De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft het ontwerp van basisprogramma voor het Stadsvernieuwingscontract ‘Rondom Simonis’ (SVC6) goedgekeurd
persbericht
28 oktober 2021
In maart 2020 al besliste de Brusselse Regering te starten met de uitwerkingsfase van het SVC nr. 6 ‘Rondom Simonis’. Na een jaar studiewerk keurde de Regering vandaag het ontwerpprogramma goed met de operationele perimeter, de wijkdiagnose, de beschrijvende fiches van de verschillende geplande operaties en acties, het globaal financieel en operationeel plan en een milieueffectenrapport. Het ontwerp van basisprogramma wordt heel de maand november aan het openbaar onderzoek onderworpen. Het programma wordt begin 2022 definitief goedgekeurd.
Het ontwerpprogramma van het SVC 6 ontplooit zich rond het metrostation Simonis op het grondgebied van de gemeenten Koekelberg en Sint-Jans-Molenbeek:
het wordt geënt op een gebied beheerst door drie grote assen: spoorlijn L28, de Leopold II-laan en een parcours dat meerdere openbare ruimten met elkaar verbindt, de “Groenweg voor scholieren” genaamd;
en concentreert intensieve acties rond vier ontmoetingspolen: de zones Belgica en Simonis, de ruimten gelegen tussen het metrostation Ossegem en het Victoriapark en ten slotte de historische centra van de twee betrokken gemeenten.
Uit de studie en de daaraan verbonden diagnose komen vier grote prioriteiten naar voren voor deze perimeter:
de klimaatstad verwezenlijken;
het stedelijk netwerk voor actieve verplaatsingswijzen verbeteren;
de grootstedelijke attractiviteit en de lokale identiteit versterken;
en ten slotte de ondernemerschapsomgevingen stimuleren en buurtuitrustingen tot stand brengen.
Het studiebureau dat is vastgelegd om dit programma uit te werken en de twee besturen waaronder de SVC vallen, perspective.brussels en Urban.brussels, hebben samen een ambitieus programma uitgetekend. Het globaal programma wordt geraamd op 150 miljoen euro en omvat een dertigtal operaties. Het SVC zal het programma financieren ten belope van 22 miljoen euro. Daarnaast zijn ook andere financieringsbronnen aangesproken voor vrijwel 78 miljoen euro, onder meer via de samenwerkingsakkoorden Beliris en interventies van de gemeenten Molenbeek en Koekelberg.
Ingrijpende operaties in dit ontwerpprogramma zijn de inrichtingen voor een zachte mobiliteit tussen Belgica en Simonis, onder meer met de fietssnelweg langs de spoorwegtaluds van de lijn L28, de bouw van loopbruggen over de sporen en de herkwalificeringsstudie voor de Simonispleintjes. De volledige heraanleg van het Zwarte Vijversplein staat eveneens geprogrammeerd, samen met de uitbreiding van het Molenbeekse Huis van Culturen en Sociale Samenhang naar de Piersstraat toe. Er komen woningen en buurtvoorzieningen op de voorlopig onbebouwde percelen aan de Wapenstilstandsstraat en op het Simonisplein. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar het huizenblok Neep – Stepman – Ganshoren in een perspectief van globale reconfiguratie.
“Veel meer nog dan de vervollediging van de fietssnelweg C28 met een duurzame inrichting die aan de gewestelijke en lokale doelstellingen tegemoetkomt, creëert het SVC 6 met de Groenweg voor scholieren een nieuw groen en blauw netwerk toegankelijk voor actieve modi” aldusMinister-President Rudi Vervoort. Hij verheugt zich over het feit “dat bij verscheidene operaties en acties van het programma ondersteunings-, vormings- en begeleidingsinitiatieven worden opgezet die de economische herwaardering van de perimeter moeten bevorderen.”
“Dit nieuwe stadsvernieuwingscontract biedt voor mijn gemeente ontegensprekelijk een meerwaarde. Zo zal het een volledige renovatie van het iconische Zwarte Vijversplein mogelijk maken. Daarenboven zal ons Huis van Culturen en Sociale Samenhang dankzij de aankoop van een groot gebouw aan de Piersstraat een prachtige uitbreiding krijgen. Ik wil minister-president Rudi Vervoort bedanken voor dit nieuwe stadsvernieuwingscontract, dat een aanvulling vormt op het wijkcontract Zwarte Vijvers. Tot slot ben ik zeer blij dat er drie nieuwe banenscheppende projecten vorm krijgen. Zij zullen onze jongeren, onze laaggeschoolden en onze ondernemers een duwtje in de rug geven”, aldus Catherine Moureaux, burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek.
De burgemeester van Koekelberg Ahmed Laaouej laat de volgende reactie optekenen: “Dit is het resultaat van een lange ervaring met stedelijke ontwikkeling. Het is de bedoeling om het Eugène Simonisplein een nieuwe invulling te geven met onder meer een sociaal-cultureel centrum en de actieve mobiliteit naar de kern van het noordwesten te bevorderen. Dankzij de nauwe samenwerking met de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zal er een nieuwe wind waaien.” De burgemeester is voorts verheugd dat“deze grote investeringen dankzij het initiatief rond nulwerkloosheid eveneens gunstig zullen zijn voor de tewerkstelling. Ook de maatschappelijke cohesie zal er wel bij varen, doordat er aanvullend op het naburige wijkcontract plannen zijn om de openbare ruimten groener te maken en tijdelijke culturele projecten te ondersteunen”.
3,5 miljoen voor Brusselse sportclubs die zich tot jongeren richten
persbericht
27 oktober 2021
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft zijn goedkeuring gehecht aan de toekenning van een budget van 3,5 miljoen euro subsidies aan ongeveer 200 Brusselse sportverenigingen die zich tot jongeren richten in het seizoen 2021-2022. De geselecteerde projecten zullen bijdragen aan het nationale en internationale imago van het Gewest en de versterking van een typische Brusselse identiteit waar solidariteit, emancipatie, integratie en diversiteit centraal staan.
Het basisidee achter deze subsidielijn is dat sport en sporten niet enkel belangrijk en gezond zijn in een stedelijke omgeving, maar ook bijdragen aan de versterking van de sociale cohesie en de aantrekkingskracht van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Sport stimuleert bovendien de maatschappelijke integratie van jongeren.
Deze ondersteuning van sportverenigingen voor jongeren helpt de gewestelijke doelstelling om het imago van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te promoten en zijn identiteit verder te ontwikkelen.
“Ook dit jaar werd de projectoproep toegespitst op de mogelijkheid om via clubs en hun activiteiten een Brusselse identiteit op te bouwen en bij te dragen tot een positief imago van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zelfs ver erbuiten”, zegt Brussels minister Sven Gatz, bevoegd voor het Imago van Brussel. “Zo moet het Gewest uitdrukkelijk vermeld staan op de infrastructuur van de club, in de gevoerde communicatie en op de uitrusting van de spelers. De vereniging moet zich dus als een Brusselse club profileren. Projecten die op bevredigende wijze aan deze voorwaarde voldoen, kregen voorrang bij de verdeling van de subsidies.”
“Ik ben bijzonder blij dat we ook dit jaar een projectoproep financieren die inwerkt op de mogelijkheden om te bouwen aan een Brusselse identiteit voor de clubs en hun activiteiten en dat we zo een positief imago van het Gewest kunnen uitdragen, in Brussel zelf maar vooral daarbuiten.”, zegt Brussels minister-president Rudi Vervoort. “Tegelijk ben ik ook trots dat wij een bijdrage kunnen leveren aan de vorming van jongeren in de professionele clubs maar ook in de talloze amateurclubs van de verschillende sportdisciplines.”
De geselecteerde verenigingen ontvangen een dynamic.brussels-promotiepakket met het oog op de city marketing van het Gewest en om de visuele identiteit van het programma in de verf te zetten. De projecten werden in verschillende categorieën verdeeld: initiatieven van voetbalclubs, basketbalclubs en hockeyclubs die actief zijn in een nationale klasse (eerste, tweede of derde divisie) en in Europese competities, waardoor hun impact op het Brussels imago nationaal en internationaal is. In deze groep werden 20 projecten geselecteerd voor een totaal budget van 1.347.500 euro.
Verder komen ook projecten met een gewestelijk of bovenlokaal karakter in aanmerking, waarvan de reikwijdte het niveau van een amateurclub overstijgt en die een impact hebben gedurende een langere periode. Ook in deze groep werden 20 initiatieven geselecteerd, voor een totaal budget van 800.000 euro.
Tenslotte zijn er nog 161 projecten geselecteerd van Brusselse amateurclubs en van lokale initiatieven die sportactiviteiten voor jongeren organiseren, voor een totaalbedrag van 1,35 miljoen euro.
Minister-President Rudi Vervoort en Staatssecretaris Pascal Smet zijn op werkbezoek in Istanbul en Ankara
persbericht
24 oktober 2021
Brussels Minister-President Rudi Vervoort en Brussels Staatssecretaris voor Internationale Relaties en Buitenlandse Handel, Pascal Smet zijn in Turkije, in het kader van een politieke en economische missie, om Brussel te vertegenwoordigen. Op het programma staan diverse politie en economische ontmoetingen.
De agenda van dit 3-daags bezoek is goed gevuld. De Minister-President en de Staatssecretaris gaan tijdens dit werkbezoek onder andere de burgemeesters van Istanboel en Ankara ontmoeten. Daarnaast vinden er meetings plaats met de economische sector maar ook met de lgbtqi+-gemeenschap en een vluchtelingenorganisatie die gecoördineerd wordt door de VN. Beide regeringsleden zullen ook een bezoek brengen aan een nieuw stadsproject waarbij een oude gascentrale werd omgevormd tot een culturele pool en begeven zich ook naar een historisch centrum waarbij men good practices tussen beide steden zal delen inzake stadsherwaardering.
Reeds in februari dit jaar ratificeerden de minister-president en staatssecretaris Pascal Smet een Motion Of Understanding (MOU) met de burgemeester van Istanbul. Het MOU met Ankara zal op zijn beurt ter plekke worden ondertekend op dinsdag 26 oktober.
Naast de regeringsleden neemt een delegatie van 10 verschillende economische Brusselse actoren deel aan de missie waaronder het Managment Center Europa (MCE). Het MCE is een toonaangevende aanbieder van Learning & Development en ze zijn al meer dan 60 jaar gevestigd in het Brussels Gewest. Morgen tekenen ze een akkoord met de Istanbul Technical University om samen te werken om onder andere hun alumniwerking te begeleiden.
Vertegenwoordigers van Hub.brussels zullen de Brusselse bedrijven ter plaatse begeleiden om potentiële klanten te ontmoeten, netwerken op te bouwen en de mogelijkheden van de Turkse markt verder te verkennen.
Daarnaast vindt er ook een ontmoeting plaats met drie verschillende lgbtqi+-organisaties inzake de uitdagingen voor de toekomst en het effect en de problematiek rond isolement als gevolg van de coronapandemie. In Ankara wordt tenslotte een internationaal centrum van de Verenigde Naties bezocht die zich specifiek richt tot het professioneel opleiden van mensen die internationale bescherming nodig hebben.
Minister-President Rudi Vervoort: “Met deze Brusselse missie zetten we een nieuwe stap in onze betrekkingen met Istanbul en Ankara. Er staat heel wat op het programma: politieke ontmoetingen, terreinbezoeken, een zakenforum, mogelijkheden om te networken en een plechtigheid voor de ondertekening van een samenwerkingsakkoord. In het kader van ons protocolakkoord zullen we samen nagaan op welke manier we verder vorm kunnen geven aan de duurzame en inclusieve stad van morgen.”
“In moeilijke tijdens, met verschillende spanningen op het wereldtoneel, is het juist zeer belangrijk om aan stadsdiplomatie te doen. Als we grootstedelijke uitdagingen, rond bijvoorbeeld stadsontwikkeling, gelijke kansen, volksgezondheid en klimaat echt willen aanpakken dan moeten we samenwerken met andere wereldsteden. In dat kader zullen we de komende dagen de burgemeesters van de progressieve steden Istanbul en Ankara ontmoeten en vertegenwoordigers van vluchtelingenorganisaties en de lgbtq+ community. Daarnaast zullen we, samen met een tiental Brusselse bedrijven, verder de mogelijkheden exploiteren van de Turkse markt voor onze ondernemers. Turkije is niet alleen een grote afzetmarkt, we hebben ook een bijzondere band gezien de grote Turkse diaspora in Brussel,” zegt Pascal Smet, Brussels Staatssecretaris voor Internationale Relaties en Buitenlandse Handel.
Algemene Beleidsverklaring door de Minister-President – 21 oktober 2021
persbericht
21 oktober 2021
Mijnheer de Voorzitter,
Waarde collega’s,
Dames en heren volksvertegenwoordigers,
Toen ik een jaar geleden voor u stond om de Algemene Beleidsverklaring uit te spreken, zag ik mij genoodzaakt vast te stellen hoeveel fundamentele onzekerheid de pandemie, die in de loop van 2020 uitbrak, in alle delen van onze maatschappij teweeggebracht heeft. Dat was de eerste keer sinds het Gewest bestaat dat wij een debat hebben gevoerd over een beleidsproject in de wetenschap dat de verwezenlijking hiervan afhing van de evolutie van een fenomeen dat wij niet beheersten.
Ondanks die onzekerheden was de meerderheid zeer duidelijk over haar intenties om een project ten uitvoer te brengen voor ons Gewest en een traject uit te tekenen om de crisis achter ons te laten, ook al konden we toen niet weten of de heropleving van de pandemie ons de kans zou laten om de projecten te verwezenlijken die wij in het vooruitzicht stelden. De crisis vereiste doorzettingsvermogen en de onzekerheid vroeg bescheidenheid. Dat was het engagement dat wij toen voor u zijn aangegaan.
En wij hebben deze crisis samen aangepakt. Maar bovenop het politiek debat, dat nodig en legitiem is, hebben wij samen weerstand geboden. Sommigen onder ons door verantwoordelijkheid op te nemen bij de uitvoering van een gewestelijk beleid, anderen door hierop de noodzakelijke controle uit te oefenen. En in ons kleine landje, in ons Gewest met 19 gemeenten waar vrijwel alle partijen op het ene of het andere niveau deelnemen aan het executief bestuur, hebben wij opnieuw samen deze pandemie bestreden.
Dat hebben wij gedaan – en dat doen wij vandaag nog steeds – door te blijven debatteren over de beleidsmaatregelen die in dit halfrond worden genomen, democratisch en met respect. Dat is buitengewoon. De democratie levend houden in deze momenten van onzekerheid is essentieel. De geschiedenis leert ons hoezeer in deze momenten van spanningen de verleiding kan bestaan om te vervallen in een simplistisch, antidemocratisch discours. Een tendens die wij trouwens in meerdere staten konden waarnemen.
Niets daarvan in het Brussels Gewest. Ondanks de uitzonderlijke omstandigheden waarin wij ons bevinden en de zeer ongewone maatregelen waartoe deze omstandigheden ons soms nopen, hebben wij in deze vergadering een debat ten gronde, met respect voor de andere bewaard en zijn wij simplisme uit de weg gebleven. Daar ben ik blij om en ik wil hulde brengen aan Uw Vergadering, meerderheid en oppositie samen.
Brussels Gewest kiest ontwerp vereniging Atelier Kempe Thill–Kaderstudio voor eerste publieke woningbouwproject in Usquare.brussels
persbericht
21 oktober 2021
De minister-president van het Brussels Gewest, Rudi Vervoort, en de staatssecretaris van Huisvesting, Nawal Ben Hamou, maakten bekend dat de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) koos voor de tijdelijke vereniging onder leiding van architectenbureau Atelier Kempe Thill en Kaderstudio (volledige samenstelling van het team: zie pagina 4) voor het ontwerp van het eerste publieke woningbouwproject van Usquare.brussels.
Dit project maakt deel uit van de reconversie van de voormalige Fritz Toussaintkazerne in Elsene, die wordt gecoördineerd door de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI). Het bestaat uit de ingrijpende renovatie van drie bestaande gebouwen en een bijgebouw tot 32 sociale huurwoningen. Dit complex op de hoek van de Fritz Toussaintstraat en de Kroonlaan wordt het ‘Clos des Mariés’ genoemd, omdat het oorspronkelijk was ontworpen voor de huisvesting van getrouwde rijkswachters. Een deel ervan stond leeg en een ander deel werd gebruikt voor de kantoren van de Scheepvaartpolitie. Dit geheel van erfgoedkundig belang kan dus zijn eerste bestemming als woonruimte weer waarmaken.
Het project wordt gerealiseerd voor de openbare huisvestingsmaatschappij BinHôme, die het projecteigenaarschap overdraagt aan de BGHM.
Minister-president van het Brussels Gewest Rudi Vervoort: “Ik ben verheugd over deze stap naar de concretisering van de eerste publieke woningbouwoperatie in Usquare.brussels. De gewestregering heeft beslist dat alle gezinswoningen die de reconversie van de voormalige Fritz Toussaintkazerne oplevert publiek zullen zijn. De bouw van sociale woningen door de BGHM voor BinHôme biedt de mogelijkheid om de vraag naar huisvesting van de Brusselaars te vervullen en zal ook bijdragen aan de diversiteit in deze open en dynamische, stedelijke en gezellige, universitaire en internationale, duurzame en innovatieve wijk die de MSI hier in opdracht ontwikkelt. Dit project van de BGHM beantwoordt bovendien aan de doelstellingen van het gewest op het vlak van de restauratie van erfgoed en het toepassen van circulaire bouwprincipes, twee belangrijke krachtlijnen in de ontwikkeling van Usquare.brussels.”
Staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou: “De integratie van sociale woningen in het project Usquare.brussels is van groot belang als je weet dat Elsene momenteel het laagste aantal sociale woningen van het gewest heeft. Het renovatieproject van de oude gebouwen van het Clos des Mariés zal op termijn 32 nieuwe woningen opleveren voor gezinnen die op de wachtlijst staan voor een sociale woning. Dit project sluit ook aan op de noodzaak om in de dichtstbebouwde buurten van het gewest alle kansen te grijpen om bestaande gebouwen te herbestemmen tot publieke woningen, zodat er een voldoende aanbod is van betaalbare woningen voor gezinnen met een laag inkomen.”
Yves Lemmens, directeur-generaal van de BGHM: “Het winnende project van Atelier Kempe Thill – Kaderstudio slaagt erin de uitdagingen van kwaliteitsvolle woningen te verenigen met het streven naar karaktervolle plaatsen door de omgeving van het Clos des Mariès te sublimeren tot een triptiek van groene, intieme tuinen. De architecten stellen een nieuwe, moderne lezing van het Clos des Mariés voor met een verbindend principe en een herwaardering van het erfgoed. Zo faciliteren ze de integratie van het Clos in de bredere context van de kazernes. Het project legt de nadruk vooral op de mix van woningen, de mogelijkheid van ontmoeting en sociale cohesie, de integratie van biodiversiteit en zachte mobiliteit, met aandacht voor de circulariteit van de materialen. Met dit pilootproject schaart de BGHM zich met veel enthousiasme samen met het winnende team achter de dynamiek van circulaire en duurzame bouwprincipes, in samenwerking met Leefmilieu Brussel en andere actoren uit de circulaire sector. Het complex van 4 gebouwen rond 2 binnenpleinen biedt een uitzonderlijk kader voor deze 32 sociale woningen, waarvan het merendeel is bestemd voor grote gezinnen. Het project beantwoordt aan de nood van de toekomstige beheerder met een aanbod van woningen met 1 tot 6 slaapkamers. De BGHM wil de aanvraag voor de bouwvergunning indienen in zomer 2022 en de eerste huurders verwelkomen in 2025.”
Gilles Delforge, directeur van de MSI: “Dit project vormt een nieuwe ‘steen’ van het project Usquare.brussels, die zal bijdragen aan de mix van functies en het inclusieve karakter. Het sluit aan bij de universitaire voorzieningen die de VUB en ULB ontwikkelen met steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), bij de toekomstige koopwoningen voor gezinnen die worden gebouwd door citydev.brussels en bij de toekomstige studentenwoningen, bij de buurtvoorzieningen en bij de openbare ruimte waarvan de MSI de realisatie in goede banen zal leiden. De samenwerking met de BGHM en BinHôme in het kader van de coördinatieopdracht van de MSI voor de gehele site van Usquare.brussels heeft geleid tot de keuze van een project dat optimaal beantwoordt aan de doelstellingen van het stadsproject voor de site. Het geselecteerde architecturale ontwerp verenigt respect voor het erfgoed met nieuwe vormen van wonen en leven. Bovendien hebben alle woningen beschikking over buitenruimte. Het kiest doelbewust voor het hergebruik van materialen. Het houdt rekening met de integratie binnen de bredere context van Usquare.brussels, maar behoudt de eigenheid van het Clos. Als ‘aanstuurder’ van Usquare.brussels waakt de MSI vanuit haar rol als coördinator van grootschalige Brusselse stadsontwikkelingsprojecten over de goede samenwerking tussen alle betrokkenen en de goede integratie van alle onderdelen van de reconversie van de voormalige kazerne.”
De architecten van Atelier Kempe Thill en Kaderstudio benadrukken het volgende bij de beschrijving van project: “De stedenbouwkundige situatie van het stratenblok is heel interessant: het ligt op een strategische positie binnen de metropool aan een belangrijke verkeersas en heeft tegelijkertijd een naar binnen gekeerde inplanting, met een afgesloten groene ruimte, als een ‘hortus conclusus’ die doet denken aan oude kloostertuinen. Het woonproject is beschermd of zelfs geïsoleerd van het stadsleven, waardoor er een sfeer hangt die je zelden vindt in Brussel en die je zin geeft om er te wonen. Het is dus belangrijk om deze huiselijke ambiance en deze landelijke sfeer te onderstrepen, zodat een unieke plaats om te leven ontstaat. We stellen voor om de gemeenschappelijke en private open ruimtes sterk te vergroenen. De klim- en kruipplanten geven een totaal ander beeld aan de streng ogende kazerne. De aaneengesloten balkons over de volledige lengte van de gevel bieden de woningen een echte bijkomende ruimte om te leven. Het project streeft ook naar hoge normen op het vlak van duurzaamheid, met een minutieuze aandacht voor de kwaliteiten van de bestaande gebouwen en de integratie van circulaire bouwtechnieken. Het Clos des Mariés zal ook worden aangesloten op het toekomstig stadsverwarmingsnet dat wordt ontwikkeld voor de hele site van Usquare.brussels, zodat er geen fossiele brandstoffen meer nodig zijn. Het nieuwe ‘plantaardige’ thema van het project dat het globale beeld van het Clos bestrijkt en de circulaire methodologie van de ontwerpers bieden een duidelijk antwoord op de huidige en toekomstige noden van stadswoningen en op de milieuvraagstukken.”
Er waait een nieuwe wind op de site van het Rood Klooster in Oudergem. De Priorwoning, de oudste vesting van het oude klooster, staat al 20 jaar leeg maar krijgt nu een tweede leven, want de restauratie- en renovatiewerken van deze parel van het gewestelijk erfgoed is klaar. In 2019 werden de werken op initiatief van het Brusselse gewest gestart en uitgevoerd door de architectenbureaus Origin en LD2. Op termijn zal de plek een horeca-etablissement huisvesten en op de eerste verdieping zal het tevens socioculturele evenementen verwelkomen.
De Priorwoning van het Rood Klooster is een van de oudste vestingen van het oude klooster en werd gebouwd tussen de 14e en de 15e eeuw. Tijdens de 17e en 18e eeuw kende het grote transformatiefases.
Bij het opstarten van de werf vertoonde het gebouw belangrijke gebreken alsook stabiliteitsproblemen bij de plankenvloer op de eerste verdieping. Bovendien waren er aanzienlijke beperkingen verbonden aan het renovatieproject. Ten eerste zijn er de erfgoedvereisten, aangezien zowel gebouw als de locatie op de monumentenlijst staan. Ten tweede zijn er de milieuvereisten, aangezien de Priorwoning in een beschermd gebied ligt (Natura 2000) en aanzienlijke uitdagingen inhoudt op het gebied van biodiversiteit, met name inzake de aanwezigheid van vleermuizen op de zolder.
Na 20 jaar leegstand bereidt deze schat van het Brussels erfgoed de heropening voor het grote publiek voor.
De renovatie- en restauratiewerkzaamheden, die werden aangevat door de Directie Facilities van de GOB (Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ) omkaderd en gefinancierd door de experts van Urban – Erfgoed en beheerd door de architectenbureaus Origin en LD2, hebben het mogelijk gemaakt alle erfgoed- en architecturale overblijfselen van het gebouw te behouden en te reconstrueren: zoals bijvoorbeeld de gevels, het interieur, het dak, de vloer, de scheidingswanden op de eerste verdieping, en de ogivale traveeën. Allen zijn zeer opmerkelijke elementen van de vroegere kloostergalerij.
Om deze uitzonderlijke plek een tweede leven te geven, is de benedenverdieping ingericht om op termijn een horecazaak te huisvesten. Door het behoud van verschillende elementen pand zal deze verdieping haar authenticiteit behouden. Naast het gebouw waren de werkzaamheden ook gericht op de transformatie van de omgeving van het gebouw. Daartoe werd een terras aangelegd aan de voorzijde van de Priorij.
Gedurende de gehele bouwperiode stond de erfgoedfunctie van de site volledig ten dienste van de renovatie en het op peil brengen van het gebouw. De hedendaagse ingrepen werden uitgevoerd zodat de bezoekers zich kunnen voorstellen hoe de plaats er in de hoogdagen uitzag. Dankzij deze mooie verwezenlijking zijn het Gewest en de architecten die met het project zijn belast, blij een nieuwe dynamiek te brengen op deze plek met een rijke geschiedenis en staan zij te popelen om u die te laten ontdekken.
Minister-president Rudi Vervoort zegt: “Na twee jaar van ingrijpende werkzaamheden – die trouwens bijzonder moeilijk werden gemaakt door de beschermende maatregelen die zowel op erfgoedkundig als op milieuvlak gelden voor deze opmerkelijke site – zijn de algemene restauratie en renovatie van de Priorij, die sinds 1992 leegstond, nu volledig afgerond. Ik wil de architecten en de mensen van de gewestelijke administratie, zowel van de Directie Facilities van de GOB als van de Directie Cultureel Erfgoed van urban.brussels, van harte bedanken voor het geleverde werk. Dankzij hun inspanningen, hun bezieling en hun bekwaamheid zijn ze er immers in geslaagd om een nieuw bestaan te schenken aan deze uitzonderlijke plek. In naam van de Brusselse regering ben ik bijzonder verheugd dat alle Brusselaars en alle liefhebbers van erfgoed er opnieuw terechtkunnen.”
“We ronden een emblematisch project af. Urban.brussels financierde het project niet alleen, onze erfgoedexperten van urban.brussels hebben dit project ook van A tot Z begeleid en de architecten advies gegeven. Dat we deze fantastische plek nieuw even kunnen inblazen, met respect voor het verleden, is een enorme meerwaarde voor onze stad. Veel Brusselaars zullen hiervan genieten. Alweer een bewijs dat ons erfgoed uit het verleden niet alleen beschermen, we laten het ook actief deel uitmaken van onze toekomst,” verklaart staatssecretaris voor Stedenbouw en Erfgoed Pascal Smet.
20 jaar leegstand lijkt misschien kort voor een gebouw met een geschiedenis van meer dan 6 eeuwen, dat een van de opmerkelijkste getuigen is van ons gemeentelijke erfgoed. Maar voor de mensen van Oudergem, kan ik u verzekeren dat het lang geduurd heeft! Dus we zullen ons plezier niet verbergen! En dit is des te meer waar omdat wij, na weer een lange wachttijd, zojuist de bouwvergunning hebben gekregen voor de renovatie van de gebouwen die de gemeente op het terrein in gebruik heeft, namelijk de manege, de boerderij en de schuur. Binnenkort zal Rood-Klooster zijn oude glorie herwonnen hebben en een belangrijk cultureel, educatief en recreatief centrum in de Brusselse Gewest worden.”voegt burgemeester van Oudergem Didier Gosuin toe.
Inhuldiging van de Nouvel Aubier, het Dag- en verblijfscentrum voor volwassenen met een zintuiglijke, motorische of mentale handicap in Brussel
persbericht
19 oktober 2021
In aanwezigheid van Rudi Vervoort, Minister-President van het Brussels Gewest, bevoegd voor het gehandicaptenbeleid, Barbara Trachte, Minister-President van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) en Boris Dilliès, Burgemeester van Ukkel, is zopas een nieuwe leefruimte voor volwassen personen met een handicap ingehuldigd op de site van het IRSA (Koninklijk Instituut voor Doven en Blinden) in Ukkel. Als deel van een project gedragen door de Raad van Bestuur van het IRSA en met financiële steun van de Zusters van Liefde en van de overheid (COCOF) komt dit moderne gebouw met visionair ontwerp tegemoet aan het gebrek aan opvangplaatsen voor volwassen personen met een zintuiglijke, motorische of mentale handicap in Brussel.
Een gebouw dat aansluit bij de ontwikkeling van het IRSA
Het project (dat al 30 jaar rijpt in de geesten) startte concreet in 2010. Het IRSA kampte toen met een complexe verblijfsproblematiek: de jongeren zaten verspreid over vijf verschillende residenties en de volwassenen waren ondergebracht in een rudimentair huis dat zelfs niet aan de nieuwe veiligheidsnormen voldeed. Bovendien beantwoordde de woonomgeving ook niet aan de noden van verouderende volwassenen met een handicap. « De renovatie van l’Aubier (het bestaande gebouw) en de bouw van de nieuwe Aubier werden ingeschreven in de ontwikkelingsstrategie van het Dienstencentrum », legt Reginald Beyaert, Algemeen Directeur van het IRSA uit.
De onmisbare steun van de overheid
Het grootste deel van de werken werd gefinancierd door de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF), namelijk zo’n 4,3 miljoen euro van het totaal projectbudget van 6,8 miljoen euro. « Dit project ligt me nauw aan het hart, zegt Céline Fremault, Voorzitster van de Raad van Bestuur van het IRSA sinds februari 2021. Ik ben bijzonder blij dat ik destijds als Minister bevoegd voor het gehandicaptenbeleid in de COCOF hieraan heb kunnen bijdragen. De concrete verwezenlijking van dit project staat ook symbool voor de wil van het IRSA om zijn infrastructuur verder uit te bouwen en te moderniseren. Ik wil graag het werk voortzetten dat door mijn voorganger Marcel Crochet in de steigers is gezet en die blijk heeft gegeven van veel doorzettingsvermogen in dit dossier ».
« Het gebouw dat wij vandaag inhuldigen is een prachtig voorbeeld van een geslaagde samenwerking tussen de overheid en de privésector. Bovendien gaat het niet enkel over de renovatie van onze gebouwen, die fundamenteel is, maar is het voor mij sinds het begin van de legislatuur ook essentieel dat we een groot deel van ons budget besteden aan het scheppen van nieuwe dag- en verblijfplaatsen. We hebben al 107 plaatsen kunnen openen sedert september 2019 en we blijven verder alles in het werk stellen om te komen tot een nog breder aanbod », besluit Rudi Vervoort, Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Barbara Trachte, minister-president van Franse Gemeenschapscommissie: “Het verhogen van het aantal dagopvang- en logeerplaatsen voor mensen met een handicap is één van de prioriteiten van het college van Franse Gemeenschapscommissie voor deze legislatuur. Ik ben verheugd dat de bouw van de NouvelAubier tot dit doel zal bijdragen. Bovenal wil ik iedereen bedanken en feliciteren die heeft geloofd in dit langetermijnprojectdat zal bijdragen tot het welzijn van de bewoners en hun gezinnen.”
Boris Dillès, Burgemeester van Ukkel: “Om de samenleving warmer te maken, moeten we ervoor zorgen dat personen met een handicap in het hart van de steden kunnen leven, in kwalitatieve omgevingen, zoals hier het geval is, met het Zoniënwoud vlakbij. Ik ben dus echt trots om een instelling als het IRSA op ons grondgebied te mogen verwelkomen in een nieuw, elegant en open gebouw, dat illustreert hoe de leefomgeving een belangrijke rol speelt in de ontplooiing waar we allemaal recht op hebben.”
Een nieuwe infrastructuur die de architecturale en stedenbouwkundige kwaliteit van de site verrijkt
De hedendaagse architectuur van het project voelt zich duidelijk thuis op de IRSA-site, wat tot uiting komt in de bouwhoogte en de toegepaste materialen en kleuren. De twee gebouwen beslaan een oppervlakte van in totaal 3.200 m². Elke ruimte is ontworpen, uitgevoerd en aangepast voor minder validen. Er is bijzondere aandacht besteed aan de toegankelijkheid rondom het gebouw: gelijkvloerse instap aan de zeven toegangen tot het gebouw, een rechtstreekse verbinding tussen de beide gebouwen op kelderniveau, knooppunten voor intern verkeer met twee liften, brede gangen en grote, aangepaste badkamers.
L’Aubier
Al ruim 180 jaar staat het IRSA, onder impuls van de congregatie van de zusters van liefde, in voor de opvang en scholing van zintuiglijk gehandicapte kinderen. Eens volwassen slaagt een aantal onder hen er echter niet in om in een gewoon arbeidstraject te stappen of aan de slag te gaan in een beschutte werkplaats (vandaag maatwerkbedrijf). Doorgaans bestaat het probleem uit de combinatie van een zintuiglijke deficiëntie met een mentale beperking en contact-, gedrags- of bewegingsstoornissen. Om tegemoet te komen aan de behoeften van deze mensen riep het IRSA l’Aubierin het leven. Deze bestaat uit een dagcentrum en een verblijfscentrum, waar respectievelijk 40 en 30 volwassenen terechtkunnen. Het centrum verzorgt een panel aan activiteiten in uiteenlopende domeinen zoals cultuur, muziek, sport, uitstappen, creatieve expressie, recreatie, welzijn e.d. De werkzaamheden spitsen zich ook toe op de verwezenlijking van specifieke projecten waarbij de aandacht uitgaat naar de maatschappelijke participatie en inclusie van de betrokkenen in verhouding tot hun vaardigheden.
Goedkeuring in 1e lezing van het voorontwerp van ordonnantie inzake het vastleggen van een algemene perimter van voorkoop in het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening?
persbericht
14 oktober 2021
Op initiatief van de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Rudi Vervoort, heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op eerste lezing een voorontwerp van ordonnantie goedgekeurd dat ertoe strekt de bepalingen van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) met betrekking tot het voorkooprecht te wijzigen en op termijn een algemeen voorkooprecht voor heel het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in te voeren.
In overeenstemming met de Gewestelijke Beleidsverklaring (GBV) voor de legislatuur 2019-2024 en actie 14 van het Noodplan voor Huisvesting (NPH), dat gedragen wordt door staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou en op 7 januari 2021 goedgekeurd werd door de Brusselse regering, zal dit uitgebreide voorkooprecht naast de huidige regeling bestaan, maar zal het enkel betrekking hebben op goederen met een bepaalde oppervlakte en zal het uitsluitend uitgeoefend kunnen worden door de Brusselse openbare huisvestingsactoren, en bij voorrang door de BGHM voor de ontwikkeling van nieuwe sociale huisvestingsprojecten.
Het voorkooprecht zoals dit vandaag bestaat in het Brussels Gewest vormt een bijzonder interessant instrument voor het openbare vastgoedbeleid, omdat het het Brussels Gewest (en de verschillende voorkooprechthebbende overheden die in het BWRO opgelijst worden) de mogelijkheid biedt om bij voorrang, tegen de prijs en aan de voorwaarden die de partijen in een verkoopovereenkomst vastgelegd hebben, een onroerend goed te verwerven dat vrijwillig door de particuliere eigenaar te koop wordt gesteld. In feite stelt het voorkooprecht de overheid in staat om bij voorrang potentieel strategische goederen te verwerven tegen de marktprijs, maar ook om op lokaal niveau de strijd aan te binden tegen de vastgoedspeculatie en de negatieve gevolgen daarvan, waar bepaalde wijken vandaag ten prooi aan vallen.
Na de goedkeuring in eerste lezing zal het voorontwerp van ordonnantie binnenkort ter advies voorgelegd worden aan een reeks gewestelijke en gemeentelijke instanties die bij de toepassing van dit nieuwe vastgoedinstrument betrokken zijn, alsook aan de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, waarmee reeds verschillende informele vergaderingen plaats hebben gevonden. Vervolgens zal uiteraard de afdeling Wetgeving van de Raad van State over de tekst geraadpleegd worden, alvorens de ontwerpordonnantie aan het Brussels Parlement voor te leggen.
“De goedkeuring van dit voorontwerp van ordonnantie mag worden gezien als een mijlpaal in het gewestelijk huisvestingsbeleid. Het Gewest verwerft dankzij de ordonnantie een grotere controle op beschikbare gronden omdat overheden voortaan voorrang kunnen genieten voor de aankoop van strategische goederen op de privémarkt wanneer deze te koop worden gesteld. Daarmee zorgt zij voor een bijkomende hefboom op de vandaag al ambitievolle strategie van het Gewest voor de verwerving van onroerende goederen om ervoor te zorgen dat er meer kwaliteitswoningen beschikbaar komen.”, aldus Minister-President Rudi Vervoort.
De Brusselse regering bereikt een akkoord over de begroting, waarmee de regering haar sociale, economische en klimaatambities versterkt
persbericht
13 oktober 2021
De Brusselse regering heeft een akkoord gesloten over de begroting van het Gewest voor 2022. In de moeilijke begrotingscontext als gevolg van de coronacrisis houdt de regering haar begroting onder controle. Ze blijft ook investeren om de levenskwaliteit van de Brusselaars te verbeteren, ervoor te zorgen dat iedereen er kan wonen en werken. De regering zet zich verder in om de verkeersluwe mobiliteit te bevorderen en de klimaatdoelstellingen na te komen. De regering maakt ook middelen vrij voor gezondheid, het opvangen van de sociale, energie en gezondheidscrisis en de relance. Een begrotingsevenwicht in 2024 wordt nog steeds vooropgesteld.
“De Brusselse regering moest een oplossing vinden voor een tekort van ongeveer 360 miljoen euro. Door de economische heropleving, door het spreiden van een aantal geplande investeringen en door de nodige besparingen kunnen we dat gat dichtrijden. Op die manier zijn we erin geslaagd de begroting op koers te houden, zonder de belastingen voor de Brusselaars te verhogen”, legt minister van Begroting Sven Gatz uit.
De steunmaatregelen voor de economie en voor de sociale en de culturele sector die de Brusselse regering in de voorbije 19 maanden heeft genomen om de gezondheidscrisis het hoofd te bieden, hebben een impact op de financiële situatie van het gewest. Die maatregelen waren noodzakelijk om de economie van ons gewest, de vele zelfstandigen en werknemers die hun inkomsten haast helemaal zagen opdrogen en de werkloos geworden socio-culturele actoren door deze ontzettend zware crisis te loodsen. Daarnaast werd de uitrol van de hervorming van de verkeersbelasting en dus de invoering van SmartMove uitgesteld om het overleg tussen de gewesten alle kansen te geven.
De regering heeft een oplossing gevonden voor het tekort van ongeveer 360 miljoen euro, zonder te raken aan de krachtige verbintenissen in de meerjarenbegroting die ze aan het begin van de legislatuur heeft opgesteld.
Sommige inkomsten van het Brussels gewest liggen gevoelig hoger dan vooropgesteld, meer bepaald zo’n 117 miljoen euro. Dat geldt bijvoorbeeld voor de successie-, de registratie- en de schenkingsrechten. De hoofdstedelijke economie trekt trouwens weer aan.
Daarnaast zal de regering 140,7 miljoen euro besparen door bepaalde investeringen te spreiden of uit te stellen. De projectstudies en de bouwwerven hebben door de gezondheidssituatie vertraging opgelopen. De Brusselse regering blijft met 1,3 miljard euro investeringen per jaar een zeer grote publieke investeerder.
Tot slot kwam de Brusselse regering overeen om voor 105 miljoen euro besparingen door te voeren. Daarmee toont het gewest dat zij haar verantwoordelijkheid neemt.
Met het bereikte akkoord bevestigt de Brusselse regering dat ze een investeringsregering blijft. De in de gewestelijke beleidsverklaring vooropgestelde ambities op het vlak van huisvesting, mobiliteit, klimaattransitie en een hogere tewerkstelling van de Brusselaars, die verwerkt zijn in de meerjarenbegroting, blijven volledig overeind. De uitvoering van het Noodplan voor Huisvesting is dus verzekerd. De infrastructuurwerken voor de metro en de aanpassingen om de wegen verkeersluw te maken, gaan door. De uitbreiding van het openbaar vervoersaanbod en de versnelde uitfasering van de MIVB-bussen met een verbrandingsmotor zijn gewaarborgd. Ook zal in 2022 verder worden geïnvesteerd in de brandweerkazernes.
De regering blijft ook massaal investeren in de Brusselse klimaattransitie, met onder meer de isolatie van de gebouwen, en in de economische transitie door de beroepsmensen uit de bouwsector en de spelers van de kringloopeconomie te betrekken bij het programma “Renolution”. Daarnaast worden grote middelen uitgetrokken om te zorgen voor een billijke transitie door de strijd aan te binden tegen energie- en waterarmoede.
Op de begroting voor 2022 is ook voorzien in bijkomende middelen voor de plaatselijke besturen. Zij hebben het tijdens de gezondheidscrisis zeer druk gehad en getoond hoe efficiënt zij ten dienste staan van de Brusselaars. Zo heeft de regering middelen vrijgemaakt voor een loonsverhoging van de werknemers in de lokale ambtenarij en voor de uitbreiding van het aanbod aan sportinfrastructuur.
Er worden ook bijkomende middelen uitgetrokken om het gelijkekansenbeleid te versterken.
Het akkoord omvat eveneens de begroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Met het voorziene budget kunnen de grote behoeften op het vlak van welzijn en gezondheid, met inbegrip van de gevolgen van de gezondheidscrisis, worden opgevangen. De begroting dekt onder andere de betaling van de kinderbijslag.
Gezondheid is overigens een prioriteit: de regering voorziet alle nodige middelen om verder te strijden tegen corona: zo wordt op de begroting voor 2022 een provisie van 94 miljoen euro geboekt om te blijven vaccineren, testen en tracen en ook de lokale bewustmakings- en voorlichtingsinitiatieven voort te zetten.
De vrijgemaakte middelen zullen ook gebruikt worden om de non-profitakkoorden uit te voeren.
“Het is een goed akkoord waarbij we geslaagd zijn in de lastige opgave om een evenwicht te vinden tussen het nemen van onze budgettaire verantwoordelijkheid en het vasthouden aan de doelstellingen voor deze regeerperiode”, besluit minister-president Rudi Vervoort.
Eind oktober zal minister van Begroting Sven Gatz de begroting zoals gebruikelijk voorleggen aan het Brussels Parlement. De toelichting en de bespreking in de commissie volgen in november.
Het Brussels Gewest onthult het toekomstige geïntegreerde opvangcentrum voor druggebruikers
persbericht
12 oktober 2021
Op dinsdag 12 oktober heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, samen met de burgemeesters van de stad Brussel en die van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek, Philippe Close en Catherine Moureaux, de plannen voor het toekomstige geïntegreerde centrum voor kwetsbare druggebruikers onthuld. Het zal tegen 2026 gebouwd worden in de kanaalbuurt, recht tegenover Tour en Taxis. Het Gewest zal financieel bijspringen door een subsidie van 12,3 miljoen euro toe te kennen voor het geïntegreerde centrum en voor de aanpassingswerken voor de Haven van Brussel. Brussel Preventie en Veiligheid (BPV) houdt toezicht op de uitwerking en de invulling van de operationele opdrachten van het centrum en doet daarvoor een beroep op de expertise van de gewestelijke operator inzake verslavingen, namelijk de vzw Transit. De groepering van architectenkantoren Bogdan Van Broeck – BC Architects & Studies haalden samen met een multidisciplinair team de overheidsopdracht voor het ontwerp van het gebouw binnen. Die opdracht was uitgeschreven door de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI), die de bouw in goede banen moet leiden.Het nieuwe gebouw zal worden opgetrokken aan de Havenlaan 55, naast de hoofdzetel van de Haven van Brussel, die ook ruimte in het toekomstige gebouw zal krijgen. Het nieuwbouwproject (waarvoor eerst twee verouderde gebouwen tegen de vlakte zullen gaan: zal een bruto-oppervlakte van ongeveer 5.000 m² hebben. Daarvan wordt iets meer dan 4.000 m² bestemd voor het geïntegreerde centrum en bijna 1.000 m² voor de Haven.
Een vernieuwend initiatief op het vlak van sociale cohesie, waar zowel kansarme doelgroepen als de buurt wel bij zullen varen
Een vernieuwend initiatief op het vlak van sociale cohesie, waar zowel kansarme doelgroepen als de buurt wel bij zullen varen
Het Gewest plant het geïntegreerde centrum voor kwetsbare druggebruikers in 2026 te openen. Dit is de eerste stap op een lang traject naar de inhuldiging van het gebouw. De inpassing van het centrum in het buurtleven vormt een bijzonder aandachtspunt voor de overheid. Voordat het project de eindfase ingaat, zal er dus eerst een uitgebreid proces plaatsvinden waarbij de buurtbewoners en de sleutelactoren van de wijk (lokale actoren, verenigingen, …) de nodige informatie krijgen, zodat er op lange termijn regelmatig van gedachten kan worden gewisseld. De partners van het project, mensen uit het gezondheidsveld en spelers die actief zijn op het vlak van preventie en veiligheid (gemeenschapswachten, politie, justitie, parkwachters, artsen, psychologen, straathoekwerkers, enz.) slaan de handen in elkaar om dat proces te organiseren en te ondersteunen.
Minister-president Rudi Vervoort, die onder meer bevoegd is voor veiligheid, benadrukt dat “het geïntegreerde centrum voor kwetsbare druggebruikers een alomvattend gewestelijk project is dat een antwoord biedt op de hedendaagse uitdagingen voor de evoluerende samenleving: gezondheid, kansarmoede en het verbeteren van de ruimten en van de openbare rust. Het project, waaraan alle actoren van de preventie- en veiligheidsketen (politie, gemeenschapswachten, justitie, parkwachters, straathoekwerkers, …) op een gecoördineerde manier meewerken, zal in de wijk een heuse vernieuwing op het vlak van sociale cohesie brengen. Het biedt hoop op een beter welzijn voor kwetsbare bevolkingsgroepen en perspectieven voor de wijk, doordat het de ambities en doelstellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zowel vanuit architecturaal oogpunt als op het vlak van sociale cohesie, mee helpt waarmaken.”
Rudi Vervoort herinnert eraan dat “dit project expliciet vermeld staat in het regeerakkoord 2019-202. De regering verbindt zich ertoe een risicobeperkingsbeleid te voeren voor potentiële gebruikers en druggebruikers (ook voor alcohol). Daartoe gaat de regering de inrichting van risicobeperkende gebruiksruimten steunen – via een nieuw centrum dat beheerd zal worden door de vzw Transit”.
Minister van Gezondheidszorg en Welzijn, Alain MARON, herinnert eraan dat “in juli een ordonnantie over de erkenning en subsidiëring van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico’s werd goedgekeurd. Met die tekst zetten we een belangrijke stap om mensen met een verslaving te begeleiden en hen te helpen genezen. Dankzij de psychisch-medisch-sociale verzorging die zij in het centrum zullen krijgen, kunnen zij opnieuw aanknopen met een waardig leven en weer een plaats verwerven in onze maatschappij”.
Concrete uitvoering van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan
Volgens Yves Bastaerts, adjunct-directeur-generaal van Brussel Preventie en Veiligheid (BPV) “past dit project volledig in het veiligheids- en preventiebeleid dat omschreven is in het Globaal Veiligheids- en Preventieplan. Brussel Preventie en Veiligheid wijdt een apart onderdeel van het plan aan deze belangrijke uitdaging voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Druggebruik en de ontwikkeling van verslavingen in het algemeen vormen een probleem voor de volksgezondheid met een centrale impact op de veiligheid in de stad. Zij kunnen gepaard gaan met overlast of een invloed hebben op de manier waarop de leefomgeving van de burgers wordt gepercipieerd. Door in te zetten op een aangepaste en coherente begeleiding van het doelpubliek kan het geïntegreerde centrum voor kwetsbare druggebruikers mee helpen zorgen voor verbondenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door de bewoners van de wijk, en ruimer genomen alle Brusselaars, een aangename leefomgeving en een veilige openbare ruimte te bieden. Als kennis- en referentiecentrum voor preventie en veiligheid streeft Brussel Preventie en Veiligheid er ook naar om via dit project de kennis over verslavingen in Brussel aan te scherpen. Het geïntegreerde centrum voor achtergestelde druggebruikers biedt als plaats voor gedeelde praktijken mogelijkheden voor de productie van gegevens en de uitwerking van analyses om dan op basis daarvan vorm te geven aan een coherent drugs- en verslavingsbeleid dat afgestemd is op de behoeften van de meest kwetsbare personen.”
Gezondheid en veiligheid voor iedereen
Burgemeester van de stad Brussel Philippe Close: “Naast Gate, de risicobeperkende gebruiksruimte die op het einde van het jaar de deuren opent in het centrum van Brussel, gaat het geïntegreerde centrum een complementaire rol opnemen in het zorgtraject als motor van een innoverend, waardig en inclusief beleid ten opzichte van de verslavingsproblematiek. Ons voornemen om ook de meest kansarme mensen een universele toegang te bieden tot de volksgezondheid sluit perfect aan bij onze inspanningen om in de veiligheid van alle burgers te voorzien. Want druggebruik in de openbare ruimte zorgt voor overlast en scherpt het onveiligheidsgevoel dat leeft bij de inwoners verder aan. In het belang van de sociale cohesie moeten wij handelen voor het welzijn van iedereen. Ik ben ervan overtuigd dat wij met de oprichting van het geïntegreerde centrum in samenwerking met de gewestelijke overheid precies dat doen. De investeringen die voor deze nieuwe voorzieningen zijn voorbehouden, gaan bijdragen tot een betere leefomgeving voor alle Brusselaars, zonder dat iemand wordt achtergelaten.”
Burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek Catherine Moureaux: “De vele problemen die gepaard gaan met het gebruik van verdovende middelen op heel het Brussels gewestelijk grondgebied veranderen voortdurend. Zo stelden zowel de beroepsmensen ter zake als de omwonenden de voorbije maanden opnieuw sterke verschuivingen vast als gevolg van de Covid-crisis. Als gemeentelijk beleidsmaker volg ik met aandacht de gevolgen die dit heeft, zowel voor de slachtoffers van verslavingen als voor de bewoners van onze wijken. Daarom is Sint-Jans-Molenbeek blij dat het project van een geïntegreerd centrum weldra van start gaat. Want op individueel niveau ben ik ervan overtuigd dat deze nieuwe voorziening, die grote ambities koestert in haar doelstellingen en vernieuwend is in haar methodes, zeker wat volksgezondheid en inschakeling betreft, de mensen die helaas met verslaving moeten leven beter zal kunnen begeleiden met deze globale en aangepaste aanpak.
Op collectief niveau leidt het voor mij geen twijfel dat het geïntegreerde centrum en de mogelijkheden die deze door hun verslaving extreem kwetsbare mensen er zullen krijgen een bijzonder gunstige uitwerking gaan hebben op de maatschappelijke samenhang en de leefbaarheid in wijken die worden getroffen door de zeer verscheiden problemen die met druggebruik gepaard gaan.
Om deze nieuwe gewestelijke voorziening optimale ondersteuning te bieden, heb ik in mijn gemeente nu al een nieuw platform in het leven geroepen dat zich toelegt op druggerelateerde problemen. Het platform is bestemd om verder uit te groeien, maar brengt vandaag al meerdere zowel gemeentelijke als associatieve actoren uit preventie en sociale cohesie samen. Het moet de plaatselijke transversale aanpak in dit domein verder versterken. Het nieuwe lokale platform zal op regelmatige basis samenkomen en permanent contact houden met de verantwoordelijken van het geïntegreerde centrum.”
Een vernieuwende geïntegreerde onthaal- en zorgvoorziening voor verslavingen
Muriel Goessens, Algemeen Directeur van de vzw Transit, licht het maatschappelijk doel van de nieuwe voorziening toe:“Alsinds1995verzorgtdevzwTransiteenonvoorwaardelijkeopvang die uniek is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met een gespecialiseerd crisis- en opvangcentrum dat zeven dagen op zeven de klok rond toegankelijk is en zich richt tot mensen die verslaafd zijn aan legale en/of illegale drugs. De vzw, die is aangesteld als “operator” van het geïntegreerde centrum, stelt een sterke toename vast van het aantal mensen dat van haar diensten gebruik maakt. Ze ziet ook een fragmentatie van de doelgroep en van zijn behoeften in een context waarin er onvoldoende ruimte beschikbaar is om aan alle noden van dit publiek te kunnen voldoen.
Tegen die achtergrond biedt het gewestelijk initiatief voor een geïntegreerd centrum ongelooflijke kansen om het bestaande zorgaanbod aan te vullen, de opvang- en verblijfscapaciteit te vergroten, vernieuwing te brengen en tegemoet te komen aan de hedendaagse uitdagingen die aan druggebruik, maar ook aan armoede verbonden zijn.
Door te voorzien in diensten aangepast aan elke behoefte en aan elke situatie zal dit nieuwe centrum een universele toegang bieden tot de gezondheidszorg volgens een stapsgewijze logica met de laagst mogelijke drempel. Alle diensten die in het geïntegreerde centrum ontplooid zullen worden, delen deze ambitie om tegemoet te komen aan de zeer heterogene behoeften van een kwetsbaar publiek dat vandaag de dag helaas nog steeds discriminatie ondergaat bij de toegang tot geconventioneerde gezondheidsdiensten, onder meer omdat een deel van dit publiek sociale dekking ontbeert.
Het centrum dat vandaag in de steigers staat, wordt geïntegreerd genoemd omdat het de gezondheid in zijn geheel beschouwt en inwerkt op alle determinanten hiervan, dus niet enkel op de symptomen van de ziekte of het onbehagen, maar ook op de factoren die aan de basis daarvan liggen. Die kunnen sociaaleconomisch van aard zijn, maar ook cultureel, milieugebonden, contextueel e.d. Daartoe zal het centrum een breed palet aan multidisciplinaire zorgen verstrekken uit het aanbod van drie gespecialiseerde partners, ‘Projet Lama’ voor het aanbrengen en opvolgen van vervangingsbehandelingen, Dokters van de Wereld voor alles wat met algemene geneeskunde te maken heeft en Transit voor psychosociale begeleiding, peer-support, straathoekwerk, beroepsherinschakeling, verblijf, de gendergerichte aanpak, gemeenschapsactiviteiten … Het geïntegreerde centrum wordt dus een universele toegangspoort tot gezondheid, maar moet ook zorgen voor kennisproductie. Het zal optreden als kenniscentrum, als een soort laboratorium voor deskundigheid, knowhow en innovatie inzake verslavingen, en dit in perfecte symbiose met de opdrachten van Brussel Preventie & Veiligheid.”
Een architecturaal coherente site voor gemengd gebruik
Yassine Akki, voorzitter van de Haven van Brussel, prijst “de goede samenwerking tussen alle partners van het project dat zal worden ontwikkeld op een terrein van de Haven van Brussel en dat mogelijk werd via een erfpachtovereenkomst. Dit project zal niet alleen de activiteiten van de vzw Transit huisvesten, maar gaat ook voldoen aan de behoeften van de Haven, onder meer op het vlak van atelierruimte en om de noden van onze technische dienst te dekken.”
Een project dat stevig verankerd is in zijn context
GillesDELFORGE,directeurvan de MSI, legt uit dat “de MSI in de eerste fase van de Europese overheidsopdracht 30 kwaliteitsvolle kandidaturen ontving, waarna ze een shortlist van 5 teams opstelde om een project in te dienen. De jury was van oordeel dat het project van BogdanVan Broeck – BC Architects het best aan de verschillende verwachtingen van de opdracht beantwoordde en deze keuze werd door de verschillende partijen gevalideerd.Bij de architectuur van het ontwerp staat gemoedelijkheid centraal: de gevels bieden een warme uitstraling en de gelijkvloerse verdieping en de buitenruimte staan sterk met elkaar in verbinding. Het gebouw geeft een positief beeld van de gecreëerde openbare voorzieningen en vormt een meerwaarde voor het stedelijk landschap van de kanaalzone.”GillesDELFORGE is verheugd dat “de MSI, die bovendien aan het hoofd staat van grote stadsinrichtingsprojecten, andermaal haar veelzijdigheid ten dienste van het Gewest kan stellen voor de verwezenlijking van openbare voorzieningen met een gewestelijke uitstraling en van zeer uiteenlopende aard. Naast dit toekomstige geïntegreerde centrum voor drugsgebruikers geeft de MSI momenteel ook vorm aan projecten voor voorzieningen die culturele, media-, hulpdienst-, sport- en academische functies omvatten… Zoals altijd vervult de MSI deze rol door de actie van de verschillende betrokken partners te coördineren, en dit in nauw overleg met hen.”
Een herberg aan de oever van het kanaal
Het team van architecten dat het toekomstige geïntegreerde centrum ontwierp, legt uit dat “het voor de hand lag om te kiezen voor een warme en gastvrije architectuur, een architectuur die zichzelf niet centraal stelt, maar betekenis geeft… Met dit toevluchtsoord voor een van de zwakste groepen in de samenleving toont deze samenleving haar morele kwaliteit.”
Het geïntegreerde centrum is een herberg van de 21e eeuw: een stedelijke plek met tijdelijke verblijfplaatsen, ruimtes die gewijd zijn aan het welzijn van de mensen en die zich openstellen voor de gemeenschap. Verre van een anonieme instelling is het project een juxtapositie van verschillende “huizen”. Deze huizen zijn autonoom maar tegelijk goed met elkaar verbonden. Deze configuratie bevestigt het huiselijke karakter van het project. In plaats van de volumes te schikken op uitgestrekte plateaus, verrijzen ze in dit project op een gemeenschappelijke sokkel. Deze sokkel, met zijn gastvrije ruimtes, fungeert als een basis die de gebruikers ontvangt en begeleidt. Hij heeft een portiek, een centrale tuin en een loggia met uitzicht op het kanaal. Het ensemble vertoont gelijkenis met een traditionele herberg, bestaande uit verschillende gebouwen met meerdere verdiepingen rond een grote binnenplaats, die door een doorgang met de straat is verbonden.
Bouwen voor de toekomst
Het project maakt een einde aan de uitputtende input en vervuilende output van materialen, energie en water, en transformeert alles in een lokaal circulair model. Hetzelfde geldt voor bouwmaterialen zoals hout, die niet-fossiele CO2 bevatten en dus echte CO2-reservoirs zijn: traditioneel en innovatief, logisch en niet duur.
Naast de klassieke duurzaamheidsvectoren (uitstoot, biodiversiteit, flexibiliteit en lange levensduur van een gebouw) richt het project zich ook op de maatschappelijke en sociaal- culturele duurzaamheid, in lijn met het Europese concept van ‘Baukultur’. Een gebouw waar we allemaal van houden – omdat het van ons allemaal houdt – gaat langer mee omdat het door iedereen wordt gedragen en gewaardeerd. Een ankerpunt in een harde wereld wordt een element van het collectieve geheugen. Het geïntegreerde centrum biedt een comfortabele thuis voor kwetsbare mensen, tot stand gebracht op een duurzame, circulaire en weinig milieubelastende manier.
Samenleven
Dit project toont aan dat een complexe stedelijke functie – een centrum voor eerstelijnszorg waar de stad sterk behoefte aan heeft in de buurt van het kanaal – kan samengaan met de voortzetting van de havenactiviteit. Het biedt een antwoord op de grote bekommernissen van onze tijd: solidariteit en economie. Het geïntegreerde centrum is ontworpen als een gebouw dat ons verbindt, dat ons in contact brengt met de stad en de natuur, met het park en met de veelheid aan culturen die Brussel kenmerken. Het biedt een polyvalente en open ruimte op de gelijkvloerse verdieping met zeven dagen op zeven, de klok rond een goede sociale controle. Tegelijkertijd is het ook een plek waar men alleen kan zijn zonder zich eenzaam te voelen.
Het geïntegreerde centrum komt tegemoet aan de vraag van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en zijn burgers om niet alleen te zorgen voor de meest kwetsbaren, maar voor ons allemaal. Door een nieuwe haven te bieden aan hen die op drift zijn, geven we uiteindelijk iedereen een thuis, maar in verbondenheid met elkaar, een plaats waar we onze bestaansreden vinden.
Ce site Web utilise des cookies. En cliquant sur ”J’accepte”, vous acceptez l’utilisation des cookies. Vous pourrez toujours les désactiver ultérieurement. Cookie settingsACCEPT
Privacy & Cookies Policy
Privacy Overview
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these cookies, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may have an effect on your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.