Het Brussels Gewest steunt scholen bij het verbeteren van hun speelplaatsen: meet ruimte voor groen, spel en ontdekking

cour récréation

Het Brussels Gewest steunt scholen bij het verbeteren van hun speelplaatsen: meet ruimte voor groen, spel en ontdekking

persbericht

29 juni 2021

In het kader van de gewestelijke beleidsverklaring en de GO4Brussels 2030-strategie heeft de Brusselse regering op initiatief van minister-president Rudi Vervoort, de Dienst Scholen van perspectief.brussels en Leefmilieu Brussel de opdracht gegeven om te werken aan de verbetering van de speelplaatsen in het Brussels Gewest.

De speelplaats is een plaats om te spelen, te leren, te ontdekken, elkaar te ontmoeten, zich uit te drukken, stoom af te blazen en op te laden, en maakt dus integraal deel uit van het schoolleven. Daarnaast is het vaak de ontvangstruimte van de school. De kwaliteit van de speelplaats heeft dan ook een onmiskenbare invloed op het welzijn van de leerlingen.

In dat kader hebben de Dienst Scholen van perspective.brussels en Leefmilieu Brussels een praktische gids ontwikkeld om de  speelplaatsen te optimaliseren.

Deze gids wil drie doelstellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verwezenlijken:

  1. Een verbetering van het welzijn van de kinderen en van het pedagogisch en omkaderingsteam;
  2. De verwezenlijking van de mileudoelstellingen van het Brussels Gewest als de speeltijd kan worden omgevormd tot een bioklimatologische ruimte;
  3. De verbetering van de interacties tussen de schoolinfrastructuur en de stedelijke ruimten door meer en betere collectieve voorzieningen toegankelijk te maken voor de Brusselse bevolking.

“In een steeds dichter wordende stedelijke context brengt de ontwikkeling van speelplaatsen veel voordelen en mogelijkheden met zich mee voor zowel scholen als buurtbewoners. Deze gids zet aan tot nadenken over de diversifiëring van de gebruiksmogelijkheden van de speelplaats voor de school, de buurt en het Brusselse Gewest en kan als inspiratie dienen voor scholen die begroeide recreatieruimten willen aanleggen die beter gedeeld worden en aangenamer zijn om in te leven, zowel tijdens als buiten de schooluren, ten voordele van zoveel mogelijk mensen. “zegt minister-president Rudi Vervoort van Brussel.

Alain Maron, Brussels minister voor Klimaattransitie en Leefmilieu, is verheugd over de publicatie van deze gids, die tal van tips en instrumenten aanreikt voor scholen die hun speelplaatsen groener, gezelliger en inclusiever willen maken. “Een andere kijk op speelplaatsen met planten betekent Brussel veerkrachtiger maken tegen de opwarming van de aarde, maar het is vooral een kans om het gebruik ervan opnieuw te bekijken, zodat iedereen er zijn plaats kan vinden en volledig kan herbronnen. Deze gids is een aanvulling op de projectoproep ‘Re-creatie’ van Leefmilieu Brussel voor scholen die dit avontuur willen aangaan om opnieuw contact te leggen met de natuur.”

De oproep “Re-creatie” waarvan het doel is om groene recreatiegebieden te creëren die beter zijn aangelegd en daardoor aangenamer zijn om te gebruiken tijdens en buiten de schooluren, richt zich tot scholen van tot de officieel erkende onderwijsnetten die gelegen zijn in gebieden met een tekort aan groene ruimtenprioritaire groene zone van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling en/of in gebieden die bijdragen aan de stedelijke hitte-eilanden.

Het interesseformulier moet vóór 15 juli 2021 middernacht worden opgestuurd naar het volgende e-mailadres: school@leefmilieu.brussels.

In juli-augustus 2022 zal de definitieve selectie van de projecten plaatsvinden en tussen eind 2023 en medio 2024 worden de eerste resultaten van de speelplaatsen verwacht.

De praktische gids is op dinsdag 29 juni naar alle scholen in het Brussels Gewest gestuurd en is beschikbaar op de websitehttps://beecole.brussels/nl/be-school/onze-publicaties

Brussel keurt regelgeving en roadmap goed voor de dieseluitstap in 2030 en de benzine/LPG-uitstap in 2035

LEZ

Brussel keurt regelgeving en roadmap goed voor de dieseluitstap in 2030 en de benzine/LPG-uitstap in 2035

persbericht

25 juni 2021

Zoals bepaald in het Energie- en Klimaatplan en de gewestelijke beleidsverklaring, bereikt de Brusselse lage-emissiezone op donderdag 24 juni een nieuwe mijlpaal. De Brusselse regering heeft zopas in eerste lezing haar goedkeuring gehecht aan een besluit dat de bakens voor de toekomst uitzet, met name de dieseluitstap in 2030 en de benzine/LPG-uitstap in 2035. Een belangrijke beslissing om de gezondheid van de Brusselaars te beschermen en de gewestelijke klimaatdoelstellingen te behalen.

De gezondheid van de Brusselaars beschermen

Sinds haar invoering in 2018, speelt de lage-emissiezone (LEZ) in Brussel een cruciale rol in de vermindering van de luchtverontreiniging en bijgevolg in de verbetering van de gezondheid van de Brusselaars. Volgens recente analyses heeft zij bijgedragen tot een vermindering van de uitstoot van stikstofdioxide en fijnstof, afkomstig van het vervoer, met respectievelijk 11% en 11,5% in het Brussels Gewest.

Ondanks deze verbeteringen woont een meerderheid van de Brusselaars helaas nog steeds in buurten waar de luchtverontreiniging boven de door de WGO aanbevolen gezondheidslimieten ligt. Deze verontreiniging is hoofdzakelijk te wijten aan het wegvervoer. Om de gezondheid van de burgers beter te beschermen, heeft de Brusselse regering daarom de dieseluitstap in 2030 en de benzine/LPG-uitstap in 2035 bevestigd, en heeft zij de nieuwe fasen van de lage-emissiezone gespecificeerd.

Deze beslissing sluit aan bij de doelstelling die talrijke grotere Europese steden zoals Amsterdam, Parijs, Londen of Oslo onderschrijven om de uitfasering van voertuigen met een verbrandingsmotor geleidelijk aan te bewerkstelligen en zo de gezondheid van hun inwoners te beschermen[1]. Zij heeft ook tot doel het Gewest in staat te stellen zijn klimaatdoelstellingen te behalen en bij te dragen aan het bereiken van de Europese doelstelling van koolstofneutraliteit tegen 2050.

Nieuwe mijlpalen met een roadmap om de transitie rechtvaardig te maken

Om ervoor te zorgen dat deze ambitieuze transitie voor bedrijven en huishoudens geleidelijk en rechtvaardig verloopt, heeft de regering ook een roadmap goedgekeurd, genaamd ‘Low Emission Mobility Brussels’. Die bevat tal van begeleidende maatregelen, gericht op specifieke Brusselse actoren, zoals personen met beperkte mobiliteit, kleine ondernemingen of autodelen. Financiële steun, informatie en bewustmaking, uitrol van laadpalen voor elektrische voertuigen: in de komende jaren zullen tal van maatregelen worden genomen om de transitie te vergemakkelijken. Over die maatregelen zal uitvoerig overleg worden gepleegd met de betrokken actoren. 

Gelijktijdig met de goedkeuring van het LEZ-tijdschema, heeft de regering ook besloten om:

  • De LEZ-premie voor Brusselse kmo’s te versterken en aan te passen, om ze toegankelijker te maken en om de aankoopprijs van een elektrisch en een thermisch bedrijfsvoertuig gelijkwaardig te maken. De premie zal ook aangewend kunnen worden voor het leasen van voertuigen.
  • Mobiele controleteams in te voeren vanaf 2022, die erop zullen toezien dat buitenlandse voertuigen die in Brussel rijden, voldoen aan de criteria van de lage-emissiezone.
  • Een ‘verkeersarmoedemanager’ binnen de Brusselse administratie aan te stellen, om de steunmaatregelen voor de meest kwetsbare doelgroepen te versterken en meer aandacht aan hen te besteden, en de overwegingen systematisch op te nemen in het Brusselse beleid.

Die maatregelen komen bovenop een reeks belangrijke beslissingen die het Brussels Gewest onlangs heeft genomen om een minder vervuilende mobiliteit aan te moedigen, zoals:

  • De beslissing om de komende jaren ongekende budgetten vrij te maken voor mobiliteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waaronder bijna een miljard euro voor het openbaar vervoer (bus, tram en metro) in 2021 om het aanbod en de toegankelijkheid ervan te verbeteren.
  • De verregaande hervorming van de aan particulieren toegekende Brussel’Air-premie, waarvan het budget is verviervoudigd, die werd aangepast aan de inkomens van de huishoudens en die binnenkort tal van nieuwe mobiliteitsalternatieven zal integreren.
  • De goedkeuring en uitvoering van een gewestelijke strategische visie voor de uitrol van laadpalen voor elektrische voertuigen, waarbij ernaar wordt gestreefd om tegen 2035 22.000 publiek toegankelijke laadpunten te realiseren.

Alain MARON (minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Klimaattransitie, Leefmilieu en Energie): “In Brussel heeft de lage-emissiezone de luchtkwaliteit al verbeterd. De regering geeft vandaag een nieuw en duidelijk signaal: ze wil verder gaan om de gezondheid van haar inwoners te beschermen, minder vervuilende mobiliteit aan te moedigen en de Europese klimaatambities waar te maken. Deze beslissing zal in het bijzonder ten goede komen aan onze kinderen en ouderen, alsook aan de meest kwetsbare groepen, die in hoge mate worden blootgesteld aan de schadelijke gevolgen van de verontreiniging. Door een duidelijke roadmap op te stellen, zorgen we er ook voor dat niemand aan de zijlijn blijft staan bij deze transitie.”

Elke Van den Brandt (minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit): “Brussel investeert massaal in alternatieven voor de privéwagen. Eerst en vooral in het openbaar vervoer: in 2020 alleen al werd 1 miljard euro geïnvesteerd in de MIVB om de Brusselaars een toegankelijker, fijnmaziger, frequenter bediend en comfortabeler netwerk aan te bieden. Wat verplaatsingen te voet en per fiets betreft wordt ingezet op fietspaden, routes voor voetgangers,en een autoluwe stad om de actieve verplaatsingswijzen veilig en aangenaam te maken. Ook de pendelaars worden niet vergeten: voor hen hebben we de tariefintegratie afgerond, die toelaat om met één ticket alle aanbieders van openbaar vervoer in de hoofdstad te kunnen gebruiken. Ook investeren we in nieuwe Park+Rides om pendelaars mee te laten genieten van een meer leefbaar, vlot en gezond Brussel.”

Sven Gatz (minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Begroting): “Zoals in het regeerakkoord overeengekomen, hebben we een kalender goedgekeurd om via de LEZ-zone een geleidelijke overgang mogelijk te maken naar minder vervuilende voertuigen in Brussel. Dit is nodig om de luchtkwaliteit in het Gewest te verbeteren, de gezondheid van de inwoners te verbeteren en onze klimaatdoelstellingen te behalen. Deze beslissing gaat gepaard met ingrijpende begeleidingsmaatregelen, zoals investeringen van meer dan één miljard euro in het openbaar vervoer.”

Barbara Trachte (staatssecretaris voor Economische Transitie): “We moeten ook de economische kansen van de koolstofarme transitie grijpen en er tegelijk voor zorgen dat de transitie naar een minder vervuilende mobiliteit geleidelijk en eerlijk verloopt. Met de regering werken we aan de herziening van de LEZ-premie om bedrijven beter te begeleiden.”

Dr. Maria Neira (directrice van het departement Leefmilieu, Klimaatverandering en Gezondheid van de WGO): “Een goed gepland vervoerssysteem biedt enorme en onmiddellijke voordelen voor de gezondheid, duurzaamheid en klimaatactie – een win-win-winsituatie! De geleidelijke afschaffing van voertuigen met een verbrandingsmotor is een belangrijke stap in de goede richting, en moet gepaard gaan met acties om de verplaatsingen te doen verschuiven naar lopen, fietsen en schoner openbaar vervoer en vrachtvervoer, en met maatregelen om de afhankelijkheid van gemotoriseerde vervoerswijzen te verminderen door middel van een geïntegreerd beheer van het vervoer en de ruimte. De gezondheidsgemeenschap is bereid de integratie van gezondheid in de planning en het beheer van vervoerssystemen van de 21e eeuw te ondersteunen.”

Karen Vancluysen, secretaris-generaal van het stedennetwerk POLIS: “Nu we langzamerhand uit de COVID-19-crisis komen, mogen we niet vergeten dat een andere gezondheidscrisis onze steden heeft bedreigd en dat nog steeds doet. Luchtverontreiniging mag dan minder tastbaar zijn, ze is niet minder ernstig wat de gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van de burgers betreft. Met deze beslissing sluit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich aan bij een groep ambitieuze en toekomstgerichte Europese steden die de negatieve en dramatische gevolgen van luchtverontreiniging niet langer als nevenschade aanvaarden.”

 

***

Wat is de Brusselse Low Emission Zone (LEZ) precies?

‘Low Emission Zone’ (LEZ) betekent ‘lage-emissiezone’ in het Nederlands. Deze term wordt gebruikt om een zone aan te duiden die tot doel heeft het verkeer van de meest vervuilende voertuigen geleidelijk te beperken. Deze maatregel wordt in tal van Belgische (Antwerpen, Gent) en Europese steden genomen om de luchtkwaliteit en dus de volksgezondheid te verbeteren. In Brussel geldt dit voor Belgische en buitenlandse auto’s, bestelwagens (-3,5 ton), (mini)bussen en autocars naargelang hun Euronorm.

Meer informatie over de werking van de zone is te vinden op https://lez.brussels/mytax/.

Wat is de inhoud van dit nieuwe tijdschema?

In het kader van het tijdschema 2025-2035, zal het toepassingsgebied van de lage-emissiezone uitgebreid worden en alle gemotoriseerde voertuigen bestrijken: auto’s, (mini)bussen/autocars en bestelwagens, maar ook tweewielers en vrachtwagens (+3,5t). Op basis van de studies en de raadpleging, en om rekening te houden met de aanwezigheid of de opkomst van alternatieven op de markt, is een gedifferentieerd tijdschema voor deze verschillende voertuigen vastgesteld. Dat schema zal dus niet voor alle voertuigen op dezelfde manier gelden.

Wat is de inhoud van de roadmap ‘Low Emission Mobility Brussels’?

Het geleidelijk koolstofarm maken van het Brusselse wagenpark moet op een rechtvaardige manier en met medewerking van alle betrokken actoren worden uitgevoerd. Na een inspraakproces dat sinds 2018 loopt en tal van studies en analyses die in dit kader zijn uitgevoerd, is een roadmap opgesteld om dat doel te bereiken. In deze roadmap, ‘Low Emission Mobility Brussels’ genaamd, worden de specifieke actoren en wagenparken geïdentificeerd waarop de LEZ betrekking heeft (kwetsbare personen/PBM, kleine en middelgrote ondernemingen, taxi’s, autodelen, bedrijfsvoertuigen, openbare wagenparken, enz.) en wordt een strategie uitgestippeld om hen bij deze ambitieuze transitie te begeleiden. Daarom is voor deze groepen een reeks begeleidende maatregelen voorzien die in de komende jaren zullen worden uitgevoerd.

Over deze roadmap zal in de loop van 2021 grondig overleg worden gepleegd om ze in nauwe samenwerking met de betrokken actoren (vertegenwoordigers van de betrokken economische sectoren en specifieke doelgroepen, gemeenten, maatschappelijk middenveld, andere Belgische beleidsorganen) uit te werken en in praktijk te brengen.

Het document dat de regering donderdag in eerste lezing heeft goedgekeurd, zal online beschikbaar zijn.

Enkele bronnen om nog verder te gaan:

  • In de studies die tot de vaststelling van deze nieuwe mijlpalen hebben geleid, wordt gewezen op de aanzienlijke gezondheids- en klimaatvoordelen die zij zullen opleveren. Zij moeten het bijvoorbeeld mogelijk maken om bij te dragen aan:
    • het vermijden van 100 tot 110 vroegtijdige sterfgevallen per jaar ten gevolge van de luchtverontreiniging in Brussel;
    • het vermijden van 100 tot 350 miljoen euro per jaar aan gezondheidsgerelateerde kosten;
    • het verminderen van de broeikasgasemissies van het vervoer met 65% tot 75% tegen 2030.
  • Het project Green and Quiet (VUB / KULeuven) heeft aangetoond dat de sociaal meest achtergestelde buurten in Brussel blootgesteld zijn aan veel hogere concentraties luchtverontreiniging dan de meer welgestelde buurten. Het zijn dus vooral de kansarme of kwetsbare personen (zoals ouderen en kinderen) die baat zullen hebben bij de verwachte aanzienlijke verbetering van de luchtvervuiling. Zij hebben trouwens vaak geen voertuig.
  • Een recente studie, gepubliceerd in The Lancet Planetary Health en uitgevoerd op bijna 1.000 steden, rangschikt Brussel als de achtste meest dodelijke stad ter wereld wat betreft NOx-concentraties.
  • In een recente studie van de CE Delft wordt de economische impact van de luchtvervuiling in Brussel geraamd op 1.395 euro per jaar.

 

[1] Zie met name https://theicct.org/publications/combustion-engine-car-phase-out-EU

Heyvaert: een wijk die de overgang maakt naar een harmonieus evenwicht tussen woongelegenheid, productieactiviteiten en hoogwaardige groene ruimten

Heyvaert

Heyvaert: een wijk die de overgang maakt naar een harmonieus evenwicht tussen woongelegenheid, productieactiviteiten en hoogwaardige groene ruimten - Goedkeuring van het RPA na tweede lezing

persbericht

24 juni 2021

Op 24 juni 2021 keurde de Brusselse regering het ontwerp voor de inrichting van de Heyvaertwijk (richtplan van aanleg – RPA) na een tweede lezing goed. Het stadsproject Heyvaert, dat onder leiding van perspective.brussels wordt uitgetekend, stelt een visie voor om de wijk om te vormen in overeenstemming met de milieu- en stadsdoelen die het Gewest heeft vastgelegd.  

Het reflectieproces rond dit stadsproject was tevens de gelegenheid om alle spelers op het terrein rond de tafel te brengen om een nieuwe toekomst voor de Heyvaertwijk te bepalen en een gedeelde visie te creëren.

De levenskwaliteit en woonruimte verbeteren

De Heyvaertwijk ligt aan de rand van het Brusselse stadscentrum. Zij wordt begrensd door de Kleine Ring. Het is van oudsher een plaats waar intensief gehandeld wordt in voertuigen, met daarnaast ook veel slachthuizen en beenhouwerijen.

Het hoofddoel van het stadsproject is om te zorgen voor een harmonieus evenwicht tussen de productieactiviteiten en de woonfunctie. Een functionele mix is namelijk een noodzakelijke voorwaarde om vorm te kunnen geven aan een duurzame en inclusieve stad. Zo stelt het project voor om in de wijk ruimte voor economische activiteiten te behouden, maar daarnaast ook (onder meer sociale) woningen te bouwen en nieuwe groene ruimten aan te leggen.

Voorts stuurt het project aan op voorzieningen van collectief belang, zoals het culturele project dat de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) ontwikkelt op de site aan de Manchesterstraat.

Naast het werk rond de programmering van de huizenblokken is het eveneens de bedoeling om met dit plan de kwaliteit en de kwantiteit van de openbare ruimte te versterken door het opmerkelijke karakter van de industriële gebouwen en de aanwezigheid van het kanaal tot hun recht te laten komen. Dat streven wordt concreet uitgewerkt met de inrichting van een netwerk van doorlaatbare openbare ruimten die steunen op de landschapskwaliteiten van de wijk. Het plan beoogt het potentieel van de wijk op het vlak van biodiversiteit te verhogen door middel van een park dat het park aan de Ninoofsepoort verbindt met de site van de Slachthuizen. Het is de bedoeling om op deze manier de ruimte evenwichtiger te laten delen door alle gebruikers.

De ambitie van het stadsproject voor Heyvaert bestaat erin te steunen op de geschiedenis en de sterke identiteit van de wijk om haar te laten evolueren tot een levendig, gemengd, duurzaam en inclusief gebied. Naast de voorstellen in verband met de bebouwing, de openbare ruimte en de stedelijke functies stelt het door de regering goedgekeurde RPA dan ook voor om de bouw van sociale woningen te bevorderen,” aldus minister-president Rudi Vervoort.

De aanleg van een nieuw park om de wijk een groene ademruimte te geven, het behoud van productieactiviteiten die beter in het stadsweefsel worden ingepast, en de bouw van woningen, waaronder ook sociale woningen, zijn hefbomen om deze wijk om te vormen,” benadrukt Antoine de Borman, directeur-generaal van perspective.brussels.

Een coherente en participatieve toekomststrategie

Het stadsproject Heyvaert maakt ook deel uit van een programma voor stadsherwaardering, meer bepaald het stadsvernieuwingscontract (SVC) “Heyvaert-Poincaré”. Het is essentieel dat de projecten van dat SVC dit stadsproject op basis van een gemeenschappelijke aanpak ondersteunen. Omdat het Gewest tegelijk met de naburige wijken (de wijk van de Slachthuizen, de Zuidwijk, de wijk rond het Weststation en de wijk aan de Ninoofsepoort) aan de slag gaat, zal de renovatie van de Heyvaertwijk worden afgestemd op deze aanpalende projecten, maar ook op de visie van het Kanaalplan en op het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO).

Volgende  stappen?
De goedkeuring van het RPA in tweede lezing is een tussenfase waarin het Gewest zijn intenties kenbaar maakt. Op basis daarvan kan de Raad van State zich nu over het document uitspreken. Daarna zal het ontwerp voor een derde en laatste lezing aan de regering worden voorgelegd.

Voorstel om de openbare en de groene ruimten rond het kanaal en de Heyvaertstraat herin te richten.
Copyright: perspective.brussels/CityTools/PlusOffice

De Brusselse regering wijzigt het ontwerp van RPA Mediapark ingrijpend na openbaar onderzoek, zonder af te stappen van het oorspronkelijke doel

mediapark21 copie

De Brusselse regering wijzigt het ontwerp van RPA Mediapark ingrijpend na openbaar onderzoek, zonder af te stappen van het oorspronkelijke doel: een ambitieuze, rechtvaardige en kwaliteitsvolle stedelijke ontwikkeling

persbericht

21 juni 2021

Op 17 juni 2021 keurde de Brusselse regering de wijzigingen goed die naar aanleiding van het openbaar onderzoek van 2019 en de adviezen van de geraadpleegde instanties en gemeenten aan het ontwerp van richtplan van aanleg Mediapark moeten worden aangebracht. De bijsturing van het plan steunt op twee grote principes: een groter gedeelte voorbehouden voor openbare ruimten en de bouwdichtheid verminderen – zowel qua hoogte als qua dichtheid. Eind dit jaar zal over het bijgewerkte ontwerp een nieuw openbaar onderzoek plaatsvinden.

In 2017 ondertekende het Brussels Gewest de akten om de terreinen van de VRT en de RTBF aan de Reyerslaan aan te kopen. Het stadsproject “mediapark.brussels”, dat door perspective.brussels in goede banen wordt geleid, is erop gericht de site van de openbare televisieomroepen om te vormen tot een gemengde wijk waarin media-activiteiten centraal staan. Er werd vertrokken vanuit de ambitie om deze stedelijke enclave open te trekken naar de stad en de wijk een nieuwe invulling te geven met een omvangrijk openbaar park, betaalbare woningen en buurtvoorzieningen en -winkels.

Op de eerste goedkeuring van het ontwerp van RPA Mediapark in het voorjaar van 2019 volgde een openbaar onderzoek. Dat leverde zo’n 400 reacties op, zowel van adviesorganen als van de gemeenten, omwonenden en verenigingen, zoals de Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL), Inter-Environnement Bruxelles en het buurtcomité Mediapark.

De Brusselse regering stelt de oorspronkelijke doelstellingen van het ontwerp na de participatiefase met het openbaar onderzoek niet in vraag, maar stelt wel een doortastende aanpassing voor.

Bijna 50% van de site wordt bestemd voor openbare ruimten en aanleg van een nieuw open stadspark

In het RPA dat na de eerste lezing aan een openbaar onderzoek werd onderworpen, was al 40% van de 20 hectare van de Reyerssite, ofwel 8 hectare, voorbehouden voor openbare ruimten. Als gevolg van de nieuwe regeringsbeslissing wordt het oorspronkelijke park van meer dan 8 ha met nog eens 1,5 ha vergroot door drie zuidoostelijk gelegen bouwzones op het plan te schrappen en het bestaande bosgebied meer te vrijwaren.

Toegankelijke woningen 

Naast de uitbreiding van de oppervlakte voor het stadspark verlaagde de regering haar oorspronkelijke streefdoel om ongeveer 2.000 woningen te bouwen tot ongeveer 1.600 (met 38% of iets meer dan 600 woningen met sociaal oogmerk) om de milieu-impact van het project te beperken. Daardoor vermindert de bouwdichtheid met 43.000 m² (door het schrappen van de bouwblokken I, J en K en het verlagen van bepaalde bouwhoogten). Door de maximale toegestane hoogte in bepaalde bouwzones op het plan te verlagen, kunnen de nieuwe gebouwen beter in de bestaande wijk worden geïntegreerd. De gebouwen aan de Kolonel Bourgstraat zullen de vierde gevel van het park vormen.

Uitbreiding van het stadspark, royaler en groener.
Synthetische axonometrie

Van theorie in de praktijk: hoe gaat de nieuwe wijk van het Weststation eruit zien? De regering keurt het RPA Weststation in tweede lezing goed

gare de louest

Van theorie in de praktijk: hoe gaat de nieuwe wijk van het Weststation eruit zien? De regering keurt het RPA Weststation in tweede lezing goed

persbericht

11 juni 2021

Na de burgers via een openbaar onderzoek te hebben geraadpleegd en het advies van de bevoegde instanties te hebben ingewonnen, keurde de Brusselse regering op voorstel van minister-president Rudi Vervoort op donderdag 3 juni het richtplan van aanleg voor het gebied rond het Weststation in Sint-Jans-Molenbeek (het RPA “Weststation”) in tweede lezing goed. Het Gewest verduidelijkt in deze fase wat zijn intenties zijn. Hierna komt er nog een derde en laatste lezing door de regering, waarbij rekening zal worden gehouden met het verwachte advies van de Raad van State over het ontwerp.  

De context

Het braakliggende terrein rond het Weststation, waarover de spoorweg loopt die de gemeente Sint-Jans-Molenbeek in twee deelt, is een omvangrijke site van 13 hectare en strekt zich uit over ongeveer een kilometer. Dit gebied van gewestelijk belang (GGB) vormt de verbinding tussen twee delen van Sint-Jans-Molenbeek: het dichtbebouwde oosten met oude gebouwen en het westen dat recenter ontwikkeld werd.

Dit voormalige goederenstation, dat uitzonderlijk goed bereikbaar is met het openbaar vervoer (metro, tram, bus en trein) en dat vandaag eigendom is van Infrabel, de NMBS en het Brussels Gewest, biedt een uniek ontwikkelingspotentieel. Het ontwerp van RPA, dat onder leiding van perspective.brussels door Taktyk (landschap) / Alive Architecture (beheer van de overgang) / 51N4E (architectuur) werd uitgewerkt, maakt deel uit van de ambitieuze territoriale strategie van het Gewest voor de herontwikkeling van deze site.

De site snel weer openstellen voor het publiek door tal van openbare actoren gecoördineerd te laten optreden

 

Naast het ontwerp van RPA maakt het Gewest gebruik van verschillende instrumenten voor stadsvernieuwing om de site beetje bij beetje invulling te geven. Het werkt daarvoor samen met de betrokken federale en gewestelijke instanties en met de gemeente Sint-Jans-Molenbeek (stadsvernieuwingscontract nr. 3, twee wijkcontracten). Zo ging naast het metrostation Weststation het project MolenWest van start, waarvoor de handen in elkaar werden geslagen met de buurtverenigingen. Daarnaast staan er ook nog enkele andere projecten voor de aanleg van openbare en groene ruimten op stapel.

Die projecten zijn mogelijk dankzij de afspraken die het Gewest met de twee eigenaars van de site, namelijk Infrabel en de NMBS, heeft gemaakt. Met Infrabel werden al enkele jaren geleden afspraken gemaakt en eind maart 2021 ondertekende citydev.brussels, de gewestelijke instelling die het stadsproject voor het Weststation namens het Gewest in goede banen leidt, ook een protocolakkoord of Memorandum of Understanding (MOU) met de NMBS. Dat akkoord effent het pad om te onderhandelen over de opzet van een vastgoedproject dat erop gericht moet zijn op een deel van de site een gemengd programma (met woningen, economische activiteiten, voorzieningen en handelszaken) uit te voeren. Het biedt het Gewest eveneens het noodzakelijke grondbeheer om het park van het Weststation, een belangrijk project dat kadert in stadsvernieuwingscontract nr. 3, te ontwikkelen.

De NMBS vindt het essentieel om constructief samen te werken met de plaatselijke en gewestelijke instanties, zodat gestalte kan worden gegeven aan stationsomgevingen met functies die de modal shift naar de trein bevorderen. Via haar toewijzingsbeleid van gronden, wil de NMBS het gebruik van de trein stimuleren, maar tegelijk ook de ontwikkeling, modernisering en opwaardering van stadscentra faciliteren.

Verder zal de samenwerking tussen de NMBS en citydev.brussels in lijn met de strategische aanbevelingen van het RPA al snel leiden tot de opstart van tijdelijke overgangsprojecten. De gemeente en Leefmilieu Brussel zullen daarbij als partners worden betrokken. Dat moet het mogelijk maken om de

site zo snel mogelijk nieuw leven in te blazen door hem toegankelijk te maken voor de bewoners.

Dit grote ontwikkelingsproject toont op een zeer concrete manier hoe tal van openbare actoren in dit gebied onder impuls van het RPA en de programma’s voor stadsvernieuwing zich inzetten en samenwerken. Ik ben ook zeer tevreden met het veelbelovende akkoord met onder meer de NMBS, dat het mogelijk moet maken om een belangrijke doelstelling te verwezenlijken, namelijk het grootstedelijke potentieel van dit uitzonderlijke mobiliteitsknooppunt dat het gebied rond het Weststation is, verzoenen met de dringende behoefte van de wijk en het Gewest aan voorzieningen, jobs, woningen en groene ruimten. Het RPA vat de uitdagingen voor de site treffend samen”, aldus minister-president Rudi Vervoort.

Het is voor de gemeente schitterend nieuws dat er in dit dossier vooruitgang wordt geboekt. Dit zal rechtstreekse en concrete gevolgen hebben voor het leven van de Molenbekenaren. De nieuwe geplande infrastructuur zal hun levenskwaliteit verbeteren. Het programma omvat bovendien een zeer groot percentage openbare woningen. Dat vind ik in de huidige wooncrisis die we doormaken, bijzonder belangrijk. Tot slot ben ik zeer blij dat het recreatief waterpark dat wij hadden voorgesteld, mee opgenomen is! Gezinnen zullen er terecht kunnen om zich te ontspannen en zich te verpozen. Ik ben dus een gelukkige burgemeester en ik wil onze minister-president, Rudi Vervoort, nogmaals bedanken voor dit resultaat”, aldus Catherine Moureaux, burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek.

Voor citydev.brussels kwam het er in de eerste plaats op aan om het partnerschap met de NMBS vorm te geven, zodat een concrete, snelle en daadwerkelijke ontwikkeling van dit gebied dat al veel te lang een stedelijke breuklijn vormt, mogelijk kan worden gemaakt. Op grond van dat partnerschap is met Leefmilieu Brussel al een eerste samenwerking aangegaan om het park te activeren”, laat Benjamin Cadranel, algemeen bestuurder van citydev.brussels, weten.

”NMBS is verheugd via haar dicht bij het Weststation gelegen gronden, bij te kunnen dragen aan het inbrengen van een nieuwe dynamiek in een zone met een hoog ontwikkelingspotentieel in het Brussels Gewest. Via haar toewijzingsbeleid van gronden wil NMBS uiteraard op de eerste plaats het gebruik van de trein stimuleren maar tegelijk neemt ze deel aan de ontwikkeling en aan het valoriseren van stedelijke centra, conform haar sociale doelstelling. De NMBS pleit er in haar visie om van stations levendige locaties te maken die in hun omgeving zijn verankerd, namelijk voor om stationsbuurten te verdichten en uit te rusten met een mix van functies, waardoor er een hele dag lang bedrijvigheid is en zij bruisen van het leven. De constructieve samenwerking met citydev.brussels moet het mogelijk maken om op korte termijn de eerste tijdelijke overgangsprojecten op te starten. Dat is een belangrijk signaal voor de wijk”, klinkt het uit de mond van Patrice Couchard, algemeen directeur Stations van de NMBS.

De ingebruikname van de Infrabel Academy, het nationale opleidingscentrum voor de spoorwegberoepen, begin 2021 is een ijkpunt in dit grote project om de site geleidelijk open te stellen voor de Brusselaars.

Ook Beliris draagt zijn steentje bij tot de convergerende samenwerkingsverbanden door onder meer enkele belangrijke mobiliteitsprojecten te financieren, zoals de nieuwe voetgangersbrug Beekkant die de bestaande voetgangersbrug, momenteel de enige manier om de site van oost naar west over te steken, moet vervangen en de “cyclostrade” langs spoorlijn L28, de geplande snelle fietsverbinding tussen de Noordwijk en het metrostation Jacques Brel (Anderlecht) die over de site van het Weststation zal lopen.

Dat is het dynamische kader waarin het ontwerp van RPA voor het Weststation past. De voornaamste doelstellingen die het naar voren schuift, zijn de site open te stellen voor de omliggende wijken en de grootstad, er oversteekplaatsen voor zachte weggebruikers aan te leggen, (90.000 m²) nieuwe gebouwen op te trekken met 50% woningen, waarvan het merendeel openbare woningen zullen zijn, plaats te voorzien voor productieactiviteiten, handelszaken en voorzieningen, waaronder een grote grootstedelijke voorziening, en kwaliteitsvolle groene ruimten in te richten die toegankelijk zijn voor de bewoners, met een park van minstens 3 hectare.

Met dit stadsproject streven we ernaar om het braakliggende terrein rond het Weststation een kwaliteitsvolle gedaanteverandering te laten ondergaan. Een uitgebreid netwerk van parken, voetgangersbruggen en wandel- en fietspaden zal het doen aansluiten op de omliggende wijken. Op het zuidoostelijke deel van de site komen nieuwe gebouwen die bestemd zullen worden voor huisvesting, openbare voorzieningen en economische activiteiten, terwijl het noordwestelijke deel voorbehouden zal worden voor de ontwikkeling van biodiversiteit”, aldus Antoine de Borman, directeur-generaal van perspective.brussels.

Ten oosten van het braakliggende terrein rond het Weststation wordt momenteel werk gemaakt van een herwaardering van het huizenblok dat zich vlak naast de brouwerij Vandenheuvel bevindt. Het Gewest doet daaraan mee via het project “GO West”, dat ontwikkeld wordt door citydev.brussels,  waardoor de wijk een nieuw kinderdagverblijf en een bijkomend aanbod van geconventioneerde woningen zal krijgen.

Tot slot zullen de inspanningen die het Gewest levert voor de stadsvernieuwing van dit gebied, verder worden aangevuld dankzij de aankoop en de verbouwing van de vroegere, in dezelfde wijk gelegen hoofdzetel van het bedrijf Delhaize (nu LionCity) door citydev.brussels. Het is de bedoeling om daar een gemengd stedelijk programma met voorzieningen, openbare woningen, productieactiviteiten, winkels, waaronder een nieuwe Delhaize-supermarkt, en groene ruimten tot stand te brengen. En voor zij die de wijk een beetje kennen: citydev.brussels heeft een tijdelijke gebruiksplaats geboden aan de Espace Catastrophe, een Brussels circuscentrum dat sinds kort op het terrein van de voormalige drukkerij van Delhaize is gevestigd.

Samenkomst van de Gewestelijke Veiligheidsraad en het opheffen van de algemene mondmaskerverplichting in de openbare ruimte

bruxelles en vacances

Samenkomst van de Gewestelijke Veiligheidsraad en het opheffen van de algemene mondmaskerverplichting

persbericht

7 juni 2021

Brussels minister-president Rudi Vervoort heeft vandaag de Gewestelijke Veiligheidsraad* laten bijeenkomen om de gemeentelijke en lokale instanties in te lichten over de beslissingen die vorige week vrijdag door het Overlegcomité zijn genomen. Daarbij werd er ook gesproken over het al dan niet behouden van de specifieke Brusselse maatregelen zoals het verplicht dragen van een mondmasker in de openbare ruimte en het verbod op alcoholconsumptie tussen 22:00 en 05:00.

Op basis van een analyse van de epidemiologische situatie die aan het verbeteren is en de lopende vaccinatiecampagne heeft minister-president Rudi Vervoort samen met de 19 Brusselse burgemeesters en de actoren van de Gewestelijke Veiligheidsraad beslist om de algemene mondmaskerverplichting in de openbare ruimte op te heffen. De Brusselse burgemeesters zullen elk voor hun gemeenten de zones aangeven waarbij het dragen van een mondmasker wél nog verplicht is overeenkomstig het federaal ministerieel besluit. Volgens deze bepaling geldt dit voor drukke plaatsen waarbij een veilige afstand bewaren niet mogelijk is. Daarnaast wordt ook het verbod op alcoholconsumptie tussen 22:00 en 05:00 opgeheven in het gewest.

Deze maatregelen gaan in vanaf woensdag 9 juni.

Hierbij is het belangrijk ter herinnering te brengen dat de maatregel van de Minister van Binnenlandse Zaken betreffende het dragen van een mondmasker van toepassing blijft. Daarnaast rekenen de Minister-President en de lokale overheden op de verantwoordelijkheidszin van de inwoners van het Brussels Gewest om hun mondmasker te blijven dragen indien de afstandsregel van 1,5 meter niet bewaard kan worden.

*Deze raad die voorgezeten wordt door de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is samengesteld uit de Procureur des Konings van Brussel, de voorzitters van de politiecolleges, de Bestuurlijk Directeur-coördinator, de Gerechtelijke Directeur en de Korpschefs van de zes lokale politiezones die op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn gevestigd. De samenstelling ervan wordt uitgebreid met de burgemeesters van alle 19 Brusselse gemeenten en de Hoge Ambtenaar.

Een nieuwe steunpremie en vrijstelling voor de taxisector en de verhuurders van voertuigen met bestuurder

taxi lvc

Een nieuwe steunpremie en vrijstelling voor de taxisector en de verhuurders van voertuigen met bestuurder

persbericht

10 juni 2021

Op voorstel van  Minister-President Rudi Vervoort heeft de Brusselse regering vandaag een nieuwe steunpremie goedgekeurd voor de taxisector en de verhuurders van voertuigen met bestuurder (VVB), die zeer hard getroffen zijn door de gezondheidscrisis. Daarnaast werd eveneens op voorstel van Minister Sven Gatz een ontwerp van ordonnantie inzake de opheffing van de belasting op de exploitatie voor beide sectoren goedgekeurd.

  1. Steunpremie

Na een eerste premie van 3.000 euro in april 2020 en een tweede van hetzelfde bedrag in december 2020, is deze derde premie van 3.000 euro een nieuwe steunmaatregel voor de sector van het bezoldigd personenvervoer die het door de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, bijzonder moeilijk heeft.

Ondanks de geleidelijke versoepelingen die sinds mei door de federale en de gewestelijke overheid zijn doorgevoerd, blijft deze sector nog steeds zwaar lijden onder de beperkingen voor culturele, sociale en feestevenementen en de sterke terugval van het zaken- en vrijetijdstoerisme. Daarom besliste de Brusselse regering om de betrokken exploitanten noodsteun te verstrekken in de vorm van een eenmalige premie om de economische en sociale schade te beperken en om een systematisch faillissement van deze sector, die opdrachten van openbaar nut vervult, te vermijden.

Deze nieuwe forfaitaire premie van 3 000 euro, is gebaseerd op dezelfde voorwaarden als de twee vorige premies.

Brussel Mobiliteit (BM) en Brussel Economie en Werkgelegenheid (BEW) zullen de betaling van de premie beheren en de voorwaarden onderzoeken. BM zal de premieaanvragen ontvangen en nagaan of de exploitant in aanmerking komt en zal de premie uitbetalen.   

De begunstigden die reeds een premie ontvangen hebben op grond van het besluit « Tetra Ter » zullen van deze premie worden uitgesloten.  

Het ontwerpbesluit werd in de maand mei reeds in eerste lezing goedgekeurd door de regering. Voordat zij in werking kon treden, moet eerst nog een advies worden ingewonnen worden bij Brupartners en de Raad van State. Die adviezen werden ondertussen afgeleverd en waren gunstig.

Minister-president Rudi Vervoort: “Ondanks de geleidelijke lockdownexit die vanaf mei is ingezet, blijft de sector van het bezoldigd personenvervoer zwaar lijden onder de sterke terugval van het zaken- en vrijetijdstoerisme. Daarom blijven we de chauffeurs steunen en we willen deze premie snel operationeel maken om een beetje zuurstof te kunnen geven aan deze sector die van essentieel belang is voor de bescherming van de belangen van ons gewest en de behoeften van de bevolking.

  1. Vrijstelling van de belasting op exploitatie

Reeds vorig jaar heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering deze beroepssector vrijgesteld van de belasting op de exploitatie van een taxidienst of van een voertuig met chauffeur voor het belastingjaar 2020.  

De verlenging van deze maatregel is nodig om de betrokken sector te blijven ondersteunen als gevolg van de gezondheidscrisis van COVID-19. De exploitanten van taxidiensten en van diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur moeten dus de belastingen niet betalen voor het belastingjaar 2021. De bedragen die reeds werden betaald in het kader van het lopende belastingjaar zullen worden terugbetaald.

De minister van begroting zal het voorontwerp van ordonnantie voor advies voorleggen aan Brupartners en de Raad van State.

Minister Sven Gatz: “De Covidcrisis heeft erg zwaar ingehakt op de exploitanten van taxidiensten en de exploitanten van limousines. Nieuwe ondersteunende maatregelen zijn voor hen zeer welkom. Daarom hebben we, net zoals vorig jaar, beslist hen ook voor het belastingjaar 2021 vrij te stellen van deze belasting.”

Het stadsproject ‘Defensie’: de Brusselse Regering neemt akte van de grote lijnen van het project

projetdefense

Het stadsproject ‘Defensie’: de Brusselse Regering neemt akte van de grote lijnen van het project

persbericht

25 mei 2021

Gezien de ligging en de omvang van de Defensie-site (het voormalige NAVO-terrein) is de inrichting van grootstedelijk en gewestoverschrijdend belang. De site beslaat 90 hectare langs de Leopold-III laan op het grondgebied van het Brussels Gewest (gemeenten Evere en Brussel) én van het Vlaams Gewest (gemeente Zaventem). Een derde van de site werd reeds in mei 2017 vrijgemaakt omwille van de verhuizing van de NAVO-activiteiten. De rest van de gebouwen huisvest het bilateraal samenwerkingsprogramma “Partnerschap voor vrede” en het huidige hoofdkwartier van Defensie. Momenteel wordt voor deze strategische site een stadsproject uitgewerkt.

Op basis van een akkoord tussen het Brussels en het Vlaams Gewest is een vernieuwende en exemplarische samenwerking opgezet tussenperspective.brussels en het Departement Omgeving om een gemeenschappelijk kader uit te werken voor de ontwikkeling van de Defensie-site en haar omgeving. In die context nam de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op 22 april op voorstel van perspective.brussels akte van de grote lijnen van het project. De Vlaamse Regering keurde de startnota voor het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) goed op vrijdag 21 mei. Dit is een belangrijke stap in het intergewestelijk proces voor de uitwerking van een visie voor dit gebied.

De grote ruimten die ter beschikking komen op de Defensie-site bieden een unieke gelegenheid om een voorbeeldproject neer te zetten. perspective.brussels en het Departement Omgeving werken aan een visie. Die visie moet de stedelijke ontwikkeling langsheen de Leopold-III laan combineren met een biologisch, diverse en stedelijke open ruimte op het zuidelijke gedeelte van de site (tussen de begraafplaatsen en het Woluweveld), als deel van een ecologische corridor die het Brussels en het Vlaams Gewest verbindt.

De voornaamste ambities van het stadsproject zijn volgende 4 pijlers:

 

  • Een stadswijk langs de Leopold III-laan: een specifieke context creëren voor nieuwe bewoners, bedrijven, winkels, lokale en bovenlokale voorzieningen, gebaseerd op een groene omgeving van hoge kwaliteit, gelegen tussen de aangelegde Leopold III-laan (Park Lane) en een groot landschapspark;

 

  • Een bospark op het zuidelijke deel van de site (waar vandaag het hoofdkwartier van Defensie is gevestigd): aanleg van een bosuitbreiding van ten minste 20 ha, en een ecologisch park met activiteiten die verband houden met  de natuur en stadslandbouw zoals een kinderboerderij, bospaden, een natuurschool, een dierenpark e.d.;

 

  • Een ecologisch beheer van de begraafplaatsen van Brussel, Schaarbeek en Evere (± 70 ha). Begraafplaatsen worden steeds meer natuurlijke ruimten die rijk zijn aan biodiversiteit en sereniteit. Het huidige planningsproces is een uitstekende aanleiding voor een denkoefening over de plaats die de begraafplaatsen kunnen innemen in de toekomst;

 

  • Een actief mobiliteitsnetwerk. Op de begraafplaatsen, het zuidelijk deel van het Defensieterrein en het Woluweveld zal een vrijwel autovrije zone van ± 200 ha worden afgebakend. Binnen deze autovrije zone wil het plan een grootstedelijk netwerk van actieve mobiliteit tot stand brengen, met nieuwe verbindingen tussen de Groene Promenade en de fiets-GEN-routes.

Participatieproces

In september 2019 startte perspective.brussels een informatie- en participatiefase op. Tijdens de eerste helft van 2020 zijn workshops gehouden over thema’s als bosontwikkeling, begraafplaatsen, stadslandbouw, circulaire economie, sport- en schoolvoorzieningen.

Er zal een participatief proces worden opgestart waarbij zoveel belanghebbenden worden betrokken om het project in zijn globaliteit uit te bouwen voordat het bij de Regering wordt ingediend (voorjaar 2022).

Het project wordt ontwikkeld in samenwerking met een consortium, dat eind 2020 is aangesteld en bestaat uit  het architectenbureau Michel Devigne Paysagistes, Tractebel en E-biom.

De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Rudi Vervoort is verheugd over “de ambitie die aan de dag wordt gelegd voor de ontwikkeling van dit strategisch gebied gelegen aan de rand van het Gewest. Ik ben blij met de uitstekende samenwerking met alle betrokken partijen bij het creëren van een nieuwe wijk en vooral van een groen en open grootstedelijke ruimte waar veel burgers van zullen profiteren”.

perspective.brussels, dat belast is met de territoriale ontwikkelingsstrategie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, geeft aan dat “het intergewestelijk project voor de Defensie-site geïntegreerde en prospectieve oplossingen voorstelt om op dit grondgebied een nieuwe levendige ecologische stadswijk te combineren aan een coherente open ruimte op landschapsniveau en gediversifieerd op biologisch niveau.”

Brusselse regering maakt 8 miljoen euro vrij voor de hotelsector

hotels

Brusselse regering maakt 8 miljoen euro vrij voor de hotelsector

persbericht

19 mei 2021

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft op voorstel van Rudi Vervoort, minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Sven Gatz, minister van Financiën en Begroting, en Barbara Trachte, staatssecretaris voor Economische Transitie, in tweede lezing een besluit goedgekeurd met betrekking tot een nieuwe premie voor de toeristische logiessector. Die is ongetwijfeld een van de zwaarst getroffen sectoren sinds het begin van de crisis: erg afhankelijk van toerisme, professioneel of ander, loopt het omzetverlies in 2020 op tot 70%. Daarom heeft de Brusselse regering 8 miljoen euro extra vrijgemaakt voor de sector.

Deze premie was aanvankelijk gepland als onderdeel van de Tetrapremie die, ter herinnering, bedoeld is om de sector van de discotheken, de restaurants en cafés en sommige van hun leveranciers, de evenementen, de cultuur, het toerisme en de sport te ondersteunen. Na talrijke ontmoetingen met de sociale partners en vertegenwoordigers van de toeristische logiessector heeft de Brusselse regering evenwel beslist de premie voor de toeristische logiessector af te splitsen, met name om deze sector onder de Europese tijdelijke kaderregeling inzake staatsteun te brengen, in plaats van onder de de minimis-verordening.

De logica van de Tetrapremie is gehandhaafd, aangezien het steunbedrag wordt berekend op basis van het aantal voltijdse equivalenten.

Om toegang te krijgen tot de premie, zal de onderneming ook aan verschillende voorwaarden moeten voldoen, waaronder een criterium van financiële gezondheid. Dat criterium moet toelaten ondernemingen te helpen die vóór de coronaviruscrisis economisch levensvatbaar waren. Een omzetdrempel van 25 000 euro voor het jaar 2019 zal ook vereist zijn.

De premiebedragen zijn als volgt:

Aantal voltijdse equivalenten

Premiebedrag

Minder dan 5

12.500 euro

Van 5 tot minder dan 10

37.500 euro

10 en meer

62.500 euro

 

De premie wordt toegekend per vestigingseenheid, met een maximum van vijf vestigingseenheden per onderneming.

Deze premie zal rond 10 juni beschikbaar zijn, na validering door de Europese Commissie.

Rudi Vervoort, minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: “Met deze nieuwe specifieke premie voor de sector toeristische accommodatie in zijn geheel, blijft de Brusselse regering de sectoren steunen die het zwaarst door de crisis zijn getroffen, waaronder de hotelsector. De bijna totale afwezigheid van toeristen in Brussel heeft een ongekende impact gehad op de bezettingsgraad van de hotels. Toch vormt deze sector een belangrijke pijler van het toeristische ecosysteem en blijft hij van essentieel belang voor de Brusselse economie en werkgelegenheid, maar ook voor de aantrekkelijkheid van het Gewest. Naast deze nieuwe economische hulp zal de regering samen met de betrokken partners alles in het werk blijven stellen om het toerisme nieuw leven in te blazen. Zo heeft visit.brussels onder meer gepland om deze zomer 100.000 vouchers te verdelen onder toeristen uit de buurlanden en de twee andere Gewesten, vouchers waarmee één of meer hotelovernachtingen kunnen worden geboekt.”

Sven Gatz, minister van Financiën en Begroting: “Door de Brusselse hotelsector een nieuwe premie toe te kennen, tonen wij onze bereidheid om alles in het werk te stellen om de toeristische economie, die hard is getroffen door de maatregelen in verband met covid-19, te ondersteunen. Deze steunmaatregel is erg belangrijk omdat het deze sector, die essentieel is voor het economische en sociale weefsel van de hoofdstad, moet helpen weer een beetje lucht te krijgen na de aanzienlijke terugval van zijn activiteiten.

Barbara Trachte, staatssecretaris bevoegd voor Economische Transitie: “Door de drastische daling van het aantal toeristen in Brussel is de hotelsector een van de sectoren die het meest hebben geleden onder de crisis, met een bijzonder lage bezettingsgraad en een herstel dat naar verwachting traag zal verlopen. Daarom heeft de Brusselse regering, in goede samenwerking met de vertegenwoordigers van de sector, een premiemechanisme opgezet dat is aangepast aan hun realiteit en dat hen moet helpen vol te houden totdat de boekingen opnieuw binnenstromen.”