan te leggen en de ontwikkeling van een gemengde wijk (woningen, voorzieningen en groene ruimten) te stimuleren.
    • Beaulieu: deze site is bedoeld als overgangsgebied tussen een zeer stedelijk deel (Delta en Jules Cockxstraat) en een meer landschappelijk deel (Watermaalbeekvallei). Vandaag de dag is er een barrière van monofunctionele kantoorgebouwen. De doelstelling is om op deze locatie een betere stedelijke integratie tot stand te brengen.
    • Demey: dit terrein wordt momenteel ingenomen door een commerciële zone en de bijbehorende openluchtparkeerplaatsen. Het RPA beoogt de herstructurering van de locatie door een nieuwe gemengde wijk te ontwikkelen (woningen, winkels, voorzieningen) die gericht is op actieve vervoermiddelen en het openbaar vervoer. Daarnaast wordt de aanleg van een openbare groene ruimte gepland.
    • Adeps: de ambitie in dit gebied is om de bestaande weginfrastructuur te renoveren. De infrastructuur moet in het landschap worden geïntegreerd om een landschappelijke continuïteit te creëren. De ontwikkeling ervan omvat veel plaats voor de actieve vervoermiddelen en eigen ruimte voor het openbaar vervoer.

De regering keurde het ontwerp van RPA reeds op 16 mei 2019 in eerste lezing goed en onderwierp het van 10 oktober tot 9 december 2019 aan een openbaar onderzoek. Op basis van die adviezen werden er aanpassingen in aangebracht en nu wordt het ter advies  voorgelegd aan de Raad van State.

Brusselse regering maakt 66 miljoen euro vrij voor nieuwe economische steunmechanismen voor sectoren die nog altijd zwaar getroffen worden door de crisis

culture corona

Brusselse regering maakt 66 miljoen euro vrij voor nieuwe economische steunmechanismen voor sectoren die nog altijd zwaar getroffen worden door de crisis

persbericht

19 juli 2021

Op voorstel van Rudi Vervoort, minister-president, Sven Gatz, minister van Financiën en Begroting, en Barbara Trachte, staatssecretaris voor Economische Transitie, heeft de Brusselse regering overeenstemming bereikt over een nieuw economisch steunpakket voor de evenementen-, cultuur-, toerisme- en sportsector, de discotheken, de horeca en hun belangrijkste toeleveranciers. Het budget voor deze nieuwe steunmaatregelen voor deze nog altijd zwaar getroffen sectoren wordt geraamd op 66 miljoen euro.

Veel sectoren hebben hun activiteit effectief hervat, zij het in een verschillend tempo in functie van het door het Overlegcomité vastgestelde tijdschema voor de afbouw van de inperkingsmaatregelen. Deze sectoren hebben evenwel allemaal de bijzonderheid dat zij economische activiteiten ontwikkelen waarbij een publiek, groepen individuen, soms in grote aantallen, betrokken zijn en dat hun omzet afhangt van deze bezoekersaantallen. Ze zijn dan ook bijzonder afhankelijk van de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus, de capaciteitsbeperkingen, de opgelegde openingsuren en de voorraden van hun leveranciers, maar ook van het gedrag van de consumenten en van de weersomstandigheden.

Het herstel is dus ingewikkeld en op lange termijn nog grotendeels onvoorspelbaar; de cashflow is laag; de bestelplanning raakt maar langzaam bevestigd.

Daarom wil de regering vandaag opnieuw steun verlenen aan degenen die Brussel doen leven en stralen door hun uitbating van en werk in restaurants, cafés, hotels, bioscopen, sport- en concertzalen, enz.

Hiertoe zal de regering concreet verschillende steunmechanismen invoeren om de cashflowproblemen te verlichten en de duurzaamheid van een nog broos economisch herstel te verzekeren:

  • Steunpremie voor de evenementensector

Dit steunmechanisme voor de evenementen- en cultuursector, alsook voor de sector van het toerisme, de sport en discotheken, heeft tot doel de steun voort te zetten die in het kader van de Tetra-premie is opgestart. Deze premie zal worden berekend op basis van het aantal VTE’s en, vooral, van het omzetverlies.

  • Thesaurielening voor de evenementen- en cultuursector

Sinds het begin van de crisis heeft het Brussels Gewest leningen opgezet met bijzonder aantrekkelijke voorwaarden voor Brusselse ondernemingen. De Brusselse economische sectoren hebben veel gebruik gemaakt van de Recover- en Oxygen-lening en de gedelegeerde opdracht. De evenementen- en cultuursector werkt volgens zeer specifieke logica’s. Het Gewest zal voor hen een nieuwe lening financieren en organiseren.

  •  Herstelpremie voor de zwaarst getroffen restaurants en cafés (en hun leveranciers)

Dit steunmechanisme is bedoeld om het herstel te ondersteunen van de zwaarst getroffen restaurants en cafés (en hun leveranciers), namelijk degenen die nog steeds te kampen hebben met ernstige cashflowproblemen en een nog steeds te laag activiteitsniveau. De premie zal worden berekend op basis van het aantal VTE’s en het omzetverlies.

  • Premie voor de toeristische-logiessector

De situatie van de toeristische-logiessector in het Brusselse gewest blijft catastrofaal vanwege de afwezigheid van toeristen. Brussel is het gewest dat het meest door dit fenomeen wordt getroffen. Gezien het belang voor de werkgelegenheid en de economie is beslist nieuwe specifieke steun aan deze sector toe te kennen.

De details van al deze maatregelen zullen begin september worden meegedeeld.

Rudi Vervoort, minister-president: “Ondanks het herstel van de verschillende sectoren blijft de situatie kritiek. De bijna totale afwezigheid van toeristen in Brussel heeft een ongekende impact gehad op de verschillende sectoren die met het toerisme te maken hebben. Deze sectoren vormen een belangrijke pijler van het toeristische ecosysteem en blijven van essentieel belang voor de Brusselse economie en werkgelegenheid, maar ook voor de aantrekkelijkheid van het Gewest. Het is dan ook niet meer dan logisch dat de Brusselse regering hen blijft steunen. Naast deze nieuwe economische hulp zal de regering alles in het werk blijven stellen om samen met de betrokken partners het toerisme weer op gang te brengen.”

Sven Gatz, minister van Financiën en Begroting: “Het is duidelijk dat we nog voor een moeilijk najaar staan. We evolueren naar een ‘nieuw normaal’. We willen het typische stadsleven terug op gang trekken. Maar we moeten dat ook zien te verzoenen met het virus dat nog steeds niet helemaal verdwenen zal zijn. Met deze maatregelen willen we steun geven aan de horeca, maar vooral ook aan de evenementen- en culturele sector. Die sectoren die van Brussel de stad maken die ze is en die ook als vliegwiel kunnen dienen om de hele Brusselse economische motor weer te doen draaien.”

Barbara Trachte, staatssecretaris voor Economische Transitie: “Met dit nieuwe pakket steunmaatregelen zet de Brusselse regering haar steun voort aan sectoren die nog niet op volle capaciteit kunnen hervatten en waarvoor de komende maanden nog veel onzekerheid bestaat, zoals het geval is voor veel ondernemingen die actief zijn in de evenementen- en cultuursector, maar ook voor de zwaarst getroffen horeca.”

De Brusselse regering biedt op meerdere niveaus hulp voor de slachtoffers en de getroffen regio’s

inondations

Overstromingen in Wallonië en Vlaanderen : de Brusselse regering biedt op meerdere niveaus hulp voor de slachtoffers en de getroffen regio's

persbericht

16 juli 2021

Gezien de ramptoestand die het gevolg is van de overstromingen van de voorbije dagen in Wallonië en Vlaanderen heeft de Brusselse Regering beslist alles in het werk te stellen om de getroffen gebieden en slachtoffers bij te staan. Daartoe heeft het Brussels Gewest aan de federale overheid, die de crisis coördineert, op meerdere vlakken hulp aangeboden, met onder meer het verschaffen van onderdak, ondersteuning op het vlak van mobiliteit, hulpverlening en materieel.

Concreet:

  • Met de steun van de Brussels Hotel Association zijn sinds donderdagavond ruim 1000 hotelkamers beschikbaar om mensen onderdak te bieden indien dat nodig is. Er zijn middelen vrijgemaakt op de begroting om deze opvang mogelijk te maken;
  • De MIVB stelt zwaar materieel ter beschikking met een zware mobiele kraan, maar ook vrachtwagens met een hijskraan en een aanhangwagen. De MIVB heeft ook een tiental bussen aangeboden om mensen uit de getroffen gebieden te vervoeren naar Brussel.
  • De Brusselse brandweer heeft personeel en materieel naar de provincies Luik, Luxemburg en Vlaams-Brabant gestuurd: 7 brandweerlieden met voertuigen en pompapparatuur werden naar de reddingszone Vlaams-Brabant-Oost gestuurd en 16 brandweerlieden en voertuigen (waaronder 2 autopompen) werden naar de reddingszone Luik gestuurd;
  • Vivaqua staat in contact met zijn Waalse tegenhangers en houdt zich klaar om versterking te sturen en onder meer waterbidons te verdelen.
  • Brussel Preventie & Veiligheid stelt drones ter beschikking voor zoekopdrachten of om de schade op te meten;
  • De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie stelt voor om haar vaccinatiecentrum van het Militair Ziekenhuis Koningin Astrid dit weekend te openen zodat mensen die als gevolg van de overstromingen hun vaccin zijn misgelopen zich toch kunnen laten inenten. Iedereen die dat wenst kan een afspraak maken bij het contactcentrum op nr. 02/214.19.19. Het vaccinatiecentrum is open op zaterdag 17/07 van 9 tot 17 uur en dient dan enkel het Pfizer-vaccin toe. Op zondag 18/07, van 9 tot 17u is dat Astra Zeneca (enkel de tweede dosis);
  • Leefmilieu Brussel stelt houthakkers, boswachters, bosarbeiders en natuur- en landschapsteams ter beschikking (specialisten in het onderhoud van waterlopen en oevers);
  • Het Brussels Agentschap voor Netheid stelt schoonmaakmaterieel ter beschikking (waarbij containers voor grof vuil);
  • De Regering heeft beslist om personeelsleden die slachtoffer zijn van het noodweer een dienstvrijstelling wegens overmacht toe te kennen;
  • En ten slotte coördineert Brussel Preventie & Veiligheid naar het federaal niveau toe de steun van de negentien Brusselse gemeenten.Deze laatsteN hebben zich snel gemobiliseerd en hebben, naast talrijke oproepen om giften, ook aangeboden om personeel en materieel te sturen (chauffeurs, veegmachines, generatoren, vrachtwagens, enz.)

Alle leden van de Brusselse Regering betuigen hun steun voor de getroffen mensen en zijn in gedachten bij de slachtoffers en hun gezinnen. De Brusselse Regering spreekt ook haar waardering uit voor de enorme golf van solidariteit en de inzet van burgers doorheen het land en in het Brussels Gewest. Zij houdt zich ter beschikking van het Federaal Crisiscentrum, maar ook van de getroffen regio’s zelf om hulp te bieden waar dat nodig is.

De Brusselse regering keurt haar eerste gewestelijke plan voor de ondersteuning van eenoudergezinnen goed

parent solo NL

De Brusselse regering keurt haar eerste gewestelijke plan voor de ondersteuning van eenoudergezinnen goed

persbericht

16 juli 2021

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt bijna 65.000 eenoudergezinnen op zijn grondgebied. Het gezinshoofd is in de meeste gevallen (86%) een vrouw. Het gaat hier dus om een sterk gendergebonden problematiek. In deze gezinnen moet één enkel inkomen voorzien in alle behoeften van het gezin, wat het risico op armoede verhoogt en leidt tot beperkingen op tal van gebieden: toegang tot huisvesting, werkgelegenheid en opleiding, gezondheidszorg, evenwichtige voeding, kinderopvang, mobiliteit, sport, cultuur, vrijetijdsbesteding, enz.

De ongekende gezondheidscrisis die we op dit moment doormaken, heeft ook hier zijn sporen nagelaten en heeft ervoor gezorgd dat er een nog dringendere behoefte is aan maatregelen ten behoeve van eenoudergezinnen. De Brusselse Raad voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen heeft in zijn verslag van april 2021 over de impact van Covid-19 op de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen immers geconcludeerd dat alle moeilijkheden die eenoudergezinnen in normale tijden ondervinden (deeltijdwerk, beperkt inkomen, huisvestingsproblemen, niet-betaling van onderhoudsgeld, …) tijdens deze crisis zijn verergerd. Daarbij komt nog eens een aanzienlijke afname van het inkomen en een situatie waarbij men opgesloten zit met alle gezinslasten, soms in een woning die niet is aangepast aan de realiteit van een lockdown in gezinsverband.

Om tegemoet te komen aan deze moeilijkheden heeft de Brusselse regering vandaag haar eerste plan ter ondersteuning van eenoudergezinnen goedgekeurd. Een transversaal plan, aangestuurd door Nawal Ben Hamou, Alain Maron, Bernard Clerfayt, Barbara Trachte en de sociale gesprekspartners van Brupartners, dat 31 concrete maatregelen voorstelt rond 5 gewestelijke actiepijlers: informeren, opleiden en sensibiliseren; de toegang tot een kwaliteitsvolle woning; tewerkstelling en beroepsopleiding; stadsbeleid en mobiliteit.

Het Brussels Gewest is in dit opzicht ook een pionier, aangezien de Brusselse regering als eerste in haar algemene beleidsverklaring heeft voorzien om een specifiek actieplan voor eenoudergezinnen – en in het bijzonder voor alleenstaande vrouwen met kinderen – op te stellen, teneinde gebruik te maken van alle gewestelijke hefbomen om deze gezinnen te ondersteunen.

Dit plan is ook opgesteld in nauwe samenwerking met de verenigingssector, zodat de denkoefening zou worden gevoed door de waarnemingen, ervaringen en deskundigheid van deze actoren die dagelijks met eenoudergezinnen werken.

Dit plan sluit bovendien volledig aan bij een globale, transversale en coherente aanpak, aangezien het zorgt voor de verwezenlijking van een van de beleidswerven van de GO4Brussels 2030-strategie, die voorziet in « Het ondersteunen van initiatieven die erop gericht zijn het beroeps- en privéleven te verzoenen » en die gezamenlijk wordt aangestuurd door de minister van Werk, de staatssecretaris voor Gelijke Kansen en de sociale gesprekspartners van Brupartners. De werkzaamheden in verband met de opstelling van het plan sluiten ook aan bij de voorbereiding van het Brussels Takes Care-Plan (geïntegreerd welzijns- en gezondheidsplan), waarin ook specifieke aandacht zal worden besteed aan alleenouderschap.

Dit eerste plan bestrijkt de periode 2021-2025. Het zal onderworpen worden aan een tussentijdse evaluatie, waarbij elke minister of staatssecretaris aan de sociale gesprekspartners en de verenigingen die aan de opstelling van het plan hebben meegewerkt, verslag zal moeten uitbrengen over de uitvoering van de acties van het plan. Er zal een eindevaluatie worden uitgevoerd door een externe dienstverlener die wordt aangewezen via een overheidsopdracht om ervoor te zorgen dat het evaluatieproces correct en neutraal verloopt.

 

“De sociale gesprekspartners van Brupartners zijn verheugd over het werk dat is verricht in het kader van de opstelling van dit plan, dat een goede samenvatting is van de actievoorstellen die zij in hun initiatiefadvies van 19 november 2020 hebben gedaan. De Brusselse sociale gesprekspartners zullen alle middelen die hen ter beschikking staan aanwenden om de doelstellingen van dit plan te ondersteunen. Ze zullen ook de wens van de regering steunen om de kwestie van de eenoudergezinnen op de agenda van de interministeriële conferentie vrouwenrechten te plaatsen. Er is namelijk een goede samenwerking tussen de verschillende beleidsniveaus nodig om doelstellingen van het plan te verwezenlijken », benadrukt Alexis Gérard, coördinator van de Go4Brussels 2030-strategie bij Brupartners.

Concreet betekent dit, aldus minister-president Rudi Vervoort, “dat we ervoor moeten zorgen dat gezinnen, en dus ook eenoudergezinnen, meer aandacht krijgen bij de vormgeving van de stad, van het uitwerken van strategieën voor de territoriale ontwikkeling tot de uitvoering en de monitoring van projecten en programma’s. Dat vereist specifieke vorming van de stedenbouwkundige instanties, maar bijvoorbeeld ook dat wat wij vandaag doen in de openbare ruimte en parken bijvoorbeeld, een sterkere inslag krijgt van elementen die belangrijk zijn voor ouderschap en gender.”

Voor Elke Van den Brandt, minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid: Het is belangrijk om mobiliteitskwesties en de invulling van de openbare ruimte te bekijken vanuit specifieke doelgroepen, zoals nu ook met de éénoudergezinnen. Niet iedereen heeft dezelfde noden en niet iedereen begeeft zich op dezelfde manier in de openbare ruimte. Daarom maken we de openbare ruimte toegankelijker en veiliger, met oog voor de genderaspecten en de noden van gezinnen. Concreet gaat het over voldoende verlichting, sanitaire voorzieningen, en voldoende speelinfrastructuur. We zorgen we ook voor een toegankelijker openbaar vervoer, met liften in elk metrostation en flexibele perronranden voor kinderwagens en rolstoelen, meer fietsparkings in de buurt van scholen en crèches, en zetten we in op het verbeteren van van de kwaliteit van onze voetpaden.”

Alain Maron, minister van Gezondheid en Sociale Zaken merkt het volgende op: « Het was belangrijk om het specifiek gewestelijk plan ter ondersteuning van eenoudergezinnen te kunnen koppelen aan het Brussels Takes Care-plan. Hierdoor kunnen specifieke acties voor dit publiek deel uitmaken van een meer algemene aanpak. De doelstelling is eenvoudig maar essentieel: de sociale problemen en gezondheidsproblemen waar de Brusselaars mee te kampen hebben, zo goed mogelijk aanpakken. Voor de gezondheid en het welzijn van kinderen en moeders is het ook van essentieel belang dat iedereen toegang heeft tot een gezonde omgeving, tot aangepaste groene ruimten en tot een gezonde en evenwichtige voeding. Er zal actief rekening worden gehouden met de specifieke situatie van eenoudergezinnen, met name bij de ontwikkeling van parken, maar ook bij de dynamiek van de energierenovatie van woningen en bij de ontwikkeling van het “Good Food”-project.”

Voor Bernard Clerfayt, Minister van Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en van de Plaatselijke Besturen: “Het gezinshoofd van eenoudergezinnen is in het overgrote deel van de gevallen een mama. Voor sommige moeders is het zeer moeilijk om toegang te krijgen tot een baan die hen in staat stelt hun gezin op een waardige manier te onderhouden.

Het is niet altijd makkelijk om een baan of opleiding te combineren met gezinsverplichtingen. Hoewel deze moeilijkheden zijn vastgesteld, missen we nog steeds relevante gegevens om efficiënte maatregelen te kunnen mobiliseren om moeders aan het werk te krijgen en aldus bij te dragen aan hun zelfredzaamheid en de ontwikkeling van hun kinderen.”

“Met concrete maatregelen zoals de invoering van het ‘Kids friendly’-label willen we zoveel mogelijk sport-, culturele en horeca-infrastructuren aanmoedigen om voorzieningen aan te bieden waarbij niet alleen ‘kinderen toegelaten’ zijn, maar waarbij ook ‘kinderen welkom’ zijn, die plaats bieden aan kinderen tijdens de sociale, culturele of sportactiviteiten van hun alleenstaande ouders. De toegang tot een behoorlijke woning tegen een redelijke huurprijs kan ook een probleem vormen voor alleenstaande ouders. Wij willen hen ondersteunen via de toekenning van hogere huisvestingstoelagen of via oplossingen van gegroepeerd wonen of collectieve huisvesting », aldus Nawal Ben Hamou, staatssecretaris voor Huisvesting en Gelijke Kansen.

Voor Barbara Trachte, Minister-presidente van de FGC bevoegd voor Gezondheidspromotie, Gezin en Gelijke Kansen: « Ik ben blij met de goedkeuring van dit transversale plan dat hulp zal bieden aan eenoudergezinnen in het algemeen en aan vrouwen met kinderen in het bijzonder. Zij leven in moeilijke sociaaleconomische situaties en geweldsituaties in het Brussels Gewest. Dit plan biedt een essentieel gecoördineerd antwoord op de noden van deze gezinnen.”

Hier vindt u het Brussels plan ter ondersteuning van eenoudergezinnen

De Brusselse Regering verlengt de opvang van transmigranten

hébergement transmigrants

De Brusselse Regering verlengt de opvang van transmigranten

persbericht

8 juli 2021

Op voorstel van Minister-President Rudi Vervoort heeft de Brusselse Regering beslist om de opvang van 120 transmigranten naar aanleiding van de coronacrisis te verlengen van 1 juli tot en met 30 september 2021.

Het onderbrengen van  mensen in hotels gebeurde in het licht van de gezondheidscrisis. Gezien de openbare gezondheid, maar ook de precaire situatie van deze mensen zonder huisvesting in uitzonderlijke tijden was het niet verantwoord om hen niet van opvang te voorzien. We bevinden ons nog steeds in een situatie van pandemie en daarom is het gerechtvaardigd dat het Gewest deze inspanning aanhoudt

In totaal wordt er vandaag in het Brussels Gewest onderdak geboden aan 447 transmigranten waarvan er 327  terecht kunnen in een speciaal voorziene locatie in Schaarbeek. Sinds de sluiting van het opvangcentrum voor transmigranten ‘La Porte D’Ulysse in Haren kan een groot deel van de transmigranten er sinds een jaar terecht. Voor de overige 120 transmigranten werd de opvang in hotels reeds gegarandeerd sinds maart 2020. Die maatregel wordt nu tot en met 30 september verlengd. In het hotel worden er ook drie maaltijden per dag verzorgt.

Diegenen die niet in het hotel, maar op andere locaties verblijven kunnen ook dagelijks voor voedselhulp terecht.

Voor de verlenging van de opvang in het hotel wordt er door de Brusselse regering een subsidie van 376.380 euro toegekend aan de vzw Burgerplatform voor Steun aan Vluchtelingen (Bxl Refugees). 

Minister-President Rudi Vervoort: “Het is niet meer dan gerechtvaardigd om mensen in een precaire situatie onder menswaardige omstandigheden op te vangen, zeker tijdens een pandemie die blijft aanhouden. Daarnaast wijs ik erop dat nog niet iedereen gevaccineerd is en dat geldt  ook voor de daklozenpopulatie. Om de verdere verspreiding van het virus tegen te gaan, blijft het nodig om deze regeling onder de reeds bestaande voorwaarden te behouden.” 

De Brusselse regering geeft haar goedkeuring om een loket voor tijdelijke gebruiksbestemmingen op te richten

occupations temporaires

De Brusselse regering geeft haar goedkeuring om een loket voor tijdelijke gebruiksbestemmingen op te richten

persbericht

8 juli 2021

Op voorstel van minister-president Rudi Vervoort en staatssecretaris Barbara Trachte heeft de Brusselse regering vandaag groen licht gegeven om een loket voor tijdelijke gebruiksbestemmingen op te richten. Dat loket moet het gemakkelijker maken om plannen voor overgangsbeheer uit te werken en onbenutte sites tijdelijk te gebruiken voor allerlei activiteiten.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering verbond er zich in haar algemene beleidsverklaring voor de regeerperiode 2019-2024 toe om enkele nieuwe ruimtelijke ordeningsopdrachten uit te voeren. Een daarvan bestaat erin “het (reglementair en praktisch) gemakkelijker te maken om plannen voor overgangsbeheer uit te werken en tijdelijke gebruiksbestemmingen te regelen door een loket “tijdelijke gebruiksbestemmingen” op te richten om vlotter informatie te verstrekken en de verantwoordelijken van tijdelijke gebruiksprojecten op weg te helpen”.

De Brusselse regering heeft nu dus beslist om een nieuwe structuur op te richten, die informatie vlotter toegankelijk moet maken voor projectverantwoordelijken, gaande van eigenaars van een goed tot initiatiefnemers die op zoek zijn naar een plaats om een tijdelijke activiteit te vestigen. Het loket zal zich zowel tot de overheidssector als tot particuliere eigenaars of projectontwikkelaars richten.

Op de website https://tijdelijkgebruik.brussels/ kunnen de Brusselaars vandaag al terecht voor informatie over de praktische aspecten van en de regelgeving omtrent tijdelijk gebruik. Die informatie is weergegeven in de vorm van vragen en antwoorden. Deze website zal in de komende maanden worden aangepast om een nog vollediger digitaal overzicht te kunnen bieden, met alle gegevens en tools die de mensen nodig hebben om hun project tot een goed einde te brengen. Burgers vinden er onder meer standaarddocumenten, een vademecum over de reglementaire procedures en de laatste weetjes over dit onderwerp.

Het loket zal het ook mogelijk maken om een netwerk uit te bouwen waarin vraag en aanbod samenkomen. Ook is er de mogelijkheid om contact op te nemen met een facilitator voor geïndividualiseerde technische begeleiding. Het is de bedoeling om deze operationele eenheid van het loket te laten uitgroeien tot de instantie die tijdelijke gebruiksprojecten in het Brussels Gewest vergemakkelijkt.

In het kader van deze faciliterende rol zal het loket voor tijdelijke gebruiksbestemmingen ook tot taak hebben om in overleg met alle betrokken overheidsactoren en verenigingen onderzoek te verrichten en regelgevende, juridische, technische en andere werkzaamheden uit te voeren.

Ten slotte zal het loket projectoproepen kunnen uitschrijven en gericht optreden om bepaalde tijdelijke overgangsprojecten te stimuleren. De manier waarop dat zal gebeuren, zal later worden bepaald.

Het Brussels Gewest wil op deze manier allerlei vormen van gebruiksprojecten, gaande van culturele en artistieke projecten tot projecten met een sociaal oogmerk of projecten ter bevordering van de economische transitie, mogelijk maken. Tegelijk moet dit loket het echter ook gemakkelijker maken om tijdelijke gebruiksprojecten voor kwetsbare groepen te beheren en te begeleiden.

Het Gewest zet zich via de gewestelijke regie, maar ook via de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting en Citydev al jarenlang in om sites waarvan het eigenaar is, tijdelijk te laten gebruiken. Projecten zoals See You en Studio Citygate zijn inmiddels een begrip geworden. Zij tonen de mogelijkheden die het tijdelijke gebruik van een leegstaande site in afwachting van de definitieve ontwikkeling ervan biedt. Daarnaast maken zij ook duidelijk wat voor een geweldige buurtdynamiek daardoor op gang komt. Met dit één-loketsysteem voor de Brusselaars willen wij dergelijke initiatieven, waar dat aangewezen is, ondersteunen. Tegelijk streven we ernaar om langs die weg de vastgoedleegstand te bestrijden en het potentieel van ongebruikte ruimten maximaal te benutten. We willen het gemakkelijker maken om op die locaties uiteenlopende activiteiten, en dan vooral sociaal geïnspireerde projecten, onder te brengen”, aldus Brussels minister-president Rudi Vervoort.

Staatssecretaris voor Economische Transitie Barbara Trachte: “De lopende projecten van tijdelijke bezettingen zijn uiterst positief. Dankzij dit nieuwe loket willen we de toegang tot deze publieke middelen, deze “commons”, vergemakkelijken en nieuwe actoren aanmoedigen om zeer concrete projecten voor de Brusselaars te ontwikkelen. Op economisch vlak, en met name wat de economische transitie betreft, is het ook een gelegenheid om innoverende ondernemingsprojecten uit te testen, om zo nieuwe producten of nieuwe bedrijfsmodellen in de kijker te zetten. Ik vind het geweldig om te zien dat onverwachte locaties opnieuw worden toegeëigend.”

965.000 € om sociaal gerichte initiatieven voor tijdelijke bezetting te ondersteunen door leegstaande gebouwen te mobiliseren

bruxelles en vacances

965.000 € om sociaal gerichte initiatieven voor tijdelijke bezetting te ondersteunen door leegstaande gebouwen te mobiliseren

persbericht

8 juli 2021

Op voorstel van de minister-president van het Brussels Gewest, Rudi Vervoort, van de minister voor Gezondheid en Welzijn, Alain Maron, van Nawal Ben Hamou, staatssecretaris belast met huisvesting en Elke Van den Brandt, voorzitter van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), hebben de Brusselse regering en het Verenigd College van de GGC op donderdag 8 juli beslist om in 2021 een budget vrij te maken van 965.000 € om sociaal gerichte initiatieven voor tijdelijke bezetting van leegstaande gebouwen te ondersteunen. 500 personen zullen van deze beslissing kunnen genieten en zullen een menswaardige en veilige woning kunnen vinden.

De tijdelijke bezettingen van leegstaande panden breiden zich de laatste jaren in het Brussels Gewest uit, met name als gevolg van het tekort aan betaalbare woningen, de migratiecrisis en de voorbije maanden ook de COVID-19 gezondheidscrisis. Deze bezettingen passen in het kader van een context van armoede en kwetsbaarheid waar, gelet op de omstandigheden waarin deze bezettingen plaatsvinden, gezondheids- en zelfs veiligheidsproblemen bovenop komen.  

Sinds het begin van de gezondheidscrisis is er een toename van deze bezettingen, die te wijten is aan de beperkingen die het gevolg zijn van de lockdown en het inkomensverlies dat veel mensen ondervinden. Het gaat daarbij in het bijzonder om mensen zonder verblijfsvergunning.

Om de risico’s op het vlak van gezondheid en welzijn te beperken en de veiligheid van de bewoners te garanderen, heeft de Brusselse regering in 2021 een budget van 965.000 € vrijgemaakt om sociaal gerichte initiatieven voor tijdelijke bezetting van leegstaande gebouwen te ondersteunen. 

Deze gezamenlijke beslissing sluit aan bij het meerderheidsakkoord van de Brusselse regering waarin bepaald is om “initiatieven voor tijdelijke bezetting te bevorderen en tegelijk te voorzien in het voortbestaan van het sociaal woningenbestand op lange termijn” en om “het (reglementair en praktisch) gemakkelijker te maken om plannen voor overgangsbeheer uit te werken en tijdelijke gebruiksbestemmingen te regelen door een loket “tijdelijke gebruiksbestemmingen” op te richten om vlotter informatie te verstrekken en alle dragers van tijdelijke bezettingsprojecten op weg te helpen.”

Concreet betekent dit dat er zopas een budget van 965.000 € voor 2021 werd vrijgemaakt. De doelstelling van deze beslissing behelst de ondersteuning van initiatieven van tijdelijke bezetting. Deze initiatieven moeten bepaalde richtlijnen naleven:

  1. Ze hebben betrekking op kwetsbare personen, voornamelijk op het gebied van hun administratieve situatie, minderjarigen en gezinnen met minderjarige kinderen inbegrepen;
  2. De bezetting moet het voorwerp uitmaken van een akkoord van de eigenaar van het betrokken gebouw en moet geregeld worden door middel van een tijdelijke (kosteloze) bezettingsovereenkomst;
  3. Bij de ondersteunde projecten, zal de voorrang uitgaan naar projecten van een redelijke omvang (bij voorkeur tot 100 personen) om het interne beheer van de bezetting door de verenigingen die de projecten coördineren te vergemakkelijken en door de harmonieuze integratie van de projecten in hun omgeving. 

De financiële tegemoetkoming van de Brusselse regering en de GGC dekt de energie- en verzekeringskosten, en in voorkomend geval, de kosten die verband houden met de aanpassingswerken om conform de aanbevelingen van de DBDMH, de veiligheid van de bewoners te garanderen. Bovendien is er een versterking voorzien van de OCMW’s van de gemeenten op wiens grondgebied projecten worden ontwikkeld om de toegang tot de rechten en de steunmaatregelen van de opgevangen personen te vergemakkelijken.

Het nastreven van deze doelstelling is aanvullend op de versterking van de opvangfaciliteiten van kwetsbare personen (daklozen en zogenaamde ‘transitmigranten’). 

Gelijktijdig met dit mechanisme, heeft de regering beslist om een  loket tijdelijke gebruiksbestemmingen op te richten. De ondersteunde projecten (7 projecten tot op heden) kunnen voor methodologische en technische steun terecht bij Citydev, de BFUH en de betrokken gemeenten .

Rudi Vervoort, Brussels minister-president: “Het Gewest heeft zijn verantwoordelijkheid opgenomen om een antwoord te bieden aan de uitdaging van de noodopvang en aan te sluiten op de mobilisatiedynamiek van onbewoonde gebouwen voor maatschappelijke doeleinden. Het betreft gerichte middelen, waardoor de dringende noodzaak om de zoektocht naar structurele en langdurige oplossingen voor te zetten, niet uit het oog verloren mag worden.

Voor Alain Maron, minister voor Gezondheid en Sociale Zaken van de Brusselse regering: “Deze beslissing dient ter versterking van alle instrumenten die de Brusselse regering heeft ingevoerd met het oog op de voortzetting van de opvang van kwetsbare doelgroepen, ter aanvulling van de prioritaire doelstelling van duurzame herhuisvesting van zoveel mogelijk daklozen. Samen met Rudi Vervoort, Nawal Ben Hamou en Elke Van den Brandt, streven wij een dubbele doelstelling na: menswaardige opvangmogelijkheden aanbieden en strijden tegen  de leegstaande gebouwen die in Brussel meer dan 6 miljoen m² vertegenwoordigen[1]. Deze beslissing geeft vaste vorm aan de band tussen het sociale beleid en de huisvesting.”

Voor de staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou: “Om het hoofd te bieden aan de woningcrisis, is het van wezenlijk belang om de tijdelijke bezettingen in te schakelen omdat ze als woningen kunnen ingericht worden. Deze korte of middellange termijnoplossingen kunnen voorkomen dat de begunstigde personen op straat belanden. Gebouwen leeg laten staan is dus geen optie. Wij rekenen op de publieke en private bereidheid om de strijd aan te binden tegen deze extreme en onaanvaardbare kwetsbaarheid in de hoofdstad van Europa.


[1] Volgens de vzw Communa ligt er in Brussel meer dan 6 miljoen vierkante meter leeg, wat overeenkomst met de grondoppervlakte van de gemeente Elsene.

De Brusselse regering keurt het ontwerp van ordonnantie betreffende Brupartners met het oog op de versterking van het sociale overleg in Brussel goed

bruxelles en vacances

De Brusselse regering keurt het ontwerp van ordonnantie betreffende Brupartners met het oog op de versterking van het sociale overleg in Brussel goed

persbericht

7 juli 2021

Op voorstel van minister-president Rudi Vervoort en van Barbara Trachte, staatssecretaris bevoegd voor Economische Transitie, heeft de Brusselse regering, in tweede en laatste lezing, het ontwerp van ordonnantie betreffende Brupartners goedgekeurd.

Dit ontwerp van ordonnantie maakt het mogelijk om dit organisme, na meer dan 25 jaar bestaan en na 15 jaar werking, te voorzien van een organieke tekst, in samenhang met zijn context van 2021. Het maakt het voorts mogelijk om twee belangrijke elementen van de algemene beleidsverklaring te integreren.

Enerzijds verankert het ontwerp het beginsel van de gedeelde prioriteiten in een ordonnantie. Terwijl de aanhangigmaking (verzoek om advies) voorheen pas na de goedkeuring in eerste lezing geschiedde, organiseert de nieuwe werkwijze een raadpleging van Brupartners, voorafgaand aan de goedkeuring in eerste lezing van een wetgevende tekst, een regelgevende tekst of een programmatisch instrument (strategisch plan, actieplan, stappenplan, strategische nota, enz.). Deze specifieke procedure is van toepassing op bepaalde, voor het gewest, erg belangrijke dossiers of projecten, die voorafgaandelijk en in onderlinge overeenstemming tijdens de sociale toppen door de regering en de vertegenwoordigers van Brupartners worden geïdentificeerd en ook wel ‘gedeelde prioriteiten’ worden genoemd. Deze specifieke procedure maakt het mogelijk om in een zo vroeg mogelijk stadium rekening te houden met de commentaren van de sociale gesprekspartners en daadwerkelijk samen te bouwen aan het beleid van het gewest.

Anderzijds verankert dit project de mogelijkheid voor het secretariaat van Brupartners in een ordonnantie om de verschillende adviesorganen van het Brusselse gewest te coördineren. Het betreft een belangrijke fase die het mogelijk zal maken om de werking van de adviesorganen te professionaliseren en te rationaliseren.

Tot slot bekrachtigt de tekst de mogelijkheid voor Brupartners om, op initiatief of op vraag van een lid van de regering, adviezen uit te brengen over gemeenschapsmateries, meer bepaald materies die onder de bevoegdheid vallen van de Brusselse gemeenschapscommissies.

Dit ontwerp van ordonnantie is het resultaat van een gezamenlijk project en werd door de raad van bestuur van Brupartners goedgekeurd. Het draagt bij tot een verdere valorisatie van de historische band tussen de Brusselse regering en de sociale gesprekspartners.


De tekst zal na de opening van het parlementaire jaar aan het Brusselse parlement worden voorgelegd.

Rudi Vervoort, minister-president: “Sinds mijn benoeming tot minister-president in 2013, heb ik ernaar gestreefd dat de Brusselse sociale dialoog een van de fundamentele instrumenten zou vormen van de regering op het vlak van het Brusselse economische en sociale beleid. Geleidelijk aan heeft de regering diverse beleidswerven tot een goed einde gebracht, gaande van het uitgebreide Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité, de organisatie van sociale toppen en de ontwikkeling van een originele overlegmethode in 2015 tot het afsluiten van de eerste sectorale raamovereenkomsten in 2018. Vandaag biedt de nieuwe ordonnantie een stevige basis voor al deze Brusselse overleginstrumenten en dit met steeds dezelfde essentiële doelstelling: ervoor zorgen dat het beleid aangepast is aan de werkelijkheid, de belangen van de inwoners en het Brusselse socio-economische weefsel.”

Barbara Trachte, staatssecretaris bevoegd voor Economische Transitie: “Dit ontwerp van ordonnantie is het resultaat van een gezamenlijk project dat wij samen met Brupartners tot een goed einde hebben gebracht. De veelvuldige ontmoetingen met de sociale gesprekspartners tijdens de hele crisis tonen aan dat het overlegmodel werkt en dat dit ontwerp van ordonnantie deze trend nog verstrekt. Vooral de logica van de gedeelde prioriteiten vergemakkelijkt het samen met de sociale gesprekspartners nemen van beslissingen met een belangrijke socio-economische impact voor het gewest en maakt het in deze pandemische tijden mogelijk te bouwen aan een gedeelde visie op de economische herontwikkeling van ons gewest.”

Paul Palsterman, voorzitter van Brupartners en Gewestelijk secretaris van het ACV: “In het licht van de sociale, economische en stedelijke beleidsvraagstukken die ons te wachten staan, in een moeilijke budgettaire context en een onzekere institutionele toekomst, zijn wij verheugd op deze ordonnantie, die het Brussels Gewest nog steviger verankert in een dynamiek van overleg tussen de sociale partners onderling, en tussen deze laatsten en de regering. De moeilijke periode die wij zojuist achter de rug hebben, heeft ons reeds in staat gesteld de procedures die tijdens de vorige zittingsperiode zijn ontwikkeld, verder uit te werken, bijvoorbeeld wanneer het erom gaat de stem van de bedrijfstakoverkoepelende sociale partners te koppelen aan de inachtneming van de sectorale dimensies. De opgedane ervaring zal waardevol zijn voor de toekomst.”

Jan de Brabanter, vice-voorzitter van Brupartners en secretaris-generaal BECI : “Gedurende de ganse période van de Covid-crisis hebben de Brusselse sociale partners bewezen om snel en efficiënt te kunnen overleggen : onder sociale partners maar eveneens met de Regering over de stringente en dringende maatregelen die noodzakelijk waren om de ondernemingen en de burgers te helpen en te beschermen voor erger. De nieuwe ordonnantie voor Brupartners en meer bepaald het inschrijven van de procedure van “gedeelde werven” voor prioritaire dossiers voorzien in het Regeerakkoord is een officiële erkenning van het belang en de efficiëntie van een goed sociaal overleg tussen Werkgevers, werknemers en de Regering.”