Officiële start voor Frame, visitekaartje van mediapark.brussels

FRAME3

Officiële start voor Frame, visitekaartje van mediapark.brussels

persbericht

6 juli 2021

De minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Rudi Vervoort, heeft vandaag, dinsdag 6 juli 2021, de symbolische eerste spadesteek gedaan voor de bouw van het mediacentrum Frame, het toekomstige visitekaartje vanmediapark.brussels. 

De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (sau-msi.brussels) bouwt deze constructie van 8.157 m² bruto op 7 verdiepingen (kelder + gelijkvloers + 5 verdiepingen) op de hoek van de Reyerslaan en de Kolonel Bourgstraat, niet ver van de gebouwen van de VRT en de RTBF. Frame wordt gebouwd met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en zal onder meer plaats bieden aan de regionale tv-zender BX1 en aan een coworkingruimte en een bedrijvencentrum die zijn gericht op de mediasector. De MSI hoopt het gebouw klaar te hebben en de eerste gebruikers te ontvangen in 2023.

Tijdens de officiële start van de werken zei minister-president Rudi Vervoort dat “het begin van de bouw van Frame een belangrijke stap is in de ontwikkeling van mediapark.brussels. Dit stedenbouwkundig project van het Brussels Gewest zal de huidige, gesloten site van de Vlaamse en Franstalige openbare omroepen transformeren tot een echte Brusselse wijk. Een open wijk, opgebouwd rond een groot openbaar park van 9,5 hectare en de toekomstige nieuwe gebouwen van de VRT en de RTBF. Een wijk die doelbewust is opgezet met verschillende functies, zoals woningen, winkels, scholen en bedrijven, die beantwoordt aan de behoeften van de Brusselaars. Ook een wijk die is gericht op de mediasector en de creatieve sector, want het Brussels Gewest wil inspelen op de bloei van deze sectoren om zijn algemene ontwikkeling voort te stuwen. Frame is een van de eerste nieuwe gebouwen van mediapark.brussels die zullen verrijzen en zal een uithangbord zijn voor deze nieuwe creatieve Brusselse wijk die het Gewest er wil uitbouwen. Als je kijkt naar de integratie van de verschillende operatoren, functies en diensten in het gebouw, dan wordt Frame een soort ‘geconcentreerd mediapark.brussels’, een ‘visitekaartje’ vanmediapark.brussels. De ontwikkeling van een mediapool als groeisector voor werkgelegenheid in het Brussels Gewest krijgt bovendien de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (van bijna 16 miljoen euro) voor deze toekomstige pijler van mediapark.brussels. En die van de Franse Gemeenschapscommissie van Brussel (ter hoogte van 4,5 miljoen euro) voor de installatie van BX1 in het gebouw.”

Gilles Delforge, directeur van de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (sau-msi.brussels) is “zeer verheugd over de start van de werken, die een grote stap zijn in de twee hoofdopdrachten van de MSI. Enerzijds is Frame een belangrijke schakel van mediapark.brussels, waarvan de MSI de operationele ontwikkeling op zich neemt in haar rol als coördinator van grote regionale stadsontwikkelingsprojecten. Anderzijds is Frame de eerste van de zeer diverse reeks regionale overheidsvoorzieningen (museum, concertzaal, brandweerkazerne, sportvoorziening, …) die de MSI de komende jaren zal realiseren. Daarnaast zal Frame als visitekaartje van mediapark.brussels ook een uithangbord zijn voor de Belgische architectuur en bouwkunst. De architecten van het bureau Baukunst hebben met hun partners van het bureau Bruther en het hele ontwerpteam een innovatief gebouw ontworpen, dat zich kan aanpassen aan de snelle evoluties in de wereld van de media. De firma’s BAM Interbuild en Groven+ zullen al hun kennis en vaardigheden moeten benutten om dit gebouw te plaatsen.”

Maroun Labaki, voorzitter van de raad van bestuur van BX1, onderstreepte dat “Frame het symbool – en het instrument – van al onze ambities zal zijn. Ambities voor onszelf, uiteraard, als regionale openbare omroep. We willen de Brusselaars nog beter bedienen door ons aan te passen aan hun nieuwe gewoonten om informatie te consumeren. En ambities voor Brussel, de stad waar we zo veel van houden. Ze moet zichzelf blijven en tegelijkertijd “groot worden”, met haar mooie diversiteit, haar tradities en haar passies, haar lef, niet alleen als hoofdstad van België en Europa, maar ook als hoofdstad van de Europeanen en de Europese waarden.”

De MSI koos de naam van het gebouw in overleg met enkele actoren uit de Brusselse mediasector, waaronder BX1. Frame (Brussels media community) verwijst naar het “kader” dat het gebouw zal bieden aan de bloei van een media-ecosysteem. En ook naar de vorm en de structuur van de hoofdgevel; naar het “venster” op media.brussels dat het zal vormen; naar de cadrage van het beeld in de visuele media; en naar de frames die worden gebruikt in webdesign.

In het blauw het perceel waarop Frame zal verrijzen als toekomstige “toegangspoort” van mediapark.brussels, dat is aangeduid met een blauwe lijn.
   © sau-msi.brussels (GlobalView)

De Brusselse regering keurt twee projectoproepen goed om de preventie van schoolverzuim in het Brussels Gewest te ondersteunen

decrochage scolaire

De Brusselse regering keurt twee projectoproepen goed om de preventie van schoolverzuim in het Brussels Gewest te ondersteunen

persbericht

2 juli 2021

De Brusselse regering heeft haar goedkeuring gegeven om twee projectoproepen uit te schrijven, waarmee zij de bestrijding van het schoolverzuim in het Brussels Gewest wil ondersteunen. De eerste oproep houdt verband met het gemeentelijk preventieplan tegen schoolverzuim, het zogeheten “gpS”, dat erop gericht is in de 19 Brusselse gemeenten lokale plannen ter preventie van schoolverzuim te ontwikkelen. De tweede oproep kadert in de Strategie GO4Brussels 2030 en draait rond initiatieven om actief schoolverzuim bij jongeren van 15 tot 21 jaar te bestrijden.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft als grootste onderwijscentrum van het land af te rekenen met een bijzonder kritieke situatie: 45% van de schoolplichtige jongeren is vatbaar voor schoolmoeheid en bijna 12% van de jongeren stopt vroegtijdig met school, zonder een diploma middelbaar onderwijs op zak.

Het Brussels Gewest speelt op meerdere vlakken een rol om deze grote uitdaging die schoolverzuim toch wel is, aan te pakken. De wijk waar de jongere leeft, de sociaaleconomische status van zijn gezin, de vrienden waarmee hij optrekt, zijn school en ten slotte zijn eigen karakter zijn allemaal risicofactoren die schoolverzuim in de hand kunnen werken. Het beleid dat in dit verband moet worden uitgewerkt, behoort dus niet alleen tot de gemeenschaps-, maar ook tot de gewestelijke bevoegdheden.

De gecoördineerde strategie voor de bestrijding van het schoolverzuim in het Brussels Gewest, die in 2018 werd goedgekeurd, bepaalt wie wat moet doen in een bepaalde situatie waarin er sprake is van schoolverzuim. Om die strategie af te stemmen op de verschillende risicofactoren voor schoolverzuim en op de soorten maatregelen van het Europees strategisch kader werden acht doelstellingen vastgelegd. 

Om al die uitdagingen het hoofd te bieden, maakt het Brussels Gewest al sinds lang aanzienlijke middelen vrij om scholen, gemeenten en verenigingen te helpen om schoolverzuim te voorkomen, maar ook om in te grijpen wanneer een leerling afhaakt of om jongeren terug aansluiting te laten vinden bij hun school. In de huidige gezondheidscrisis, die ook gevolgen heeft voor het leren op school, zijn deze projectoproepen van essentieel belang om de actoren op het terrein te ondersteunen in hun werk om de Brusselse kinderen en jongeren te begeleiden,” aldus minister-president Rudi Vervoort.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering gaf op donderdag 1 juli op voorstel van de minister-president groen licht om twee projectoproepen uit te schrijven:

  • Gemeentelijk plan tegen schoolverzuim (gpS) – Kandidatuuroproep 2022- 2024

Het gpS is bedoeld om in de 19 Brusselse gemeenten lokale plannen ter preventie van schoolverzuim te ontwikkelen en daarnaast ook maatregelen uit te werken en projecten uit te voeren om de schoolinschakeling van Brusselse kinderen en jongeren op lokaal niveau te bevorderen.

De gemeentelijke preventiediensten vormen het belangrijkste lokale ankerpunt voor het gewestelijke beleid ter bestrijding van schoolverzuim. Daarom zal het Gewest ze voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 december 2024 voor in totaal 16.944.332 euro aan gewestelijke financiële middelen, ofwel ongeveer 5,6 miljoen euro per jaar, ter beschikking stellen.

De Dienst Scholen van perspective.brussels heeft in overleg met de gemeentelijke schooldiensten voor preventie nieuwe prioriteiten voor dit driejarenprogramma uitgewerkt om de rol van de verschillende lokale referentieactoren in de strijd tegen schoolverzuim te verduidelijken en te versterken. Diezelfde dienst zal het dossier dat door elke gemeente wordt ingediend, onderzoeken. Het voorstel voor het gemeentelijk plan tegen schoolverzuim zal vervolgens na overleg in het laatste trimester van 2021 ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

  • Projectoproep: Strategie GO4Brussels 2030 “Acties om actief schoolverzuim bij jongeren van 15 tot 21 jaar te bestrijden”

Gezien de moeilijkheden waarmee tal van jonge Brusselaars tijdens hun schoolloopbaan te maken krijgen, en die door de gezondheidscrisis nog worden versterkt en scherper tot uiting komen, heeft de Brusselse regering beslist om in 2021 uitzonderlijke budgetten vrij te maken om van november 2021 tot april 2023 initiatieven ter bestrijding van actief schoolverzuim (bewezen schoolverzuim, vroegtijdig schoolverlaten, niet-ingeschreven schoolplichtige jongeren) bij jongeren van 15 tot 21 jaar, te financieren.

De projectoproep is bestemd voor alle Franstalige en Nederlandstalige instellingen met een vzw-statuut die actief zijn op het vlak van schoolinschakeling en de begeleiding van jongeren bij het uitstippelen van hun schoolloopbaan of een duurzaam professioneel levensproject op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Voor de projectoproep is 350.000 euro beschikbaar (80% daarvan gaat naar Franstalige projecten en 20% naar Nederlandstalige projecten).

Het maximale steunbedrag per project bedraagt 100.000 euro voor Franstalige verenigingen en 70.000 euro voor Nederlandstalige verenigingen.

De Brusselse regering zal een selectie maken op basis van de analyse van de projecten door de Dienst Scholen van perspective.brussels die plaatsvindt in een comité van experten.

Deze middelen komen bovenop de 2.500.000 euro die het Gewest jaarlijks toekent aan het preventieprogramma tegen schoolverzuim (PSV) en aan het programma voor de ondersteuning van activiteiten die erop gericht zijn kinderen en jongeren te begeleiden bij hun scholing en hen burgerzin bij te brengen (PBSB).

Bijkomende informatie over de programma’s en projecten voor de preventie van schoolverzuim vindt u op http://schoolinschakeling.brussels/

De Brusselse Gewestregering trekt het budget voor het non-profitakkoord 2021-2024 op

non-marchand 2 NL copie FINAL

Het Brussels non-profitakkoord: De Brusselse Gewestregering trekt het budget voor het non-profitakkoord 2021-2024 op

persbericht

1 juli 2021

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie  hebben vandaag donderdag 1 juli 2021 beslist het oorspronkelijke budget voor het Brussels non-profitakkoord 2021-2024 met 30 miljoen euro te verhogen tot 57 miljoen tegen het einde van de legislatuur.

De COVID-19-epidemie en de daaraan verbonden gezondheidscrisis heeft een zeer grote sociale en economische impact gehad op de non-profitsector, die zijn activiteit beknot ziet door alles wat gebeurd is en door de maatregelen die hierdoor de voorbije maanden genomen moesten worden. De crisis komt ongemeen hard aan bij al de verenigingen en diensten in de sector, die actief zijn in heel wat vakgebieden gaande van gezondheidszorg, welzijn, bijstand aan personen, over opleiding, socioprofessionele inschakeling tot cultuur, sport en sociale cohesie. Het is daarom van het allergrootste belang ze te blijven te ondersteunen, zodat de weerslag van deze crisis op hun activiteiten en hun werknemers beperkt kan worden.

In die context hebben de Brusselse Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie vandaag beslist de steun die zij via het non-profitakkoord verlenen aan deze essentiële sector voor onze medeburgers op te trekken. De besprekingen met de sociale partners gaan van start op 9 juli om de praktische modaliteiten van deze herfinanciering te bepalen die over de periode 2021-2024 gespreid worden.

Minister-President Rudi Vervoort verklaarde hierover “Uit deze beslissing mag blijken dat mijn Regering zich ten volle bewust is van het maatschappelijk en economisch belang van de non-profitsectoren, die sinds het begin van de sociaal-sanitaire crisis sterk onder druk staan. Deze verhoging van het budget maakt niet alleen een bredere opwaardering van de lonen mogelijk in de Brusselse non-profit, maar zorgt er ook voor dat een pakket maatregelen kan worden genomen  voor de werkbaarheid, om ervoor te zorgen dat de werknemers in beroepen waarvan de zwaarte in deze periode duidelijk is gebleken, hun loopbaan langer kunnen blijven uitoefenen. Tegelijk is het ook de bedoeling om dankzij betere loonvoorwaarden en werkomstandigheden van het personeel te voorzien in het welzijn van de bewoners en patiënten. ”

Barbara Trachte, Minister-Voorzitter van het College van de Franse Gemeenschapscommissie: “Ik ben verheugd dat we deze beslissing hebben genomen. Dit zal een spoedige sluiting van deze non-profit overeenkomst mogelijk maken en het is een echte erkenning van het werk dat dagelijks wordt verricht door verenigingen en hun werknemers, alsook van de inzet tijdens de crisis. Dankzij deze nieuwe substantiële middelen zullen de betrokken sectoren kunnen profiteren van een opwaardering en harmonisatie van de lonen, evenals van verscheidene kwalitatieve maatregelen, waarop werd gewacht. Door het welzijn van de werknemers te verbeteren, wordt ook de kwaliteit van de dienstverlening aan de burgers gewaarborgd.”

Ontwerp van RPA Josaphat: De Brusselse regering keurt in eerste lezing de nieuwe versie van het ontwerp van RPA Josaphat goed

PAD Josaphat copie

Ontwerp van RPA Josaphat: De Brusselse regering keurt in eerste lezing de nieuwe versie van het ontwerp van RPA Josaphat goed

persbericht

1 juli 2021

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft vandaag, op donderdag 1 juli 2021, op voorstel van minister-president Rudi Vervoort, de nieuwe versie van het ontwerp van richtplan van aanleg ‘Josaphat’ (RPA) in eerste lezing goedgekeurd. Dat ontwerp werd gewijzigd en aangevuld op basis van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen van de bevoegde instanties, maar houdt ook rekening met de bedenkingen en alternatieve voorstellen van de burgers. In september 2021 is een nieuw openbaar onderzoek gepland en zullen tegelijk de gewestelijke instanties, waaronder de  Gewestelijke Ontwikkelingscommissie (GOC), worden geraadpleegd.

Eerder, op 23 mei 2019, had de Brusselse regering in eerste lezing een eerste versie van het ontwerp van RPA Josaphat aangenomen met de bedoeling om de gewestelijke visie op de stedelijke ontwikkeling van deze strategische site waarvan de MSI eigenaar is, vast te leggen. Conform de wettelijke procedure van het BWRO vond over het ontwerp van RPA en het bijhorende milieueffectenrapport (MER) van 3 oktober 2019 tot 2 december 2019 een openbaar onderzoek plaats. Daarnaast vroeg de regering aan de betrokken gemeenten en aan de gewestelijke instanties die in het BWRO zijn opgenoemd, om haar een formeel advies te bezorgen. Door de gezondheidscrisis kon de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie (GOC) als laatste in de rij haar advies pas op 23 april 2020 uitbrengen.

Al snel na het grondige onderzoek van de bezwaren en de geformuleerde adviezen liet minister-president Rudi Vervoort weten rekening te willen houden met de terechte punten van kritiek en bezorgdheden over dit dossier. Daarom vroeg hij perspective.brussels in juli 2020 om het ontwerp van RPA en dan meer bepaald de onderdelen over dichtheid, mobiliteit en behoud van de biodiversiteit ingrijpend te wijzigen.

Dit zijn algemeen beschouwd de belangrijkste veranderingen in het gewijzigde ontwerp van RPA Josaphat van 2021: 

  • Wat het behoud van de biodiversiteit betreft: Van het middelste open stuk braakland, dat van essentieel belang is voor de huidige biodiversiteit, blijft 1,28 ha bewaard. Daar komt een nieuw park (“biopark”), dat uitsluitend in het teken zal staan van de biodiversiteit. Leefmilieu Brussel zal het beheren. Dat nieuwe openbare park zal aansluiten op de wadiparken, het Spoorpark en de reeds bestaande taluds die in het nieuwe ontwerp behouden blijven. Dat moet dan één aaneengesloten park met een totale oppervlakte van 5,05 ha opleveren!
  • Op het vlak van groene ruimten: Het Gewest besteedt bij de vormgeving van het nieuwe ontwerp bijzonder veel aandacht aan de landschapskwaliteit. De cijfers spreken voor zich: het aandeel van de groene ruimten werd aanzienlijk verhoogd. Zij nemen voortaan 40% van de oppervlakte van het ontwerp van RPA in (dat is bijna 13,5 ha)! 
  • Op het vlak van dichtheid: Omdat er meer ruimte voorbehouden wordt voor de natuur, werd de bebouwing van het terrein herzien: alle woningen worden samengebracht in twee woonkernen op het noordelijke en zuidwestelijke deel van de site. Voor het RPA in zijn geheel vermindert de bovengrondse bruto-oppervlakte aanzienlijk met 17% en voor de woonfunctie zelfs met 19%. Dat vertaalt zich concreet in de schrapping van bijna 400 woningen (er zijn nu nog 1.200 woningen gepland in plaats van de 1.600 daarvoor). Er zouden onder meer 323 sociale woningen en 215 middenklassewoningen komen.
  • Op het vlak van openbare voorzieningen: Het ontwerp van RPA laat de bouw van een gloednieuw geïntegreerd school- en sportcomplex door de gemeente Schaarbeek toe. Het is de bedoeling om de sportzaal in dat complex te laten delen door de basisschool en de middelbare school die aan weerszijden van de spoorlijn, met een openbare loopbrug ertussen, zullen worden opgetrokken.
  • Op het vlak van mobiliteit: De verminderde dichtheid en de herindeling van de ruimte in twee woonkernen op het noordelijke en zuidelijke deel van de site moeten het mogelijk maken om de mobiliteit op en rond de site beduidend te verbeteren. Met dit bijgewerkte ontwerp onderstreept de regering dus nogmaals haar ambitie om de impact van het autoverkeer en private parkeerplaatsen op de site zoveel mogelijk te beperken met als doel om de wijk geleidelijk autoloos te maken.
  • Wat het MER betreft: Het MER werd uitvoerig aangevuld en geactualiseerd om de milieu-impact van de door de regering besliste wijzigingen nauwkeurig te kunnen bepalen. In dat verband werden voor alle omgevingsaspecten tal van bijkomende zaken onderzocht.
  • Wat de concurrentiedialoog betreft: de regering geeft aan dat zij de concurrentiedialoog onder leiding van de MSI, die momenteel bezig is, wil behouden en voortzetten.

Ik ben zeer tevreden met dit belangrijke akkoord dat de regering heeft bereikt. Ik denk dat heel wat burgers met belangstelling voor de toekomst van het braakliggende terrein Josaphat hiernaar hebben uitgekeken. De teams van perspective.brussels en professionele studiebureaus (stedenbouwkundigen, architecten, ingenieurs, enz.) hebben zich maandenlang keihard ingespannen om de regering een volledig bijgewerkt ontwerp voor te stellen. Ik hoop dat we op basis daarvan in alle sereniteit kunnen verdergaan met de ontwikkeling van dit strategische gebied en tegelijk sterke antwoorden en stevige garanties kunnen bieden om tegemoet te komen aan de terechte vragen die tijdens het openbaar onderzoek zijn gerezen. We weten allemaal dat dit dossier bijzondere aandacht opwekt en het democratische debat voedt, tot mijn grote vreugde trouwens. In tegenstelling tot wat we soms lezen of horen, toont het akkoord van vandaag andermaal aan dat openbare onderzoeken wel degelijk van nut zijn. En we krijgen nog een primeur voor Brussel. In september is een nieuw openbaar onderzoek gepland. De Brusselaars zullen dan opnieuw de kans krijgen om zich uit te spreken over het bijgewerkte ontwerp van RPA”, aldus minister-president Rudi Vervoort.

“De ambitie van het gewijzigde project is om de duurzame roeping van de Josaphat-site te versterken door de verschillende klimatologische uitdagingen beter te integreren in het kader van een ontwikkeling die tevens beantwoordt aan de Brusselse behoefte aan toegankelijke woningen. Het nieuwe project wil dus beter voldoen aan de wensen van de inwoners“, benadrukt Antoine de Borman, directeur-generaal van perspective.brussels.”

Het Brussels Gewest steunt scholen bij het verbeteren van hun speelplaatsen: meet ruimte voor groen, spel en ontdekking

cour récréation

Het Brussels Gewest steunt scholen bij het verbeteren van hun speelplaatsen: meet ruimte voor groen, spel en ontdekking

persbericht

29 juni 2021

In het kader van de gewestelijke beleidsverklaring en de GO4Brussels 2030-strategie heeft de Brusselse regering op initiatief van minister-president Rudi Vervoort, de Dienst Scholen van perspectief.brussels en Leefmilieu Brussel de opdracht gegeven om te werken aan de verbetering van de speelplaatsen in het Brussels Gewest.

De speelplaats is een plaats om te spelen, te leren, te ontdekken, elkaar te ontmoeten, zich uit te drukken, stoom af te blazen en op te laden, en maakt dus integraal deel uit van het schoolleven. Daarnaast is het vaak de ontvangstruimte van de school. De kwaliteit van de speelplaats heeft dan ook een onmiskenbare invloed op het welzijn van de leerlingen.

In dat kader hebben de Dienst Scholen van perspective.brussels en Leefmilieu Brussels een praktische gids ontwikkeld om de  speelplaatsen te optimaliseren.

Deze gids wil drie doelstellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verwezenlijken:

  1. Een verbetering van het welzijn van de kinderen en van het pedagogisch en omkaderingsteam;
  2. De verwezenlijking van de mileudoelstellingen van het Brussels Gewest als de speeltijd kan worden omgevormd tot een bioklimatologische ruimte;
  3. De verbetering van de interacties tussen de schoolinfrastructuur en de stedelijke ruimten door meer en betere collectieve voorzieningen toegankelijk te maken voor de Brusselse bevolking.

“In een steeds dichter wordende stedelijke context brengt de ontwikkeling van speelplaatsen veel voordelen en mogelijkheden met zich mee voor zowel scholen als buurtbewoners. Deze gids zet aan tot nadenken over de diversifiëring van de gebruiksmogelijkheden van de speelplaats voor de school, de buurt en het Brusselse Gewest en kan als inspiratie dienen voor scholen die begroeide recreatieruimten willen aanleggen die beter gedeeld worden en aangenamer zijn om in te leven, zowel tijdens als buiten de schooluren, ten voordele van zoveel mogelijk mensen. “zegt minister-president Rudi Vervoort van Brussel.

Alain Maron, Brussels minister voor Klimaattransitie en Leefmilieu, is verheugd over de publicatie van deze gids, die tal van tips en instrumenten aanreikt voor scholen die hun speelplaatsen groener, gezelliger en inclusiever willen maken. “Een andere kijk op speelplaatsen met planten betekent Brussel veerkrachtiger maken tegen de opwarming van de aarde, maar het is vooral een kans om het gebruik ervan opnieuw te bekijken, zodat iedereen er zijn plaats kan vinden en volledig kan herbronnen. Deze gids is een aanvulling op de projectoproep ‘Re-creatie’ van Leefmilieu Brussel voor scholen die dit avontuur willen aangaan om opnieuw contact te leggen met de natuur.”

De oproep “Re-creatie” waarvan het doel is om groene recreatiegebieden te creëren die beter zijn aangelegd en daardoor aangenamer zijn om te gebruiken tijdens en buiten de schooluren, richt zich tot scholen van tot de officieel erkende onderwijsnetten die gelegen zijn in gebieden met een tekort aan groene ruimtenprioritaire groene zone van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling en/of in gebieden die bijdragen aan de stedelijke hitte-eilanden.

Het interesseformulier moet vóór 15 juli 2021 middernacht worden opgestuurd naar het volgende e-mailadres: school@leefmilieu.brussels.

In juli-augustus 2022 zal de definitieve selectie van de projecten plaatsvinden en tussen eind 2023 en medio 2024 worden de eerste resultaten van de speelplaatsen verwacht.

De praktische gids is op dinsdag 29 juni naar alle scholen in het Brussels Gewest gestuurd en is beschikbaar op de websitehttps://beecole.brussels/nl/be-school/onze-publicaties

Brussel keurt regelgeving en roadmap goed voor de dieseluitstap in 2030 en de benzine/LPG-uitstap in 2035

LEZ

Brussel keurt regelgeving en roadmap goed voor de dieseluitstap in 2030 en de benzine/LPG-uitstap in 2035

persbericht

25 juni 2021

Zoals bepaald in het Energie- en Klimaatplan en de gewestelijke beleidsverklaring, bereikt de Brusselse lage-emissiezone op donderdag 24 juni een nieuwe mijlpaal. De Brusselse regering heeft zopas in eerste lezing haar goedkeuring gehecht aan een besluit dat de bakens voor de toekomst uitzet, met name de dieseluitstap in 2030 en de benzine/LPG-uitstap in 2035. Een belangrijke beslissing om de gezondheid van de Brusselaars te beschermen en de gewestelijke klimaatdoelstellingen te behalen.

De gezondheid van de Brusselaars beschermen

Sinds haar invoering in 2018, speelt de lage-emissiezone (LEZ) in Brussel een cruciale rol in de vermindering van de luchtverontreiniging en bijgevolg in de verbetering van de gezondheid van de Brusselaars. Volgens recente analyses heeft zij bijgedragen tot een vermindering van de uitstoot van stikstofdioxide en fijnstof, afkomstig van het vervoer, met respectievelijk 11% en 11,5% in het Brussels Gewest.

Ondanks deze verbeteringen woont een meerderheid van de Brusselaars helaas nog steeds in buurten waar de luchtverontreiniging boven de door de WGO aanbevolen gezondheidslimieten ligt. Deze verontreiniging is hoofdzakelijk te wijten aan het wegvervoer. Om de gezondheid van de burgers beter te beschermen, heeft de Brusselse regering daarom de dieseluitstap in 2030 en de benzine/LPG-uitstap in 2035 bevestigd, en heeft zij de nieuwe fasen van de lage-emissiezone gespecificeerd.

Deze beslissing sluit aan bij de doelstelling die talrijke grotere Europese steden zoals Amsterdam, Parijs, Londen of Oslo onderschrijven om de uitfasering van voertuigen met een verbrandingsmotor geleidelijk aan te bewerkstelligen en zo de gezondheid van hun inwoners te beschermen[1]. Zij heeft ook tot doel het Gewest in staat te stellen zijn klimaatdoelstellingen te behalen en bij te dragen aan het bereiken van de Europese doelstelling van koolstofneutraliteit tegen 2050.

Nieuwe mijlpalen met een roadmap om de transitie rechtvaardig te maken

Om ervoor te zorgen dat deze ambitieuze transitie voor bedrijven en huishoudens geleidelijk en rechtvaardig verloopt, heeft de regering ook een roadmap goedgekeurd, genaamd ‘Low Emission Mobility Brussels’. Die bevat tal van begeleidende maatregelen, gericht op specifieke Brusselse actoren, zoals personen met beperkte mobiliteit, kleine ondernemingen of autodelen. Financiële steun, informatie en bewustmaking, uitrol van laadpalen voor elektrische voertuigen: in de komende jaren zullen tal van maatregelen worden genomen om de transitie te vergemakkelijken. Over die maatregelen zal uitvoerig overleg worden gepleegd met de betrokken actoren. 

Gelijktijdig met de goedkeuring van het LEZ-tijdschema, heeft de regering ook besloten om:

  • De LEZ-premie voor Brusselse kmo’s te versterken en aan te passen, om ze toegankelijker te maken en om de aankoopprijs van een elektrisch en een thermisch bedrijfsvoertuig gelijkwaardig te maken. De premie zal ook aangewend kunnen worden voor het leasen van voertuigen.
  • Mobiele controleteams in te voeren vanaf 2022, die erop zullen toezien dat buitenlandse voertuigen die in Brussel rijden, voldoen aan de criteria van de lage-emissiezone.
  • Een ‘verkeersarmoedemanager’ binnen de Brusselse administratie aan te stellen, om de steunmaatregelen voor de meest kwetsbare doelgroepen te versterken en meer aandacht aan hen te besteden, en de overwegingen systematisch op te nemen in het Brusselse beleid.

Die maatregelen komen bovenop een reeks belangrijke beslissingen die het Brussels Gewest onlangs heeft genomen om een minder vervuilende mobiliteit aan te moedigen, zoals:

  • De beslissing om de komende jaren ongekende budgetten vrij te maken voor mobiliteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waaronder bijna een miljard euro voor het openbaar vervoer (bus, tram en metro) in 2021 om het aanbod en de toegankelijkheid ervan te verbeteren.
  • De verregaande hervorming van de aan particulieren toegekende Brussel’Air-premie, waarvan het budget is verviervoudigd, die werd aangepast aan de inkomens van de huishoudens en die binnenkort tal van nieuwe mobiliteitsalternatieven zal integreren.
  • De goedkeuring en uitvoering van een gewestelijke strategische visie voor de uitrol van laadpalen voor elektrische voertuigen, waarbij ernaar wordt gestreefd om tegen 2035 22.000 publiek toegankelijke laadpunten te realiseren.

Alain MARON (minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Klimaattransitie, Leefmilieu en Energie): “In Brussel heeft de lage-emissiezone de luchtkwaliteit al verbeterd. De regering geeft vandaag een nieuw en duidelijk signaal: ze wil verder gaan om de gezondheid van haar inwoners te beschermen, minder vervuilende mobiliteit aan te moedigen en de Europese klimaatambities waar te maken. Deze beslissing zal in het bijzonder ten goede komen aan onze kinderen en ouderen, alsook aan de meest kwetsbare groepen, die in hoge mate worden blootgesteld aan de schadelijke gevolgen van de verontreiniging. Door een duidelijke roadmap op te stellen, zorgen we er ook voor dat niemand aan de zijlijn blijft staan bij deze transitie.”

Elke Van den Brandt (minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit): “Brussel investeert massaal in alternatieven voor de privéwagen. Eerst en vooral in het openbaar vervoer: in 2020 alleen al werd 1 miljard euro geïnvesteerd in de MIVB om de Brusselaars een toegankelijker, fijnmaziger, frequenter bediend en comfortabeler netwerk aan te bieden. Wat verplaatsingen te voet en per fiets betreft wordt ingezet op fietspaden, routes voor voetgangers,en een autoluwe stad om de actieve verplaatsingswijzen veilig en aangenaam te maken. Ook de pendelaars worden niet vergeten: voor hen hebben we de tariefintegratie afgerond, die toelaat om met één ticket alle aanbieders van openbaar vervoer in de hoofdstad te kunnen gebruiken. Ook investeren we in nieuwe Park+Rides om pendelaars mee te laten genieten van een meer leefbaar, vlot en gezond Brussel.”

Sven Gatz (minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Begroting): “Zoals in het regeerakkoord overeengekomen, hebben we een kalender goedgekeurd om via de LEZ-zone een geleidelijke overgang mogelijk te maken naar minder vervuilende voertuigen in Brussel. Dit is nodig om de luchtkwaliteit in het Gewest te verbeteren, de gezondheid van de inwoners te verbeteren en onze klimaatdoelstellingen te behalen. Deze beslissing gaat gepaard met ingrijpende begeleidingsmaatregelen, zoals investeringen van meer dan één miljard euro in het openbaar vervoer.”

Barbara Trachte (staatssecretaris voor Economische Transitie): “We moeten ook de economische kansen van de koolstofarme transitie grijpen en er tegelijk voor zorgen dat de transitie naar een minder vervuilende mobiliteit geleidelijk en eerlijk verloopt. Met de regering werken we aan de herziening van de LEZ-premie om bedrijven beter te begeleiden.”

Dr. Maria Neira (directrice van het departement Leefmilieu, Klimaatverandering en Gezondheid van de WGO): “Een goed gepland vervoerssysteem biedt enorme en onmiddellijke voordelen voor de gezondheid, duurzaamheid en klimaatactie – een win-win-winsituatie! De geleidelijke afschaffing van voertuigen met een verbrandingsmotor is een belangrijke stap in de goede richting, en moet gepaard gaan met acties om de verplaatsingen te doen verschuiven naar lopen, fietsen en schoner openbaar vervoer en vrachtvervoer, en met maatregelen om de afhankelijkheid van gemotoriseerde vervoerswijzen te verminderen door middel van een geïntegreerd beheer van het vervoer en de ruimte. De gezondheidsgemeenschap is bereid de integratie van gezondheid in de planning en het beheer van vervoerssystemen van de 21e eeuw te ondersteunen.”

Karen Vancluysen, secretaris-generaal van het stedennetwerk POLIS: “Nu we langzamerhand uit de COVID-19-crisis komen, mogen we niet vergeten dat een andere gezondheidscrisis onze steden heeft bedreigd en dat nog steeds doet. Luchtverontreiniging mag dan minder tastbaar zijn, ze is niet minder ernstig wat de gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van de burgers betreft. Met deze beslissing sluit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich aan bij een groep ambitieuze en toekomstgerichte Europese steden die de negatieve en dramatische gevolgen van luchtverontreiniging niet langer als nevenschade aanvaarden.”

 

***

Wat is de Brusselse Low Emission Zone (LEZ) precies?

‘Low Emission Zone’ (LEZ) betekent ‘lage-emissiezone’ in het Nederlands. Deze term wordt gebruikt om een zone aan te duiden die tot doel heeft het verkeer van de meest vervuilende voertuigen geleidelijk te beperken. Deze maatregel wordt in tal van Belgische (Antwerpen, Gent) en Europese steden genomen om de luchtkwaliteit en dus de volksgezondheid te verbeteren. In Brussel geldt dit voor Belgische en buitenlandse auto’s, bestelwagens (-3,5 ton), (mini)bussen en autocars naargelang hun Euronorm.

Meer informatie over de werking van de zone is te vinden op https://lez.brussels/mytax/.

Wat is de inhoud van dit nieuwe tijdschema?

In het kader van het tijdschema 2025-2035, zal het toepassingsgebied van de lage-emissiezone uitgebreid worden en alle gemotoriseerde voertuigen bestrijken: auto’s, (mini)bussen/autocars en bestelwagens, maar ook tweewielers en vrachtwagens (+3,5t). Op basis van de studies en de raadpleging, en om rekening te houden met de aanwezigheid of de opkomst van alternatieven op de markt, is een gedifferentieerd tijdschema voor deze verschillende voertuigen vastgesteld. Dat schema zal dus niet voor alle voertuigen op dezelfde manier gelden.

Wat is de inhoud van de roadmap ‘Low Emission Mobility Brussels’?

Het geleidelijk koolstofarm maken van het Brusselse wagenpark moet op een rechtvaardige manier en met medewerking van alle betrokken actoren worden uitgevoerd. Na een inspraakproces dat sinds 2018 loopt en tal van studies en analyses die in dit kader zijn uitgevoerd, is een roadmap opgesteld om dat doel te bereiken. In deze roadmap, ‘Low Emission Mobility Brussels’ genaamd, worden de specifieke actoren en wagenparken geïdentificeerd waarop de LEZ betrekking heeft (kwetsbare personen/PBM, kleine en middelgrote ondernemingen, taxi’s, autodelen, bedrijfsvoertuigen, openbare wagenparken, enz.) en wordt een strategie uitgestippeld om hen bij deze ambitieuze transitie te begeleiden. Daarom is voor deze groepen een reeks begeleidende maatregelen voorzien die in de komende jaren zullen worden uitgevoerd.

Over deze roadmap zal in de loop van 2021 grondig overleg worden gepleegd om ze in nauwe samenwerking met de betrokken actoren (vertegenwoordigers van de betrokken economische sectoren en specifieke doelgroepen, gemeenten, maatschappelijk middenveld, andere Belgische beleidsorganen) uit te werken en in praktijk te brengen.

Het document dat de regering donderdag in eerste lezing heeft goedgekeurd, zal online beschikbaar zijn.

Enkele bronnen om nog verder te gaan:

  • In de studies die tot de vaststelling van deze nieuwe mijlpalen hebben geleid, wordt gewezen op de aanzienlijke gezondheids- en klimaatvoordelen die zij zullen opleveren. Zij moeten het bijvoorbeeld mogelijk maken om bij te dragen aan:
    • het vermijden van 100 tot 110 vroegtijdige sterfgevallen per jaar ten gevolge van de luchtverontreiniging in Brussel;
    • het vermijden van 100 tot 350 miljoen euro per jaar aan gezondheidsgerelateerde kosten;
    • het verminderen van de broeikasgasemissies van het vervoer met 65% tot 75% tegen 2030.
  • Het project Green and Quiet (VUB / KULeuven) heeft aangetoond dat de sociaal meest achtergestelde buurten in Brussel blootgesteld zijn aan veel hogere concentraties luchtverontreiniging dan de meer welgestelde buurten. Het zijn dus vooral de kansarme of kwetsbare personen (zoals ouderen en kinderen) die baat zullen hebben bij de verwachte aanzienlijke verbetering van de luchtvervuiling. Zij hebben trouwens vaak geen voertuig.
  • Een recente studie, gepubliceerd in The Lancet Planetary Health en uitgevoerd op bijna 1.000 steden, rangschikt Brussel als de achtste meest dodelijke stad ter wereld wat betreft NOx-concentraties.
  • In een recente studie van de CE Delft wordt de economische impact van de luchtvervuiling in Brussel geraamd op 1.395 euro per jaar.

 

[1] Zie met name https://theicct.org/publications/combustion-engine-car-phase-out-EU

Heyvaert: een wijk die de overgang maakt naar een harmonieus evenwicht tussen woongelegenheid, productieactiviteiten en hoogwaardige groene ruimten

Heyvaert

Heyvaert: een wijk die de overgang maakt naar een harmonieus evenwicht tussen woongelegenheid, productieactiviteiten en hoogwaardige groene ruimten - Goedkeuring van het RPA na tweede lezing

persbericht

24 juni 2021

Op 24 juni 2021 keurde de Brusselse regering het ontwerp voor de inrichting van de Heyvaertwijk (richtplan van aanleg – RPA) na een tweede lezing goed. Het stadsproject Heyvaert, dat onder leiding van perspective.brussels wordt uitgetekend, stelt een visie voor om de wijk om te vormen in overeenstemming met de milieu- en stadsdoelen die het Gewest heeft vastgelegd.  

Het reflectieproces rond dit stadsproject was tevens de gelegenheid om alle spelers op het terrein rond de tafel te brengen om een nieuwe toekomst voor de Heyvaertwijk te bepalen en een gedeelde visie te creëren.

De levenskwaliteit en woonruimte verbeteren

De Heyvaertwijk ligt aan de rand van het Brusselse stadscentrum. Zij wordt begrensd door de Kleine Ring. Het is van oudsher een plaats waar intensief gehandeld wordt in voertuigen, met daarnaast ook veel slachthuizen en beenhouwerijen.

Het hoofddoel van het stadsproject is om te zorgen voor een harmonieus evenwicht tussen de productieactiviteiten en de woonfunctie. Een functionele mix is namelijk een noodzakelijke voorwaarde om vorm te kunnen geven aan een duurzame en inclusieve stad. Zo stelt het project voor om in de wijk ruimte voor economische activiteiten te behouden, maar daarnaast ook (onder meer sociale) woningen te bouwen en nieuwe groene ruimten aan te leggen.

Voorts stuurt het project aan op voorzieningen van collectief belang, zoals het culturele project dat de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) ontwikkelt op de site aan de Manchesterstraat.

Naast het werk rond de programmering van de huizenblokken is het eveneens de bedoeling om met dit plan de kwaliteit en de kwantiteit van de openbare ruimte te versterken door het opmerkelijke karakter van de industriële gebouwen en de aanwezigheid van het kanaal tot hun recht te laten komen. Dat streven wordt concreet uitgewerkt met de inrichting van een netwerk van doorlaatbare openbare ruimten die steunen op de landschapskwaliteiten van de wijk. Het plan beoogt het potentieel van de wijk op het vlak van biodiversiteit te verhogen door middel van een park dat het park aan de Ninoofsepoort verbindt met de site van de Slachthuizen. Het is de bedoeling om op deze manier de ruimte evenwichtiger te laten delen door alle gebruikers.

De ambitie van het stadsproject voor Heyvaert bestaat erin te steunen op de geschiedenis en de sterke identiteit van de wijk om haar te laten evolueren tot een levendig, gemengd, duurzaam en inclusief gebied. Naast de voorstellen in verband met de bebouwing, de openbare ruimte en de stedelijke functies stelt het door de regering goedgekeurde RPA dan ook voor om de bouw van sociale woningen te bevorderen,” aldus minister-president Rudi Vervoort.

De aanleg van een nieuw park om de wijk een groene ademruimte te geven, het behoud van productieactiviteiten die beter in het stadsweefsel worden ingepast, en de bouw van woningen, waaronder ook sociale woningen, zijn hefbomen om deze wijk om te vormen,” benadrukt Antoine de Borman, directeur-generaal van perspective.brussels.

Een coherente en participatieve toekomststrategie

Het stadsproject Heyvaert maakt ook deel uit van een programma voor stadsherwaardering, meer bepaald het stadsvernieuwingscontract (SVC) “Heyvaert-Poincaré”. Het is essentieel dat de projecten van dat SVC dit stadsproject op basis van een gemeenschappelijke aanpak ondersteunen. Omdat het Gewest tegelijk met de naburige wijken (de wijk van de Slachthuizen, de Zuidwijk, de wijk rond het Weststation en de wijk aan de Ninoofsepoort) aan de slag gaat, zal de renovatie van de Heyvaertwijk worden afgestemd op deze aanpalende projecten, maar ook op de visie van het Kanaalplan en op het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO).

Volgende  stappen?
De goedkeuring van het RPA in tweede lezing is een tussenfase waarin het Gewest zijn intenties kenbaar maakt. Op basis daarvan kan de Raad van State zich nu over het document uitspreken. Daarna zal het ontwerp voor een derde en laatste lezing aan de regering worden voorgelegd.

Voorstel om de openbare en de groene ruimten rond het kanaal en de Heyvaertstraat herin te richten.
Copyright: perspective.brussels/CityTools/PlusOffice

De Brusselse regering wijzigt het ontwerp van RPA Mediapark ingrijpend na openbaar onderzoek, zonder af te stappen van het oorspronkelijke doel

mediapark21 copie

De Brusselse regering wijzigt het ontwerp van RPA Mediapark ingrijpend na openbaar onderzoek, zonder af te stappen van het oorspronkelijke doel: een ambitieuze, rechtvaardige en kwaliteitsvolle stedelijke ontwikkeling

persbericht

21 juni 2021

Op 17 juni 2021 keurde de Brusselse regering de wijzigingen goed die naar aanleiding van het openbaar onderzoek van 2019 en de adviezen van de geraadpleegde instanties en gemeenten aan het ontwerp van richtplan van aanleg Mediapark moeten worden aangebracht. De bijsturing van het plan steunt op twee grote principes: een groter gedeelte voorbehouden voor openbare ruimten en de bouwdichtheid verminderen – zowel qua hoogte als qua dichtheid. Eind dit jaar zal over het bijgewerkte ontwerp een nieuw openbaar onderzoek plaatsvinden.

In 2017 ondertekende het Brussels Gewest de akten om de terreinen van de VRT en de RTBF aan de Reyerslaan aan te kopen. Het stadsproject “mediapark.brussels”, dat door perspective.brussels in goede banen wordt geleid, is erop gericht de site van de openbare televisieomroepen om te vormen tot een gemengde wijk waarin media-activiteiten centraal staan. Er werd vertrokken vanuit de ambitie om deze stedelijke enclave open te trekken naar de stad en de wijk een nieuwe invulling te geven met een omvangrijk openbaar park, betaalbare woningen en buurtvoorzieningen en -winkels.

Op de eerste goedkeuring van het ontwerp van RPA Mediapark in het voorjaar van 2019 volgde een openbaar onderzoek. Dat leverde zo’n 400 reacties op, zowel van adviesorganen als van de gemeenten, omwonenden en verenigingen, zoals de Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL), Inter-Environnement Bruxelles en het buurtcomité Mediapark.

De Brusselse regering stelt de oorspronkelijke doelstellingen van het ontwerp na de participatiefase met het openbaar onderzoek niet in vraag, maar stelt wel een doortastende aanpassing voor.

Bijna 50% van de site wordt bestemd voor openbare ruimten en aanleg van een nieuw open stadspark

In het RPA dat na de eerste lezing aan een openbaar onderzoek werd onderworpen, was al 40% van de 20 hectare van de Reyerssite, ofwel 8 hectare, voorbehouden voor openbare ruimten. Als gevolg van de nieuwe regeringsbeslissing wordt het oorspronkelijke park van meer dan 8 ha met nog eens 1,5 ha vergroot door drie zuidoostelijk gelegen bouwzones op het plan te schrappen en het bestaande bosgebied meer te vrijwaren.

Toegankelijke woningen 

Naast de uitbreiding van de oppervlakte voor het stadspark verlaagde de regering haar oorspronkelijke streefdoel om ongeveer 2.000 woningen te bouwen tot ongeveer 1.600 (met 38% of iets meer dan 600 woningen met sociaal oogmerk) om de milieu-impact van het project te beperken. Daardoor vermindert de bouwdichtheid met 43.000 m² (door het schrappen van de bouwblokken I, J en K en het verlagen van bepaalde bouwhoogten). Door de maximale toegestane hoogte in bepaalde bouwzones op het plan te verlagen, kunnen de nieuwe gebouwen beter in de bestaande wijk worden geïntegreerd. De gebouwen aan de Kolonel Bourgstraat zullen de vierde gevel van het park vormen.

Uitbreiding van het stadspark, royaler en groener.
Synthetische axonometrie

Van theorie in de praktijk: hoe gaat de nieuwe wijk van het Weststation eruit zien? De regering keurt het RPA Weststation in tweede lezing goed

gare de louest

Van theorie in de praktijk: hoe gaat de nieuwe wijk van het Weststation eruit zien? De regering keurt het RPA Weststation in tweede lezing goed

persbericht

11 juni 2021

Na de burgers via een openbaar onderzoek te hebben geraadpleegd en het advies van de bevoegde instanties te hebben ingewonnen, keurde de Brusselse regering op voorstel van minister-president Rudi Vervoort op donderdag 3 juni het richtplan van aanleg voor het gebied rond het Weststation in Sint-Jans-Molenbeek (het RPA “Weststation”) in tweede lezing goed. Het Gewest verduidelijkt in deze fase wat zijn intenties zijn. Hierna komt er nog een derde en laatste lezing door de regering, waarbij rekening zal worden gehouden met het verwachte advies van de Raad van State over het ontwerp.  

De context

Het braakliggende terrein rond het Weststation, waarover de spoorweg loopt die de gemeente Sint-Jans-Molenbeek in twee deelt, is een omvangrijke site van 13 hectare en strekt zich uit over ongeveer een kilometer. Dit gebied van gewestelijk belang (GGB) vormt de verbinding tussen twee delen van Sint-Jans-Molenbeek: het dichtbebouwde oosten met oude gebouwen en het westen dat recenter ontwikkeld werd.

Dit voormalige goederenstation, dat uitzonderlijk goed bereikbaar is met het openbaar vervoer (metro, tram, bus en trein) en dat vandaag eigendom is van Infrabel, de NMBS en het Brussels Gewest, biedt een uniek ontwikkelingspotentieel. Het ontwerp van RPA, dat onder leiding van perspective.brussels door Taktyk (landschap) / Alive Architecture (beheer van de overgang) / 51N4E (architectuur) werd uitgewerkt, maakt deel uit van de ambitieuze territoriale strategie van het Gewest voor de herontwikkeling van deze site.

De site snel weer openstellen voor het publiek door tal van openbare actoren gecoördineerd te laten optreden

 

Naast het ontwerp van RPA maakt het Gewest gebruik van verschillende instrumenten voor stadsvernieuwing om de site beetje bij beetje invulling te geven. Het werkt daarvoor samen met de betrokken federale en gewestelijke instanties en met de gemeente Sint-Jans-Molenbeek (stadsvernieuwingscontract nr. 3, twee wijkcontracten). Zo ging naast het metrostation Weststation het project MolenWest van start, waarvoor de handen in elkaar werden geslagen met de buurtverenigingen. Daarnaast staan er ook nog enkele andere projecten voor de aanleg van openbare en groene ruimten op stapel.

Die projecten zijn mogelijk dankzij de afspraken die het Gewest met de twee eigenaars van de site, namelijk Infrabel en de NMBS, heeft gemaakt. Met Infrabel werden al enkele jaren geleden afspraken gemaakt en eind maart 2021 ondertekende citydev.brussels, de gewestelijke instelling die het stadsproject voor het Weststation namens het Gewest in goede banen leidt, ook een protocolakkoord of Memorandum of Understanding (MOU) met de NMBS. Dat akkoord effent het pad om te onderhandelen over de opzet van een vastgoedproject dat erop gericht moet zijn op een deel van de site een gemengd programma (met woningen, economische activiteiten, voorzieningen en handelszaken) uit te voeren. Het biedt het Gewest eveneens het noodzakelijke grondbeheer om het park van het Weststation, een belangrijk project dat kadert in stadsvernieuwingscontract nr. 3, te ontwikkelen.

De NMBS vindt het essentieel om constructief samen te werken met de plaatselijke en gewestelijke instanties, zodat gestalte kan worden gegeven aan stationsomgevingen met functies die de modal shift naar de trein bevorderen. Via haar toewijzingsbeleid van gronden, wil de NMBS het gebruik van de trein stimuleren, maar tegelijk ook de ontwikkeling, modernisering en opwaardering van stadscentra faciliteren.

Verder zal de samenwerking tussen de NMBS en citydev.brussels in lijn met de strategische aanbevelingen van het RPA al snel leiden tot de opstart van tijdelijke overgangsprojecten. De gemeente en Leefmilieu Brussel zullen daarbij als partners worden betrokken. Dat moet het mogelijk maken om de

site zo snel mogelijk nieuw leven in te blazen door hem toegankelijk te maken voor de bewoners.

Dit grote ontwikkelingsproject toont op een zeer concrete manier hoe tal van openbare actoren in dit gebied onder impuls van het RPA en de programma’s voor stadsvernieuwing zich inzetten en samenwerken. Ik ben ook zeer tevreden met het veelbelovende akkoord met onder meer de NMBS, dat het mogelijk moet maken om een belangrijke doelstelling te verwezenlijken, namelijk het grootstedelijke potentieel van dit uitzonderlijke mobiliteitsknooppunt dat het gebied rond het Weststation is, verzoenen met de dringende behoefte van de wijk en het Gewest aan voorzieningen, jobs, woningen en groene ruimten. Het RPA vat de uitdagingen voor de site treffend samen”, aldus minister-president Rudi Vervoort.

Het is voor de gemeente schitterend nieuws dat er in dit dossier vooruitgang wordt geboekt. Dit zal rechtstreekse en concrete gevolgen hebben voor het leven van de Molenbekenaren. De nieuwe geplande infrastructuur zal hun levenskwaliteit verbeteren. Het programma omvat bovendien een zeer groot percentage openbare woningen. Dat vind ik in de huidige wooncrisis die we doormaken, bijzonder belangrijk. Tot slot ben ik zeer blij dat het recreatief waterpark dat wij hadden voorgesteld, mee opgenomen is! Gezinnen zullen er terecht kunnen om zich te ontspannen en zich te verpozen. Ik ben dus een gelukkige burgemeester en ik wil onze minister-president, Rudi Vervoort, nogmaals bedanken voor dit resultaat”, aldus Catherine Moureaux, burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek.

Voor citydev.brussels kwam het er in de eerste plaats op aan om het partnerschap met de NMBS vorm te geven, zodat een concrete, snelle en daadwerkelijke ontwikkeling van dit gebied dat al veel te lang een stedelijke breuklijn vormt, mogelijk kan worden gemaakt. Op grond van dat partnerschap is met Leefmilieu Brussel al een eerste samenwerking aangegaan om het park te activeren”, laat Benjamin Cadranel, algemeen bestuurder van citydev.brussels, weten.

”NMBS is verheugd via haar dicht bij het Weststation gelegen gronden, bij te kunnen dragen aan het inbrengen van een nieuwe dynamiek in een zone met een hoog ontwikkelingspotentieel in het Brussels Gewest. Via haar toewijzingsbeleid van gronden wil NMBS uiteraard op de eerste plaats het gebruik van de trein stimuleren maar tegelijk neemt ze deel aan de ontwikkeling en aan het valoriseren van stedelijke centra, conform haar sociale doelstelling. De NMBS pleit er in haar visie om van stations levendige locaties te maken die in hun omgeving zijn verankerd, namelijk voor om stationsbuurten te verdichten en uit te rusten met een mix van functies, waardoor er een hele dag lang bedrijvigheid is en zij bruisen van het leven. De constructieve samenwerking met citydev.brussels moet het mogelijk maken om op korte termijn de eerste tijdelijke overgangsprojecten op te starten. Dat is een belangrijk signaal voor de wijk”, klinkt het uit de mond van Patrice Couchard, algemeen directeur Stations van de NMBS.

De ingebruikname van de Infrabel Academy, het nationale opleidingscentrum voor de spoorwegberoepen, begin 2021 is een ijkpunt in dit grote project om de site geleidelijk open te stellen voor de Brusselaars.

Ook Beliris draagt zijn steentje bij tot de convergerende samenwerkingsverbanden door onder meer enkele belangrijke mobiliteitsprojecten te financieren, zoals de nieuwe voetgangersbrug Beekkant die de bestaande voetgangersbrug, momenteel de enige manier om de site van oost naar west over te steken, moet vervangen en de “cyclostrade” langs spoorlijn L28, de geplande snelle fietsverbinding tussen de Noordwijk en het metrostation Jacques Brel (Anderlecht) die over de site van het Weststation zal lopen.

Dat is het dynamische kader waarin het ontwerp van RPA voor het Weststation past. De voornaamste doelstellingen die het naar voren schuift, zijn de site open te stellen voor de omliggende wijken en de grootstad, er oversteekplaatsen voor zachte weggebruikers aan te leggen, (90.000 m²) nieuwe gebouwen op te trekken met 50% woningen, waarvan het merendeel openbare woningen zullen zijn, plaats te voorzien voor productieactiviteiten, handelszaken en voorzieningen, waaronder een grote grootstedelijke voorziening, en kwaliteitsvolle groene ruimten in te richten die toegankelijk zijn voor de bewoners, met een park van minstens 3 hectare.

Met dit stadsproject streven we ernaar om het braakliggende terrein rond het Weststation een kwaliteitsvolle gedaanteverandering te laten ondergaan. Een uitgebreid netwerk van parken, voetgangersbruggen en wandel- en fietspaden zal het doen aansluiten op de omliggende wijken. Op het zuidoostelijke deel van de site komen nieuwe gebouwen die bestemd zullen worden voor huisvesting, openbare voorzieningen en economische activiteiten, terwijl het noordwestelijke deel voorbehouden zal worden voor de ontwikkeling van biodiversiteit”, aldus Antoine de Borman, directeur-generaal van perspective.brussels.

Ten oosten van het braakliggende terrein rond het Weststation wordt momenteel werk gemaakt van een herwaardering van het huizenblok dat zich vlak naast de brouwerij Vandenheuvel bevindt. Het Gewest doet daaraan mee via het project “GO West”, dat ontwikkeld wordt door citydev.brussels,  waardoor de wijk een nieuw kinderdagverblijf en een bijkomend aanbod van geconventioneerde woningen zal krijgen.

Tot slot zullen de inspanningen die het Gewest levert voor de stadsvernieuwing van dit gebied, verder worden aangevuld dankzij de aankoop en de verbouwing van de vroegere, in dezelfde wijk gelegen hoofdzetel van het bedrijf Delhaize (nu LionCity) door citydev.brussels. Het is de bedoeling om daar een gemengd stedelijk programma met voorzieningen, openbare woningen, productieactiviteiten, winkels, waaronder een nieuwe Delhaize-supermarkt, en groene ruimten tot stand te brengen. En voor zij die de wijk een beetje kennen: citydev.brussels heeft een tijdelijke gebruiksplaats geboden aan de Espace Catastrophe, een Brussels circuscentrum dat sinds kort op het terrein van de voormalige drukkerij van Delhaize is gevestigd.

Samenkomst van de Gewestelijke Veiligheidsraad en het opheffen van de algemene mondmaskerverplichting in de openbare ruimte

bruxelles en vacances

Samenkomst van de Gewestelijke Veiligheidsraad en het opheffen van de algemene mondmaskerverplichting

persbericht

7 juni 2021

Brussels minister-president Rudi Vervoort heeft vandaag de Gewestelijke Veiligheidsraad* laten bijeenkomen om de gemeentelijke en lokale instanties in te lichten over de beslissingen die vorige week vrijdag door het Overlegcomité zijn genomen. Daarbij werd er ook gesproken over het al dan niet behouden van de specifieke Brusselse maatregelen zoals het verplicht dragen van een mondmasker in de openbare ruimte en het verbod op alcoholconsumptie tussen 22:00 en 05:00.

Op basis van een analyse van de epidemiologische situatie die aan het verbeteren is en de lopende vaccinatiecampagne heeft minister-president Rudi Vervoort samen met de 19 Brusselse burgemeesters en de actoren van de Gewestelijke Veiligheidsraad beslist om de algemene mondmaskerverplichting in de openbare ruimte op te heffen. De Brusselse burgemeesters zullen elk voor hun gemeenten de zones aangeven waarbij het dragen van een mondmasker wél nog verplicht is overeenkomstig het federaal ministerieel besluit. Volgens deze bepaling geldt dit voor drukke plaatsen waarbij een veilige afstand bewaren niet mogelijk is. Daarnaast wordt ook het verbod op alcoholconsumptie tussen 22:00 en 05:00 opgeheven in het gewest.

Deze maatregelen gaan in vanaf woensdag 9 juni.

Hierbij is het belangrijk ter herinnering te brengen dat de maatregel van de Minister van Binnenlandse Zaken betreffende het dragen van een mondmasker van toepassing blijft. Daarnaast rekenen de Minister-President en de lokale overheden op de verantwoordelijkheidszin van de inwoners van het Brussels Gewest om hun mondmasker te blijven dragen indien de afstandsregel van 1,5 meter niet bewaard kan worden.

*Deze raad die voorgezeten wordt door de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is samengesteld uit de Procureur des Konings van Brussel, de voorzitters van de politiecolleges, de Bestuurlijk Directeur-coördinator, de Gerechtelijke Directeur en de Korpschefs van de zes lokale politiezones die op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn gevestigd. De samenstelling ervan wordt uitgebreid met de burgemeesters van alle 19 Brusselse gemeenten en de Hoge Ambtenaar.