Samenwerkingsakkoorden betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren

48387355_10156754564776000_2689099090112806912_o

Samenwerkingsakkoorden betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren

persbericht

21 december 2018

Naar aanleiding van een bilaterale vergadering die vanmorgen heeft plaatsgevonden tussen de kabinetten van Brussels Minister-President Rudi Vervoort, van de Brusselse Minister van Mobiliteit Pascal Smet en van de federale Minister van Mobiliteit François Bellot, heeft het Brussels Gewest de ondertekening bevestigd van de samenwerkingsakkoorden die het mogelijk maken om de infrastructuurwerken van het GEN evenals een aantal regionale prioriteiten op het grondgebied van de drie gewesten, te voltooien.
 
Bovenop het bedrag van 19 miljoen euro waarin het samenwerkingsakkoord voorziet, hebben het Brusselse Gewest en de federale overheid afgesproken om samen de toewijzing te bepalen van een bijkomende enveloppe van 10 miljoen euro waarin bijakte 13 van Beliris voorziet. Een eerste bilaterale vergadering zal reeds in januari plaatsvinden. Deze 29 miljoen zal dan ook prioritair geïnvesteerd worden in de verschillende Brusselse spoorweghaltes, waarbij de aandacht zal uitgaan naar de uitrusting voor het onthaal van de reizigers.
 
Voorts worden de gesprekken over tariefintegratie op constructieve wijze verdergezet en zal dit thema op 14 januari e.k. worden besproken op de vergadering van het Executief Comité van de Ministers van Mobiliteit.
 
De Ministers Vervoort, Smet en Bellot zijn verheugd dat de dialoog kon worden hersteld en dat de implementatie van deze samenwerkingsakkoorden op termijn zal kunnen zorgen voor een kwaliteitsvollere dienstverlening aan de gebruikers van het S-netwerk in het Brusselse Gewest.
 
Meer info ?
Jo DE WITTE Woordvoerder (NL)
Lidia GERVASI Woordvoerder (FR)

Het Gewest blaast AEgidium nieuw leven in Sint-Gillis

48408250_10156752688876000_1308674151384350720_o

Het Gewest blaast AEgidium nieuw leven in Sint-Gillis

persbericht

20 december 2018

Het in 1906 ingehuldigde gebouw werd oorspronkelijk het Diamant Palace genoemd, een verwijzing naar de meer dan 5.000 lampjes die in alle ruimten waren aangebracht, met een globaal spectaculair effect tot gevolg. Het was een plek die niemand onverschillig liet. Na een aantal aanpassingen en de toevoeging van een aantal bijgebouwen werd het geheel in 1929 omgedoopt tot AEgidium. Het gebouw dat in 2006 beschermd werd, kende een bewogen geschiedenis, achtereenvolgens als feest- en evenementenzaal, Bank van Brussel, bibliotheek, ziekenfonds, vakbond, raadpleging voor zuigelingen enz. tot het complex uiteindelijk leeg kwam te staan.
 
Het Brussels Gewest heeft beslist om dit nu op te knappen na een lange staat van zo goed als volledig verval (behalve een deel op de benedenverdieping dat gebruikt werd als dagcentrum voor de derde leeftijd). Het gebouw heeft sterk geleden onder het gebrek aan onderhoud.
 
Het Aegidium is een uitgebreid complex van 4500 vierkante meter dat binnenin vrijwel het hele huizenblok in beslag neemt, een groot gedeelte over twee verdiepingen en met twee grote evenementenzalen. Qua omvang kan het complex worden vergeleken met dat van het Pathé Palace in het stadscentrum, dat dezelfde bloeiperiode kende en beschermd is.
 
Minister-president Rudi Vervoort licht toe: “Het AEgidium neemt een belangrijke plaats in in de geschiedenis van de gemeente Sint-Gillis en is verbonden aan meerdere theateropvoeringen en andere evenementen die een rol hebben gespeeld in het Brussels cultuurleven. Vanuit patrimoniaal oogpunt beschikt het over unieke en uitzonderlijke versieringen waarin meerdere stijlen met elkaar vermengd zijn, zoals dat in die periode gebruikelijk was. De voornaamste evenementenzaal van het complex beschikt over een Moorse inrichting die zeer uitzonderlijk is in België. De bedoeling was om het publiek in contact te brengen met exotische werelden in een tijd waarin reizen niet evident was”.
 
De subsidie van het Gewest moet in hoofdzaak dienen om de werken te financieren die verband houden met de gevel aan het Voorplein, de daken, de inkomgang, de wintertuin, de trappenhal, de Lodewijk XV zaal en de Moorse zaal.
 
Investeerders die in de herwaardering van dit soort plekken willen investeren, zijn zeldzaam, vooral wanneer het cultuurplaatsen betreft. Dat maakt van de gewestelijke steun (vrijwel 4 miljoen euro) een unieke gelegenheid om dit gebouw te restaureren.
 
« Zodra het complex gerestaureerd is, wordt het uiteraard opengesteld voor het publiek bij cultuur- en recreatieactiviteiten. Het publiek zelf heeft grote verwachtingen van het AEgidium.Dat mag blijken uit de Open Monumentendagen, toen het gebouw ruim 2.000 bezoekers over de vloer kreeg” aldus nog Rudi Vervoort.
 
Meer info ? 
 
Jo DE WITTE Woordvoerder (NL) 
Lidia GERVASI Woordvoerder (FR)

Het CBR-gebouw staat definitief op de bewaarlijst

46854982_10156701853946000_3711656130988998656_o

Het CBR-gebouw staat definitief op de bewaarlijst

persbericht

28 november 2018

Op voorstel van Minister-President Rudi Vervoort heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering het volledige gebouw van de vroegere hoofdzetel van de Cimenteries Belges Réunies (CBR) aan de Terhulpensesteenweg 185 in Watermaal-Bosvoorde en een deel van de omgeving opgenomen op de bewaarlijst.
 
Dit kantoorgebouw, ontworpen als een totaal kunstwerk, werd tussen 1968 en 1970 opgetrokken op basis van de plannen van de architecten Constantin Brodski en Marcel Lambrichs. Landschapsarchitect René Pechère kreeg de opdracht om de directe omgeving ervan in te richten.
Het CBR-gebouw is een van de meest esthetische en bekendste verwezenlijkingen in functionalistische stijl in het Brussels Gewest. Het gebruik van prefab-elementen en architectonisch beton vormde een perfect visitekaartje voor het grote Belgische cementbedrijf dat ze produceerde. Van bij de constructie viel het gebouw op door zijn zuivere concept.
 
De Regering koos ervoor om het goed op te nemen op de bewaarlijst, omdat deze procedure ruimte biedt om dit eigentijdse functionele gebouw op een soepelere manier te beheren. Het moet immers eenvoudig mogelijk zijn om de technische en de functionele inrichting, die niet bijzonder merkwaardig zijn en die steunen op een bepaalde gebruiksbestemming, te wijzigen.
 
Om het gebouw globaal te kunnen beheren, wordt het beschermd samen met het oorspronkelijke meubilair, dat een grote waarde heeft en integraal deel uitmaakt van het concept van het gebouw (meubels Florence Knoll, Jules Wabbes en aanpassingen door Constantin Brodski zelf).
 
Het is de bedoeling om het CBR-gebouw te blijven gebruiken als kantoorgebouw, verdeeld onder meerdere gebruikers. Er zijn al sommige werken uitgevoerd of nog bezig. Het gebouw is reeds deels in gebruik genomen.
 
De Directie Monumenten en Landschappen stelde veel eisen voor de restauratie van dit emblematische gebouw. De nieuwe eigenaars hebben zich daar vanuit een constructieve dialoog aan gehouden.
 
Minister-President Rudi Vervoort, die bevoegd is voor Monumenten en Landschappen, besluit als volgt: ”We moeten dit eigentijdse en modernistische erfgoed bestendigen, maar we mogen het niet verstarren. Het moet een toekomst hebben. De binnenkant van het gebouw moet afhankelijk van de bestaansbehoeften van de nieuwe gebruikers aangepast kunnen worden, waarbij de belangrijkste erfgoedkundige eigenschappen evenwel behouden blijven. Ook het als oorspronkelijk bestempelde meubilair wordt beschermd, net als de wezenlijke onderdelen van de oorspronkelijke inrichting en decoratie.”
 
Meer info ? 
 
Jo DE WITTE Woordvoerder (NL) 
Lidia GERVASI Woordvoerder (FR)
 

Bewaringsprocedure voor de Mémé-site in Sint-Lambrechts-Woluwe

46353045_10156675034881000_1388422966697525248_o

Bewaringsprocedure voor de Mémé-site in Sint-Lambrechts-Woluwe

persbericht

16 november 2018

De ministerraad van het Brussels Gewest heeft op donderdag 15 november, op voorstel van Minister-President Rudi Vervoort, beslist de procedure op te starten om het geheel van gebouwen, dat bekend staat als de Mémé-site en opgetrokken en ingericht werd door het Atelier Simone et Lucien Kroll in Sint-Lambrechts-Woluwe, op te nemen op de bewaarlijst.
 
De perimeter omvat het gebouw la Mémé, la Mairie, de school Chapelle-aux-Champs, het universiteitsrestaurant, het oecumenisch gebouw, het metrostation Alma en de Almawandeling, de patio en het klein restaurant, evenals de openbare ruimten van de campus van de Université Catholique de Louvain (UCL).
 
De Mémé-site, die tussen 1969 en 1976 ontworpen en ingericht werd, is een van de Belgische architecturale verwezenlijkingen die sinds de jaren ‘70 het meeste weerklank kreeg in de gespecialiseerde internationale pers. Het krijgt veel lof, omdat het uiting geeft aan de participatieve architectuur die een uitloper was van het studentenprotest van mei ‘68. Het vormt tevens een bijzonder geslaagd voorbeeld van de benadering die Lucien Krollhanteerde vanuit zijn engagement voor een architectuurproductie die steunt op een dynamische interactie met de gebruikers in plaats van op de bouwindustrie.
 
Het metrostation Alma, dat het eerste beschermde metrostation in Brussel wordt, vormt een uniek kunstwerk dat gedecoreerd werd door Simone Kroll, en is een organische constructie die een eerbetoon brengt aan de Catalaanse architect Antonio Gaudi.
 
Rudi Vervoort biedt de volgende toelichting: “Met het instellen van de procedure om de Mémé-site op te nemen op de bewaarlijst, toont de Brusselse Regering andermaal aan dat beschermen niet noodzakelijk gelijk staat met een stilstand inroepen. Deze maatregel laat namelijk ook ruimte om de Saint-Luc-ziekenhuizen tegen 2025 te herstructureren, met de bouw van de Instituts Roi Albert II (Centre de Cancer IRA II) et de Psychiatrie Intégrée.“
 
Het Gewest onderstreept de noodzaak om de site om praktische redenen die verband houden met de gebruiksbehoeften, op een aanpasbare wijze te kunnen beheren, maar tegelijk ook trouw te blijven aan de ideeën van de ontwerper die een flexibel, dynamisch en levendig complex voor ogen had.
 
De Minister-President besluit als volgt: “Ik wil de directie van de UCL en de universitaire ziekenhuizen Saint-Luc bedanken, omdat zij zich bewust zijn van de uitzonderlijke architecturale waarde van de site. In nauwe samenspraak met de gewestelijke instanties, de Directie Monumenten en Landschappen en de Directie Stedenbouw, hebben zij bijzonder veel inzet aan de dag gelegd om te komen tot een beschermingsmaatregel die een soepel beheer van de site mogelijk
 
Meer info ?
 
Jo DE WITTE Woordvoerder (NL)
Lidia GERVASI Woordvoerder (FR)

Groen licht voor de renovatie van het Brusselse Beursgebouw

46456189_10156672890136000_8889019535919677440_o

Groen licht voor de renovatie van het Brusselse Beursgebouw

persbericht

15 november 2018

De Beurs geeft vorm aan en staat symbool voor het centrum van Brussel. Alle Brusselaars kennen dit gebouw uiteraard van zijn monumentale gevels, ontworpen door Léon-Pierre Suys, waar ze al wel eens voorbij gewandeld zijn. Weinigen hebben er zich echter al naar binnen gewaagd.
De Stad Brussel stelt als eigenaar voor om de gevels, het dak en de ornamenten in het Beursgebouw te restaureren en de aangrenzende archeologische siteBruxellae 1238 te renoveren. Het idee is om dit opmerkelijke gebouw opnieuw een publieke bestemming te geven en tegelijk respectvol om te gaan met het aanwezige erfgoed.
Een succesvolle publiek-private samenwerking tussen de Stad en de Federatie van Belgische Brouwers, met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest via het EFRO-fonds.
De Stad Brussel wil dit gebouw met grote symboolwaarde voor Brussel een tweede leven en een nieuwe invulling geven. Zij wil het gebouw openstellen voor alle Brusselaars door een prestigieuze doorgangsgalerij in te richten die toegang biedt tot tentoonstellingsruimten en tot de archeologische site Bruxellae 1238. Het publiek zal zich ook te goed kunnen doen in een restaurant en een brasserie met dakterras en voor een bierbeleving terecht kunnen in de Belgian Beer World, die de vroegere kantoren op de tweede en derde verdieping zal innemen.
Rudi Vervoort, Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en Philippe Close, burgemeester van de Stad Brussel, zijn zeer tevreden dat zopas de enige vergunning uitgereikt is om in dit iconische gebouw een cultureel, commercieel en toeristisch centrum in te richten.
Philippe Close laat volgende reactie optekenen: “Het is de bedoeling om deze mythische plaats opnieuw te laten toekomen aan de Brusselaars. Met de plannen om de Beurs van Brussel een nieuwe bestemming te geven, willen we in het hart van de stad een nieuwe galerij tot stand brengen. Die moet de Grote Markt verbinden met de Dansaertwijk. De monumentale middenbeuk van het bouwwerk zal opengesteld worden voor het grote publiek om op die manier een stedelijke continuïteit te creëren. Ik ben ook zeer verheugd dat er een goede samenwerking is met de architecten: Robbrecht en Daem – Baneton Garrino – Popoff, met de Directie Monumenten en Landschappen en met het gewestelijk bestuur Stedenbouw”, aldus dus nog de burgemeester.
Dit nieuwe initiatief biedt een échte toegevoegde waarde aan de aantrekkingskracht van ons Gewest. Niet alleen zal dit project in het hart van de stad rechtstreekse banen opleveren voor de Brusselaars. De nieuwe zeer originele bestemming van het Beursgebouw, dat een uitzonderlijke erfgoedkundige en toeristische trekpleister is, zal ook bevorderlijk zijn voor de uitstraling van heel onze hoofdstad en een niet te verwaarlozen troef voor het toerisme vormen. Daar ben ik van overtuigd”, zo concludeert Rudi Vervoort.
 
Meer info ?
Jo DE WITTE Woordvoerder (NL)
Lidia GERVASI Woordvoerder (FR)

Informatisering van de plaatselijke besturen weldra op de rails

45754092_10156659729176000_7761535821231947776_o

Informatisering van de plaatselijke besturen weldra op de rails

persbericht

9 november 2018

In juni 2017 verklaarde de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op initiatief van Rudi Vervoort en Bianca Debaets dat het nodig was een gewestelijke informaticastrategie te ontwikkelen voor de gemeenten en OCMW’s om hun werk te vergemakkelijken en de burgers een betere dienstverlening te kunnen bieden.
Vastberaden om de gemeenten de nodige steun te verlenen, hebben Minister-President Rudi Vervoort, die bevoegd is voor de Plaatselijke Besturen, en de Staatssecretaris bevoegd voor Informatica, Bianca Debaets, beslist de analyse voort te zetten van het informaticalandschap van de Plaatselijke Besturen.
Dit werk omvat een studie die nauwgezet de materiële en budgettaire pistes definieert met het oog op de vernieuwing van de informatica-uitrusting van de gemeenten en OCMW’s. De modernisering van de informatica bij de gemeentelijke administraties en OCMW’s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een operatie die van essentieel belang is voor de toekomst van het Gewest.
Volgens de planning die de Regering opgesteld heeft, zal de studie eind 2019, begin 2020 afgerond worden.
In 2020 zullen de gemeenten en het CIBG een gezamenlijke offerteaanvraag lanceren om zo te kunnen genieten van een schaalvoordeel dat onmisbaar is bij dit soort opdracht voor diensten.
“Onze ambitie is dat gemeenten en OCMW’s aan de Brusselaar performante IT-diensten kunnen aanbieden. Onze aanpak biedt hiervoor de nodige schaalvoordelen en ik kijk dan ook uit naar een vruchtbare samenwerking met de lokale besturen,” stelt Bianca Debaets, Brussels Staatssecretaris voor Digitale Transformatie.
Het project zal geen succes kennen als een meerderheid van de gemeenten er niet aan deelneemt. Er werd een brief verstuurd naar de burgemeesters, OCMW-voorzitters en schepenen bevoegd voor Informatica. Ik zou graag willen dat een meerderheid zich aansluit bij deze dynamiek die enkel maar voor een positieve evolutie en moderniteit voor de Brusselaars kan zorgen“, voegt Minister-President Rudi Vervoort daaraan toe.
 
Meer info ?
Jo DE WITTE Woordvoerder (NL)
Lidia GERVASI Woordvoerder (FR)

Modernisering van begraafplaatsen en lijkbezorging in het Brussels Gewest

45742639_10156659898726000_2234105789671276544_o

Modernisering van begraafplaatsen en lijkbezorging in het Brussels Gewest

persbericht

9 november 2018

Vandaag vrijdag 9 november 2018 heeft het Parlement op initiatief van Minister-President Rudi Vervoort een ontwerpordonnantie gestemd met het oog op de modernisering van de begraafplaatsen en van de lijkbezorging.
« Over deze ordonnantie die op heel wat punten vernieuwing brengt, bestaat een brede consensus in het parlement omdat ze beantwoordt aan de legitieme verwachtingen van de Brusselse bevolking die steeds vaker kiest voor crematie in plaats van teraardebestelling. Ze introduceert nieuwe begrafenisvormen en richt zich op de toenemende belangstelling voor soorten begraafplaatsen die dichter bij de natuur staan dan de traditionele begraafplaatsen » aldus Rudi Vervoort.
Enkele van de nieuwe elementen :
1. Alle begraafplaatsen moeten een multiconfessioneel perceel krijgen voor de beoefening van de funeraire riten van erkende religieuze en filosofische overtuigingen .
De algemene toepassing van dit beginsel is vandaag noodzakelijk omdat de kinderen van de inwijkelingen van de eerste generatie vaker dan hun ouders begraven wensen te worden in het land waar ze als volwaardige burgers zijn geboren.
Deze percelen moeten deel uitmaken van de begraafplaats en niet materieel afgescheiden zijn van de overige delen van de begraafplaats.
2. Er wordt gestreefd naar de inrichting van ruimten voorbehouden voor neutrale uitvaartplechtigheden.
3. De Regering kan nieuwe vormen van lijkbezorging toestaan. Daarbij wordt onder meer gedacht aan humusatie en aquamatie.
– Humusatie is een gecontroleerd proces van lichaamstransformatie door micro-organismen in plantaardige compost die dode lichamen verandert in humus.
– Aquamatie is een proces van « watercrematie » dat vandaag al bestaat in Canada, waarbij het ontbindingsproces van stoffelijke resten wordt versneld door ze in water verwarmd tot 96 ° C te plaatsen, met toevoeging van natrium en kalium.
Deze nieuwe vormen van lijkbezorging zijn ecologisch en economisch verantwoord maar moeten aan verder technisch onderzoek onderworpen worden, ook al opent de ordonnantie vandaag reeds de deur naar een toepassing hiervan.
Minister-President Rudi Vervoort verduidelijkt : “Ik heb de Vlaamse en Waalse bevoegde Ministers hierover persoonlijk aangeschreven om samenwerking voor te stellen over de gewestgrenzen heen voor alle technische en juridische aspecten die aan deze nieuwe procedés verbonden zijn.
4. De teraardebestelling in een ander lijkomhulsel dan de traditionele kist is voortaan toegestaan. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan lijkwaden en kartonnen kisten.
Hiermee komen we tegemoet aan de innigste wensen van de bevolking en de oplossingen zijn minder duur en ecologisch verantwoord.
5. De gemeenten kunnen ook zones afbakenen elders dan op de begraafplaats om de as van gecremeerde stoffelijke resten uit te strooien, ook hier met het opzet om dichter bij de natuur te komen.
 
Meer info ?
Jo DE WITTE Woordvoerder (NL)
Lidia GERVASI Woordvoerder (FR)

Raamakkoord voor de bouwsector gesloten in het Brussels Gewest

42966953_10156571864991000_7618828785428725760_o

Raamakkoord voor de bouwsector gesloten in het Brussels Gewest

persbericht

2 oktober 2018

Het is inmiddels het handelsmerk geworden van de Brusselse Regering: de overheid en de verschillende beroepssectoren in Brussel die overleg plegen met elkaar.
Dit soort specifieke akkoorden tussen de sectoren en het Gewest bestond voorheen niet. Daarom gingen onderhandelingen van start met meerdere sectoren die van strategisch belang zijn voor de Brusselse economie en tewerkstelling.
Vanuit die nieuwe dynamiek sloten de Regering en de bouwsector op dinsdag 2 oktober 2018 het tweede sectorale akkoord in de geschiedenis van het Gewest.
De bouwsector, een van de grootste sectoren in het Brussels Gewest, telt ongeveer 12.700 bedrijven, die samen iets meer dan 8.300 vaak (zeer) laaggeschoolde arbeiders tewerkstellen. De sector krijgt te maken met tal van uitdagingen. Zo vergrijst het arbeidersbestand en is er nood aan vernieuwing (weinig jongeren kiezen die richting). Daarnaast veranderen de gehanteerde praktijken en de verschillende regelgevingen over de bouw en renovatie van gebouwen zeer sterk en zeer snel.
Dit akkoord is bedoeld om het overleg tussen de overheid, de bedrijven in de sector en de werknemers te organiseren en te bestendigen. De sociale dialoog moet de geschikte voorwaarden en oplossingen opleveren om kwaliteitsvolle banen te scheppen in Brussel en het mogelijk maken te anticiperen op de evoluerende behoeften van ons Gewest, om op die manier de activiteit van de bedrijven die hier gevestigd zijn te stimuleren.
De bouwsector speelt een belangrijke rol voor de ontwikkeling van ons Gewest, die zich zowel uit op het vlak van stedenbouw als in de bijdrage die hij levert tot de economische groei van ons Gewest. Iedereen wint bij dit akkoord: het Gewest kan via zijn beleidsinstrumenten de sector steunen in zijn inspanningen om opleidingen te verstrekken, te streven naar innovatie en alle vormen van discriminatie te bestrijden. De sector kan het Gewest mee vooruit helpen door zijn professionele expertise te delen”, maakt Minister-President Rudi Vervoort duidelijk.
We mogen trots zijn op de inspanningen die de overheid levert voor de bouwsector. De Franstalige Brusselse Regering die ik voorzit, besteedt veel middelen aan de opleidingen en de wedertewerkstelling in dit vakdomein. De sector fungeert als kwaliteitsvolle partner voor de inschakeling van jongeren en biedt mooie loopbaanvooruitzichten. Zo bijvoorbeeld bieden de technologische ontwikkelingen de mogelijkheid om zich te specialiseren”, aldus Fadila Laanan, Minister-Voorzitter van de Franstalige Brusselse Regering.
“Het gaat om een concreet akkoord! Het moet de Brusselse werkzoekenden die opgeleid zijn voor een vak in de bouw, de garantie bieden dat zij een kwaliteitsvolle baan kunnen vinden in de sector. We gaan de beroepsopleiding in de sector namelijk efficiënter maken, het aantal bedrijfsstages en het aantal proeven voor de erkenning van verworven vaardigheden verhogen en het aantal werkaanbiedingen die beheerd en ingevuld worden door Actiris, verhogen. Er zijn wel degelijk arbeidskansen en we stellen vast dat er zelfs bepaalde tekorten zijn: de sector en de openbare diensten beschikken voortaan over een kader en sterkere instrumenten om de aanwerving van de Brusselaars te verbeteren”, verklaart de Brusselse Minister van Economie, Werk en Beroepsopleiding, Didier Gosuin.
Het Opleidings- en Tewerkstellingsplan (OTP) voor de Bouwsector beoogt meer slagkracht te verlenen aan sleutelactoren uit de sector, waaronder het Beroepsreferentiecentrum voor de Bouw, dat één van mijn bevoorrechte partners is voor de opleiding in ecologisch verantwoord bouwen en de kringloopeconomie in de bouwsector“, licht de Brusselse Minister van Leefmilieu, Céline Fremault, nader toe.
Tot slot laat de voorzitter van de Economische en Sociale Raad, Jan De Brabanter, de volgende reactie optekenen: ”We zetten ons met zijn allen in om actief samen te werken met als doel de gewestelijke beleidsvoering te versterken door de wisselwerking tussen de tewerkstellings-, opleidings-, onderwijsactoren en de bedrijven verder te ontwikkelen. Via het raamakkoord voor de bouwsector spannen we ons in om de tewerkstelling van de Brusselaars te versterken en kwaliteitsvolle jobs in deze voor Brussel belangrijke sector te handhaven en te creëren. We verbinden er ons langs die weg ook toe om de beleidsinitiatieven op het vlak van tewerkstelling, opleiding en onderwijs doeltreffender te maken. Dat is het opzet van de toekomstige “Opleidings- en Tewerkstellingspool” voor de bouwsector, waarin het raamakkoord voorziet.“
 
Meer info ?
Jo DE WITTE Woordvoerder (NL)
Lidia GERVASI Woordvoerder (FR)

Sociale Top – 25 september 2018

42469885_10156555596121000_4589169446219677696_o

Sociale Top – 25 september 2018

persbericht

25 september 2018

Vandaag, 25 september brachten Rudi Vervoort, Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en Didier Gosuin, Brussels Minister van Economie, Tewerkstelling en Beroepsopleiding, alle leden van de Regering en de Sociale en Economische Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest samen voor de Sociale Top van 2018.
 
De Sociale Top is een typisch Brussels evenement dat als doel heeft om beleidsmakers en sociale partners samen te brengen voor concreet overleg over de grote uitdagingen voor de hoofdstad. Dit overleg is het handelsmerk van de Brusselse Regering en geldt als één van de succesfactoren van het gevoerde beleid, zoals dit voortvloeit uit de « Strategie 2025 ».
De cijfers laten hierover geen twijfel bestaan. Het werkloosheidscijfer, 16,3% in augustus, neemt al 46 maanden af. Om een percentage te vinden dat zo laag is, moeten al terug tot in 1992. De werkgelegenheidsgraad bedraagt vandaag 56,2%, wat het hoogste cijfer is sinds het Brussels Gewest bestaat. Bovendien telde ons Gewest vorige maand 104.705 ondernemingen, dat zijn er 3.577 meer dan in 2016.
De Sociale Top biedt in de eerste plaats alle partners rond de tafel de kans een balans op te maken van de projecten die het voorbije jaar zijn gevoerd en het te hebben over de prioriteiten voor het einde van deze regeerperiode om te voorzien in de autonomie van Brussel tegen 2025.
Voor dit laatste legislatuurjaar zijn de debatten toegespitst op de« top 10 » van de meest emblematische onderwerpen. Ook al resten ons nog slechts een paar maanden, toch blijft de Brusselse Regering voluit gaan met een aantal belangrijke engagementen over: de evaluatie van het KMO-plan, de goedkeuring van een industrieel plan, de voortzetting van het beleid voor de 10 grote stedelijke ontwikkelingspolen, de versterking van de beroepsopleiding, de invoering van opleidings- en tewerkstellingspolen of nog de verbetering van de mobiliteit.
Toch heeft deze strategie een opvallend minpunt: ze is nog te weinig bekend bij de Brusselaars, die nochtans centraal staan in alle werven van de strategie. Daarom wordt met een gezamenlijke inspanning van de partners een brede communicatiecampagne opgestart. Deze richt zich rechtstreeks tot het publiek voor wie deze veranderingen bedoeld zijn: de Brusselaars. Op de tram, in de krant Metro, op fietsen of via de nieuwe website communiceren we voortaan onder de noemer « Go4Brussels » (Go for Brussels).
De Minister-President: « Deze Sociale Top wijst eens te meer op de uiterst positieve overlegdynamiek die wij in Brussel op gang hebben gebracht en die nergens anders bestaat. De hieraan verbonden luisterbereidheid en dialoog verrijken onze besluitvorming en bieden inspiratie voor de toekomst van de hoofdstad. Vandaag hebben we het concrete werkkader vastgelegd voor de periode die ons scheidt van de volgende legislatuur, maar de ambitie van de Strategie 2025 voor nieuwe duurzame kwaliteitsjobs, voor de economische ontwikkeling van Brussel en de verbetering van zijn attractiviteit moet nu uit het keurslijf van de beleidsperiode breken en de Brusselaars leiden naar 2025. »
Didier Gosuin: « De werkgelegenheidsgraad in het Brussels Gewest is met 56,3% nooit zo hoog geweest als vandaag. Het is een recordcijfer sinds het Gewest in 1989 het levenslicht zag. Tegelijk kenden we in 2017 een netto aangroei van 3.577 ondernemingen. Deze vooruitgang qua werkgelegenheid en economie is mede het resultaat van een efficiënte dialoog en een hoogstaand overleg met de sociale partners. Laten we er nu voor zorgen dat deze laatste Sociale Top een bron van inspiratie kan zijn voor wie volgt. »
Jan de Brabanter, Voorzitter van de Sociale en Economische Raad: « De sociale gesprekspartners wensen de nadruk te leggen op de positieve evolutie van de economische en sociale dialoog in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze vaststelling berust in de eerste plaats op het begrip van de « gedeelde prioriteiten » dat door de Economische en Sociale Raad is aangebracht en betrokken kan worden op een heel aantal werven van de Strategie 2025. De toepassing van deze nieuwe normgeving, die steunt op luisterbereidheid en wederzijds respect en veeleisendheid, kent een groeiend aantal positieve voorbeelden. Daarom is het belangrijk dat we deze methode kunnen uitbouwen en over de huidige legislatuur heffen. In de acht maanden die ons resten moet nog heel wat werk worden verzet. Maar de sociale partners gaan alles in het werk stellen om bij te dragen tot de verwezenlijking van de prioriteiten die wij vandaag hebben vastgelegd. »
 
Perscontact :
 
Kabinet R. Vervoort : Lidia Gervasi 0483 591 831 – Jo De Witte 0478 452 286 Kabinet D. Gosuin : Pauline Lorbat 0485 894 745 ESR : Siham Chaouch 0487 016 264

Brussel koestert de ambitie tegen 2020 de eerste 5G stad in België te worden!

37409897_10156395745531000_4076307818016145408_o

Brussel koestert de ambitie tegen 2020 de eerste 5G stad in België te worden!

persbericht

20 juli 2018

Op donderdag 19 juli 2018 hebben de Brusselse Regering en de mobiele telefonieoperatoren een protocolakkoord gesloten dat het mogelijk moet maken 5G in het Brussels Gewest te ontwikkelen, met de ambitie van Brussel de eerste 5G stad van het land te maken.
 
Dit protocol, dat ondertekend is door alle partijen die bij het akkoord betrokken zijn, legt de basis om deze ambitie te kunnen vervullen, steunend op een voortdurende dialoog en onderling vertrouwen tussen het Gewest en de mobiele telefonieoperatoren.
 
Dit ambitieuze document valt uiteen in drie delen, waarin respectievelijk de vraagstukken in verband met milieu en gezondheid, economie en werkgelegenheid en de smart city en toekomstige investeringen behandeld worden. Samen vormen ze het algemene kader dat de Regering en de mobiele telefonieoperatoren wensen te scheppen voor de invoering van deze nieuwe technologie.
Het milieuhoofdstuk omvat de goedkeuring van een handvest met goede praktijken waarin de operatoren zich ertoe verbinden gebruik te zullen maken van de beste methodes en technieken (BAT – Best Available Technology) die een optimale dekking bieden voor een geringe blootstelling aan elektromagnetische velden of nog, deel te nemen aan de lokale participatieve democratie via informatievergaderingen in de gemeenten die dat wensen.
 
De invoering van de nieuwe technologie biedt ook mooie vooruitzichten op het vlak van werkgelegenheid. Tussen de mobiele telefonieoperatoren, Actiris en Bruxelles Formation zal een specifieke samenwerking tot stand worden gebracht om meer Brusselaars aan het werk te krijgen en tegelijk aan de vraag om arbeidskrachten vanwege de operatoren te beantwoorden.
Er zullen ook projecten kunnen worden opgezet om het potentieel van Brussel als digitale en innovatieve hoofdstad tot ontwikkeling te brengen. De operatoren zullen een “proof of concept” project lanceren waardoor het mogelijk moet worden een eerste inzicht te krijgen in wat 5G te bieden heeft voor Brussel.
 
De ondertekening van dit protocolakkoord brengt een gemeenschappelijk proces op gang dat uit zal monden in een gemeenschappelijke visie waarover voorafgaand aan de komst van de technologie tegen 2020 op een breed vlak, ook op dat van de burgers, overleg zal worden gevoerd.
 
Contactpersonen operatoren: