Brusselse Regering maakt 74 miljoen extra vrij voor de sectoren die het zwaarst door de gezondheidscrisis zijn getroffen

parlement ma version

Brusselse Regering maakt 74 miljoen extra vrij voor de sectoren die het zwaarst door de gezondheidscrisis zijn getroffen

persbericht

21 januari 2021

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft op donderdag 21 januari 2021 een nieuw pakket steunmaatregelen goedgekeurd voor de economische sectoren die het zwaarst door de crisis zijn getroffen, voor een totaalbedrag van bijna 74 miljoen euro. Het gaat om de volgende vier sectoren: restaurants en cafés en hun voornaamste toeleveranciers; toeristische logies, waaronder hotels en gastenkamers; ondernemingen in de evenementen-, cultuur en toeristische sector; en discotheken.

Deze ondernemingen zijn van essentieel belang voor Brussel, zijn imago, zijn aantrekkelijkheid en zijn economische dynamisme. Achter deze ondernemingen staan duizenden ondernemers en werknemers die al maanden niet kunnen werken en geen vooruitzichten hebben. Zich bewust van de enorme moeilijkheden waarin zij zich bevinden en om hen door de crisis te helpen, heeft de regering ingestemd met een premiestelsel, ‘Tetra’ genaamd. 

Deze nieuwe maatregel is uitgewerkt na talrijke ontmoetingen en gesprekken met de organisaties die de werkgevers, de middenstand en de werknemers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigen, om zo goed mogelijk aan hun verwachtingen te beantwoorden en rekening te houden met de realiteit op het terrein.

Deze steunregeling zal de vorm aannemen van een variabele premie waarvan het bedrag zal worden vastgesteld op basis van het aantal voltijdsequivalenten (VTE) van de onderneming en de omzetdaling tussen de laatste drie kwartalen van 2019 en dezelfde periode in 2020.

Met de invoering van deze twee criteria kiest de regering voor een meer gerichte steunaanpak die bedoeld is om de ondernemingen en zelfstandigen te helpen, waarvan de behoeften en moeilijkheden beter geïdentificeerd zijn.

Afhankelijk van de betrokken sector zullen de premiebedragen binnen de volgende marges vallen:

  • voor de horecasector, de horecaleveranciers en de evenementensector: van 5.000 tot 36.000 euro;
  • voor de logiessector: van 5.000 tot 50.000 euro;
  • voor de discotheken: van 60.000 tot 100.000 euro.

Brussel Economie en Werkgelegenheid zal instaan voor het beheer van deze premies. De procedures en termijnen voor toegang tot deze steun zullen worden meegedeeld na de bekendmaking van de besluiten, in de loop van februari.

Minister-President Rudi Vervoort: “De toeristische, culturele en evenementensector en de sector van het nachtleven zorgen zowel rechtstreeks als onrechtstreeks voor heel wat werkgelegenheid en zij dragen ontegensprekelijk bij aan het imago en de internationale uitstraling van Brussel, maar momenteel gaan zij door een ongeziene crisis. De Brusselse regering is zich daarvan bewust en zij zet zich al maandenlang onverdroten in om hen bij te staan. Deze nieuwe steunmaatregel is het resultaat van een samenwerking met de sociale partners die erop gericht was te komen tot een mechanisme dat beter afgestemd is op de situatie op het terrein. Wij blijven verder overleg plegen en zullen aan hun zijde blijven staan om hen te helpen deze crisis door te komen en om het herstel voor te bereiden.”

Minister van Financiën en Begroting, Sven Gatz: “Met deze nieuwe Tetra-premie willen we enkele uiterst belangrijke sectoren uit het Brusselse leven bijkomende ondersteuning bieden om de coronacrisis te overleven. De hotels en Bed & Breakfast’s, de restaurants en cafés, de evenementensector, de cultuursector, het toerisme en de discotheken zijn voor het economisch en sociaal weefsel in de hoofdstad immers van cruciaal belang. Daarom halen we het onderste uit de kast om hen voor het faillissement te behoeden.”

Barbara Trachte, staatssecretaris voor Economische Transitie: “Na talrijke ontmoetingen met de betrokken sectoren moest een gerichte steunregeling worden uitgewerkt die in verhouding staat tot hun moeilijkheden. De horeca en zijn toeleveranciers, de evenementensector, het nachtleven… ze zijn bepalend voor het imago van Brussel. Deze sectoren zijn van vitaal belang voor de economische activiteit van ons gewest. Het zijn vooral de zelfstandigen en de werknemers die moeten worden geholpen om klaar te zijn voor een herstart wanneer de gezondheidssituatie hen toelaat te heropenen.” 

Eerste fase van de uitbetaling van de premie voor zogenaamde ‘niet-essentiële’ handelszaken

Daarnaast heeft de regering in eerste lezing het besluit aangenomen tot organisatie van de eerste fase van de uitbetaling van een premie van maximaal 5.000 euro voor de zogenaamde ‘niet-essentiële’ handelszaken die op basis van de beslissingen van het Overlegcomité van 30 oktober 2020 moesten sluiten.

De ondernemingen en zelfstandigen met de volgende NACE-codes die op 1 december 2020 niet konden heropenen, komen in aanmerking voor een eerste schijf van 1.500 euro:

  • 96021 – Haarverzorging
  • 96022 – Schoonheidsverzorging
  • 96040 – Sauna’s, solaria, baden enz.
  • 96092 – Plaatsen van tatoeages en piercings
  • 85531 – Autorijscholen
  • 91041 – Botanische tuinen en dierentuinen
  • 92000 – Loterijen en kansspelen
  • 93130 – Fitnesscentra
  • 93212 – Exploitatie van pret- en themaparken
  • 93291 – Exploitatie van snooker- en biljartenzalen
  • 93292 – Exploitatie van recreatiedomeinen
  • 93299 – Overige recreatie- en ontspanningsactiviteiten

Deze eerste schijf van 1.500 euro zal vanaf 28 januari 2021 toegankelijk zijn viahttp://www.premiecovid.brussels/

De startdatum van de tweede fase van deze premie, die betrekking heeft op de zogenaamde ‘niet-essentiële’ handelszaken die op 1 december wel weer open konden, zal in februari worden aangekondigd.

Er is een nieuwe beheersovereenkomst met Citydev.Brussels

signature citydev21 copie

Er is een nieuwe beheersovereenkomst met Citydev.Brussels

persbericht

14 januari 2021

Na enkele maanden van gezamenlijk werk werd het beheerscontract tussen de Brusselse regering en citydev.brussels vandaag ondertekend door de Brusselse Minister-President Rudi Vervoort, Staatssecretaris voor Economische Transitie Barbara Trachte en vertegenwoordigers van de instelling.

De beheersovereenkomst legt het kader van de traditionele opdrachten van citydev.brussels vast, en strekt er eveneens toe diezelfde opdrachten af te stemmen op de sociale en economische uitdagingen voor het gewest.

Het rapport bepaalt de grote actielijnen en omschrijft de prioriteiten van de instelling voor de komende vijf jaar. De beheersovereenkomst hecht veel belang om van Brussel een veerkrachtig gewest te maken.

Op het vlak van economische expansie bestaat de prioriteit erin ruimte ter beschikking te stellen van productiebedrijven, en dan vooral van kmo’s, om de economische ontwikkeling van het gewest te bevorderen en zorechtstreekse of onrechtstreekse jobs voor de Brusselaars te creëren of te behouden. Die ambitie kadert in een context van economische- en klimaattransitie, die ertoe noopt het grondgebruik te optimaliseren en nuttige productieactiviteiten terug naar de stad te halen. citydev.brussels wil dichte, gemengde en modulaire projecten ontwikkelen die passen in het stadsweefsel. Tegen het einde van de overeenkomst (2026) zullen er tien actieve parken voor kmo’s, zko’s en mgo’s zijn en zal de ontwikkeling van nog eens drie parken zijn opgestart.

Op het vlak van economische expansie verbindt citydev.brussels zich ertoe om tijdens de looptijd van de beheersovereenkomst minstens vijf proefprojecten te ontwikkelen. Die projecten zullen er meer bepaald op gericht zijn:

  • ambachten opnieuw te verspreiden over de stad door de ateliers her en der in de stad te ondersteunen en te herwaarderen;
  • de steunmaatregelen voor de tewerkstelling van Brusselaars die op termijn de sociaaleconomische kloof tussen de gewesten moeten uitvlakken, uit te breiden;
  • opkomende bedrijfstakken of kleinere schakels daarvan, die behoren tot de prioritaire economische sectoren voor de economische transitie, zoals omschreven in de gewestelijke beleidsverklaring, te ondersteunen. Zo kan bijvoorbeeld een logistieke hub tot stand worden gebracht, waarbij er voor de laatste kilometer wordt overgeschakeld op zachte mobiliteit;
  • het sleutel-op-de-deurconcept te testen voor productieruimten en dus ateliers aan te bieden die gebruiksklaar zijn voor een specifieke activiteit;
  • de ontwikkeling van de productie op middelgrote schaal of op mesoniveau in Brussel te ondersteunen.

Op het vlak van stadsvernieuwing streeft citydev.brussels er naar betaalbare, kwaliteitsvolle koopwoningen aan te bieden, zodat iedereen kan wonen in een stimulerende omgeving die sociale samenhang en respect voor het leefmilieu hoog in het vaandel draagt. In dat verband zijn zeven strategische doelstellingen vastgelegd. Zo verbindt citydev.brussels er zich onder meer toe om tegen 2026 minstens 1.000 openbare woningen, hoofdzakelijk koopwoningen, op de markt te brengen. citydev.brussels streeft er daarbij naar om 200 nul-energiewoningen te bouwen en minstens 20% van de woningen via een erfpachtrecht te ontwikkelen. Verder is het de bedoeling om 20% van de woningen te verwezenlijken in de gemeenten van de tweede gordel, waar betaalbaar wonen een groot probleem is.

Op het vlak van stadsvernieuwing zullen er minstens vier proefprojecten uitgevoerd worden, die erop gericht zijn een concrete invulling te geven aan de doelstelling om de huisvesting te diversifiëren en in te spelen op de uitdagingen in verband met de klimaattransitie. Zo is het de bedoeling om:

  • een eerste groot wooncomplex in hout te bouwen;
  • te bestuderen of het juridisch en fiscaal mogelijk is om de in haar projecten aangelegde parkings te delen;
  • te bestuderen en te onderzoeken hoe juridisch, budgettair en technisch gezien het best een energiepositief gebouw kan worden ontwikkeld;
  • een tijdelijk gebruiksproject op te zetten dat een oplossing biedt voor mensen die niet kwaliteitsvol wonen of dringend op zoek zijn naar een onderkomen.

Minister-President Rudi Vervoort stelt: “Met een doelstelling van 1000 nieuwe betaalbare woningen voor de legislatuur bevestigt deze nieuwe beheersovereenkomst Citydev als eersterangsoperator van het noodplan voor huisvesting. In een bredere context sluit de beheersovereenkomst ten volle aan bij de doelen die de regering zich heeft gesteld om van de ondersteuning van de economische transitie één van de speerpunten van haar beleid te maken. Citydev beschikt over alle ingrediënten om op schaal van de wijken op een positieve en inclusieve wijze in te werken op de stad.”

Staatssecretaris voor Economische Transitie Barbara Trachte: “Ik ben verheugd dat de Brusselse regering en de citydev.brussels zich met dit nieuwe beheerscontract engageren tot ambitieuze doelstellingen op het vlak van de economische transitie. Door te wedden op een circulaire en koolstofarme economie en in te zetten op de herlokalisatie van productieve activiteiten die nuttig zijn voor de stad, bevestigt citydev.brussels haar ambitie om een essentiële actor te worden in de ontwikkeling van een veerkrachtige stad die tegemoetkomt aan de behoeften van haar inwoners.”

“Ik ben bijzonder blij dat we vandaag onze nieuwe beheersovereenkomst ondertekenen. Ze bevestigt de opdracht van citydev.brussels als beheerder van gemengde projecten. Zo zijn we zeker dat we de nodige middelen krijgen om vastgoedprojecten te ontwikkelen waarin duurzame woonwijken ook plaats bieden voor productieactiviteiten die een meerwaarde vormen voor de stad.”, zegt Thomas Ryckalts, afgevaardigd bestuurder van citydev.brussels.

Bernard Richelle, voorzitter van citydev.brussels voegt toe : “De nieuwe beheersovereenkomst bevestigt en versterkt de doelstellingen die citydev.brussels al jaren nastreeft, maar daar blijft het niet bij. Ze bepaalt ook wat voor citydev.brussels de ambitie moet zijn: met voorrang projecten ontwikkelen die concreet invulling geven aan de Brusselse economische transitie. Duurzaam, circulair, opgewassen tegen de klimaatuitdaging, en met ruimte voor stadslandbouw en het tijdelijk gebruik van openbaar vastgoed.”

Brussel ondertekent MoU met Quito

Quito

Brussel ondertekent MoU met Quito

persbericht

13 januari 2021

Brussels Minister President Rudi Vervoort en Staatssecretaris voor Internationale Relaties Pascal Smet ondertekenden vandaag een memorandum of understanding met hun collega’s van de Ecuadoraanse stad Quito. Beide steden zullen de komende twee jaar bekijken hoe ze kunnen samenwerken binnen verschillende domeinen. De thema’s erfgoed (het centrum van Quito is UNESCO werelderfgoed), stadsontwikkeling én, hoe kan het ook anders, chocolade staan hoog op de lijst.

“Ik geloof er sterk in dat steden wereldwijd moeten samenwerken om grootstedelijke uitdagingen aan te pakken. Samen met onze partnersteden willen we bouwen aan de duurzame en inclusieve stad van morgen”, Rudi Vervoort

“Ik geloof er sterk in dat steden wereldwijd moeten samenwerken om grootstedelijke uitdagingen én opportuniteiten aan te pakken. Brussel kan veel opsteken van andere metropolen, zelf kennis delen én er zijn tal van opportuniteiten om samen te werken.
Ik ben zeer positief over onze contacten met Quito . Ik zie bijvoorbeeld al heel wat concrete mogelijkheden rond deze 3 thema’s. Rond erfgoed, het prachtige stadscentrum van Quito is UNESCO werelderfgoed. Rond stadsplanning op mensenmaat, Quito ontwikkelt momenteel haar eerste metrolijn en wil inzetten op publieke ruimte. En rond chocolade, want Ecuador is een grote chocoladeproducent en wij zijn dé chocoladehoofdstad van de wereld,” Pascal Smet.

De ondertekening van het memorandum van overeenstemming gebeurde tijdens een digitale ontmoeting. Rudi Vervoort en Pascal Smet ondertekenden het document in Brussel, in aanwezigheid van de Ecuadoriaanse ambassadeur, en op hetzelfde ogenblik deed de burgemeester van Quito, Jorge Yunda Machado, hetzelfde in de Ecuadoraanse hoofdstad, in aanwezigheid van de viceminister van buitenlandse zaken, Arturo Cabrera Hidalgo. De hele ceremonie was te volgen via een livestream.

Beide steden spraken met dit document af om tijdens de komende twee jaar de mogelijkheden te onderzoeken om op lange termijn een structurele samenwerking uit te bouwen. Deze aanpak past in de internationale strategie van het Brussels Gewest om potentiele samenwerking zeer grondig te analyseren voor het zich op lange termijn engageert.

Concreet zullen Brussel en Quito twee jaar lang nagaan welke informatie kan worden uitgewisseld, welke gemeenschappelijke initiatieven kunnen worden opgezet en hoe kan worden samengewerkt rond verschillende specifieke thema’s.

 

Thema’s

Quito is de hoogstgelegen hoofdstad ter wereld en wordt omringd door maar liefst 14 vulkanen. Ze herbergt één van de grootste en best bewaarde historische centra van Latijns-Amerika. Het volledige centrum van de stad is UNESCO werelderfgoed. Brussel van haar kant staat wereldwijd bekend als de art nouveauhoofdstad van de wereld en omwille van de indrukwekkende Grote Markt. Ook ‘Het mooiste plein ter wereld’ staat op de lijst van het Werelderfgoed van UNESCO. Het zal dan ook niet verbazen dat erfgoed en monumentenzorg een onderwerp is waarvoor beide steden veel interesse tonen om in de toekomst rond samen te werken.

Ook de thema’s stadsontwikkeling en mobiliteit staan hoog op de agenda. Brussel maakt sinds enkele jaren de omslag naar een stad op mensenmaat waar veel aandacht voor kwalitatieve publieke ruimte en zachte mobiliteit centraal staat. Quito won in 2017 de Momentum for Change prijs van de Verenigde Naties voor haar inspanningen voor duurzame stedelijke ontwikkeling.

In de categorie handel springt chocolade meteen in het oog. Equador is een grote producent van chocolade en Brussel is een grote verwerker van de grondstof en staat bekend als ‘chocolade hoofdstad’. Voor beide steden zijn er ongetwijfeld interessant opportuniteiten om intensiever te gaan samenwerken rond de bekende lekkernij.

Maar ook rond o.a. de thema’s LGBTIQ+, volksgezondheid, cultuur, leefmilieu, toerisme, en wetenschappelijk onderzoek zullen de mogelijkheden om beide steden nauwer te laten samenwerken onder de loep worden genomen de komende twee jaar.

Verlenging van de Brusselse maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van het virus

mesures mars21 NL

Verlenging van de Brusselse maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van het virus

persbericht

13 januari 2021

Naar aanleiding van de analyse van de epidemiologische situatie, die in het Brussels Gewest maar ook in België nog steeds zorgwekkend en precair is, heeft minister-president Rudi Vervoort besloten de Brusselse maatregelen te verlengen tot 1 maart 2021, naast de federale maatregelen.

De betrokken maatregelen zijn :

  • De avondklok van 22:00 tot 06:00;
  • het verplicht dragen van een mondmasker (dat de neus en de mond bedekt);
  • de sluiting van de winkels om 20.00 uur;
  • een verbod op alcoholgebruik in openbare ruimtes.

Daarnaast is bij politiebesluit beslist om ook het moratorium op uithuiszettingen te verlengen tot 1 maart.

Deze maatregelen zijn genomen om een heropflakkering van het aantal besmettingen met Covid-19 te vermijden, de druk op het zorgpersoneel te verkleinen, een normale werking van de ziekenhuizen en de verzorging van alle patiënten veilig te stellen. Het hoofddoel is om de gezondheid van iedereen te beschermen en te allen prijze te vermijden dat er een derde golf komt, want dat zou zowel op gezondheidsvlak als vanuit sociaal en economisch oogpunt een ramp zijn.

Usquare.brussels – Brussels Gewest kent gratis erfpacht toe aan ULB en VUB

signature usquare

Usquare.brussels - Brussels Gewest kent gratis erfpacht toe aan ULB en VUB

persbericht

13 januari 2021

Minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Rudi Vervoort, en de rectoren van de Université libre de Bruxelles, Annemie Schaus en de Vrije Universiteit Brussel, Caroline Pauwels zijn gisteren een nieuwe fase gestart in het herstructureringsproject van Usquare.brussels, de voormalige Fritz Toussaint kazerne in Elsene. Zij ondertekenden de erfpachtdocumenten waarmee het Gewest deze gratis en voor een periode van vijftig jaar toekent aan de twee universiteiten.

De erfpacht omvat zes gebouwen, met een totale oppervlakte van 10.805 m2. Ze liggen aan de Generaal Jacqueslaan en de Kroonlaan. De erfpacht geeft beide universiteiten het recht om deze gebouwen te renoveren en her in te richten als een innovatief universitair centrum, inclusieve huisvesting, terwijl de regionale overheid de controle over de grond behoudt. Deze gebouwen vormen het universitaire en academische deel van de transformatie van de 22 gebouwen, in totaal 56.500 m2, van de voormalige kazerne tot een nieuwe open, gemengde en dynamische, stedelijke en gezellige, duurzame en innovatieve wijk, met inbegrip van studentenhuisvesting, gezinswoningen, een voedingsmarkt en lokale voorzieningen.

Minister-president Rudi Vervoort: “Er zijn afgelopen maanden belangrijke stappen gezet in het project usquare.brussel . Het gewest heeft in november het definitieve masterontwikkelingsplan goedgekeurd.In oktober werden de eerste stedenbouwkundige vergunningen afgegeven voor de bouwwerken van de universiteit en de Stadsontwikkelingsmaatschappij, die in het najaar van 2021 van start moeten gaan. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) lanceerde verder in oktober ook het contract voor de eerste van de geplande openbare huisvestingsoperaties op de site.  Verder wordt de tijdelijke bezetting See U, geïnitieerd door de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (sau-msi.brussels) verlengd tot de start van de bouwwerkzaamheden in het tweede semester van 2021. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om sau-msi.brussels en het team van See U te feliciteren met de Visit.brussels Awards die zij in december hebben gewonnen voor deze tijdelijke bezetting.”

Minister-president Rudi Vervoort wees er ook op dathet Gewest en de universiteiten voor verbouwingswerkzaamheden van de voormalige kazerne aanzienlijke financiële steun ontvangen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) namelijk:

  • 9.033.200 euro voor het universitaire en academische gedeelte van de verbouwing van de kazerne, onder leiding van de ULB en de VUB
  • 1.391.398,10 euro voor de herstructurering  van de manege in een marktplaats voor duurzaam voedsel. De sau-msi.brussels is de aanbestedende dienst voor dit deel van Usquare.brussels

Dankzij deze aanzienlijke financiële steun in het kader van duurzame investeringen konden de initiatiefnemers EFRO-middelen mobiliseren rond een geïntegreerd programma dat een eerste aanzet geeft tot de ontwikkeling van het gebied.

Universiteiten als gangmakers van het leven in de wijk en van duurzame ontwikkelingin het leven van de stad en duurzame ontwikkeling

Rector Annemie Schaus van de Université libre de Bruxelles: “De universiteit is een essentiële speler in het leven van de stad. Ze moet daarom het voorbeeld geven en deelnemen aan de ontwikkeling van een duurzame stad terwijl ze haar eigen academici inzet om dit te bereiken. Zo zijn in Usquare al proefprojecten uitgevoerd op het gebied van geothermisch ecoboren en het gebruik van herbruikbare materialen, die sterk bijdragen aan de veerkracht en duurzaamheid van de stad.”

Rector Caroline Pauwels van de Vrije Universiteit Brussel: “Met Usquare willen we duurzaam muren slopen. Tussen onderzoekers en studenten van VUB en ULB. Maar evengoed tussen beide universiteiten, de stad en de wereld. ‘Usquare moet bovendien een plaats van internationale ontmoetingen en uitwisselingen worden. De dynamiek die bestaat tussen ULBen -VUB- maakt het mogelijk om de krachten in Brussel te bundelen en een vruchtbare synergie te ontwikkelen voor grote projecten zoals Usquare.brussels. We zullen samenwerkingsverbanden uitrollen op het vlak van duurzaamheid, entrepreneurship, innovatie en co-creatie. Het project krijgt ook een internationale dimensie, met huisvesting voor studenten en onderzoekers en met een internationale onthaalruimte.

De ondertekening van de oprichtingsakte van een erfpachtovereenkomst ten gunste van de ULB en de VUB is een symbolisch moment waarop het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de gebouwen gelegen aan de Generaal Jacqueslaan overdraagt aan de twee universiteiten.

Tijdens de afgelopen fase van “See U” hebben de universiteiten gemeenschappelijke ULB-VUB FabLabs geïnstalleerd en tijdelijke klaslokalen in gebruik genomen, waaronder een grote zaal in de Kinograph-bioscoop. Deze projecten vormen synergiën tussen de stad en de universiteiten op de website Usquare.brussels. Het fablab (fabrication laboratory) verschaft studenten en burgers toegang tot de tools en kennis om projecten te realiseren met behulp van computergestuurde machines.

Toekomstige onderzoeksprojecten zoals het Brussels Research Open Lab, het Citizen Sciences Research Centre en het Brussels Research Institute staan al op stapelTezamen met het Maison d’accueil international moeten deze de visie van de universiteiten om zich open te stellen voor de maatschappij en kennis uit te wisselen met de burgers te verfijnen en hun ambitie te realiseren in een architectonisch project.

In oktober 2020 is aan de universiteiten een stedenbouwkundige vergunning afgegeven voor de renovatie en herbestemming van gebouwen tot universitaire voorzieningen en woningen voor onderzoekers. Het aanbestedingsbericht voor het algemene bouwbedrijf is naar aanleiding hiervan gepubliceerd en de keuze zal naar verwachting in mei aanstaande worden bekendgemaakt. De universiteiten en de sau-msi.brussels zijn van plan om in oktober 2021 met de bouw te beginnen en de werkzaamheden zouden eind 2023 voltooid moeten zijn. 

Uitbreiding en herconfiguratie van tijdelijk project See U

Gilles Delforge, directeur van de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting, legt uit dat de sau-msi.brussels, naast haar rol als regionale planner belast met de algemene coördinatie van de verbouwing van de voormalige kazerne van Fritz Toussaint, momenteel werkt aan vier zeer concrete onderdelen van Usquare.brussels:

  • Na het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning bereiden we de voor dit najaar geplande start van de werkzaamheden voor voor de verbouwing van de manege, die vroeger werd gebruikt voor het trainen van ruiters, tot een marktplaats voor duurzaam voeding;
  • we bereiden in nauwe samenwerking met de twee universiteiten de lancering voor in de komende maanden van een overheidsopdracht voor de ontwikkeling van studentenhuisvesting in een reeks gebouwen op de site (waarover het Gewest ook op lange termijn de controle zal behouden dankzij een systeem van erfpacht);
  • we zijn begonnen met een participatief proces over het ontwerp van de openbare ruimte op het hele terrein, met huidige en toekomstige bewoners en omwonenden;
  • en met het oog op de bouwwerven van de universiteit en de UAS die tegen volgend najaar zullen beginnen en het vertrek van de federale politie uit de laatste gebouwen die ze hebben bezet, werken we aan een herconfiguratie van de tijdelijke bezetting van de See U, die verlengd zal kunnen worden. Dit is zeer goed nieuws gezien het succes, eind 2020 beloond met een Visit.brussels Award.”  

De Brusselse regering toont zich federaal loyaal en verwacht ondersteuning van de hoofdstad van het land

Bruxelles

De Brusselse regering toont zich federaal loyaal en verwacht ondersteuning van de hoofdstad van het land

persbericht

12 januari 2021

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is vandaag samengekomen om het resultaat van de intra-Belgische onderhandelingen over de verdeling van de Europese middelen uit de RRF (Recovery & Resilience Facility) te onderzoeken. Het opzet van de Brusselse Regering bij de onderhandelingen was te komen tot een intern Belgisch akkoord dat een relanceplan mogelijk maakt op schaal van het hele land, met stimulansen voor zowel nationale als gewestelijke projecten om zo groot mogelijke hefboomeffecten tot stand te brengen.

De Brusselse regering neemt er nota van dat de Gemeenschappen, Vlaanderen en de Federatie Wallonië-Brussel ook in Brussel zullen investeren (een kwart van de 495 miljoen euro die voor de FWB is uitgetrokken, zal in Brussel worden geïnvesteerd), evenals de federale staat.   

Vanuit federale loyauteit, zal de Brusselse Regering in het overlegcomité dan ook instemmen met de voorgestelde verdeling en wenst dat de uitbouw van het Belgisch relanceplan dat in april aan Europa wordt voorgelegd, kan verdergaan met concrete projecten waarvan de Brusselaars, de Belgische bevolking en de hele Europese Unie de gunstige effecten zullen ondervinden

De Brusselse regering rekent er evenwel op dat het vervolg van de werkzaamheden forse bijkomende steun oplevert om de economie van de hoofdstad van het land te herstellen.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering keurt de lancering van een nieuw stadsvernieuwingscontract “rondom het Zuidstation” goed

perspective.brussels

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering keurt de lancering van een nieuw stadsvernieuwingscontract “rondom het Zuidstation” goed

persbericht

8 januari 2021

De Brusselse Regering keurt een nieuw stadsvernieuwingscontract goed. Na het stadsvernieuwingscontract  “rondom Simonis” dat begin 2020 van start ging, besliste de Regering om een nieuw stadsvernieuwingsprogramma uit te werken rondom het Zuidstation.

In 2016 riep de Brusselse Regering onder de noemer van het ‘Stadsvernieuwingscontract’ een nieuw instrument in het leven. Net zoals het ‘Duurzaam Wijkcontract’ is het ‘Stadsvernieuwsingscontract’ een manier om te investeren in de meest kansarme gebieden van het Brussels Gewest. 

Maar anders dan bij duurzame wijkcontracten richt het stadsvernieuwsingscontract zich voornamelijk op de ontwikkeling van de openbare ruimte en de stedelijke netwerkinfrastructuur. Specifiek aan het stadsvernieuwingscontract is ook dat het zich uitstrekt over een gebied dat de gemeentegrenzen overschrijdt, waardoor het een totaal verschillend uitwerkings-, uitvoerings- en verwezenlijkingsproces vereist dan bij duurzame wijkcontracten. Hierdoor is er sprake van een grotere samenwerking met de gemeenten, perspective.brussels en urban.brussels.

Het gebied rond het Zuidstation is in het verleden lang verstoken gebleven van investeringen waardoor de uitdagingen vandaag groot zijn. Het gebied rondom het Zuidstation voldoet aan meerdere criteria die het de ideale plek maken om in te investeren. Zo is er sprake van meerdere stedelijke breuklijnen zoals het Zuidstation en de kleine ring, is er een gebrek aan buurtdiensten en grootstedelijke voorzieningen; zijn er mogelijkheden om een gemengde wijk tot stand te brengen om een hefboomeffect te creëren voor de productie van openbare huur- en koopwoningen gaande van sociaal georiënteerde en middelgrote woningen die gelijkgesteld zijn met sociale woningen.

Het onderzoeksgebied strekt zich uit over delen van de gemeenten Sint-Gillis, Brussel en Anderlecht. Door de uitwerkingsfase te laten starten op 1 april 2021 heeft de Brusselse regering rekening willen houden met een aantal belangrijke factoren in het gebied namelijk de aanvang van de werf voor het metrostation “Grondwet”, de programmering van de werven van Brussel Mobiliteit rond en op middenbermen, de start van de procedure voor het richtplan van aanleg voor de Zuidwijk en de afronding van het operationeel programma van het duurzaam wijkcontract “Woonvriendelijke stationsbuurt”.

Minister-president Rudi Vervoort: “Met de uitwerking en aansluitend de uitvoering van het stadsvernieuwingscontract rond het Zuidstation draagt het Gewest wezenlijk bij tot het ontstaan van een stadstoegang en eveneens de afbouw van meerdere stedelijke breuklijnen. Het zorgt ook voor een vervolg op de reeds geprogrammeerde stadsherwaardering ter plaatse, zoals de opwaardering van de zennebedding. Het was belangrijk dat we parallel met de lopende planologische processen en de grootstedelijke werven in deze sector ook operationele buurtprogramma’s konden ontwikkelen waarbij de bewoners en verenigingen van de stationsbuurt nauw betrokken worden.

Presentatie van het noodplan voor huisvesting

plan d'urgence logement

Presentatie van het noodplan voor huisvesting

persbericht

7 januari 2021

De Brusselse regering heeft vandaag een ambitieus huisvestingsplan voor Brussel voorgesteld. Het gaat om een realistisch en concreet plan dat gericht is op de korte termijn, dat gefinancierd wordt en ook financierbaar is en dat tot slot transversaal en open is – in die zin dat alle huisvestingsactoren, zowel de overheid als de privésector, erbij betrokken zijn. Zoals aangekondigd in de algemene beleidsverklaring is huisvesting tijdens deze legislatuur de prioriteit voor mijn regering. We zetten alle mogelijke middelen in om voor meer dan 15.000 Brusselse gezinnen een oplossing aan te reiken.

HET NOODPLAN VOOR HUISVESTING BESTAAT UIT:

33 CONCRETE ACTIES VERDEELD OVER 5 ACTIETERREINEN

1. HET AANBOD EN DE KWALITEIT VAN WONINGEN MET EEN SOCIAAL KARAKTER VERHOGEN

2. HET OVERHEIDSOPTREDEN INZAKE HUISVESTING VERBETEREN

3. ALLE HUURDERS ONDERSTEUNEN

4. HET RECHT OP HUISVESTING WAARBORGEN

5. DE TOEGANG TOT EIGENDOM BEVORDEREN

Klik hier om de samenvatting te downloaden

KANAL, het toekomstige museum voor museum voor moderne en hedendaagse kunst heeft zijn stedenbouwkundige vergunning gekregen

kanal

KANAL, het toekomstige museum voor museum voor moderne en hedendaagse kunst heeft zijn stedenbouwkundige vergunning gekregen

persbericht

25 december 2020

De werken aan het toekomstige museum voor museum voor moderne en hedendaagse kunst kunnen van start gaan

Na een internationale architectuurwedstrijd heeft de stichting Kanal een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning ingediend, die in maart 2020 is afgerond. Het project werd in september aan een openbaar onderzoek onderworpen en werd door een overlegcommissie besproken. Vervolgens werden kleine aanpassingen gedaan. Op 18 december 2020 heeft URBAN.BRUSSELS de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd aan de stichting Kana. Dat hebben minister-president Rudi Vervoort, bevoegd voor cultuurbeleid, en staatssecretaris van Pascal Smet bekendgemaakt.

De voormalige Citroëngarage werd door het Brussels gewest aangekocht om er een groot 21e eeuws museumcentrum voor moderne en hedendaagse kunst van te maken. Het terrein strekt zich uit over 1,7 hectare.

Zo wordt het project dat in 2016 door regering Vervoort werd aangegaan concreet. Minister-president Rudi Vervoort is dan ook zeer verheugd: 

« Met de uitreiking van deze vergunning gaat de werf van Kanal écht van start en daar ben ik zeer blij mee. Met de verbouwing van dit geheel krijgt ons Gewest een baken in het cultuurlandschap. Kanal wordt een museum van internationale klasse dat tegelijkertijd een podium zal geven aan Brusselse kunstenaars van diverse pluimage. Kanal wordt de plek waar bruggen worden geslagen tussen de burgers van de vele culturen die wij rijk zijn in het Brussels Gewest. Tevens wordt Kanal een plaats waar de inwoners van de stad en verbeelding elkaar zullen ontmoeten, waar we in een artistiek perspectief kunnen dromen van de stedelijke samenlevingsmodellen van morgen. Uit de werf moet een museumpool oprijzen met de Stichting Kanal en CIVA als spil, die zich aan het publiek zal tonen in 2024. Voor ons is het de start van ons project voor een gewest dat zich richt naar de ontplooiing van onze culturele en creatieve praktijk, » Rudi Vervoort.

“Samen met Yamila Idrissi pleitte ik enkele jaren geleden voor de oprichting van een museum voor moderne kunst in Brussel. Hiervoor moest volgens ons voorstel een internationale wedstrijd georganiseerd worden.  Met dit project wordt cultuur de drijvende kracht achter de herontwikkeling van de Kanaalzone en de Noordwijk.  Het museum zal, met haar internationale uitstraling én lokale inbedding, een nieuwe ontmoetingsplek worden in de stad. Het museum zal Brussel, als kruispunt van culturen, nog meer internationale uitstraling geven. Dat doen we in deze omgeving trouwens niet alleen met de ontwikkeling van dit museum, maar bijvoorbeeld ook met het nieuwe Beco-park lang het kanaal, de nieuwe Suzan Danielbrug en de heraanleg van het publieke omgeving in de omgeving van het Saincteletteplein. Met de herontwikkeling van deze volledige zone tonen we dat we ambitieuze projecten kan realiseren en werken we verder aan Brussels als een ‘city for people’,” zegt Pascal Smet.

Het project om de voormalige showroom en werkplaatsen van de oude Citroëngarage een nieuwe toekomst te geven, ging reeds in 2016 van start onder de regering Vervoort. De plannen voor de site van 1,7 hectare werden in september voorgelegd voor openbaar onderzoek en na de overlegcommissie licht gewijzigd. Nu de stedenbouwkundige vergunning een feit is, komt de nieuwe bestemming, met musea en gemeenschappelijke ruimtes, een heel stuk dichterbij.

Concreet zal het museum voor moderne en hedendaagse kunst 12.000 m² innemen en is het internationaal architectuurcentrum goed voor 7000 m². 13.000 m² gaat naar een interne openbare ruimte die plaats zal bieden aan cultuur, ontspanning, animatie en educatie. Tevens zal de ruimte  dienst  doen als ontmoetingsplek voor de inwoners van Brussel en haar bezoekers. Tot slot gaat 9000 m² naar gemeenschappelijke ruimtes zoals kantoren, werkplaatsen, auditoria, voorraadplaatsen, leveringsruimtes, technische lokalen en een parking.

Bij de werken gaat veel aandacht naar de restauratie en herbestemming van de belangrijkste erfgoedelementen van de site, namelijk van de showroom en de werkplaatsen. De laureaat van de architectuurwedstrijd legde er de nadruk op om de elementen uit het verleden te behouden. Zo wordt de showroom in zijn oorspronkelijke staat hersteld. De tussenvloeren uit de jaren ’50 worden weggenomen en de aluminiumgevel uit de jaren ’70 maakt plaats voor een glazen en stalen gevel, op basis van het oorspronkelijk model.

Omdat het beschermde gebouw niet aan alle functies plaats kan bieden, zullen er drie volumes bijkomen, namelijk voor het museum voor moderne en hedendaagse kunst, het museum van het Internationaal Centrum voor de Stad, de Architectuur en het Landschap en tot slot voor de gemeenschappelijke activiteiten, ter vervanging van het voormalige kantoorgebouw. Dat laatste zal de naam “Rassembleur” dragen.

KANAL beschikt nu over alle nodige machtigingen om Brussel een 21e-eeuws museum te bezorgen dat, in een resoluut multidisciplinaire geest, gewijd is aan moderne kunst en hedendaagse creatie, evenals aan de uitgebreide collectie architectuur en stedenbouw van de Stichting CIVA. Dit is een belangrijke stap om deze voormalige garage verder te transformeren tot een plaats van kunst, cultuur en uitwisseling, die de culturele aantrekkingskracht van de hoofdstad zal versterken.
​Yves Goldstein, voor de stichting KANAL.

Overigens wordt het hellend gedeelte van het dak een plat dak, wat plaats geeft aan een publiek toegankelijk dakterras. Onder een inspringend volume komen er nog een bar en een overdekt terras.

Tot slot brengen het kleurenpalet en de materiaalkeuze Kanal binnen in de 21ste eeuw. Door de jaren heen zijn de kleuren enorm geëvolueerd. Ze gingen van donkerbruin naar het huidige wit. Nu worden de structuurelementen van het gebouw via het kleurgebruik herbekeken. Ze zullen donkergrijze tint krijgen, wat herinnert aan het kleurenpalet van 1934.

De Brusselse Regering keurt de actie- en investeringsprogramma’s goed van 4 nieuwe schoolcontracten voor de periode 2020 -2024

contrats ecole 20-24

De Brusselse Regering keurt de actie- en investeringsprogramma's goed van 4 nieuwe schoolcontracten voor de periode 2020 -2024

persbericht

11 december 2020

De Brusselse regering keurde deze donderdag de actie- en investeringsprogramma’s van 4 nieuwe schoolcontracten goed voor de periode 2020-2024. Het schoolcontract is een gewestelijke programma voor stadsvernieuwing en wil schoolbuurten in Brussel opwaarderen door de relatie tussen scholen en hun buurt te versterken.

De school is de ideale plek voor contacten tussen culturen en generaties. De opwaardering van schoolbuurten en een betere integratie van de school in haar omgeving zijn dan ook prioriteiten van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) en van Strategie Go4Brussel 2030  van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het schoolcontract biedt zowel de school als de wijk tal van voordelen: scholen krijgen namelijk gewestelijke steun om hun omgeving aangenamer en veiliger te maken (bijv., groene ruimten, een veilige omheining van de school,..). Daarnaast kunnen buurtbewoners en verenigingen en buiten de schooluren meegenieten van de schoolinfrastructuur (bijv. sportzaal, theaterzaal, speelplaats, …).

Het studiebureau City Tools werd in december 2019 aangesteld om diagnoses en actie- en investeringsprogramma’s op te stellen voor de 4 schoolcontracten van de eerste reeks (2020-2024).

De Dienst Scholen van perspective.brussels heeft vier begeleidingscomités opgericht om het uitwerkingsproces van de programma’s van de schoolcontracten op te volgen. Deze comités zijn samengesteld uit een vertegenwoordiger van het kabinet van de minister-president, verschillende departementen van perspective.brussels, het studiebureau City Tools, Brussel Mobiliteit, de Federatie Wallonië-Brussel (directoraat-generaal gesubsidieerde schoolinfrastructuur), de VGC (departement Onderwijs en Vorming), de inrichtende machten en de directies van de geselecteerde scholen, alsook de betrokken gemeentelijke diensten en sociale actoren.

De actie- en investeringsprogramma’s van elk schoolcontract werden voor advies voorgelegd aan de begeleidingscomités van de schoolcontracten die een positief advies hebben uitgebracht.

De vier geselecteerde scholen zijn: School nr. 1 in Schaarbeek, VBS Champagnat in Schaarbeek, Uilenspiegel in Sint-Gillis en het Instituut Marius Renard in Anderlecht.

In totaal wordt er 5 miljoen euro vrijgemaakt voor de schoolcontracten over een uitvoeringsperiode van 4 jaar. 

Het schoolcontract is een gewestelijk beleidsinstrument waar ik zeer trots op ben. We zorgen voor betere stedelijke integratie door middel van stadsvernieuwing. We investeren in scholen die zich in kwetsbare wijken bevinden. Meestal hebben deze scholen een gebrekkig imago. Dat willen we net ombuigen door te investeren in de infrastructuur. Dit kan bijvoorbeeld door het hernieuwen van de fietspaden in de omgeving van de school tot het opknappen van de sporthal in de school zelf. Buurtbewoners krijgen op die manier toegang tot groene ruimte én buiten de schooluren  kunnen ze tevens gebruik maken van een vernieuwde sporthal. Met deze vier nieuwe contracten herwaarderen we niet enkel  de buurt, maar zorgen we eveneens voor meer sociale cohesie tussen de wijken en haar inwoners.”, zegt Rudi Vervoort, Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.