Het Brussels Gewest onthult het toekomstige geïntegreerde opvangcentrum voor druggebruikers
persbericht
12 oktober 2021
Op dinsdag 12 oktober heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, samen met de burgemeesters van de stad Brussel en die van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek, Philippe Close en Catherine Moureaux, de plannen voor het toekomstige geïntegreerde centrum voor kwetsbare druggebruikers onthuld. Het zal tegen 2026 gebouwd worden in de kanaalbuurt, recht tegenover Tour en Taxis. Het Gewest zal financieel bijspringen door een subsidie van 12,3 miljoen euro toe te kennen voor het geïntegreerde centrum en voor de aanpassingswerken voor de Haven van Brussel. Brussel Preventie en Veiligheid (BPV) houdt toezicht op de uitwerking en de invulling van de operationele opdrachten van het centrum en doet daarvoor een beroep op de expertise van de gewestelijke operator inzake verslavingen, namelijk de vzw Transit. De groepering van architectenkantoren Bogdan Van Broeck – BC Architects & Studies haalden samen met een multidisciplinair team de overheidsopdracht voor het ontwerp van het gebouw binnen. Die opdracht was uitgeschreven door de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI), die de bouw in goede banen moet leiden.Het nieuwe gebouw zal worden opgetrokken aan de Havenlaan 55, naast de hoofdzetel van de Haven van Brussel, die ook ruimte in het toekomstige gebouw zal krijgen. Het nieuwbouwproject (waarvoor eerst twee verouderde gebouwen tegen de vlakte zullen gaan: zal een bruto-oppervlakte van ongeveer 5.000 m² hebben. Daarvan wordt iets meer dan 4.000 m² bestemd voor het geïntegreerde centrum en bijna 1.000 m² voor de Haven.
Een vernieuwend initiatief op het vlak van sociale cohesie, waar zowel kansarme doelgroepen als de buurt wel bij zullen varen
Een vernieuwend initiatief op het vlak van sociale cohesie, waar zowel kansarme doelgroepen als de buurt wel bij zullen varen
Het Gewest plant het geïntegreerde centrum voor kwetsbare druggebruikers in 2026 te openen. Dit is de eerste stap op een lang traject naar de inhuldiging van het gebouw. De inpassing van het centrum in het buurtleven vormt een bijzonder aandachtspunt voor de overheid. Voordat het project de eindfase ingaat, zal er dus eerst een uitgebreid proces plaatsvinden waarbij de buurtbewoners en de sleutelactoren van de wijk (lokale actoren, verenigingen, …) de nodige informatie krijgen, zodat er op lange termijn regelmatig van gedachten kan worden gewisseld. De partners van het project, mensen uit het gezondheidsveld en spelers die actief zijn op het vlak van preventie en veiligheid (gemeenschapswachten, politie, justitie, parkwachters, artsen, psychologen, straathoekwerkers, enz.) slaan de handen in elkaar om dat proces te organiseren en te ondersteunen.
Minister-president Rudi Vervoort, die onder meer bevoegd is voor veiligheid, benadrukt dat “het geïntegreerde centrum voor kwetsbare druggebruikers een alomvattend gewestelijk project is dat een antwoord biedt op de hedendaagse uitdagingen voor de evoluerende samenleving: gezondheid, kansarmoede en het verbeteren van de ruimten en van de openbare rust. Het project, waaraan alle actoren van de preventie- en veiligheidsketen (politie, gemeenschapswachten, justitie, parkwachters, straathoekwerkers, …) op een gecoördineerde manier meewerken, zal in de wijk een heuse vernieuwing op het vlak van sociale cohesie brengen. Het biedt hoop op een beter welzijn voor kwetsbare bevolkingsgroepen en perspectieven voor de wijk, doordat het de ambities en doelstellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zowel vanuit architecturaal oogpunt als op het vlak van sociale cohesie, mee helpt waarmaken.”
Rudi Vervoort herinnert eraan dat “dit project expliciet vermeld staat in het regeerakkoord 2019-202. De regering verbindt zich ertoe een risicobeperkingsbeleid te voeren voor potentiële gebruikers en druggebruikers (ook voor alcohol). Daartoe gaat de regering de inrichting van risicobeperkende gebruiksruimten steunen – via een nieuw centrum dat beheerd zal worden door de vzw Transit”.
Minister van Gezondheidszorg en Welzijn, Alain MARON, herinnert eraan dat “in juli een ordonnantie over de erkenning en subsidiëring van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico’s werd goedgekeurd. Met die tekst zetten we een belangrijke stap om mensen met een verslaving te begeleiden en hen te helpen genezen. Dankzij de psychisch-medisch-sociale verzorging die zij in het centrum zullen krijgen, kunnen zij opnieuw aanknopen met een waardig leven en weer een plaats verwerven in onze maatschappij”.
Concrete uitvoering van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan
Volgens Yves Bastaerts, adjunct-directeur-generaal van Brussel Preventie en Veiligheid (BPV) “past dit project volledig in het veiligheids- en preventiebeleid dat omschreven is in het Globaal Veiligheids- en Preventieplan. Brussel Preventie en Veiligheid wijdt een apart onderdeel van het plan aan deze belangrijke uitdaging voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Druggebruik en de ontwikkeling van verslavingen in het algemeen vormen een probleem voor de volksgezondheid met een centrale impact op de veiligheid in de stad. Zij kunnen gepaard gaan met overlast of een invloed hebben op de manier waarop de leefomgeving van de burgers wordt gepercipieerd. Door in te zetten op een aangepaste en coherente begeleiding van het doelpubliek kan het geïntegreerde centrum voor kwetsbare druggebruikers mee helpen zorgen voor verbondenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door de bewoners van de wijk, en ruimer genomen alle Brusselaars, een aangename leefomgeving en een veilige openbare ruimte te bieden. Als kennis- en referentiecentrum voor preventie en veiligheid streeft Brussel Preventie en Veiligheid er ook naar om via dit project de kennis over verslavingen in Brussel aan te scherpen. Het geïntegreerde centrum voor achtergestelde druggebruikers biedt als plaats voor gedeelde praktijken mogelijkheden voor de productie van gegevens en de uitwerking van analyses om dan op basis daarvan vorm te geven aan een coherent drugs- en verslavingsbeleid dat afgestemd is op de behoeften van de meest kwetsbare personen.”
Gezondheid en veiligheid voor iedereen
Burgemeester van de stad Brussel Philippe Close: “Naast Gate, de risicobeperkende gebruiksruimte die op het einde van het jaar de deuren opent in het centrum van Brussel, gaat het geïntegreerde centrum een complementaire rol opnemen in het zorgtraject als motor van een innoverend, waardig en inclusief beleid ten opzichte van de verslavingsproblematiek. Ons voornemen om ook de meest kansarme mensen een universele toegang te bieden tot de volksgezondheid sluit perfect aan bij onze inspanningen om in de veiligheid van alle burgers te voorzien. Want druggebruik in de openbare ruimte zorgt voor overlast en scherpt het onveiligheidsgevoel dat leeft bij de inwoners verder aan. In het belang van de sociale cohesie moeten wij handelen voor het welzijn van iedereen. Ik ben ervan overtuigd dat wij met de oprichting van het geïntegreerde centrum in samenwerking met de gewestelijke overheid precies dat doen. De investeringen die voor deze nieuwe voorzieningen zijn voorbehouden, gaan bijdragen tot een betere leefomgeving voor alle Brusselaars, zonder dat iemand wordt achtergelaten.”
Burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek Catherine Moureaux: “De vele problemen die gepaard gaan met het gebruik van verdovende middelen op heel het Brussels gewestelijk grondgebied veranderen voortdurend. Zo stelden zowel de beroepsmensen ter zake als de omwonenden de voorbije maanden opnieuw sterke verschuivingen vast als gevolg van de Covid-crisis. Als gemeentelijk beleidsmaker volg ik met aandacht de gevolgen die dit heeft, zowel voor de slachtoffers van verslavingen als voor de bewoners van onze wijken. Daarom is Sint-Jans-Molenbeek blij dat het project van een geïntegreerd centrum weldra van start gaat. Want op individueel niveau ben ik ervan overtuigd dat deze nieuwe voorziening, die grote ambities koestert in haar doelstellingen en vernieuwend is in haar methodes, zeker wat volksgezondheid en inschakeling betreft, de mensen die helaas met verslaving moeten leven beter zal kunnen begeleiden met deze globale en aangepaste aanpak.
Op collectief niveau leidt het voor mij geen twijfel dat het geïntegreerde centrum en de mogelijkheden die deze door hun verslaving extreem kwetsbare mensen er zullen krijgen een bijzonder gunstige uitwerking gaan hebben op de maatschappelijke samenhang en de leefbaarheid in wijken die worden getroffen door de zeer verscheiden problemen die met druggebruik gepaard gaan.
Om deze nieuwe gewestelijke voorziening optimale ondersteuning te bieden, heb ik in mijn gemeente nu al een nieuw platform in het leven geroepen dat zich toelegt op druggerelateerde problemen. Het platform is bestemd om verder uit te groeien, maar brengt vandaag al meerdere zowel gemeentelijke als associatieve actoren uit preventie en sociale cohesie samen. Het moet de plaatselijke transversale aanpak in dit domein verder versterken. Het nieuwe lokale platform zal op regelmatige basis samenkomen en permanent contact houden met de verantwoordelijken van het geïntegreerde centrum.”
Een vernieuwende geïntegreerde onthaal- en zorgvoorziening voor verslavingen
Muriel Goessens, Algemeen Directeur van de vzw Transit, licht het maatschappelijk doel van de nieuwe voorziening toe:“Alsinds1995verzorgtdevzwTransiteenonvoorwaardelijkeopvang die uniek is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met een gespecialiseerd crisis- en opvangcentrum dat zeven dagen op zeven de klok rond toegankelijk is en zich richt tot mensen die verslaafd zijn aan legale en/of illegale drugs. De vzw, die is aangesteld als “operator” van het geïntegreerde centrum, stelt een sterke toename vast van het aantal mensen dat van haar diensten gebruik maakt. Ze ziet ook een fragmentatie van de doelgroep en van zijn behoeften in een context waarin er onvoldoende ruimte beschikbaar is om aan alle noden van dit publiek te kunnen voldoen.
Tegen die achtergrond biedt het gewestelijk initiatief voor een geïntegreerd centrum ongelooflijke kansen om het bestaande zorgaanbod aan te vullen, de opvang- en verblijfscapaciteit te vergroten, vernieuwing te brengen en tegemoet te komen aan de hedendaagse uitdagingen die aan druggebruik, maar ook aan armoede verbonden zijn.
Door te voorzien in diensten aangepast aan elke behoefte en aan elke situatie zal dit nieuwe centrum een universele toegang bieden tot de gezondheidszorg volgens een stapsgewijze logica met de laagst mogelijke drempel. Alle diensten die in het geïntegreerde centrum ontplooid zullen worden, delen deze ambitie om tegemoet te komen aan de zeer heterogene behoeften van een kwetsbaar publiek dat vandaag de dag helaas nog steeds discriminatie ondergaat bij de toegang tot geconventioneerde gezondheidsdiensten, onder meer omdat een deel van dit publiek sociale dekking ontbeert.
Het centrum dat vandaag in de steigers staat, wordt geïntegreerd genoemd omdat het de gezondheid in zijn geheel beschouwt en inwerkt op alle determinanten hiervan, dus niet enkel op de symptomen van de ziekte of het onbehagen, maar ook op de factoren die aan de basis daarvan liggen. Die kunnen sociaaleconomisch van aard zijn, maar ook cultureel, milieugebonden, contextueel e.d. Daartoe zal het centrum een breed palet aan multidisciplinaire zorgen verstrekken uit het aanbod van drie gespecialiseerde partners, ‘Projet Lama’ voor het aanbrengen en opvolgen van vervangingsbehandelingen, Dokters van de Wereld voor alles wat met algemene geneeskunde te maken heeft en Transit voor psychosociale begeleiding, peer-support, straathoekwerk, beroepsherinschakeling, verblijf, de gendergerichte aanpak, gemeenschapsactiviteiten … Het geïntegreerde centrum wordt dus een universele toegangspoort tot gezondheid, maar moet ook zorgen voor kennisproductie. Het zal optreden als kenniscentrum, als een soort laboratorium voor deskundigheid, knowhow en innovatie inzake verslavingen, en dit in perfecte symbiose met de opdrachten van Brussel Preventie & Veiligheid.”
Een architecturaal coherente site voor gemengd gebruik
Yassine Akki, voorzitter van de Haven van Brussel, prijst “de goede samenwerking tussen alle partners van het project dat zal worden ontwikkeld op een terrein van de Haven van Brussel en dat mogelijk werd via een erfpachtovereenkomst. Dit project zal niet alleen de activiteiten van de vzw Transit huisvesten, maar gaat ook voldoen aan de behoeften van de Haven, onder meer op het vlak van atelierruimte en om de noden van onze technische dienst te dekken.”
Een project dat stevig verankerd is in zijn context
GillesDELFORGE,directeurvan de MSI, legt uit dat “de MSI in de eerste fase van de Europese overheidsopdracht 30 kwaliteitsvolle kandidaturen ontving, waarna ze een shortlist van 5 teams opstelde om een project in te dienen. De jury was van oordeel dat het project van BogdanVan Broeck – BC Architects het best aan de verschillende verwachtingen van de opdracht beantwoordde en deze keuze werd door de verschillende partijen gevalideerd.Bij de architectuur van het ontwerp staat gemoedelijkheid centraal: de gevels bieden een warme uitstraling en de gelijkvloerse verdieping en de buitenruimte staan sterk met elkaar in verbinding. Het gebouw geeft een positief beeld van de gecreëerde openbare voorzieningen en vormt een meerwaarde voor het stedelijk landschap van de kanaalzone.”GillesDELFORGE is verheugd dat “de MSI, die bovendien aan het hoofd staat van grote stadsinrichtingsprojecten, andermaal haar veelzijdigheid ten dienste van het Gewest kan stellen voor de verwezenlijking van openbare voorzieningen met een gewestelijke uitstraling en van zeer uiteenlopende aard. Naast dit toekomstige geïntegreerde centrum voor drugsgebruikers geeft de MSI momenteel ook vorm aan projecten voor voorzieningen die culturele, media-, hulpdienst-, sport- en academische functies omvatten… Zoals altijd vervult de MSI deze rol door de actie van de verschillende betrokken partners te coördineren, en dit in nauw overleg met hen.”
Een herberg aan de oever van het kanaal
Het team van architecten dat het toekomstige geïntegreerde centrum ontwierp, legt uit dat “het voor de hand lag om te kiezen voor een warme en gastvrije architectuur, een architectuur die zichzelf niet centraal stelt, maar betekenis geeft… Met dit toevluchtsoord voor een van de zwakste groepen in de samenleving toont deze samenleving haar morele kwaliteit.”
Het geïntegreerde centrum is een herberg van de 21e eeuw: een stedelijke plek met tijdelijke verblijfplaatsen, ruimtes die gewijd zijn aan het welzijn van de mensen en die zich openstellen voor de gemeenschap. Verre van een anonieme instelling is het project een juxtapositie van verschillende “huizen”. Deze huizen zijn autonoom maar tegelijk goed met elkaar verbonden. Deze configuratie bevestigt het huiselijke karakter van het project. In plaats van de volumes te schikken op uitgestrekte plateaus, verrijzen ze in dit project op een gemeenschappelijke sokkel. Deze sokkel, met zijn gastvrije ruimtes, fungeert als een basis die de gebruikers ontvangt en begeleidt. Hij heeft een portiek, een centrale tuin en een loggia met uitzicht op het kanaal. Het ensemble vertoont gelijkenis met een traditionele herberg, bestaande uit verschillende gebouwen met meerdere verdiepingen rond een grote binnenplaats, die door een doorgang met de straat is verbonden.
Bouwen voor de toekomst
Het project maakt een einde aan de uitputtende input en vervuilende output van materialen, energie en water, en transformeert alles in een lokaal circulair model. Hetzelfde geldt voor bouwmaterialen zoals hout, die niet-fossiele CO2 bevatten en dus echte CO2-reservoirs zijn: traditioneel en innovatief, logisch en niet duur.
Naast de klassieke duurzaamheidsvectoren (uitstoot, biodiversiteit, flexibiliteit en lange levensduur van een gebouw) richt het project zich ook op de maatschappelijke en sociaal- culturele duurzaamheid, in lijn met het Europese concept van ‘Baukultur’. Een gebouw waar we allemaal van houden – omdat het van ons allemaal houdt – gaat langer mee omdat het door iedereen wordt gedragen en gewaardeerd. Een ankerpunt in een harde wereld wordt een element van het collectieve geheugen. Het geïntegreerde centrum biedt een comfortabele thuis voor kwetsbare mensen, tot stand gebracht op een duurzame, circulaire en weinig milieubelastende manier.
Samenleven
Dit project toont aan dat een complexe stedelijke functie – een centrum voor eerstelijnszorg waar de stad sterk behoefte aan heeft in de buurt van het kanaal – kan samengaan met de voortzetting van de havenactiviteit. Het biedt een antwoord op de grote bekommernissen van onze tijd: solidariteit en economie. Het geïntegreerde centrum is ontworpen als een gebouw dat ons verbindt, dat ons in contact brengt met de stad en de natuur, met het park en met de veelheid aan culturen die Brussel kenmerken. Het biedt een polyvalente en open ruimte op de gelijkvloerse verdieping met zeven dagen op zeven, de klok rond een goede sociale controle. Tegelijkertijd is het ook een plek waar men alleen kan zijn zonder zich eenzaam te voelen.
Het geïntegreerde centrum komt tegemoet aan de vraag van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en zijn burgers om niet alleen te zorgen voor de meest kwetsbaren, maar voor ons allemaal. Door een nieuwe haven te bieden aan hen die op drift zijn, geven we uiteindelijk iedereen een thuis, maar in verbondenheid met elkaar, een plaats waar we onze bestaansreden vinden.
De laatste stap in de goedkeuring van het Covid Safe Ticket in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
persbericht
8 oktober 2021
Het Brussels Parlement heeft op vrijdag 8 oktober de ordonnantie die het gebruik van het COVID Safe Ticket (CST) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitbreidt, goedgekeurd. Deze uitzonderlijke maatregel wordt ingevoerd voor een duur van drie maanden (van 15 oktober tot 15 januari 2022). Zij zal elke maand in het licht van de epidemiologische situatie worden geëvalueerd. Indien die situatie het vereist, is een verlenging mogelijk.
De in de ordonnantie vermelde sectoren waarop de maatregel van toepassing is, zijn dezelfde als degene die in het samenwerkingsakkoord staan opgesomd, meer bepaald:
de dancings en discotheken (al sinds 1 oktober);
de restaurants en cafés (met uitzondering van de terrassen waarvoor de geldende regels van toepassing blijven);
de sport- en fitnesscentra (buitensporten met minder dan 200 personen vallen daar niet onder);
de handelsbeurzen en congressen (verplicht vanaf een capaciteit voor 50 personen, maar ook mogelijk om het voor een lagere capaciteit te gebruiken);
de inrichtingen die behoren tot de culturele, recreatieve en feestelijke sector (verplicht vanaf een capaciteit voor 50 personen, maar ook mogelijk om het voor een lagere capaciteit te gebruiken);
de residentiële zorginstellingen voor kwetsbare personen;
massa-evenementen: vanaf 50 personen binnen en 200 personen buiten;
de hotels, maar dan enkel voor hun restaurant- en caféactiviteiten en voor beurzen en congressen.
Onder de vastgestelde aantallen mag de organisator van een evenement kiezen om al dan niet een CST te vragen.
Het CST moet in alle sectoren en tijdens alle evenementen waarop het van toepassing is, worden voorgelegd door de bezoekers/klanten vanaf 16 jaar; en door personen vanaf 12 jaar die massa-evenementen of residentiële zorginstellingen voor kwetsbare personen (rust- en verzorgingstehuizen, ziekenhuizen, …) bezoeken.
Het gebruik van het CST mag echter nooit verplicht worden gemaakt voor essentiële activiteiten, bijvoorbeeld om toegang te krijgen tot het openbaar vervoer, scholen, gemeentebesturen, het werk, de bank, enzovoort.
De uitbater of de organisator van een evenement heeft het recht om het CST van zijn klanten/bezoekers te controleren en moet de nodige instrumenten daarvoor voorzien. Als het CST niet in orde is of wanneer een bezoeker/klant weigert om de identiteitscontrole te ondergaan, heeft de uitbater/organisator het recht om de persoon in kwestie de toegang te ontzeggen. En kan hij, indien nodig, de politie inschakelen.
Er zijn strafrechtelijke sancties voorzien: een boete van 50 tot 500 euro voor bezoekers; een boete van 50 tot 2500 euro voor organisatoren. Naast de strafrechtelijke sancties biedt de ordonnantie de burgemeesters de mogelijkheid om een administratieve sluiting op te leggen.
De Brusselse regering wijst erop dat het Covid Safe Ticket een instrument is om de gezondheidssituatie onder controle te houden en bedoeld is om de volksgezondheid in verschillende situaties waarin mensen zich dichtbij elkaar bevinden, te beschermen. Daarnaast moet het de beperkingen die gepaard gaan met de andere voorzorgsmaatregelen, helpen te verminderen en de aanwezigheid van een groter aantal personen in dezelfde ruimte mogelijk maken. Deze maatregel moet vermijden dat de besmettingscijfers verergeren en er als gevolg daarvan nog sterker beperkende maatregelen, die de vrijheid van de mensen aantasten en nadelig zijn voor de economie, genomen zouden moeten worden.
Uitvoerige informatie over de toepassing van het CST in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vindt u in de rubriek FAQ op de website www.coronavirus.brussels.
Een hertekende Heyvaertwijk met woningen, productieactiviteiten en groene ruimten!
De Brusselse regering keurt het RPA Heyvaert definitief goed
persbericht
7 oktober 2021
De Brusselse regering heeft het richtplan van aanleg (RPA) voor de Heyvaertwijk op donderdag 7 oktober 2021 na een derde en laatste lezing definitief goedgekeurd. Dat plan bevat een visie op de evolutie van de wijk in overeenstemming met de milieu- en stedelijke doelstellingen die het Brussels Gewest zichzelf heeft gesteld. Dit is na het RPA voor de voormalige kazernes in Elsene (usquare.brussels) en het RPA Weststation al het derde RPA dat definitief wordt goedgekeurd.
De Heyvaertwijk strekt zich uit over de gemeenten Anderlecht, Sint-Jans-Molenbeek en de stad Brussel. Zij ligt aan de rand van het Brusselse stadscentrum. De problemen waarmee de wijk vandaag te maken heeft, zijn algemeen bekend: overlast veroorzaakt door de handel in tweedehandswagens, te weinig groen, openbare ruimten van lage kwaliteit en de breuklijn die gevormd wordt door het kanaal. Nochtans is deze wijk maar half zo dicht bevolkt als de omliggende wijken. Daarom vond de Brusselse regering het nodig om een toekomstvisie voor deze wijk uit te werken. Die visie is nu vastgelegd in een richtplan van aanleg (RPA).
Dit zijn de belangrijkste doelstellingen van het project voor de Heyvaertwijk:
Het begeleiden van de overgang van een economische activiteit die in het teken staat van tweedehandswagens naar activiteiten die aangepast zijn aan de wijk en het leven in de stad.
Met het oog op de overgang naar lokale duurzame activiteiten, die afgestemd zijn op de behoeften en de invulling van de wijk, is in het RPA een samenhangende strategie voor de openbare actoren vastgelegd. Die bepaalt welke ruimten voor dergelijke activiteiten geschikt zijn en legt de exploitatievoorwaarden vast (Leefmilieu Brussel, urban.brussels), maar besteedt ook aandacht aan de begeleiding van de economische spelers (citydev.brussels, hub.brussels).
Een evenwicht tussen de verschillende functies in de wijk tot stand brengen: met meer toegankelijke woningen en voorzieningen.
Om te zorgen voor meer toegankelijke huisvesting in de wijk, legt het RPA de verplichting op om in de projecten ook te voorzien in sociale woningen. Daarnaast stimuleert het RPA de bouw van nieuwe voorzieningen van collectief belang om tegemoet te komen aan de behoeften van de bewoners.
Groene en ontspanningsruimten ontwikkelen door een groen tracé (het “Park van de Kleine Zenne”) aan te leggen tussen het park aan de Ninoofsepoort en de site van de Slachthuizen.
Dat groene tracé sluit aan bij het idee van een aangepaste dichtheid met hier en daar grotere bouwhoogten, waardoor op de binnenterreinen van de huizenblokken groene ruimtes tot stand kunnen worden gebracht.
Het delen van de openbare ruimte en de actieve mobiliteit aanmoedigen
Het RPA bepaalt een strategie om de openbare ruimte te delen, waarbij rekening gehouden wordt met de verschillende soorten mobiliteit: gaande van de mobiliteit die samenhangt met de logistieke bediening voor de productieactiviteiten tot de actieve mobiliteit van de bewoners van de wijk.
Het breuklijneffect van het kanaal verminderen en de wijk ontsluiten
Het project stelt voor om te werken aan een lokaal stadsweefsel om de wijk beter te verbinden met haar omgeving. Tevens is het de bedoeling om de aanwezigheid van het kanaal uit te spelen door de openbare ruimten aan te passen, onder meer door pleinen in te richten.
Het opmerkelijke erfgoed tot zijn recht laten komen.
De wijk wordt gekenmerkt door diverse stadsweefsels, die hun oorsprong vinden in het industriële verleden van dit gebied. Het RPA maakt het mogelijk om zowel het industriële als residentiële erfgoed te vrijwaren en moet tegelijk de kwaliteit van de toekomstige projecten versterken.
Een coherente toekomststrategie
Naast dit project loopt op dit ogenblik het stadsvernieuwingscontract (SVC) “Heyvaert-Poincaré”. De projecten die deel uitmaken van dat SVC, zullen een aanvulling vormen op het stadsproject. Zo stuurt het RPA aan op de bouw van openbare voorzieningen die in het SVC zijn aangekondigd, zoals bijvoorbeeld structuren voor opleiding, onderwijs en welzijnshulp. Daarnaast is in de wijk al een dynamiek op gang gebracht door enkele andere projecten. Zo heeft Recyclart zich gevestigd in de Manchesterstraat (via de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting) en is er Circularium (de omvorming van een industriële oppervlakte tot een centrum waar lokale innovatie en circulaire economie centraal staan).
Heel dit gebied zal de komende jaren nog verder evolueren. Het Gewest gaat namelijk tegelijk met de naburige wijken (Slachthuizen, Zuidstation, Weststation en Ninoofsepoort) aan de slag. De renovatie van de Heyvaertwijk zal dus worden afgestemd op de aanpalende projecten.
“Het RPA Heyvaert vertaalt de ambitie van de regering om de Kanaalzone in het algemeen en deze wijk in het bijzonder om te vormen. Voor het eerst legt een plan voor elk vastgoedproject dat voorziet in meer dan 2000 m² woningen, de verplichting op om 25% van de oppervlakte voor te behouden voor sociale of daarmee gelijkgestelde huisvesting. Via deze verordenende maatregel doen we uitdrukkelijk een beroep op de privésector om bij te dragen tot de gewestelijke inspanning om te zorgen voor betaalbare woningen in een wijk met tal van stedelijke uitdagingen
De omvorming van de Heyvaertwijk is al bezig. Met de goedkeuring van dit stadsproject is nu het pad geëffend om die overgang te begeleiden en de levenskwaliteit van de bewoners te verbeteren,” aldus minister-president Rudi Vervoort.
Het RPA Heyvaert zal twee weken nadat het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, van kracht worden. Het kan geraadpleegd worden op de website van perspective.brussels en bij de gemeentebesturen van Sint-Jans-Molenbeek, Anderlecht en de stad Brussel.
Audit over het schoolvervoer voor leerlingen uit het bijzonder onderwijs. Het schoolvervoer herbekijken om het toegankelijker en multimodaler te maken
persbericht
5 oktober 2021
De Franstalige regering van Brussel besteedt bijzondere aandacht aan de uitdagingen van het schoolvervoer voor leerlingen van het buitengewoon onderwijs. Om een objectieve stand van zaken op te maken werd vorig jaar de opdracht gegeven aan het team van EspaceMobilités om een audit te houden. Die resultaten werden vandaag voorgesteld in aanwezigheid van minister-president Rudi Vervoort die tevens als lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie bevoegd is voor onderwijs.
Uit de audit over schoolvervoer voor leerlingen van het buitengewoon onderwijs blijkt dat de tevredenheidspercentages zeer positief zijn. Vandaag vervoert de Franstalige Gemeenschapscommissie (COCOF) reeds 3166 kinderen met een handicap naar 52 instellingen voor buitengewoon onderwijs in Brussel. Kinderen uit Brussel, maar ook kinderen die in Wallonië en Vlaanderen wonen, worden naar de Brusselse scholen vervoerd. Om deze dienstverlening zo goed mogelijk te verzekeren organiseert de Franstalige Gemeenschapscommissie dagelijks 224 trajecten via privé-vervoerders, maar huurt zij daarnaast ook nog eens 220-tal begeleiders in. Ondanks de geleverde inspanningen brengen sommige kinderen echter nog steeds meer dan een anderhalf uur op de weg door.
Het hoofddoel is en blijft een betere organisatie van het schoolvervoer om uiteindelijk een vermindering van de reistijd voor alle kinderen te verzekeren. Daarom geven de onderzoekers van het auditteam een aantal aanbevelingen mee die van harte worden genomen door bevoegdminister Rudi Vervoort. “Het is een lijvig rapport waarin een algemene stand van zaken wordt geschetst en concrete aanbevelingen worden gedaan waarop wij kunnen voortbouwen. We moeten toewerken naar meer inclusief begeleid vervoer voor leerlingen met een handicap. Kinderen met een lichte of matige handicap kunnen bijvoorbeeld met hun verzorger naar school lopen of fietsen, of het openbaar vervoer nemen. Anderzijds moeten andere kinderen met soms zeer ernstige handicaps kunnen genieten van een individuele oplossing die veel meer aan hun specifieke behoeften is aangepast.”
Het studiebureau stelt dus nieuwe vormen van begeleid vervoer voor, zoals voetgangersrijen of begeleiding op het traditionele openbaar vervoer, om het inclusief onderwijs te bevorderen. Om de routes te optimaliseren, stelt Espace Mobilités ook voor om de trajecten tussen de scholen te bundelen. Een andere aanbeveling is de ontwikkeling van een “Geografische Informatiedienst” (GIS) om het operationele beheer van de routes te vergemakkelijken en tegelijkertijd de gegevens te centraliseren om zo de kortste route per leerling te berekenen. Ten slotte beveelt het studiebureau aan de communicatie te herbekijken om de dienst Schoolvervoer bekend te maken bij de scholen en de ouders, maar ook bij de Gewestelijke Mobiliteitscommissie (Good Move, LEZ), en zo het schoolvervoer voor kinderen met een handicap te integreren in de globale denkoefening over mobiliteit in het Brussels Gewest.
Inwerkingtreding van het Covid Safe Ticket (CST) in het Brussels Gewest: verduidelijking van de maatregelen
persbericht
28 september 2021
Naar aanleiding van de aankondiging dat het Covid Safe Ticket in het Brussels Gewest op 15 oktober van kracht wordt, licht dit persbericht de maatregelen die tot die datum gelden toe voor de betrokken sectoren en wat verandert op 1 oktober.
Het besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 30 augustus 2021 met het oog op het behoud van bepaalde beperkingen op het Brussels grondgebied om de verspreiding van het COVID-19-virus tegen te gaan, wordt verlengd tot en met 14 oktober.
Dit betekent dat de volgende maatregelen van kracht blijven tot en met 14 oktober aanstaande:
Voor de Horeca, in cafés en restaurants en voor professionele horeca-activiteiten tijdens private bijeenkomsten (buiten de woonplaats of een daarmee gelijkgestelde locatie):
een afstand tussen de tafels van 1,5 meter;
enkel zitplaatsen;
hoogstens 8 personen per tafel;
naleving van de plaatselijke voorschriften voor terrassen;
verplicht dragen van mondmasker bij verplaatsingen binnen;
een geluidsniveau beperkt tot 80db in binnenruimten.
Voor erediensten en plechtigheden
Het maximumaantal personen dat mag deelnemen aan erediensten en plechtigheden blijft 200 binnen en 400 in de buitenlucht, met maskerdracht en social distancing en met naleving van eventuele specifieke protocollen. Er zijn uitzonderingen op het aantal deelnemers mogelijk als de gemeentelijke overheid hiermee heeft ingestemd.
Deze maatregelen gelden voor:
– burgerlijke huwelijken;
– de individuele of collectieve uitoefening van de eredienst en van de niet-confessionele morele dienstverlening;
– het individueel of collectief bezoek aan een gebouw voor de eredienst of een gebouw voor de openbare uitoefening van niet-confessionele morele dienstverlening;
– begrafenissen en crematies in de daartoe bestemde gebouwen;
– een bezoek aan een begraafplaats.
Voor alle andere sectoren, hetzij inrichtingen die behoren tot de cultuur- recreatie- en feestsector, de zorgsector, sport- en fitnesscentra, handelsbeurzen en congressen, en residentiële zorginstellingen voor kwetsbare personen blijven de maatregelen van het besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 30 augustus eveneens gelden.
Deze maatregelen blijven dus van toepassing tot en met 14 oktober BEHALVE het sluitingsuur om 1u ‘s nachts voor nachtwinkels, evenementen en horeca, dat wordt opgeheven op 1 oktober. Deze opheffing is het gevolg van de beslissing om discotheken te heropenen (zie onder). Op diemanier zijn de uren gelijkgeschakeld voor deze sector.
Inwerkingtreding van het Covid Safe Ticket in het Brussels Gewest: verduidelijkingen
persbericht
27 september 2021
Op 16 september stuurde de Brusselse regering een persbericht uit waarin het volgende stond: “De ordonnantie zal na de goedkeuring in eerste lezing van vandaag ter advies worden doorgestuurd naar de Raad van State en naar de Gegevensbeschermingsautoriteit. Tegelijk blijft de Brusselse regering (GCC) verder overleg plegen met de verschillende sectoren en met de ministers van de andere overheden die voor deze sectoren bevoegd zijn, de sociale partners en de burgemeesters. Rekening houdend met deze belangrijke verplichte stappen mikt de regering (GGC) op begin oktober voor de uitvoering. Nadat alles op punt is gesteld, wil zij dan vanaf halverwege oktober controles en sancties invoeren, zodra de teksten over de sancties zijn goedgekeurd en bekendgemaakt”.
Het overleg is sindsdien verdergegaan. De adviezen van de Gegevensbeschermingsautoriteit en de Raad van State worden deze week verwacht. De inwerkingtreding zal dus worden vastgesteld, zodra er zekerheid is over de datum waarop we de adviezen zullen krijgen. Verder zal de Brusselse regering overleg plegen met de Waalse regering, die ook beslist heeft om het Covid Safe Ticket in te voeren. Beide gewesten willen het CST immers opleggen voor dezelfde sectoren op basis van vergelijkbare maatregelen.
Het Brussels Gewest zal in elk geval klaar zijn om de inwerkingtreding tegen 15 oktober te laten ingaan.
Wat gebeurt er vanaf 1 oktober totdat het CST voor alle betrokken sectoren van kracht wordt?
Het samenwerkingsakkoord legt een kader vast voor de nachtclubs en massa-evenementen: het CST blijft gelden voor massa-evenementen en zal dus vanaf 1 oktober verplicht zijn voor de nachtclubs.
Voor de andere betrokken sectoren gaat het gebruik van het CST pas in, zodra de Brusselse ordonnantie in werking treedt en dat onder de voorwaarden die het parlement zal goedkeuren.
Zolang het CST niet is ingevoerd, blijven de andere maatregelen van kracht, behalve de verplichte sluiting om 1 uur die niet langer van toepassing is.
Weststation: inrichting van een nieuwe gebruiksvriendelijke wijk die het braakliggende spoorwegterrein nieuw leven zal inblazen! De Brusselse regering keurt het richtplan van aanleg definitief goed
persbericht
22 september 2021
De Brusselse regering heeft het project voor de inrichting van het terrein aan het Weststation (richtplan van aanleg – RPA) vandaag na een derde en laatste lezing definitief goedgekeurd. Dat project omvat de ontwikkeling van een nieuwe gebruiksvriendelijke wijk met betaalbare woningen, maar ook een groot park, openbare ruimten en grootstedelijke en lokale voorzieningen.
Het stadsproject voor het “Weststation”, onder leiding van perspective.brussels in opdracht van het Gewest, beoogt het verlaten spoorwegterrein met een oppervlakte van 13 hectare in het hart van Sint-Jans-Molenbeek te herbestemmen. Het is de bedoeling om dit braakland om te vormen, maar ook positief te laten afstralen op de wijk door het op een inclusieve en duurzame manier te gebruiken voor nieuwe doeleinden.
Het RPA is een nieuw gewestelijk planningsinstrument dat het strategische kader en de regels van een stadsproject vastlegt voor een specifiek gebied. Dit is na het RPA voor de voormalige kazernes in Elsene (usquare.brussels) het tweede RPA dat definitief wordt goedgekeurd.
Het stadsproject voor het Weststation beoogt:
De aanleg van een park van drie hectare dat aansluit op de wijk, in samenspraak met de buurtbewoners.
De inrichting van nieuwe openbare ruimten voor zachte mobiliteit om de barrières die momenteel worden gevormd door het braakliggende terrein en de spoorweg, weg te nemen.
De inrichting van een nieuwe gemengde wijk met enerzijds betaalbare en anderzijds een oppervlakte van 45.000 m² bestemd voor andere functies, zoals collectieve voorzieningen en economische activiteiten die werkgelegenheid bieden.
De ontwikkeling van een multimodale pool in de stations Beekkant en Brussel-West door de haltes van het openbaar vervoer en de voet- en fietspaden beter met elkaar te verbinden.
De inrichting van een ruimte die exclusief wordt voorbehouden voor de ontwikkeling van de biodiversiteit.
Die doelstellingen passen in het kader van drie globale ambities, met name:
Inzetten op participatie en rekening houden met de noden van de buurtbewoners. Dat proces is al opgestart met de tijdelijke ingebruikname van het terrein aan het station Brussel-West. Andere tijdelijke ingebruiknames zullen volgen. Daarvoor wordt beroep gedaan op de lokale verenigingen om het terrein gezelliger te maken en zo de gebruiksmogelijkheden ervan te testen. De buurtbewoners worden uitgenodigd om het park mee aan te leggen.
Focussen op duurzame ontwikkeling en milieukwaliteit: er wordt bijzondere aandacht besteed aan het netwerk van groene ruimten en aan het beheer van regenwater.
Voorbeeldigemobiliteitsvormen aanmoedigen. Er zal op deze site, die zich op bevindt op een bijzonder goed bediend openbaarvervoersknooppunt, worden ingezet op actieve vormen van mobiliteit. Het gemengde karakter van de functies op de site zal bijdragen tot de ontwikkeling van een ‘stad van korte afstanden’.
“Ik ben zeer blij met de goedkeuring van de visie die het Gewest voor dit gebied heeft ontwikkeld, die ingevuld werd op basis van een burgerraadpleging en een openbaar onderzoek. De werkgelegenheid, de creatie van nieuwe jobs, de nieuwe voorzieningen, de openbare woningen, de ontwikkeling van zachte mobiliteit en de vele groene ruimten die er tot stand zullen worden gebracht, zullen op de eerste plaats de bewoners van deze dichtbevolkte wijk, maar dankzij de uitzonderlijke bereikbaarheid van het West Station ook alle andere Brusselaars en bezoekers ten goede komen. De ontwikkeling van dit uitgebreide gebied wordt ondersteund via de verschillende overheidsprogramma’s. Talrijke instanties werken eraan mee. De goedkeuring van het RPA maakt die dynamiek nog sterker”, laat minister-president Rudi Vervoort weten.
“De ambitie van het stadsproject is om een groot braakliggend terrein te transformeren, het toegankelijk en aangenaam te maken door de ontwikkeling ervan. Een groot aantal parken, loopbruggen en paden voor voetgangers en fietsers zullen dit terrein ontsluiten voor de omliggende wijken en de wijken die nu nog gescheiden worden door het braakliggende terrein, met elkaar verbinden. In het zuidoostelijke deel van het gebied komen nieuwe gebouwen met woningen, openbare voorzieningen en economische activiteiten, terwijl het noordwestelijke deel wordt gereserveerd voor de ontwikkeling van de biodiversiteit”, aldus Antoine de Borman, algemeen directeur van perspective.brussels.
Het RPA wordt van kracht twee weken nadat het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. De regering heeft de operationele uitvoering ervan toevertrouwd aan citydev.brussels.
Covid Safe Ticket:
de ordonnantie die ertoe strekt het gebruik van het CST in het Brussels Gewest te regelen, is in eerste lezing goedgekeurd
persbericht
16 september 2021
De Brusselse regering (GGC) heeft vandaag in eerste lezing het voorontwerp van de ordonnantie waarmee zij het gebruik van het Covid Safe Ticket (CST) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil uitbreiden, goedgekeurd.
De sectoren die in de ontwerpordonnantie staan vermeld, zijn dezelfde als degene die in het samenwerkingsakkoord zijn opgenoemd, meer bepaald:
de dancings en discotheken,
de restaurant en cafésector, (niet van toepassing voor de terrassen waarvoor de regels die van kracht zijn, blijven gelden)
de sport- en fitnesscentra (niet voor buitenevenementen met minder dan 200 personen)
de handelsbeurzen en congressen (verplicht vanaf een capaciteit voor 50 personen; maar ook mogelijk om het voor een lagere capaciteit te gebruiken)
de inrichtingen die behoren tot de culturele, recreatieve en feestelijke sector (verplicht vanaf een capaciteit voor 50 personen; maar ook mogelijk om het voor een lagere capaciteit te gebruiken)
de residentiële zorginstellingen voor kwetsbare personen,
evenementen vanaf 50 personen binnen en 200 personen buiten,
voor de hotels geldt de regel voor de restaurant- en café-activiteiten en voor beurzen en congressen.
Er mag geen CST gevraagd worden aan burgers jonger dan 16 jaar, behalve wanneer zij een zorginstelling of een massa-evenement bezoeken (federale CST-maatregel). Het CST zal daarenboven nooit verplicht worden voor essentiële activiteiten, bijvoorbeeld om toegang te krijgen tot het openbaar vervoer, scholen, gemeentebesturen, het werk, de bank, enz.
Deze uitzonderlijke maatregel mag maar voor een beperkte duur van maximaal drie maanden gelden, afhankelijk van hoe de gezondheidssituatie evolueert.
De ordonnantie zal na de goedkeuring in eerste lezing van vandaag ter advies worden doorgestuurd naar de Raad van State en naar de Gegevensbeschermingsautoriteit. Tegelijk blijft de Brusselse regering (GCC) verder overleg plegen met de verschillende sectoren en de ministers van de andere overheden die voor deze sectoren bevoegd zijn, de sociale partners en de burgemeesters.
Rekening houdend met die essentiële verplichtingen mikt de regering (GGC) op begin oktober voor de uitvoering en wil zij nadat alles op punt is gesteld controles en sancties invoeren vanaf halverwege oktober zodra die sancties zijn goedgekeurd en bekendgemaakt. Naast strafrechtelijke sancties bepaalt de ordonnantie dat de burgemeesters een administratieve sluiting kunnen opleggen.
De Brusselse regering wijst erop dat het Covid Safe Ticket dient om de gezondheidssituatie onder controle te houden en bedoeld is om de volksgezondheid in verschillende situaties waarin mensen zich dichtbij elkaar bevinden, te beschermen. Het moet tegelijk de beperkingen die gepaard gaan met de andere voorzorgsmaatregelen, helpen te verminderen door onder meer de aanwezigheid van een groter aantal personen in dezelfde ruimte mogelijk te maken. Deze maatregel moet vermijden dat de besmettingscijfers verergeren en er als gevolg daarvan nog sterker beperkende maatregelen genomen zouden moeten worden. Dat zou immers de vrijheden van de burgers in de weg staan en nefast zijn voor de economie.
De Franstalige Brusselse Regering lanceert de wedstrijd “La classe !” Cultuur in de kijker! Hoe denk jij dat cultuur er in 2030 in Brussel zal uitzien?
persbericht
14 september 2021
Het Pact voor excellentieonderwijs stelde als ambitie voorop dat cultuur sterker aanwezig moest worden op school. In het Franstalig onderwijs in Brussel is deze doelstelling al 20 jaar een realiteit dankzij het programma « la Culture a de la classe », dat dit jaar dus een belangrijke kaap rondt.
Het programma zorgt ervoor dat jaarlijks ruim 80 samenwerkingsprojecten tussen scholen en cultuuroperatoren financiering krijgen en zo aan de slag kunnen met meer dan 4.000 leerlingen van de Franstalige Brusselse scholen (van het kleuter- tot het hoger onderwijs, en zelfs in het buitengewoon onderwijs) in een participatieve cultuurervaring.
Om deze verjaardag in de kijker te plaatsen, schrijft de Franse Gemeenschapscommissie op initiatief van minister-president Rudi Vervoort een affiche-wedstrijd uit voor leerlingen van het lager en het secundair onderwijs. De wedstrijd zet de scholieren ertoe aan naar de toekomst te kijken en te beschrijven hoe zij in 2030 de cultuur zien in hun Gewest.
Alle Franstalige Brusselse scholen kunnen aan de wedstrijd« La Culture s’affiche à Bruxelles » deelnemen tot 30 november 2021.
De bekroonde werken in de categorieën 5 tot 8 jaar, 8 tot 12 jaar, ouder dan 12 jaar en voor de leerlingen van het buitengewoon onderwijs slepen een geldbedrag van 2.500 euro in de wacht. Met dit bedrag kan geïnvesteerd worden in informaticamateriaal van hun keuze. Vanaf december kan ook het publiek zijn favoriete affiches verkiezen via sociale media en op de website van de wedstrijd. Langs die weg maken de klassen kans op de publieksprijs, die telkens 1.500 euro waard is. De wedstrijd vestigt de aandacht op de 480.000 € die de COCOF jaarlijks voor het programma « La culture a de la classe » opzijzet.
« Ik vind deze wedstrijd verbonden aan de feesteditie van het programma ‘La culture a de la classe’ een uitstekend idee », stelt Rudi Vervoort, Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en bevoegd voor cultuur in het COCOF-College. « Al twintig jaar draagt de COCOF op een ludieke manier bij aan de culturele en artistieke opvoeding van de leerlingen van de Brusselse scholen. Het is van bijzonder groot belang dat het cultuurbeleid tot bij al onze kinderen raakt tijdens hun schooltijd. Daarom was het uitgangspunt van de wedstrijd dat deze moest verlopen volgens een inclusieve logica en dus ook openstaat voor de scholen van het buitengewoon onderwijs. Tijdens de gezondheidscrisis bleek nog op een pijnlijke manier hoe noodzakelijk het is om ruimten te creëren waar mensen elkaar ontmoeten en op zeer jonge leeftijd al uiting kunnen geven aan hun creativiteit om zo de creatieve en intellectuele emancipatie van kinderen en jongeren te stimuleren. De hele benadering draait rond sensibilisering en experimenten met de kunstpraktijk en speelt daarbij ook een rol in het tegengaan van schoolmoeheid bij onze leerlingen. Culturele activiteiten zijn voor iedereen verrijkend en zijn deel van het kwaliteitsonderwijs dat inzet op het openbloeien van de volwassenen van morgen. »
Nu Brussel ook meedingt naar het statuut van Culturele Hoofdstad van Europa in 2030 is de symboliek van deze vraag belangrijk, want de jongeren geven hun visie op de wereld waarvan zij de actieve deelnemers zullen zijn.
Meer weten?: concours.ccf.brussels en op Facebook.
De Brusselse regering keurt protocol goed om slachtoffers van overstromingen in juli volledig schadeloos te stellen
persbericht
13 september 2021
Op voorstel van Minister-President Rudi VERVOORT hecht de Brusselse Hoofdstedelijke Regering haar goedkeuring aan het protocol om een volledige schadeloosstelling mogelijk te maken voor de verzekerde slachtoffers in verband met de overstromingen van 14 tot en met 16 juli 2021 voor de courante brandverzekering ‘Eenvoudige Risico’s’.
Het slechte weer in juli heeft verschillende provincies in het Waalse Gewest zwaar getroffen. Ook de andere twee regio’s van het land zijn niet gespaard gebleven. Voor het Brussels Gewest wordt de schade aan de gebouwen momenteel geraamd op 14 miljoen euro voor de verzekerden.
De Brusselse regering en de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen Assuralia willen hun krachten bundelen via een protocol van overeenstemming. Dat protocol garandeert een volledige schadeloosstelling van de Brusselse slachtoffers van het ongekende noodweer en de overstromingen van midden juli overeenkomstig hun brandverzekeringspolis ‘Eenvoudige Risico’s die ook overstromingen dekt.
De federale verzekeringswet voorziet in plafonds voor het optreden van verzekeringsmaatschappijen in geval van een natuurramp. Deze worden per maatschappij vastgesteld aan de hand van de geïnde premies voor verzekeringspolissen ‘met eenvoudig risico’.
De Brusselse regering is zich bewust van de uitzonderlijke ernst van de schade waardoor de slachtoffers zijn getroffen, alsook van het feit dat de huidige wetgeving geen volledige vergoeding van de slachtoffers mogelijk zou maken. Met deze overeenkomst stemt de verzekeringssector ermee in zijn tussenkomst te verdubbelen tot 5miljoen euro terwijl het Brusselse Gewest zich ertoe verbindt om, bij wijze van uitzondering, de bedragen die hun respectieve interventieplafonds overschrijden, voor zijn rekening te nemen en aan alle betrokken verzekeringsondernemingen terug te betalen. Deze overeenkomst maakt het mogelijk slachtoffers voor 100% te vergoeden, overeenkomstig hun verzekeringspolis. De ingediende schadeclaims zullen volledig worden afgehandeld door de verzekeringsmaatschappijen, die de slachtoffers rechtstreeks zullen vergoeden. Het door de regio te dragen bedrag, dat momenteel op 9 miljoen euro wordt geraamd, zal door de bedrijven worden gespecificeerd naarmate de schadevergoeding wordt betaald.
De regeringen van de drie regio’s hebben een gelijkaardig protocol ondertekend. Het ingevoerde mechanisme zal dus ten goede komen aan alle getroffenen in het hele land. En elke regio zal bijdragen aan de voltooiing van de compensatie naar gelang van de verliezen die op haar grondgebied zijn geleden.
Brussel Plaatselijke Besturen, het bestuur dat belast is met de uitvoering van de voormelde ordonnantie, wordt ermee belast de uitvoering van dit protocol op te volgen, inzonderheid middels een nauwgezette controle van de verschuiving van lasten van de verzekeringsmaatschappijen naar de gewestbegroting.
“De overstromingen van juli hebben het hele land zwaar getroffen. We moeten al onze krachten bundelen om de slachtoffers te helpen herstellen. Daarom ben ik zeer verheugd met deze overeenkomst tussen het Brussels Gewest en de verzekeringssector, die alle verzekerde slachtoffers een schadevergoeding van 100% zal bieden zonder bijkomende bijzondere administratieve formaliteiten”, aldus Rudi Vervoort.
Hein Lannoy, CEO van Assuralia toont zich ook bijzonder tevreden “Door onze financiële inspanningen te verdubbelen nemen we als sector onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. De goede samenwerking met de gewesten garandeert daarnaast een vlotte procedure voor alle verzekerden, zij kunnen hun schadedossier afhandelen via hun vertrouwde makelaar, agent of maatschappij. We hopen zo een deel van de bezorgdheid bij de vele slachtoffers weg te nemen.”
Ce site Web utilise des cookies. En cliquant sur ”J’accepte”, vous acceptez l’utilisation des cookies. Vous pourrez toujours les désactiver ultérieurement. Cookie settingsACCEPT
Privacy & Cookies Policy
Privacy Overview
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these cookies, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may have an effect on your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.