5 Juni : Brussel, gedeelde bestemming
persbericht
28 februari 2019
Op voorstel van Brussels Minister-President Rudi Vervoort en in overleg met de Brusselse sociale gesprekspartners gaat de Brusselse Regering allerlei bewustmakingsinitiatieven voorstellen met als doel de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren en het verkeer vlotter te laten verlopen door de druk van het binnenrijdende autoverkeer in Brussel te verminderen.
Volgens de Minister-President is het de bedoeling om bovenop de grote investeringen in de uitbreiding van het openbaar vervoersnet die tijdens deze regeerperiode zijn gedaan, een collectieve oplossing aan te reiken waar zowel de Brusselaars als de bedrijven in Brussel wel bij moeten varen.
Concreet zal de Brusselse Regering voorstellen om Brussel op 5 juni, dat is ook de wereldmilieudag, uit te roepen tot ”gedeelde bestemming”. Het doel is dat op die dag 15% minder wagens de hoofdstad binnenkomen en er rondrijden. Ook de sociale partners staan daarachter. Het is niet de bedoeling om de pendelaars te bestraffen of te stigmatiseren, maar wel om een positieve dynamiek te creëren rond de gedeelde mobiliteitsalternatieven (carpooling, thuiswerk, openbaar vervoer, overstapparkings, enz.).
Daarom wordt voorgesteld om alle institutionele en sociaaleconomische partners te betrekken bij een gemeenschappelijke sensibiliseringscampagne en er langs die weg op aan te sturen zich op een gedeelde manier te verplaatsen vanuit of naar Brussel. Die campagne kan nog eens overgedaan worden in de week van de mobiliteit in september 2019.
“Naar het voorbeeld van andere communicatie- en bewustmakingscampagnes (ik denk bijvoorbeeld aan Sprout to be Brussels – gelanceerd door Beci) moeten we de nadruk leggen op de reeds bestaande oplossingen: laten we een dag of een week lang de schijnwerpers richten op de gedeelde mobiliteit, gaande van het openbaar vervoer tot carpooling, en de pendelaars die alleen in de auto zitten, oproepen om zich op een andere manier te verplaatsen”, zo licht de Brusselse Minister-President Rudi Vervoort nader toe.
“Door ervoor te zorgen dat minder mensen alleen komen met de auto, kunnen we de files terugdringen en de levenskwaliteit in de stad verbeteren. Door op 5 juni een dag in het teken daarvan te plaatsen, zetten we een eerste stap in de goede richting. Maar we kunnen nog meer doen. Het partnerschap met de bedrijfswereld bewijst dat de mentaliteit veranderd is. Die andere manier van denken moet ons in combinatie met de ontwikkeling van nieuwe technologieën toelaten de toekomst met meer ambitie tegemoet te zien. Delen is de toekomst. We bereiden samen de toekomst voor”, aldus Brussels minister van mobiliteit Pascal Smet.
“Zoals we weten, hangt aan de files een zeer hoge economische kost vast voor Brussel. Een betere mobiliteit is alleen mogelijk, als de overheid en de privésector hun verantwoordelijkheid nemen en samen werken om de situatie ingrijpend te verbeteren. Dit gezamenlijke initiatief met de sociale partners is een positieve maatregel die moet aantonen dat er naast de wagen ook nog een ander mobiliteitsaanbod bestaat. 10% minder pendelaars die de stad binnenrijden, leidt tot 40% minder files. Dat is vooral een goede zaak voor de lucht- en levenskwaliteit in Brussel”, voegt Brussels minister van economie, werk en beroepsopleiding Didier Gosuin daar nog aan toe.
“De autodruk verminderen staat gelijk met het verbeteren van de luchtkwaliteit en de levenskwaliteit in de hoofdstad! De dag van 5 juni biedt aan iedereen, zowel pendelaars als Brusselaars, de kans om hieraan bij te dragen en ze zullen de resultaten van hun inspanningen live kunnen vaststellen. Ik roep ook het federale niveau op om zich concreet te engageren, door bij voorrang in Brussel het treinaanbod, in samenwerking met de MIVB, te verbeteren, en door de werken aan het GEN te bespoedigen”, verklaart tenslotte Brussels minister van Leefmilieu Céline Fremault.
“Met de hulp van de Economische en Sociale Raad zal ik zowel de gewestelijke als federale interprofessionele werkgevers- en vakbondsorganisaties, evenals alle overheden, vragen om daaraan hun steun te verlenen. We moeten die dag aangrijpen om de openbare vervoerssector volop in te schakelen en op het voorplan te plaatsen. Daarnaast moet de economische sector zich in staat tonen impulsen te geven om de manier van doen en denken op lange termijn te veranderen“, zo besluit Rudi Vervoort.
—