Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een advies uitgebracht over het herinrichtingsproject van de Noordelijke Ring
persbericht
22 juli 2021
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een advies uitgebracht over de tweede versie van de scopingnota over de herinrichting van de Noordelijke Ring.
Brussel herinnert eraan dat ze zich in principe niet verzet tegen het herinrichtingsproject van de Noordelijke Ring maar dat ze een echte co-constructie wil zien en een ambitieuzere visie wat betreft alternatieven met minder verkeer, meer in lijn met de gemeenschappelijke doelen van de twee gewesten op vlak van klimaat, verbetering van de luchtkwaliteit en de leefbaarheid en de verkeersveiligheid.
Op 24 mei 2021 heeft de Vlaamse Regering verzocht aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een advies uit te brengen over de tweede versie van de scopingnota betreffende de herinrichting van de Noordelijke Ring. Deze vraag maakt deel uit van een ‘geïntegreerd planningsproces’ dat officieel werd aangevat door de Vlaamse Regering in 2018 met als doelstelling het definiëren van een gewestelijk uitvoeringsplan voor de ruimtelijke herinrichting van het noordelijke deel van de Ring rond Brussel.
Dit herinrichtingsproject van de Noordelijke Ring maakt deel uit van een globaler programma van Werken aan de Ring. De Brusselse Regering verwelkomt en steunt de bijkomende maatregelen zoals de ontwikkeling van het openbaar vervoer en de fietsinfrastructuur, aangezien de multimodale toegankelijkheid tot de stad van essentieel belang is voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
In haar advies herinnert de Brusselse Regering eraan dat ze zich in principe niet verzet tegen het herinrichtingsproject van de Noordelijke Ring als dusdanig, en wil ze opnieuw haar bereidheid benadrukken om er op constructieve wijze aan bij te dragen. De Ring is cruciale infrastructuur voor Brussel. Elk project dat op structurele wijze aan de vorm ervan raakt moet noodzakelijkerwijze in co-constructie gebeuren met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Regering betreurt daarom dat het Brussels Gewest niet nog meer betrokken is geweest als speler op hetzelfde niveau als het Vlaams Gewest in het herinrichtingsproject van de Noordelijke Ring.
Bovendien maakt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich zorgen over de samenhang tussen bepaalde doelstellingen die gedeeld worden door beide Gewesten (klimaat, leefbaarheid en verkeersveiligheid) en de verschillende scenario’s voor de Ring die nog worden overwogen door het Vlaams Gewest (afwezigheid van varianten zonder capaciteitsverhoging van de weginfrastructuur, behoud van projecten met maximale wegbreedte, etc…). Alle alternatieven die nog op tafel liggen lijken ongunstig te zijn op vlak van klimaat en luchtkwaliteit. Ook andere vormen van milieu-impact zoals geluidshinder worden er bijna niet in geanalyseerd.
Het advies benadrukt de vrees en de vragen van het Brussels Gewest wat betreft het uitgevaardigde kader om de alternatieven te analyseren: het bijkomstige karakter van het scenario waarin rekening wordt gehouden met de doelstellingen inzake modale verschuiving die de twee gewesten hebben bepaald, het bijna helemaal niet meenemen van de effecten veroorzaakt door het verkeer in de berekeningen, het ontbreken van modellering die verder gaat dan 2030 en het ontbreken van een scenario waarbij in de verkeersontwikkeling rekening werd gehouden met een kilometerheffing over het hele grootstedelijk gebied.
Tot slot benadrukt het advies ook het belang van het opstarten van specifieke gezamenlijke studies voor wat betreft de toegangswegen tot de Ring en op basis hiervan overleg te plegen met alle betrokken partijen.