De Brusselse Regering lanceert twee projectoproepen om te voorkomen dat jongeren in het Brussels Gewest afhaken op school

decrochage scolaire

De Brusselse Regering lanceert twee projectoproepen om te voorkomen dat jongeren in het Brussels Gewest afhaken op school

persbericht

2 april 2021

De Brusselse Regering heeft haar goedkeuring gehecht aan de lancering van twee projectoproepen die schoolverzuim in het Brussels Gewest mee moeten helpen bestrijden. De eerste betreft het preventieprogramma tegen schoolverzuim (PSV) voor een bedrag van 6 miljoen euro voor de periode 2021-2024. De tweede wordt gelanceerd in het kader van het programma voor de ondersteuning van activiteiten die erop gericht zijn kinderen en jongeren te begeleiden bij hun scholing en hen burgerzin bij te brengen (PBSB) voor een bedrag van 1,5 miljoen euro voor de periode 2022-2024.

Het Brussels Gewest speelt op verschillende manieren een rol in het aanpakken van de grote uitdaging die schoolverzuim vormt. De buurt van de jongere, de sociaal-economische situatie van de familie, de vrienden, de school en ten slotte de eigen kenmerken zijn allemaal risicofactoren die ertoe kunnen leiden dat de jongere afhaakt op school. Het te ontwikkelen beleid valt dus zowel onder de gemeenschaps- als de gewestbevoegdheden.

De gecoördineerde strategie om schoolverzuim tegen te gaan in het Brussels Gewest, die in 2018 is goedgekeurd, heeft tot doel om in een bepaalde situatie van schoolverzuim te bepalen wat er moet worden gedaan en van welke actor verwacht wordt dat hij optreedt. Daartoe werden acht doelstellingen vastgesteld die het mogelijk maken een verband te leggen met de verschillende risicofactoren voor schoolverzuim en de categorieën maatregelen van het Europese kader. Tot die doelstellingen behoren onder andere de identificatie en meting van het schoolverzuim, de versterking van het sociale (buurt)weefsel en de versterking van het psychosociale en pedagogische engagement van de kinderen en van de jongeren.

Gelijktijdig met de goedkeuring van deze strategie besliste de Brusselse Regering om het beheer van drie programma’s in de strijd tegen het schoolverzuim in het Brussels Gewest toe te vertrouwen aan de Dienst Scholen van perspective.brussels:

–        het PSV (preventieprogramma tegen schoolverzuim): dankzij dit programma, dat in 2000 in het leven geroepen werd geroepen om schoolmoeheid te bestrijden en de wijken veiliger te maken, worden de lagere en de secundaire scholen van alle netten in de 19 gemeenten ondersteund in hun strijd tegen schooluitval, absenteïsme, geweld en asociaal gedrag. De activiteiten moeten verplicht op school plaatsvinden.  De projectoproep wordt om de drie jaar gelanceerd.

–        het PBSB (programma voor de ondersteuning van activiteiten die erop gericht zijn kinderen en jongeren te begeleiden bij hun scholing en hen burgerzin bij te brengen): dit gewestelijk subsidieprogramma werd voor het eerst in 2017 gelanceerd en had een dubbele doelstelling: het collectief ondersteuningsaanbod rond schoolbezoek vergroten en studiebegeleiding aanbieden afgestemd en gericht op jongeren in een achtergestelde situatie, die daardoor vatbaarder zijn voor schoolmoeheid. Deze projecten gericht op studiebegeleiding en op het bijbrengen van burgerzin worden buitenschools georganiseerd door vzw’s. De ondersteunde projecten betrekken de ouders, de scholen van de kinderen en de plaatselijke culturele, sociale, educatieve en jeugdhulppartners bij de activiteiten. De projectoproep wordt om de drie jaar gelanceerd.

  • het gpS (gemeentelijk preventieplan tegen schoolverzuim): het Brussels Gewest kent subsidies toe aan de preventiediensten van de 19 gemeenten om hen te helpen bij hun gemeentelijke preventieplannen tegen schoolverzuim. De betrokken partijen staan los van de school: schoolbemiddelaars, straathoekwerkers, maatschappelijke werkers, wijkanimatoren enz.
  • De plaatselijke projecten in de strijd tegen schoolverzuim zijn voornamelijk preventieve hulpmiddelen.

Schoolverzuim is een complex proces waarin tal van factoren een rol spelen. Om in dit kader een doeltreffend beleid te kunnen voeren, is het van essentieel belang dat rekening wordt gehouden met de verschillende vormen van schoolverzuim, dat de verschillende risicofactoren worden aangepakt en dat het beleid wordt afgestemd op de plaatselijke behoeften en de bevolking”, verklaart Brussels Minister-President Rudi Vervoort. “In de huidige context van gezondheidscrisis, met alle gevolgen die deze meebrengt voor het leren op school, zijn deze projectoproepen van essentieel belang om de actoren op het terrein te ondersteunen in hun werk om de kinderen en jongeren van Brussel te begeleiden. ”

De PSV-projectoproep, goed voor een budget van 6 miljoen euro, staat open voor alle structuren die voldoen aan de leerplicht: basis- en middelbare scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en centra voor alternerend leren. De ingediende projecten zullen moeten aansluiten bij één van de volgende drie doelstellingen:

  • Doelstelling 1: Het pedagogisch engagement van de kinderen en de jongeren steunen en aanmoedigen
  • Doelstelling 2: De psychosociale vaardigheden van de kinderen en de jongeren ontwikkelen en hun welbevinden bevorderen
  • Doelstelling 3: Een vlottere transitie in de schoolloopbaan tot stand brengen.

De projecten moeten bovendien op een driejarige basis ontwikkeld worden (2021-2024).

De nieuwe PBSB-projectoproep, met een budget van 1,5 miljoen euro voor de driejarige periode 2022-2024, zal gericht zijn op leerachterstand, de materiële omstandigheden van de kinderen/jongeren en het psychisch welbevinden van de kinderen/jongeren. Hij staat open voor alle Franstalige en Nederlandstalige instellingen met het statuut van een vzw die op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de schoolloopbaan ondersteunen en burgerzin mee helpen ontwikkelen.

De selectie van de projecten zal gebeuren door de Brusselse Regering op basis van de analyse van de in aanmerking komende projecten,die door de Dienst Scholen van perspective.brussels wordt uitgevoerd in het kader van een comité bestaande uit deskundigen.

Ten slotte zal de oproep aan de gemeenten voor het “gemeentelijk preventieplan tegen schoolverzuim” (gpS), het derde programma dat door de Dienst Scholen beheerd wordt, ook in 2021 gelanceerd worden om in januari 2022 van start te kunnen gaan. Het gaat om een programma over een periode van drie jaar dat op een budget van bijna 16 miljoen euro kan rekenen.

Brussel bereidt toekomst gevangenissite Sint-Gillis voor: groot deel gevangenis voortaan beschermd

prison

Brussel bereidt toekomst gevangenissite Sint-Gillis voor: groot deel gevangenis voortaan beschermd

persbericht

1 april 2021

Op initiatief van staatssecretaris voor Stedenbouw en Erfgoed Pascal Smet (one.brussels) heeft de Brusselse regering vandaag de bescherming van verschillende nieuwe delen van de gevangenis van Sint-Gillis goedgekeurd. Deze procedure kadert in de toekomstige omvorming van de volledige site.

Minister-president Rudi Vervoort heeft de federale overheid recent een brief verstuurd waarin hij verduidelijking vraagt over de toekomstplannen en de timing voor de vrijmaking van het complex. In deze brief benadrukt Vervoort dat het Gewest deze symbolische locatie niet wil laten verloederen. 

“De federale overheid heeft aangegeven dat ze vanaf 2022 de gedetineerden van de gevangenis van Sint-Gillis wil overplaatsen naar die van Haren. De gevangenissite van Sint-Gillis heeft door haar unieke erfgoedwaarde en ligging een enorm potentieel om een prachtig nieuw stadsdeel te worden. Een toekomst die we vandaag al voorbereiden door gericht delen van de gevangenis te beschermen zodat deze moeten geïntegreerd worden in het toekomstige project. De volledige omwallingsmuur aan de kant van de Ducpétiauxlaan is nu definitief beschermd. Dat is ook zo voor de uitkijktorens, de tuinen aan de ingang, de centrale kern, de volledige kapel en de eerste travee van de cellenvleugels die daarop aansluiten. Erfgoed en hedendaagse architectuur kunnen perfect samengaan, deze site kan daar een toonbeeld van worden. Deze toekomstige stadswijk kan het Antwerpse Groenkwartier overtreffen en dat moet ook onze ambitie zijn,” zegt Pascal Smet.

Om dat project zo goed mogelijk voor te bereiden, heeft het Brussel Gewest er bij de federale overheid op aangedrongen om snel zelf eigenaar van de site te worden. Bovendien werd er al een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. De conclusies daarvan tonen aan dat de hoofdgebouwen geschikt zijn voor een herbestemming tot woningen en voorzieningen, met respect voor het erfgoed. Omdat de definitieve overplaatsing van alle gedetineerden tegen 2024 zou gebeuren, is het tijd om concrete gesprekken aan te vatten. Het Gewest wil antciperen en vermijden dat de zone door leegstand tot een stadskanker uitgroeit.

Ik ben blij dat deze bescherming de ambities die het Brussels Gewest sinds 2015 nastreeft, bevestigt in een definitiestudie voor deze site. We willen een gemengd, evenwichtig en geïntegreerd project met respect voor de erfgoedwaarden van de plaats. In een recente brief heb ik de federale overheid daaraan herinnerd. Vanaf nu reken ik op een nauwe samenwerking tussen alle partners zodat we samen kunnen werken aan de verwezenlijking van deze ambities,” zegt Rudi Vervoort.

 

Ook de gemeente Sint-Gillis reageert enthousiast op de klassering.

Ik verwelkom deze bescherming waar de gemeente Sint-Gillis om had gevraagd. Dit erfgoed is uniek. Ik hoop dat het een bron van inspiratie vormt voor zij die na de sluiting van de gevangenis de site vorm zullen geven,” zegt Charles Picqué, burgemeester van Sint-Gillis.

 

Geschiedenis:

Architect Joseph Jonas Dumont ontwierp dit grote complex in neotudorstijl. Het was zijn collega François Derre die het tussen 1878 en 1884 tot stand bracht.

De gevangenis werd op basis van Angelsaksische criminologische theorieën ontwikkeld door Édouard Ducpétiaux. De plannen van verschillende Belgische gevangenissen zijn daarop gebaseerd.  Het gaat om een panoptisch systeem waarbij de ruimtes ingericht zijn in functie van een optimale bewaking van alle gevangenen vanaf een centraal punt.

Het complex wordt afgebakend door een rechthoekige omheiningsmuur met afgeschuinde hoek aan de zuidkant en flankeert de Ducpétiauxlaan en het Delporteplein, waar de ingang ligt.

De omwallingsmuur in de Ducpétiauxlaan is opgevat in Gobertange, als een kleine middeleeuwse burcht. De muren, met een bovenzijde in kordon, worden belijnd door een bogenfries die verwijst naar werpgaten op kraagstenen. Tegenover het Delporteplein staat de ingang, met een centrale portiek onder een gedrukte spitsboog met een bewerkte poort. Twee polygonale gekanteelde torens begrenzen de ingang. Ze hebben schiet- en kijkgaten en bovenaan uitkijktorens. Aan weerszijden van de ingang staan voorts ook twee paviljoenen met twee bouwlagen. Ze vertonen een L-vorm en bevatten een hoektoren. Ze hebben getraliede vensters met daarboven een gedrukte spitsboog en een geprofileerde waterlijst. De gevels aan de straatkant bevatten vensters in een monumentale omlijsting. Het portiek was oorspronkelijk ingericht als portierswoning en komt uit op een binnenplaats, die aan de linkerkant woningen van de directeur en de hoofdcipier bevat en aan de rechterkant de woning van de adjunct-directeur. De gevels zijn opgebouwd in baksteen en bevatten muuropeningen met daarboven een spitsboog in een hardstenen omlijsting onder kordon.

Aan de ingang omvat het avant-corps van gevangenisgebouwen met één enkele bouwlaag een refter voor cipiers en een wachtzaal voor bezoekers. Een gang waarop verschillende lokalen uitkomen, leidt naar het centrum van het complex en wordt geritmeerd door spitsbogen op monolithische hardstenen zuilen met een polygonale sokkel. De gang leidt naar het twaalfhoekig centraal bewakingscentrum, dat een hoge opstand heeft met grote spitsboogvensters met maaswerk. De twaalf zijden zijn bekroond met puntgevels. Het gebouw zelf is bekroond met een inspringende bouwlaag met kapel, onder een kegeldak en een rijzige lichtkoepel.

Vanaf de centrale kern vertrekken vijf vleugels, waartussen de keuken, slagerij, ziekenboeg en wasserij liggen. Een lange gang verbindt die ruimtes met elkaar. Elke vleugel heeft drie bouwlagen met 120 cellen aan weerszijden van een centrale gaanderij. In de zijgevels staan getraliede vensters onder een witstenen latei.

Nieuw jongerentarief voor MIVB abonnement: €12/jaar voor 12-24 jarigen

stib abo

Nieuw jongerentarief voor MIVB abonnement: €12/jaar voor 12-24 jarigen

persbericht

28 maart 2021

De Brusselse regering is overeengekomen om een duidelijker en voordeliger jongerentarief in te voeren bij de MIVB voor de 12-24 jarigen : 12 euro voor 12 maanden vanaf 12 jaar.  

Vanaf 1 juli 2021 zullen abonnementen voor scholieren en studenten 12 EUR per jaar kosten.  Voor (niet-studerende) Brusselse jongeren van 18 tot en met 24 jaar oud gaat die maatregel in februari 2022 in. Dit past in de plannen van de Brusselse regering om het openbaar vervoer nog toegankelijker te maken.

“Elke jonge Brusselaar zou zich moeiteloos en zonder al te veel kosten moeten kunnen verplaatsen binnen ons gewest. Ik ben dan ook enorm verheugd dat de Brusselse regering dit nieuw jongerentarief kan aanbieden. Ik hoop dat dit de verplaatsingen van onze studenten zal vergemakkelijken en dat het onze jongeren zal motiveren om nog meer gebruik te maken van het kwaliteitsvol aanbod van onze diensten.” zegt Rudi Vervoort, minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 

“Jong geleerd is oud gedaan”. Voegt Elke Van den Brandt, Brusselse minister van Mobiliteit, toe: “Met de MIVB geraak je overal in Brussel. Om jongeren extra te overtuigen om het openbaar vervoer te nemen in de stad, bieden we hen een fors verlaagd tarief aan. Op die manier proeven ze van jongs af van de vrijheid en het gemak dat een MIVB abonnement hen biedt.”

De MIVB vervoert jaarlijks ruim 400 miljoen reizigers, en de Brusselse regering blijft investeren in het openbaar vervoer. Het aanbod bussen, trams en metro’s breidt de komende jaren nog uit, met 20% extra plaatsen op de bus, 7 nieuwe tramlijnen en een nieuwe metrolijn. De MIVB is een oplossing voor de filedruk en de slechte luchtkwaliteit in Brussel. Met dit jongerentarief wil de Brusselse regering jongeren overtuigen om voor het openbaar vervoer te kiezen wanneer het kan. Bestaande kortingen blijven behouden: de volledige lijst van de kortingen is te raadplegen op de website van de MIVB. 

De MIVB is volop bezig met het inwerken van de nieuwe tarieven. Concrete informatie rond verkoop en precieze data volgt zo spoedig mogelijk.

De Brusselse regering bereikt akkoord over de keuze van de prioritaire projecten voor het herstel van het Brussels Gewest

Bruxelles

De Brusselse regering bereikt akkoord over de keuze van de prioritaire projecten voor het herstel van het Brussels Gewest

persbericht

25 maart 2021

De Brusselse regering is het vandaag eens geworden over de prioritaire projecten die het Brussels Gewest zal indienen voor het Plan voor Herstel en Veerkracht. Die projecten moeten Brussel, haar economie en haar inwoners weerbaarder maken tegen de sociale, economische en klimatologische uitdagingen die zich door de gezondheidscrisis nog scherper stellen. Zij zijn er ook op gericht de levenskwaliteit te verbeteren en het Gewest aantrekkelijker te maken. 

Overeenkomstig de werkmethode die was voorgesteld door de interfederale coördinatie onder leiding van de staatssecretaris voor de Relance, had de Brusselse regering op 21 januari een reeks prioritaire projecten voor het Plan voor Herstel en Veerkracht voorgesteld, die samen goed waren voor een bedrag van in totaal 527 miljoen euro (d.i. ongeveer 130% van het budget dat aan het Brussels Gewest is toegewezen). De projecten en de bijhorende budgetten werden tijdens de Sociale Top op 24 februari voorgelegd aan het overleg met de sociale partners (Brupartners). Er vond ook specifiek overleg plaats op aansturen van de initiatiefnemende ministers en staatssecretarissen. 

Binnen datzelfde kader voor de interfederale uitwerking van het Plan voor Herstel en Veerkracht kreeg het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een enveloppe van 395 miljoen euro toegewezen. Op basis van de resultaten van het gepleegde overleg moest de Brusselse regering een definitieve selectie op maat van het daadwerkelijk toegekende budget maken. Voor die selectie baseerde zij zich op meerdere criteria:

  • de criteria die de federale coördinatie had voorgesteld, met onder meer de mate waarin de projecten bijdragen tot de groene en de digitale doelstelling, hun economische en sociale impact en het feit dat ze tegen augustus 2026 volledig ontwikkeld en voltooid moeten zijn;
  • maar ook de gespreksmomenten in de interfederale werkgroepen en met de Europese Commissie, de inbreng van de sociale partners, de raadplegingen door de ministers en staatssecretarissen die de projecten in goede banen moeten leiden en het advies van de minister van Begroting.  

Dit zijn de projecten die voor de Europese enveloppe werden geselecteerd en die aan de federale coördinatie zullen worden meegedeeld:

  • Duurzaamheid:
    • De strategie voor de renovatie van de gebouwen versterken met premies en de projecten Reno Click en Renolab
    • De sociale woningen renoveren
  • Digitaal:
    • De processen voor burgers en ondernemingen digitaliseren
    • Gewestelijk gegevensuitwisselingsplatform
    • AI for the Common Good
  • Mobiliteit:
    • Fiets PLUS
    • Elektrische bussen en stelplaatsen (MIVB)
    • De uitrol van de MaaS-tools versnellen
    • SmartMobility
    • De omschakeling naar een mobiliteit met nuluitstoot ondersteunen
  • Inclusie:
    • Bij- en omscholingsstrategie en inclusief tewerkstellingsbeleid
    • De digitale bocht maken met de Brusselse scholen
  • Productiviteit:
    • Een efficiënt en geoptimaliseerd activerings- en opleidingsbeleid

Aangezien de coronacrisis alle sectoren zeer zwaar heeft getroffen en de nodige ondersteuning moet worden geboden, besliste de Brusselse regering daarenboven om die projecten voor het Plan voor Herstel en Veerkracht op te nemen in de Brusselse meerjarenbegroting, maar ook om de volgende projecten volledig te financieren:

  • de herkapitalisering van finance&invest.brussels voor een bedrag van 87,4 miljoen euro (die eerder al was vastgesteld). Daarmee verdrievoudigt de Brusselse regering de middelen voor finance&invest.brussels, dat op die manier Brusselse ondernemingen die gelden als voorbeeld op sociaal en milieuvlak, sterker zal kunnen ondersteunen;
  • de uitbreiding van het aanbod in de geestelijke gezondheidszorg voor een bedrag van 15 miljoen euro: daarbij is het vooral de bedoeling om initiatieven voor beschut wonen (IBW) en psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT) infrastructureel te versterken door gebouwen te renoveren, aan te kopen, uit te breiden of op te trekken;
  • Het creëren van opvangfaciliteiten voor kwetsbare bevolkingsgroepen: het is de bedoeling om gebouwen aan te kopen voor de tijdelijke opvang van slachtoffers van intrafamiliaal geweld en van LGBTQI+-personen die zich aan de rand van de maatschappij bevinden en transitwoningen voor gezinnen wier woning gevaarlijk en onbewoonbaar werd verklaard.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal, naast de projecten die steun krijgen van Europa, blijven investeren in beleidsinitiatieven voor werkgelegenheid en opleiding. Het zal ook zijn beleid voor armoedebestrijding en de ondersteuning van de meest kwetsbaren voortzetten om de gevolgen van de crisis zoveel mogelijk op te vangen.

Al die projecten – uit welke hoek ze ook worden gefinancierd – moeten de toekomst helpen voorbereiden door de Brusselse economie verder te sturen in de richting van een transitie. Ze zijn trouwens ook opgenomen in de geüpdatete Strategie GO4Brussels, waarin zowel de herstelprojecten van de Brusselse regering als de inbreng van het Gewest in het Plan voor Herstel en Veerkracht zijn verwerkt. GO4Brussels blijft dus het overkoepelende instrument waarmee Brussel de economische, sociale en ecologische transitie wil bevorderen. 

Na de aanpak van de gezondheidscrisis beschikken we nu over een plan dat een stimulerend en een hefboomeffect op de rest van de economie moet hebben. De maatregelen ervan zijn gebaseerd op drie pijlers: zorgen voor een heropleving van de activiteit, de burgers, en in het bijzonder de meest kwetsbaren, ondersteunen en de transitie en de digitalisering van onze economie versnellen.

Download de tabel

Gemeenschappelijke vergadering van de regeringen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Federatie Wallonië-Brussel en het college van Franse Gemeenschapscommissie

gov commun copie

Gemeenschappelijke vergadering van de regeringen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Federatie Wallonië-Brussel en het college van Franse Gemeenschapscommissie

persbericht

11 maart 2021

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap hebben elkaar vandaag samen met het College van de Franse Gemeenschapscommissie ontmoet voor een uitzonderlijke gezamenlijke ministerraad. Dit bood de Minister-Presidenten Rudi Vervoort, Pierre-Yves Jeholet en Barbara Trachte de kans hun colleges rond de tafel te brengen om een stap vooruit te zetten in een aantal dossiers die de drie instellingen aanbelangen.

Zo raakten ze het onder meer eens over de uitwerking van een samenwerkingsakkoord om de engagementen verder uit te bouwen die het Gewest en de Gemeenschappen samen zijn aangegaan om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften omtrent het onderwijs en de kinderopvang in Brussel. Het Brussels Gewest is het belangrijkste onderwijscentrum van het land. Die heeft weliswaar geen specifieke bevoegdheden ter zake, maar het waarborgen van kwalitatief hoogwaardig onderwijs waar iedereen terechtkan, isiets wat alle beleidsniveaus aanbelangt. De Federatie Wallonië-Brussel, het Brussels Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie hebben daarom beslist de krachten te bundelen in een samenwerkingsakkoord. Dat is opgebouwd rond vijf prioriteiten die elk beantwoorden aan een grote uitdaging bij het waarborgen van een kwaliteitsvolle, kosteloze en een voor iedereen toegankelijke onderwijs. Daarnaast moet het debevolkingsgroei opvangen, voorkomen dat jongeren in moeilijkheden afhaken op school, de schoolsegregatie aanpakken, armoede en kansarmoede bij kinderen bestrijden, het aanleren van talen radicaal veranderen en een specifiek beleid uitwerken voor de kinderopvang.

De Brusselse Hoofdstedelijke en de Franse Gemeenschapsregering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie zetten samen werkzaamheden op om het aantal opvangplaatsen in de kinderopvang uit te bouwen voor de periode 2021-2025. In een gezamenlijke inspanning van Bénédicte Linard, Minister van Kinderwelzijn in de Federatie Wallonië-Brussel, Rudi Vervoort, Brussels Minister-President en Bernard Clerfayt, Brussels Minister van Werk, streeft deze strategie naar 2.100 nieuwe plaatsen tegen december 2025 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 

Deze nieuwe opvangplaatsen passen in een bredere strategie voor het hele grondgebied van de Federatie Wallonië-Brussel en bouwt voort op wat reeds werd verwezenlijkt met het ‘Plan Cigogne III’, waartoe in de vorige legislatuur is beslist. Daarbij zal voorrang worden gegeven aan projecten die concrete infrastructuursteun krijgen van het Gewest. Ook is het de bedoeling dat er vooral plaatsen bijkomen in de gebieden waar het aantal het laagst is en zullen in de eerste plaats projecten worden geselecteerd die tegemoetkomen aan specifieke sociale behoeften op basis van de oriënteringen van de beleidsverklaring van de Gemeenschapsregering.

Een ander punt waarover vandaag een akkoord werd bereikt, zijn de bevoegdheden van de kinderrechtenverdedig(st)er, die breder zijn dan voorheen bij de Algemeen afgevaardigde voor de rechten van het kind (Délégué Général aux droits de l’enfant) en die voortaan ook over bevoegdheden beschikt die horen onder het Brussels Gewest, zoals bleek uit de gezamenlijke aankondiging van de Minister van Kinderwelzijn van de Federatie Wallonië-Brussel, Bénédicte Linard, en de Minister-Presidente van de COCOF Barbara Trachte na de gezamenlijke ministerraad. Eind 2020 zijn deze bevoegdheden al uitgebreid naar het Waals Gewest en vandaag wordt dus opnieuw een stap gezet om de rol van deze essentiële functie bij het verdedigen van de kinderrechten in ons land verder te versterken.

Op voorstel van de ministers Glatigny (Federatie Wallonië-Brussel), Clerfayt (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) en Ben Hamou (COCOF) hebben de regeringen ook overeenstemming bereikt over de invoering van een samenwerkingsprotocol voor sport tussen de drie deelstaten, naar het voorbeeld van de reeds bestaande samenwerking tussen de Federatie Wallonië Brussel en het Waals Gewest. De Federatie Wallonië-Brussel is bevoegd voor het sportbeleid en de gewesten voor de sportinfrastructuur. En in het Brussels Gewest oefent ook de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) bevoegdheden uit ter zake. Dit initiatief brengt een grotere samenhang in het beleid van de verschillende deelstaten. Het doel is om gerichte samenwerkingsverbanden op te zetten om het Brussels weefsel van sportverenigingen te versterken en daarmee de lichaamsbeweging te stimuleren bij de hele bevolking.

De verschillende regeringen bevestigden op initiatief van Minister Glatigny hun intentie om, ook met het Waals Gewest, verder te werken aan de uitwerking en de invoering van een gezamenlijke strategie om de belangstelling voor STEM-opleidingen (sciences, technologies, engineering, maths) aan te moedigen met de oprichting van een « STEAM Comité ».  

Deze studierichtingen hebben een enorm maatschappelijk en economisch potentieel maar krijgen vandaag veel te weinig aandacht. Zeker bij jongeren is dat het geval, en dan zeker bij de meisjes, die slechts zelden kiezen voor dit soort studierichtingen, ondanks dat deze grote kansen bieden op werk. Terwijl elders één student op twee een vrouw is, trekken de wetenschappelijke richtingen bijvoorbeeld slechts weinig meisjes aan. Volgens het ‘Comité femmes et sciences’ zijn de studenten in de ingenieurs- en technologiestudies voor 79% mannen en voor 21% vrouwen.

Daarom is er nood aan een gemeenschappelijke strategie met alle betrokken actoren (overheden, onderwijsinstellingen, economische wereld, maatschappelijk middenveld) en met een specifiek platform, om meer belangstelling te wekken voor deze vakgebieden, vooral bij de meisjes. 

Er kwam ook een stand van zaken ter sprake voor de Strategie Go4Brussels 2030, en dan meer bepaald de verbintenissen die het Gewest en de Gemeenschappen daarin zijn aangegaan. Daarbij bleek dat het overleg over de doelstellingen en werven van het gekruiste beleidsinitiatieven rond werk en opleiding zo spoedig mogelijk opnieuw wordt opgestart.

Tetrapremie: Brusselse regering maakt 111 miljoen vrij voor de sectoren die het zwaarst getroffen zijn door de gevolgen van de crisis

bruxelles en vacancesB

Tetrapremie: Brusselse regering maakt 111 miljoen vrij voor de sectoren die het zwaarst getroffen zijn door de gevolgen van de crisis

persbericht

11 maart 2021

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft op donderdag 11 maart in eerste lezing ingestemd met het besluit betreffende steun aan ondernemingen in de toeristische logies-, de discotheek-, de restaurant- en cafésector, en de belangrijkste leveranciers ervan, de evenementen-, de cultuur-, de sport- en de toeristische sector, in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis. Deze steun, die de naam ‘Tetrapremie’ heeft gekregen, is bestemd voor de economische sectoren die het zwaarst door de crisis zijn getroffen en bedraagt 111 miljoen euro.

De sectoren die met deze premie worden gesteund, zijn strategisch in die zin dat ze in belangrijke mate bijdragen tot de uitstraling en het imago van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als internationale hoofdstad. In deze sectoren konden de activiteiten nog niet worden hervat of worden ze nog sterk beïnvloed door de maatregelen om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Ze zijn de facto bijna tot stilstand gekomen.

Na talrijke ontmoetingen en besprekingen met de representatieve werkgevers-, middenstands- en werknemersorganisaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, heeft de regering het toepassingsgebied van de oorspronkelijk geplande premie uitgebreid, zowel wat de betrokken sectoren betreft, door de toevoeging van de sportzalen, als wat het bedrag van de premies betreft. Dat laatste is met 25% verhoogd ten opzichte van de eerder vastgestelde en meegedeelde bedragen. Vóór de goedkeuring van het besluit in tweede lezing, zal Brupartners zich nog officieel over de documenten buigen.

Concreet zal deze steunregeling de vorm aannemen van een variabele premie waarvan het bedrag zal worden vastgesteld op basis van het aantal voltijdsequivalenten (VTE) in de onderneming en de omzetdaling die wordt opgetekend tussen de omzet van het laatste kwartaal van 2019 en die van het laatste kwartaal van 2020. De ondernemingen zullen toegang hebben tot de premie bij een omzetverlies van 40% tussen deze twee perioden. Zij die meer dan 60% van hun omzet hebben verloren, komen in aanmerking voor een verhoogd bedrag.

Met de invoering van deze criteria kiest de regering voor een meer gerichte steunaanpak die bedoeld is om de ondernemingen en zelfstandigen te helpen waarvan de behoeften en moeilijkheden beter geïdentificeerd zijn.

Afhankelijk van de betrokken sector, die wordt geïdentificeerd door de NACE-btw-codes, zullen de premiebedragen binnen de volgende marges vallen:

  • voor de reca-sector, zijn toeleveranciers, de evenementen-, cultuur-, sport- en toeristische sector: van 6.250 tot 45.000 euro;
  • voor de sector van de toeristische logies: van 6.250 tot 62.500 euro;
  • voor de discotheken: van 75.000 tot 125.000 euro.

Een andere nieuwigheid is dat deze premies beschikbaar zullen zijn per vestigingseenheid, met een maximum van 5 vestigingseenheden per onderneming.

Brussel Economie en Werkgelegenheid zal instaan voor het beheer van deze premies. De precieze voorwaarden en termijnen waarbinnen deze steun beschikbaar zal zijn, zullen binnenkort worden meegedeeld.

Voor meer informatie over de betrokken sectoren (NACE-codes), de toekenningsvoorwaarden en de premiebedragen: 1819 of www.1819.brussels

Rudi Vervoort, Brussels minister-president: “De actoren van onze economie, die zwaar te lijden heeft onder de gezondheidscrisis, rekenden op deze premie. Wij blijven hen steunen en we willen deze premie nu snel operationeel maken om een beetje zuurstof te kunnen geven aan de ondernemers in ons gewest die het erg nodig hebben.

Sven Gatz, minister van Financiën en Begroting: “Hoewel ook in Brussel de vaccinatiecampagne opgestart is en we ons langzaam maar zeker een uitweg banen uit de coronapandemie, was het toch absoluut noodzakelijk om met deze premie nog nieuwe steunmaatregelen te treffen. Vooral onze essentiële sectoren, die fors en langdurig te lijden hebben gehad door de coronamaatregelen, willen we hiermee maximaal kansen geven op een deftige doorstart na deze nooit geziene crisis. “

Barbara Trachte, staatssecretaris voor Economische Transitie: “Deze nieuwe premie toont aan dat de Brusselse regering achter de zwaarst getroffen bedrijven en zelfstandigen staat om hen door de crisis te helpen. In totaal is het afgelopen jaar besloten tot meer dan 700 miljoen euro aan economische steun, wat verhoudingsgewijs een enorm bedrag is in vergelijking met de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Wij zullen er ook zijn om de mannen en vrouwen die deze bedrijven leiden, te begeleiden wanneer zij hun activiteiten heropstarten.”

Sociale top 2021, het sociaal overleg blijft een prioriteit voor de Brusselse regering

sommetsocial21

Sociale top 2021, het sociaal overleg blijft een prioriteit voor de Brusselse regering

persbericht

24 februari 2021

De Brusselse regering en de sociale gesprekspartners (verenigd in Brupartners) zijn vandaag samengekomen voor een belangrijke sociale top, één jaar na het uitbreken van de coronacrisis. Het was een uitgelezen moment om de balans op te maken van de ernstige situatie waarin tal van ondernemers en werknemers verkeren, maar ook en vooral om opnieuw aan te knopen met stabiel en passend overleg, zoals in januari 2020 was overeengekomen, en om nieuwe prioriteiten voor 2021 te bepalen.

Een jaar geleden lanceerden de Brusselse regering en Brupartners de Strategie Go4Brussels 2030 als officiële voortzetting van de dynamiek die destijds in nauwe samenwerking met de gemeenschapscolleges en de Brusselse sociale gesprekspartners was opgestart. Daarbij werd als doel vooropgesteld om de uitdagingen die gepaard gaan met de economische, sociale en klimaattransitie gezamenlijk aan te pakken. Helaas werd ons land hard getroffen door de coronapandemie en gaan alle sectoren nog steeds zwaar gebukt onder de impact daarvan. De Brusselse regering zet zich dagelijks in om die crisis te bestrijden en heeft al heel wat maatregelen genomen om de ongeziene sociale en economische gevolgen te proberen indijken. De prioriteiten van de Brusselse regering op lange termijn blijven ongewijzigd, maar door de crisis zijn zowel de inhoud ervan als de gebruikelijke overlegmethode op korte en middellange termijn flink door elkaar geschud.

In de zomer van 2020 werd een eerste Brussels relance- en herontwikkelingsplan aangenomen om de sectoren die het zwaarst te lijden hebben onder de aanhoudende crisis, te blijven ondersteunen. Eind januari 2021 keurde de Brusselse regering haar investeringsprojecten voor het Nationale Plan voor Herstel en Veerkracht goed. Al die maatregelen op middellange en lange termijn werden tevens verwerkt in de doelstellingen en beleidswerven van de Strategie GO4Brussels 2030. Die strategie blijft namelijk dienst doen als het centrale programma- en overleginstrument van de Brusselse regering.

Het beleid moet gericht blijven op de aanpak van de gezondheidsrisico’s om de burgers te beschermen, maar daarnaast was het ook dringend nodig geworden om opnieuw aan te knopen met stabiel en passend overleg, zoals in januari 2020 was overeengekomen. Daarom hebben de Brusselse regering en de sociale gesprekspartners vandaag tijdens een nieuwe sociale top samen de prioritaire beleidswerven voor het komende jaar bepaald. Die omvatten onder meer de jongerengarantie, de bestrijding van het schoolverzuim, en een gewestelijk plan ter ondersteuning van eenoudergezinnen. De strategie rond scholing en werk en de economische herontwikkeling van het gewest rond de overgangsstrategie blijven van essentieel belaang. Verder gaat er ook aandacht uit naar de geplande hervorming van de sector van de rusthuizen, de uitwerking van een geïntegreerd welzijns- en gezondheidsplan en de ontwikkeling van Housing First. Verder zullen de impact van telewerk en vooral oplossingen om te zorgen voor een evenwicht tussen werk en privé worden onderzocht.

De sociale gesprekspartners hebben er ook hun eerste bijdrage aan de Brusselse projecten die als onderdeel van het Nationale Plan voor Herstel en Veerkracht aan de federale overheid en de Europese Commissie worden voorgelegd, ingediend. Vooralsnog is er enkel kennis van genomen, want zoals door de regering is beslist en in de Strategie GO4Brussels is bepaald, dient iedere minister of staatssecretaris die de leiding heeft over een of meerdere projecten, een specifieke overlegprocedure in te stellen waarna de documenten dan uiteindelijk worden goedgekeurd.

De Brusselse regering, de gemeenschapscolleges en de Brusselse sociale partners verbinden er zich dus toe met elkaar samen te werken onder de gemeenschappelijke noemer en volgens het basisprincipe van het sociaal overleg. De methode van de “gedeelde prioriteiten”, waarbij de regering en de sociale gesprekspartners onderhandelen over het te voeren beleid, heeft haar deugdelijkheid in het verleden al bewezen en wordt ook de hoeksteen van het herstel.

“Het is tijd om opnieuw aan te knopen met stabiel overleg, zodat we onze beleidsinstrumenten samen op een zo doeltreffend mogelijke manier kunnen bijsturen en inzetten voor een duurzaam herstel dat alle Brusselaars ten goede komt. Zo krijgen de sociale gesprekspartners de teugels in handen bij de uitvoering van bepaalde herstelmaatregelen. Om die te laten slagen, is het noodzakelijk om ze samen met hen uit te werken”, aldus minister-president Rudi Vervoort.

“Overleg en samenwerking zijn cruciale ingrediënten voor een Brusselse relance. Door fors in te zetten op mobiliteit investeert de Brusselse regering sterk in de Brusselse economie en in de gezondheid en levenskwaliteit van de Brusselaars. We bekijken graag samen met de sociale partners hoe we die investeringen optimaal kunnen inzetten in een duurzaam herstel van de Brusselse welvaart.”, aldus Minister van mobiliteit Elke Van den Brandt 

“Het is voor mij belangrijk dat de burgers centraal staan bij al onze prioritaire projecten voor 2021, met name de meest kwetsbaren die hard zijn getroffen door de sociale en gezondheidscrisis die we doormaken. Als we willen dat deze projecten uitmonden in concrete, kwalitatief hoogstaande projecten die aan de behoeften van de bevolking voldoen, dan moet het bestuur ervan voorbeeldig zijn en grootschalig worden gecoördineerd, zodat alle publieke en particuliere belanghebbenden kunnen samenwerken om gemeenschappelijke doelstellingen te verwezenlijken. Ik ben dan ook verheugd over de dialoog die met de sociale partners tot stand is gebracht om samen vooruitgang te boeken.”, zegt Minister van Gezondheid Alain Maron.

Sven Gatz, Brussels minister van Financiën, Begroting en Openbaar ambt: “De Brusselse overheid wil een aantrekkelijke werkgever zijn en blijven. We vatten daarom de gesprekken aan met de sociale partners over het veralgemeend telewerken in de post-coronaperiode. Telewerk was in onze regio al ingeburgerd vóór corona ons werk en ons leven veranderde. Maar nu zijn we er ook van overtuigd dat telewerken ná corona een blijver wordt, althans voor de personeelscategorieën die er door de aard van hun job niet van uitgesloten zijn. We moeten er samen met de sociale partners over waken dat de work/life balance van ons personeel een goed evenwicht kent.”

Minister van Werk Bernard Clerfayt voegt het volgende toe: “De coronacrisis moet een opportuniteit zijn om het sociaal overleg ten voordele van de Brusselaars nieuw leven in te blazen. We moeten de tegenstellingen overbruggen en samenwerken, met de blik op de toekomst, om de economie duurzaam weer op gang te brengen en opnieuw een positieve dynamiek van duurzame en kwaliteitsvolle jobs te creëren. We moeten onze krachten bundelen om het Brussels Gewest van morgen te laten slagen: welke sectoren hebben steun nodig? Welke jobs moeten worden ontwikkeld? Het is de sterkte van de sociale partners op alle niveaus van het koninkrijk aanwezig te zijn. De collectieve en gedeelde inbreng van de vakbonden en de werkgevers moet de voorstellen van de Brusselse Regering ter discussie stellen en verrijken.”

Barbara Trachte, staatssecretaris voor Economische Transitie: “Deze crisis plaatste de Brusselse regering voor de grote uitdaging om dringende economische steunmaatregelen te verzoenen met sociaal overleg. Nu is het moment aangebroken om over te gaan tot de herontwikkeling van ons gewest en meer bepaald tot een economische herontwikkeling op basis van de transitiestrategie. Dat houdt in dat we samen werk dienen te maken van de economische en sociale toekomst van Brussel. De sociale gesprekspartners vervullen daarbij een essentiële rol.”

Staatssecretaris voor Huisvesting en Gelijke Kansen Nawal Ben Hamou: De gezondheidscrisis heeft eenoudergezinnen hard getroffen, en dit terwijl ze al vier keer meer risico lopen op armoede dan leden van een gezin met twee ouders. Deze toenemende armoede heeft tal van gevolgen voor hun dagelijkse leven: toegang tot een degelijke woning, gezondheidszorg, een evenwichtige voeding, een crèche of activiteiten… alles wat bijdraagt tot het welzijn van de kinderen en de ouder die voor hen zorgt. Via het gewestelijk steunplan voor eenoudergezinnen wil de regering een concreet antwoord bieden op de problemen waarmee eenoudergezinnen worden geconfronteerd.”

Deze Sociale Top vormt een stap in een overlegproces dat nog wordt uitgewerkt”, verklaart Paul Palsterman, Voorzitter van Brupartners. “Voor bepaalde onderwerpen moeten we nog – als sociale gesprekspartners en als Regering – bepalen wat we van elkaar verwachten en hoe we concreet tewerk moeten gaan. Er werd al heel wat vooruitgang gemaakt en ik heb er het volste vertrouwen in dat we zullen slagen”.

Jan De Brabanter, Ondervoorzitter van Brupartners: “Met de pandemie is de vraag naar meer efficiëntie en transparantie vandaag nog sterker. In het post-Covid-tijdperk, waarin de economie nieuw leven moet worden ingeblazen en de schade moet worden hersteld, zijn inertie en congestie eenvoudigweg onaanvaardbaar. Een betere Governance wordt belangrijker dan ooit.

Een studie van Brussel Preventie & Veiligheid onderstreept de moeilijkheden van slachtoffers van intrafamiliaal geweld tijdens de gezondheidscrisis

bps focus NL

Een studie van Brussel Preventie & Veiligheid onderstreept de moeilijkheden van slachtoffers van intrafamiliaal geweld tijdens de gezondheidscrisis

persbericht

19 februari 2021

Brussel, donderdag 18 februari 2021 – Brussel Preventie & Veiligheid (BPV) publiceert vandaag de resultaten van haar tweede analyse van intrafamiliaal geweld in het Brussels Gewest tijdens de gezondheidscrisis gelinkt aan het coronavirus. Uit die analyse blijkt dat het verstrengen van de maatregelen op het vlak van toegelaten contacten, verplaatsingen en activiteiten gepaard gaat met een toenemend aantal contacten met luister-, steun- en hulporganisaties. Bovendien leiden die beperkingen ertoe dat er minder feiten aan de politie worden gerapporteerd. Die tendensen tekenden zich het duidelijkst af tijdens de eerste lockdown.

De maatregelen van de afgelopen maanden beperkten onze activiteiten, verplaatsingen en sociale contacten. Uit de analyse van het Observatorium blijkt de aanzienlijke impact daarvan op slachtoffers van intrafamiliaal geweld. Ze zijn geïsoleerd en hebben nauwelijks persoonlijke of professionele sociale contacten, waardoor ze in situaties van enorme stress en spanning terechtkomen.

Ernstigere situaties voor de slachtoffers: stress, spanning en reële noodsituaties

De hulplijnen werden meer gecontacteerd – door slachtoffers, ongeruste naasten of professionals – naarmate de gezondheidsmaatregelen strenger werden. In april 2020 ontvingen de Nederlandstalige 1712 en de Franstalige Ecoute Violance Conjugales maar liefst drie keer meer oproepen dan voor de lockdown. Ook het aantal opvangaanvragen geregistreerd door het Centre de prévention des violences conjugales et familiales (CPVCF) nam sterk toe (+253% in april 2020 t.o.v. het gemiddelde van de 4 maanden voorafgaand aan de lockdown). De organisaties bleven ook tijdens de zomer sterk bevraagd (minder dan tijdens de lockdown maar meer dan daarvoor) en in de herfst zorgde de nieuwe verstrenging van de maatregelen voor een nog grotere toeloop. De organisaties getuigen stuk voor stuk van enorme spanningen en stress en in veel gevallen van reële noodsituaties.

De lockdown maakt het moeilijker een klacht in te dienen

De commissariaten bleven tijdens de hele gezondheidscrisis weliswaar open en toegankelijk maar voor slachtoffers was het in de lockdown-context moeilijker dan ooit om klacht in te dienen. Personen die slachtoffer worden van dergelijk geweld, thuis met een gewelddadige partner, kunnen zich niet altijd naar het commissariaat begeven (of ze denken dat het niet toegankelijk is), of zijn door het gezondheidsrisico bang om zich te verplaatsen. We stellen vast dat het aantal processen-verbaal voor intrafamiliaal geweld geregistreerd door de Brusselse politie in april 2020 23% lager lag dan het gemiddelde van april 2018 en 2019. Het aantal geregistreerde feiten steeg opnieuw tijdens de zomer en daalde vervolgens terug tijdens de tweede lockdown in de herfst (-14% in november 2020 t.o.v. het gemiddelde voor november 2018 en 2019). De toegankelijkheid van de politie in crisissituaties is dus van cruciaal belang inzake intrafamiliaal geweld.

Een toenemende bewustwording rond het verschijnsel

De situatie van het najaar 2020 is niet dezelfde als die van april 2020. Brussel Preventie & Veiligheid identificeert bepaalde elementen die wat druk en isolement wegnemen en zo de moeilijkheden van de slachtoffers enigszins verzachten. Denk maar aan de opening van de scholen waardoor slachtoffers de kans krijgen hun woning te verlaten, aan het in stand houden van fysieke aanwezigheid bij een aantal eerstelijnsdiensten wat een betere opvang mogelijk maakt, aan het ontwikkelen van laagdrempelige tools (chat bijvoorbeeld) die in een lockdown-context eenvoudig gebruikt kunnen worden en zo voorkomen dat slachtoffers compleet geïsoleerd geraken. We melden ook een grotere bewustwording rond de problematiek van intrafamiliaal geweld. Dat geldt voor de slachtoffers, die nu misschien meer geneigd zijn om klacht neer te leggen of geschikte hulp te zoeken, maar ook voor de gewone bevolking en voor professionals.

Door intrafamiliaal geweld te kwantificeren en te objectiveren, heeft de eerste studie van Brussel Preventie & Veiligheid, uitgevoerd in juli, een collectieve bewustwording rond het fenomeen van intrafamiliaal geweld mogelijk gemaakt. Vandaag is iedereen het ermee eens dat die problematiek al onze aandacht vereist, gelet op de fysieke en psychologische schade die eruit voortvloeien. Dit tweede, meer diepgaande onderzoek, zet dat werk verder en maakt de boodschap nog duidelijker! Door de betrokken actoren te informeren en het publiek te sensibiliseren, kunnen we alle middelen inzetten om slachtoffers te ondersteunen en hen te helpen uit een gewelddadige situatie te ontsnappen. Het Gewest maakt er een openbare kwestie van, een zaak die ons allen aangaat, voor een meer rechtvaardige samenleving”, aldus minister-president Rudi Vervoort.

Communicatie, onderdak en het indienen van klachten geïdentificeerd als aandachtspunten

De verschijnselen van intrafamiliaal geweld zijn complex, en dat geldt ook voor de manieren om ze te bestrijden. Enerzijds moeten oplossingen worden voorzien om de noodsituaties tijdens de gezondheidscrisis het hoofd te bieden. Anderzijds moeten structurele oplossingen worden uitgewerkt om de slachtoffers op een duurzame manier te helpen uit een gewelddadige situatie te geraken. Uit de analyse kwamen meerdere elementen naar voor die bij het uitwerken van die projecten en tools extra aandacht verdienen.

De communicatie rond de beschikbare diensten voor slachtoffers van intrafamiliaal geweld, zoals de hulplijnen, leidde tot een toename van het aantal contactnames. Dat werpt de vraag op of die diensten beschikken over de capaciteit om een dergelijke toestroom van vragen op te vangen. De communicatie rond diensten die zich specifiek tot de daders richten, moet nog verder uitgewerkt worden. Het onderdak, en dan niet enkel noodopvang maar ook onderdak op lange termijn, van slachtoffers van partnergeweld blijft een belangrijk aandachtspunt. Hetzelfde geldt voor de opvang van slachtoffers in een situatie van armoede of kwetsbaarheid. Tot slot blijken de politiediensten, in het bijzonder voor het indienen van klachten, tijdens de gezondheidscrisis moeilijk toegankelijk voor slachtoffers. Dat onderstreept het cruciale belang van de laagdrempeligheid van systemen voor het opsporen, helpen en opvangen van slachtoffers en plegers van intrafamiliaal geweld.

Het coronacommissariaat valideert het beschermingsplan onder COVID-19 voor de sectoren toerisme, musea, attracties en evenementen

brussels health safety label

Het coronacommissariaat valideert het beschermingsplan onder COVID-19 voor de sectoren toerisme, musea, attracties en evenementen

persbericht

17 februari 2021

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft in het kader van de COVID-19-crisis een beschermingsplan uitgewerkt om de heropstart van de activiteiten binnen de sectoren toerisme, musea, attracties en evenementen optimaal te laten verlopen. Dit plan met betrekking tot het COVID-19-gezondheidsprotocol voor de toeristische sector van het Brussels Gewest, werd vandaag gevalideerd door het coronacommissariaat. 

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest lanceerde via zijn toeristische operator visit.brussels een herstelplan met verschillende initiatieven en een reeks fondsen om de toeristische sector te ondersteunen.

Om het publiek gerust te stellen en de toeristische sector een extra duwtje in de rug te geven bij de nakende heropstart van de activiteiten, heeft het gewest een COVID-19-beschermingsplan uitgewerkt. Dit plan omvat een protocol met de gangbare best practices in de strijd tegen COVID-19 en de mogelijkheid om de bijbehorende certificering te verkrijgen, het Brussels Health & Safety Label.

Momenteel beschikken maar liefst 88 instellingen en infrastructuren over het H&S Label. Sommige gebruiken het al in hun communicatiedragers. De labelhouders maken hiermee duidelijk dat ze voorbereid zijn op een heropening in de komende maanden.

Een regelmatig bijgewerkt protocol

De inhoud van het protocol zal worden bijgestuurd naargelang de richtlijnen van het Overlegcomité en dient om de sector te ondersteunen bij de nakende heropstart.

Een gratis label

Het Brussels Healthy & Safety Label is bedoeld voor de actoren uit de toeristische en culturele sector: attracties en musea, toeristische accommodaties, geleide bezoeken, horeca, venues, evenementen en beurzen. Het doel ervan is tweeledig. Het label beoogt enerzijds de naleving van de algemene dwingende voorschriften die voor alle sectoren gelden, alsook de specifieke sectorgebonden voorschriften, en biedt de betrokken sectoren aldus ondersteuning bij de heropstart van hun activiteiten. Anderzijds draagt het label toe aan het geruststellen en informeren van het publiek over de maatregelen die gelden op bepaalde toeristische plaatsen.

Opleiding voor labelhouders

In het kader van de vereisten van het label heeft visit.brussels in samenwerking met Horeca Forma een opleiding uitgewerkt rond de dagelijkse veiligheidsmaatregelen voor de bezoekers Het personeel van de instellingen met het Health & Safety Label wordt opgeroepen om de opleiding te volgen en zich de aspecten rond klantveiligheid eigen te maken.

Het label in de praktijk

Alle toeristische partners die dit wensen, kunnen het gratis label aanvragen. Het volstaat het daartoe bestemde formulier in te vullen op de website visit.brussels. Zodra de aanvraag is goedgekeurd, ontvangt de partner een certificaat en het bijbehorende materiaal (visuals, affiche, enzovoort) dat op de gevel of de etalage kan worden aangebracht. Naast deze zichtbaarheid ter plaatse wordt het label ook onder de aandacht gebracht via een communicatiecampagne die door visit.brussels wordt aangestuurd.

Om na te gaan of het label correct wordt nageleefd, zullen de labelhouders steekproefsgewijs worden gecontroleerd door SOCOTEC, de certificeringspartner van visit.brussels, die al meer dan 20 jaar actief is op het vlak van veiligheid. Deze controles focussen op de correcte toepassing en naleving van de vereiste maatregelen.

Kandidaten kunnen het label nog steeds aanvragen.

Meer info over het label https://visit.brussels/nl/label

Meer info over de labelhouders https://visit.brussels/nl/article/het-gezondheidslabel-voor-de-brusselse-toeristische-sector

De Brusselse Regering neemt bijkomende maatregelen voor het kwetsbare publiek zonder woonst tijdens koudegolf

CP sans abris corona

De Brusselse Regering neemt bijkomende maatregelen voor het kwetsbare publiek zonder woonst tijdens koudegolf

persbericht

12 februari 2021

De Brusselse regering keurde vandaag op initiatief van minister-president Rudi Vervoort bijkomende opvangplaatsen inclusief maaltijden goed voor mensen zonder woonst.

Sinds werd aangekondigd dat er een koudegolf zou aanbreken, werd het Brusselse programma voor de noodopvang van daklozen uitgebreid. De koudegolf treft vooral kwetsbare mensen bijzonder hard. Mensen zonder dak boven hun hoofd hebben het zeer zwaar te verduren. Het werd dringend nodig de capaciteit te verhogen om zowel op gezondheids- als op menselijk vlak een drama te vermijden.

De Brusselse regering vindt het cruciaal om iedereen in het Gewest onder deftige omstandigheden te kunnen onderbrengen. Om mensen die in de koude leven onderdak te bieden, en ervoor te zorgen dat de maatregelen tegen de verspreiding van Covid-19 in alle domeinen toepassing kunnen vinden, worden er bijkomende opvangplaatsen gecreëerd.

Sinds dinsdag 9 februari 2021 biedt een hotel in het Brussels Gewest (waar tot dusver 105 personen waren ondergebracht) een bijkomende opvangcapaciteit van 60 plaatsen. Er worden drie maaltijden per dag aangeboden en er wordt voorzien in begeleiding.

Minister-President Rudi Vervoort: “Om humanitaire redenen en omwille van de menselijke waardigheid opent het Brussels gewest tijdelijk bijkomende opvangplaatsen zodat niemand buiten dient te slapen. We doen ons uiterste best om dit probleem op alle niveaus te bestrijden. We willen ook de verschillende initiatieven die de Brusselse gemeentes nemen toejuichen. We doen dit niet alleen omwille van de openbare gezondheid, maar ook omdat we deze mensen in precaire situaties niet zonder onderdak en maaltijden kunnen laten midden in een koudegolf. ”