Brussels Gewest toont toekomstige brandweerkazerne met sportzaal in Kuregemwijk Brussel, 24 november 2020

caserne pompiers2

Brussels Gewest toont toekomstige brandweerkazerne met sportzaal in Kuregemwijk

persbericht

25 november 2020

Minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rudi Vervoort en staatssecretaris voor brandbestrijding, dringende medische hulp en stedenbouw Pascal Smet presenteerden woensdag 25 november het ontwerp van de nieuwe brandweerkazerne en sportvoorziening die de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) zal bouwen aan het kanaal in Anderlecht. Het architectenbureau Bogdan & Van Broeck won samen met een multidisciplinair team de openbare aanbesteding die de MSI had uitgeschreven voor het ontwerp. Het bijzondere van dit project aan de Bergensesteenweg 409 in de Kuregemwijk is dat de grote sportzaal wordt gedeeld door de Dienst Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (DBDMH) en de wijk, met aparte ruimtes voor de brandweerlieden en de sporters. De gemeente Anderlecht neemt het beheer op zich van deze sportvoorziening die toegankelijk is voor de wijk.

De nieuwbouw heeft een bruto-oppervlakte van ongeveer 5.700 m², waarvan circa  1.300 m² voor de sporthal. Het Brussels Gewest voorziet de opening eind 2024. Als opdrachtgever van dit project ontving de MSI 59 kandidaturen voor de openbare aanbesteding met Europese bekendmaking die ze had uitgeschreven. Hieruit werden vijf groepen geselecteerd, die elk een offerte van hoge kwaliteit indienden (Atelier 229, Bogdan & Van Broeck- Bas, Dhooge & Meganck – HCVA, HUB-Tractebel en Label-Bovenbouw). Een jury bestaande uit toekomstige gebruikers, betrokken administraties en experts selecteerde het voorstel van het bureau Bogdan & Van Broeck, omdat dit het beste beantwoordde aan de diverse verwachtingen, onder meer over de werking van het project en over de architecturale en stedelijke kwaliteiten.

Duurzaam project dat openstaat naar de wijk 

Minister-president Rudi Vervoort zegt hierover: “Het gewest heeft de ambitie om op deze plaats een voorziening te realiseren die enerzijds de brandweer in staat stelt om haar opdrachten zo efficiënt mogelijk uit te voeren en die anderzijds een nieuwe voorziening creëert voor de Kuregemwijk die openstaat voor de stad en voor de bewoners en de gebruikers van de wijk. Het project gaat uit van drie principes. Een: de modernisering van de kazernes van de DBDMH binnen het Brussels Gewest, zodat deze optimaal beantwoorden aan de huidige normen voor dienstverlening aan de bevolking, voor het comfort van de medewerkers en voor de duurzaamheid van gebouwen. Twee: de dynamiek die voortvloeit uit de diversiteit van functies en de optimalisering van het vastgoed die het Kanaalplan voorstaat en het invullen van de behoeften die naar boven kwamen bij de uitwerking van het Stadsvernieuwingscontract. Drie: het streven om de beschikbare gronden en financiële middelen te optimaliseren.”

Pascal Smet, staatssecretaris bevoegd voor de Brusselse Brandweer en Urbanisme benadrukt dat “het bouwen van nieuwe brandweerkazernes voor onze brandweerlui een prioriteit is voor deze regering. We werken aan het verhuis van de hoofdkazerne naar Tour & Taxis, maar dit project is tot nu toe het meest gevorderd. Het zal voorbeeldig zijn. We wilden absoluut een connectie met de Kuregemwijk die nu volop wordt heringedeeld. De Brusselse Brandweer is hier eigenaar en wij maken gebruik van de bouw van deze nieuwe kazerne om de bewoners en de wijk nieuwe faciliteiten aan te bieden. Zo is er een grote sporthal ontworpen om bijvoorbeeld basketbal te kunnen spelen. Bovendien zal het, buiten de uren dat de brandweer de kazerne gebruikt, toegankelijk zijn voor alle Brusselaars.” 

De burgemeester van Anderlecht Fabrice Cumps onderstreept dat “het college van Anderlecht verheugd is met dit project, dat tegemoetkomt aan een duidelijke operationele behoefte van de pompiers en tegelijk voorziet in de bouw van een sportzaal die openstaat voor de wijk en die de gemeente zal beheren. Dat is een voorbeeld van het gemengd gebruik dat wij aanmoedigen, vooral in de strategische zone rond het kanaal.”

Tanguy du Bus de Warnaffe , Directeur-generaal van de SIAMU stelt: “De vernieuwing van onze kazernes is een van onze hoofdprioriteiten. Met de huidige kazerne van Anderlecht worden we geconfronteerd met een dubbel probleem van bouwvalligheid  en plaatsgebrek. De kazerne is goed gelegen, in het hart van een van de zones waar we het meest interveniëren, maar het was niet mogelijk om de noodzakelijke renovaties uit te voeren zonder de activiteiten tijdelijk stop te zetten. Dit is moeilijk denkbaar, aangezien het de op één na belangrijkste kazerne van het Gewest is, na die van de Helihavenlaan. We hebben dit terrein dus kunnen aankopen, dat net zo goed gelegen is en bovendien groter is. Zo kunnen we een kazerne bouwen die aangepast is aan de ontwikkelingen van het beroep, met bijvoorbeeld de integratie van specifieke ontsmettingszones en lokalen voor vrouwen. Een andere uitdaging is het versterken van de goede verankering van onze dienstverlening in de gemeenschap die we beschermen, een idee dat hier heel concreet wordt verwezenlijkt door de bouw van een gemeenschappelijke sportzaal, toegankelijk voor de buurt. » 

Bogdan & Van Broeck: bijzonder evenwichtig project

Gilles Delforge, directeur van de MSI, legt uit dat “het project van het winnende team, Bogdan & Van Broeck, het beste beantwoordt aan de functionele vereisten van het project, die met name bepalend waren voor de kazerne. Bovendien bood dit voorstel een hoge kwaliteit voor het gebruik van de verschillende ruimtes, de integratie van het project in de dichtbebouwde stedelijke context van de wijk en de circulaire aanpak van de bouw. Ik ben de teams van de DBDMH, van de bouwmeester van het gewest, van urban.brussels, perspective.brussels, de gemeente Anderlecht en Leefmilieu Brussel zeer erkentelijk voor hun samenwerking. De MSI zal haar opdracht voortzetten om dit mooie project te realiseren, waarvoor ik de ontwerpers feliciteer. De MSI is verheugd dat het haar steentje kan bijdragen aan de operationalisering van het Kanaalplan door namens de toekomstige gebruikers een openbare voorziening te realiseren die zal beantwoorden aan de vereisten van functionele diversiteit, architecturale kwaliteit en lokale dienstverlening aan de burgers binnen het kanaalgebied. De MSI vervult hier opnieuw haar rol van coördinator van de Brusselse territoriale ontwikkeling, die verantwoordelijk is voor de realisatie van zeer diverse openbare voorzieningen voor het hele gewest (hulpdiensten, sport, media, cultuur, ontspanning …) en grote gemengde stedenbouwkundige projecten (met onder meer woningen, bedrijven en groen).”

Emilie Bechet, project architect Bogdan & Van Broeck:  “De brandweerkazerne is een interventietempel waar tijd en beweging in dienst staan van de urgentie. Bovenop deze tempel ontwikkelt zich een dorp waar huiselijkheid en rust heersen. De wachtposten verbinden deze verschillende werelden. Het is een geoliede machine op menselijke schaal.

Interventietempel, dorp en ‘wachtposten’. In een brandweerkazerne zijn tijd en beweging belangrijk: het op tijd uitrukken van de brandweer, de brandweeroefeningen, professionele, maar ook recreatieve bewegingen… Maar een  brandweerkazerne is ook een plaats waar mannen en vrouwen wonen, werken, eten, studeren, slapen, en wachten op het volgende alarm… Het ontwerpteam vertaalt dit naar een architectuur met 3 protagonisten: de interventie tempel, het dorp en de poortgebouwen. De interventietempel of basis bevat de garage en de technische zones. Ze ondersteunen een snel vertrek en een vlotte terugkeer van de brandweerwagens. Efficiëntie staat voorop. Het dorp erbovenop is de thuisbasis van de brandweermannen en -vrouwen. De dynamiek is er heel verschillend. De menselijke maat heeft er de bovenhand. De tempel en het dorp zijn verbonden door de wachtposten, die, waar je je ook bevindt in het gebouw, zorgen voor een snelle route naar de vertrekzone. Onmisbaar voor een brandweerkazerne. Door de basis en het dorp echter van elkaar te scheiden, creëer je rust voor de ‘bewoner’. 

Een solide sokkel voor de interventietempel, een lichter leefgebied voor het dorp.
Het geheel heeft een dubbele structuur. Corresponderend met de aard van de activiteiten die er plaatsvinden, is de sokkel voor het interventieapparaat opgetrokken uit de ruwere materialen beton en baksteen. De bovenliggende structuur met het dorp is volledig in houtskeletbouw opgetrokken. De keuze voor deze structuur maakt grotere overspanningen mogelijk in de tempel en genereert een heel grote vrijheid in het dorp. De keuze laat ook een grote flexibiliteit toe voor de toekomst.

De Ecole Jules Verne en het LAB Marie Curie, de twee toekomstige middelbare scholen van de COCOF op de CERIA-campus, staan in de steigers!

Architectes V+ / MSA / 51n4e

De Ecole Jules Verne en het LAB Marie Curie, de twee toekomstige middelbare scholen van de COCOF op de CERIA-campus, staan in de steigers!

persbericht

24 november 2020

De Franse Gemeenschapscommissie gaat twee nieuwe scholen oprichten op de CERIA-campus. De eerste school, bestemd voor middelbaar onderwijs van de eerste graad, zal op 1 september 2021 haar deuren openen. De opening van de tweede school voor de tweede en derde graad volgt vanaf 2023.

Dit nieuw scholengeheel zal gelden als toonbeeld in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het nieuwe schoolcomplex zal bestaan uit:

  • twee scholen voor algemeen secundair onderwijs:
    • een school van de eerste graad;
    • een school van de tweede en derde graad;
  • een belangrijk gedeelte voor sportbeoefening met drie sportruimten; 
  • bijkomende uitrustingen, zoals educatieve serres, een refter, moestuinen en een kiosk;
  • een nieuw landschapspark.

Het onderwijs in beide scholen steunt op een actieve pedagogie. Dat systeem is erop gericht een omgeving tot stand te brengen waarin de leerling zowel acteur als auteur van zijn leerproces is. De leerling wordt ertoe aangezet zijn eigen traject uit te tekenen en daarbij in sterke mate samen te werken, waardoor de klas wordt omgevormd tot een soort van “leercollectief”. De scholen zullen een sterke focus hebben op talenkennis door o.a. te voorzien in een taalbad in het Nederlands en minstens twee uur Engels.

Voor het kiezen van een naam wilde minister-president Rudi Vervoort, die in het College van de COCOF bevoegd is voor onderwijs, vanuit een streven naar openheid en inspraak een stem geven aan de betrokken spelers uit het onderwijsveld. Zo werd in oktober 2020 een elektronische enquête gehouden bij het opvoedend personeel en de dienst Onderwijs van de COCOF en bij de gemeentescholen van Anderlecht en de buurgemeenten (Vorst, Molenbeek en Sint-Gillis) om een naam voor beide scholen te helpen kiezen. Meer dan 500 personen namen deel en de keuze viel op volgende twee namen:

  • Ecole Jules Verne voor de school van de eerste graad
  • Lycée Alternatif Bruxellois Marie Curie (het LAB-Marie Curie) voor de school van de tweede en derde graad

In de lijn van de opdracht van de twee nieuwe scholen en van de waarden die zij uitdragen, worden co-constructie-workshops georganiseerd. Die zijn bedoeld om, door de koppen bij elkaar te steken, concreet te bepalen wat er precies gedaan moet worden om het pedagogische project tot leven te brengen. In eerste instantie zijn er enerzijds workshops met de leerkrachten en de personeelsleden binnen de COCOF en anderzijds workshops met jongeren in samenwerking met de Anderlechtse vzw Couleur Jeunes. In tweede instantie zullen in de loop van het eerste trimester van 2021 bredere “gemengde” workshops met de verschillende stakeholders plaatsvinden waaraan ook gezinnen, buurtverenigingen, onderwijzers van andere inrichtende machten, toekomstige leerkrachten (hogeschool en studenten met een bewijs van pedagogische bekwaamheid), enzovoort zullen kunnen deelnemen.

Om de nieuwe scholen zo goed mogelijk te laten voldoen aan de pedagogische ambities van de COCOF, worden zij ingepast in een innovatief architecturaal en landschappelijk ontwerp, dat aansluit op de continuïteit van de hertekende campus en dat steunt op een architecturale vormgeving waarin verplaatsingen, activiteit, persoonlijke ontplooiing en de vrije tijd van de leerling centraal staan.

De werken gaan reeds van start in januari 2021.

Het project streeft duurzaamheid na, meer bepaald voor wat de energieprestatie van de gebouwen (EPB) en het waterbeheer betreft. Daarnaast is het de betrachting om het groene karakter van de site te versterken door de aanwezige biodiversiteit te bevorderen met een vochtige zone, moestuinen en een boomgaard.

Minister-president Rudi Vervoort is tevreden: “Met dit vernieuwende en ambitieuze project levert de Franse Gemeenschapscommissie als inrichtende macht haar deel van de gezamenlijke overheidsinspanning om een antwoord te bieden op de demografische druk en een oplossing aan te reiken voor het toenemende aantal schoolplichtige jongeren. Binnen dit en vijf jaar zullen er in het openbaar algemeen secundair onderwijs 1.200 plaatsen bijkomen. Deze nieuwe scholen zullen de jongeren in ons gewest een kwaliteitsvol en inclusief taalbadonderwijs bieden, dat gebaseerd is op een innovatieve pedagogische benadering.”

Het richtplan van aanleg Wet aangepast op grond van het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie

Pad-Loi2

Het richtplan van aanleg Wet aangepast op grond van het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie

persbericht

20 november 2020

De Gewestelijke Ontwikkelingscommissie (GOC) heeft een advies over het ontwerp van richtplan van aanleg (RPA) Wet uitgebracht. Perspective.brussels, het kenniscentrum dat zich bezighoudt met de territoriale ontwikkelingsstrategie voor het Brussels gewest, heeft er kennis van genomen. Alle opmerkingen van de verschillende instanties die over dit RPA werden geraadpleegd, zijn nu binnen.

Het advies van de GOC over het RPA Wet vervolledigt en voltooit de resultaten van het openbaar onderzoek dat vorig jaar plaatsvond. Het biedt een overzicht van de legitieme vragen die enkele actoren zich stellen in verband met de dichtheid, de bouwhoogte, de openbare ruimten en huisvesting. De minister-president geeft gehoor aan die bekommernissen en gaat het nodige doen om de volgende thema’s opnieuw onder de loep te nemen, zodat ze in het RPA op een betere manier worden geregeld:

  • de openbare ruimte en de mobiliteit om meer plaats voor te behouden voor de actieve weggebruikers en de verblijfsfuncties;
  • de bouwprofielen en inplantingen: de hoge gebouwen in de “centrale zone” van het ontwerp-RPA zouden verlaagd kunnen worden om de vastgestelde gevolgen op het vlak van bezonning en wind, zowel in de omtrek van het ontwerp-RPA als voor de omliggende wijken, zoveel mogelijk te beperken;
  • dichtheid en huisvesting: de bouw van woningen is essentieel om de ambitie van een gezellige en levendige wijk waar te maken. Om in de toekomst een sociale woonmix te garanderen, zal werk gemaakt worden van de doelstelling die opgenomen is in de gewestelijke beleidsverklaring, namelijk zorgen voor 15% sociale woningen in de wijken waar er daaraan een gebrek is. Dat is in de Europese Wijk het geval.

De Brusselse regering zal het op basis daarvan bijgewerkte plan binnenkort onderzoeken. Het is de bedoeling om een project dat zinvol is voor alle burgers, te kunnen voorleggen voor de buurt rond de Wetstraat.

Ter herinnering: het ontwerp-RPA steunt op een strategie waarmee het Brussels Gewest al meerdere jaren bezig is. Het richtschema voor de Europese Wijk, dat in 2008 werd goedgekeurd, schuift twaalf stedenbouwkundige en architecturale kernprogramma’s naar voor om deze buurt een nieuwe gedaante te geven. Een eerste programma beoogt de gebouwen van de Europese Commissie in de Wetstraat te herstructureren. Het richtschema bepaalde om voor dat programma een internationale stedenbouwkundige wedstrijd uit te schrijven, die in 2009 plaatsvond. Het “stadsproject Wet” van het atelier Christian de Portzamparc kwam destijds bij die wedstrijd als winnaar uit de bus. Dat project vormt al sinds 2009 tot nu de rode draad voor de heraanleg van de Wetstraat.

We zijn er ons uiteraard van bewust dat de visie op de stad tussen 2008 en vandaag geëvolueerd is. Dat heeft het Gewest ertoe aangezet om de eerder genomen beslissingen in verband met de bebouwde ruimte en de dichtheid naar beneden toe bij te stellen. Niemand trekt echter de stedelijke mix die het RPA beoogt in te voeren, in twijfel“, laat minister-president Rudi Vervoort verstaan.

Een gebied dat bijzonder goed toegankelijk is, maar dat ook vooralsnog onbenutte mogelijkheden biedt 

Het hoofddoel van dit grootschalige stadsproject voor het Brussels gewest bestaat erin de leefomgeving en de openbare ruimte te verbeteren, huisvesting te creëren en dus vooral een sociale en functionele mix tot stand te brengen in dit stadsdeel dat er na de kantooruren grotendeels verlaten bijligt.

Dit plan werd vaak ten onrechte aanzien als een instrument dat de ontwikkeling van hoge kantoorgebouwen mogelijk moet maken, maar ik wil er toch op wijzen dat de voorgestelde verdichting betrekking heeft op woningen, voorzieningen en lokale handel. De kantoordichtheid zal net verlagen”, aldus nog Rudi Vervoort. “De crisis die we vandaag meemaken en de doorbraak van telewerk die daarvan het gevolg is, worden soms aangegrepen om een sceptisch beeld te schetsen over de toekomst van de kantoren, maar ik denk persoonlijk dat het nog te vroeg is om conclusies te trekken”, merkt hij ook op.  

Ten slotte is het belangrijk om te benadrukken dat de oppervlakte voor kantoren die het RPA toelaat, wel degelijk een maximumoppervlakte is, terwijl de drempelwaarden voor huisvesting en voorzieningen dan weer minima zijn. Die drempelwaarden bieden bijgevolg oneindig veel mogelijkheden op het vlak van ontwikkeling en kunnen afgestemd worden op de context, zodra de gevolgen van en de lessen uit de crisis grondig onderzocht zijn. Een van de basisfuncties van een plan is trouwens dat het aangepast kan worden aan de stedelijke context en realiteit.

Stadsvernieuwingscontract “Citroën – Vergote”: het Brussels Gewest bouwt een nieuwe sportvoorziening langs het kanaal

CRU citroen-vergote

Stadsvernieuwingscontract “Citroën – Vergote”: het Brussels Gewest bouwt een nieuwe sportvoorziening langs het kanaal

persbericht

20 november 2020

Op voorstel van Minister-President Rudi Vervoort heeft de Brusselse Regering deze donderdag haar goedkeuring gehecht aan het programma en de documenten van de overheidsopdracht voor de aanstelling van een multidisciplinair team dat ermee belast zal worden om in het kader van het Stadsvernieuwingscontract nr. 1 “Citroën – Vergote” tussen de Rederskaai en de Groendreef te 1000 Brussel een sportvoorziening te ontwerpen en de bouw ervan op te volgen. De Regering heeft aan de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) het gedelegeerde opdrachtgeverschap toegekend om dit project concreet uit te werken en met name deze overheidsopdracht in de komende weken op Europees niveau bekend te maken.

Dit nieuwbouwproject heeft betrekking op ongeveer 5.400 m² bruto bebouwde oppervlakte op een terrein van om en bij de 2.600 m² dat gelegen is langs het Vergotedok, ter hoogte van de zwaaikom van het kanaal, en eigendom is van de Haven van Brussel. Het gebouw zal plaats bieden aan een multisportzaal, een turnzaal, een klimzaal, padelterreinen en een cafetaria. Na de bouw zal de Stad Brussel instaan voor het beheer van de infrastructuur. 

Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rudi Vervoort verduidelijkt dat “het gaat om een nieuw gewestelijk overheidsproject in de kanaalzone en een van de symboolprojecten van de eerste reeks Stadsvernieuwingscontracten. Het sluit perfect aan bij de filosofie van de stadsvernieuwingscontracten die door het Gewest opgestart en samen met de gemeenten ten uitvoer worden gelegd: tekorten op het vlak van openbare infrastructuur wegwerken en de stedelijke breuklijnen tussen wijken verkleinenHet vervolledigt een belangrijke reeks initiatieven die bijdragen tot de vernieuwing van dit strategische gebied dat het kanaal vormt, ongeacht of zij uitgaan van de overheid (oprichting van het museum Kanal-Centre Pompidou, aanleg van het Beco-park, bouw van de Suzan Daniel-brug, inrichting van ruimten voor stedelijke ondernemingen op het Port Business Park naast het TIR, herinrichting van het Maximiliaanpark …), dan wel van de privésector (ontwikkelingen in uitvoering op de site van Thurn & Taxis). Analyses van perspective.brussels in het kader van de gezondheidscrisis herbevestigen dat het bouwen van sportvoorzieningen een antwoord biedt op het gebrek aan sportfaciliteiten in de wijken in de kanaalzone en op die manier wordt het gebied tot leven gewekt door een heel ruim publiek aan te trekken. Het is ook de bedoeling om tussen de infrastructuur en de omgeving errond een wisselwerking te creëren. De infrastructuur zal worden opgebouwd in de hoogte en moet een iconisch gebouw voor Brussel en de kanaalzone worden.”

“Voor ons is dit project essentieel omdat de wijk sinds aan aantal jaar in verandering is en we verheugen ons dat we,  samen met het Gewest, het project van de stad op 10 minuten blijven ontwikkelen langs het kanaal. Het idee is dat de bewoners kunnen genieten van collectieve voorzieningen om zich te kunnen ontplooien in hun wijk. Woningen, een school, een crèche, openbaar vervoer en nu ook sportinfrastructuur zullen van deze wijk een bewoonbare en rustige zone maken.”, verheugt Burgemeester Philippe Close zich.

“Deze studie voor de bouw van gewestelijke sportinfrastructuur langs het kanaal toont de bereidheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om te investeren in de Noordwijk. De Stad Brussel is blij met deze nieuwe samenwerking, en is klaar om samen met het Gewest de sportieve noden van de inwoners van de wijk te bestuderen, waaraan dankzij dit ambitieuze Stadsvernieuwingscontract zal worden voldaan.”, aldus eerste schepen en schepen van sport Benoit Hellings. 

Gilles DELFORGE, directeur van de MSI, “bedankt de Gewestregering voor het vertrouwen dat ze de MSI schenkt door deze opdracht aan haar toe te vertrouwen en is blij dat “de MSI hier eens te meer haar rol mag vervullen van vormgever van de territoriale ontwikkeling van Brussel, die de leiding heeft over grootschalige stadsinrichtingsprojecten en instaat voor de verwezenlijking van openbare voorzieningen met een gewestelijke uitstraling. Deze sportvoorziening toont andermaal de veelzijdigheid van de MSI die reeds projecten coördineert voor de creatie van woningen en voorzieningen voor uiteenlopende bestemmingen als cultuur, de media, de academische wereld, de hulpdiensten … Zoals iedere keer past de MSI haar werkmethode aan de specifieke context van het project aan om het optreden van de verschillende betrokken partners optimaal te coördineren. Zo zal in het kader van dit project de MSI, die optreedt als gedelegeerd opdrachtgever voor rekening van het Gewest, samenwerken met de Stad Brussel (die na de bouw van de infrastructuur in zal staan voor het beheer ervan) en Urban.brussels (die belast is met de stadsvernieuwingscontracten). Bovendien heeft de MSI in nauw overleg met deze twee partners en de Bouwmeester van het Gewest en de cel Sport van perspective.brussels het bestek opgemaakt dat deze donderdag door de Regering is goedgekeurd. ”

Een eenmalige premie van 3.000 € om de sector van het bezoldigd personenvervoer te ondersteunen

taxi nov20 nl

Een eenmalige premie van 3.000 € om de sector van het bezoldigd personenvervoer te ondersteunen

persbericht

19 november 2020

De regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft vandaag beslist om een nieuwe premie toe te kennen ter ondersteuning van de taxisector, een van de sectoren die het zwaarst getroffen is door de maatregelen die naar aanleiding van de coronacrisis zijn genomen.

De opeenvolgende maatregelen die de afgelopen maanden zijn genomen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, hebben ertoe geleid dat veel bedrijven hun deuren moesten sluiten of op zijn minst hun economische activiteiten sterk zagen teruglopen. De sector van het bezoldigd personenvervoer, die noodzakelijk is om de essentiële behoeften van de natie en de bevolking te beschermen, is ook zwaar getroffen. De dienstverlening is weliswaar niet onderbroken, maar de activiteit in deze sector ligt wel voor het grootste deel stil.

Om dit te ondersteunen had de Brusselse regering enkele maanden geleden al 4.500.000 euro aan steun toegekend aan 1.500 operatoren. Met de nieuwe inperking en de maatregelen die met name van invloed zijn op de culturele, sociale en feestelijke evenementensector, bars en restaurants, maar ook op het zaken- en vrijetijdstoerisme, wordt de sector van het betaalde personenvervoer echter geconfronteerd met economische en sociale schade.

Daarom heeft de Brusselse regering besloten een eenmalige premie van 3.000 euro toe te kennen aan exploitanten van taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur waarvan de activiteiten zijn beïnvloed door de Covid-19-crisis. Het gaat om een bedrag van meer dan 5 miljoen euro, dat dus bestemd is voor een essentiële sector die taken van algemeen belang uitvoert.

Usquare.Brussels: het richtplan van aanleg voor de “vroegere kazernes van Elsene definitief Goedgekeurd door de Brusselse Regering

usquare

Usquare.Brussels: het richtplan van aanleg voor de "vroegere kazernes van Elsene definitief Goedgekeurd door de Brusselse Regering

persbericht

19 november 2020

Vandaag keurde de Brusselse regering het richtplan van aanleg (RPA) voor de vroegere kazernes van Elsene na een derde en laatste lezing definitief goed. Het hele proces verliep onder leiding van perspective.brussels. Dit is het eerste RPA van het Brussels Gewest dat het levenslicht ziet.

Hiermee komt een einde aan de procedure voor de uitwerking van het plan op basis waarvan het voormalige kazerneterrein in Elsene onder de noemer Usquare.brussels moet worden omgevormd tot een bruisende, duurzame en inclusieve wijk. Die procedure ging van start in mei 2018. Perspective.brussels leidde alles in goede banen. Het RPA is een gewestelijk beleidsinstrument voor ruimtelijke ordening dat het strategische kader en de regels van een stedelijk project vastlegt.

Brussels minister-president Rudi Vervoort benadrukt dat “de inwerkingtreding van dit eerste RPA voor het Brussels Gewest van strategisch belang is, zowel omwille van de regelgevende en strategische bepalingen die erin zijn vastgelegd als omwille van het stedelijk project dat op basis ervan is uitgetekend. De werkzaamheden verliepen onder leiding van Perspective en steunden op overleg met alle belanghebbende partijen. Zo werd terdege rekening gehouden met de opmerkingen van de buurtbewoners, de gebruikers, de gemeente en de gewestelijke overheid. Ik stel verheugd vast dat dit een doeltreffend instrument is om een evenwichtige, open, gemengde en toekomstgerichte wijk te ontwikkelen.”

Perspective.brussels is zeer tevreden met de goedkeuring van het plan van aanleg door de Brusselse regering: “Tijdens het uittekenen van deze toekomstige wijk hebben we grondig nagedacht over de huidige en toekomstige uitdagingen en behoeften met als doel deze vroeger afgesloten ruimte om te vormen tot een nieuwe bruisende locatie, die de site beter tot zijn recht laat komen en die bevorderlijk is voor een duurzame en innovatieve inrichtingsstrategie”.

De toekomstige wijk Usquare.brussels

Het RPA voor de “vroegere kazernes van Elsene” steunt voornamelijk op een stedelijke inrichtingsstrategie die ertoe strekt de hele voormalige rijkswachtschool (of vroegere kazernes van Elsene) met een oppervlakte van 3,9 hectare in het hart van Elsene te herbestemmen.

“Het RPA zal nieuwe functies introduceren in deze bijzondere wijk en het uitzonderlijke patrimonium ervan opwaarderen door het op inclusieve en duurzame wijze een nieuwe bestemming te geven,” licht Rudi Vervoort nader toe.

In dit nieuwe plan zijn de volgende doelstellingen bepaald:

  • Een nieuwe gemengde wijk met gezins- en studentenwoningen, maar ook open ruimten met collectieve voorzieningen tot stand brengen;
  • Een nieuwe ontmoetingsruimte bieden voor de bewoners van de omliggende wijken. Er komen ook allerlei voorzieningen en openbare ruimten die voor iedereen toegankelijk zullen zijn, zoals een nieuw park van 2.000 m², waardoor het afgesloten en exclusieve karakter van de kazernes definitief tot het verleden behoort;
  • Gestalte geven aan innovatie en academische uitmuntendheid. Het universitaire leven op de site wordt voor iedereen opengesteld via onderzoekseenheden en uitrustingen zoals het FabLab.

Alle belanghebbende partijen hebben zich geschaard achter de volgende ambities:

  • De architectuur van de site tot zijn recht laten komen op basis van een respectvolle stedenbouwkundige behandeling en innovatie. De kenmerken van de voormalige rijkswachtschool blijven behouden en dienen als kader voor talrijke gebruiksmogelijkheden, om er nieuw leven in te blazen.
  • Duurzame ontwikkeling en milieu- en landschappelijke kwaliteit belichamen. De reconversie van de site geeft concreet gestalte aan de transitie van de stad, waar spaarzaam wordt omgegaan met grondstoffen en een optimale levenskwaliteit voor de gebruikers en bewoners tot stand komt zonder daarbij de toekomst in het gedrang te brengen.
  • Voorbeeldige mobiliteit aanmoedigen. Zo zullen de meeste verplaatsingen op de site te voet, per fiets of met een van de vele openbaar vervoersmiddelen in de buurt gebeuren. Verder zal het concept van de “korte-afstandsstad”, waar men alles vindt wat men nodig heeft zonder zich te moeten verplaatsen, vorm krijgen door op de site zelf een mix van functies tot stand te brengen.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft onlangs de stedenbouwkundige vergunningen uitgereikt voor de eerste renovatie- en herbestemmingswerken aan de emblematische gebouwen op de site.  Zo kreeg de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (sau-msi.brussels) een vergunning om de vroegere manege te renoveren en om te vormen tot een duurzame voedingshal. Daarnaast kregen ook de universiteiten ULB en VUB een vergunning om de gebouwen aan de Generaal Jacqueslaan te renoveren en te herbestemmen tot universitaire voorzieningen en woningen voor onderzoekers.

Verder komen er in de toekomstige wijk op termijn een honderdtal woningen (sociale woningen en koopwoningen voor de middenklasse).

Het is de bedoeling om de werken voor de eerste 33 woningen vóór eind 2023 op te starten en de voormelde infrastructuur vanaf 2023 geleidelijk af te leveren.

Die werken zullen volgen op het grote succes van het tijdelijke project See-U. Tijdens die overgangsfase werden de deuren van de site geopend en kreeg het grote publiek vanaf april 2019 de kans om kennis te maken met deze historische plaats.

Het RPA zal vijftien dagen nadat het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, in werking treden. Het kan zowel online op de website van perspective.brussels als bij het gemeentebestuur van Elsene worden geraadpleegd.

Drie perimeters geselecteerd voor de nieuwe reeks Duurzame Wijkcontracten in het Brussels Gewest

bxlpano2

Drie perimeters geselecteerd voor de nieuwe reeks Duurzame Wijkcontracten in het Brussels Gewest

persbericht

18 november 2020

Naar aanleiding van de elfde reeks Duurzame Wijkcontracten (DWC) selecteerde de Brusselse Regering 3 nieuwe perimeters: “Helihaven-Antwerpen” in Brussel, “Jacquet” in Koekelberg en “Zwarte Vijvers” in Molenbeek. Deze krijgen nu steun via dit gewestelijk instrument voor stedelijke ontwikkeling en verbetering van de leefomgeving voor de inwoners van de zone voor stedelijke herwaardering (ZSH).

De duurzame wijkcontracten bestaan sinds 2010, maar met de verbreding van de zone voor stedelijke herwaardering in 2019 zijn er nieuwe Brusselse gemeenten die een kandidatuur hebben ingediend voor deze elfde reeks. Zoals de vorige jaren kende de door Minister-President Rudi Vervoort gecoördineerde oproep tot kandidaturen een groot succes, zowel qua aantal kandidaturen als wat betreft de kwaliteit hiervan. In totaal zijn negen dossiers ingediend.

« Voor deze legislatuur hebben wij met de Regering beslist te kijken naar specifieke uitdagingen voor de stadsvernieuwing zoals klimaat en duurzaamheid. De gezondheidscrisis die wij momenteel doormaken, brengt sociale, stedelijke en economische noden aan de oppervlakte, zeker voor wie leeft in een groot stadsgewest als Brussel. De behoefte aan de uitbouw van een buurtstad met woningen en voorzieningen waartoe iedereen toegang heeft, kwalitatief hoogstaande openbare en groene ruimten en sociaaleconomische initiatieven en ingrepen voor de sociale cohesie laat zich dan ook steeds sterker gevoelen. » aldus Rudi Vervoort, de Brusselse Minister-President.

De laureaten van deze elfde reeks van de Duurzame wijkcontracten 2021-2026/2028 zijn respectievelijk:

  • Brussel « Helihaven-Antwerpen »: deze perimeter wordt gekenmerkt door een grote morfologische, sociale en functionele diversiteit en ondergaat een sterke dynamiek van meerdere grote projecten (RPA, Stadsvernieuwingscontract 1, Wijkcontract in de nabijheid). Dit nieuwe wijkcontract moet de lopende inspanningen voor stadsvernieuwing aanvullen en verbindend werken met projecten op lokale en op gewestelijke schaal. Voor de ontwikkeling van deze wijk wordt toegespitst op de hernieuwde aansluiting van de openbare ruimten aan de oost- en westkant en op de heropbouw van een samenhangend stadsweefsel. De activering van de bodemplaat van de Lakense Haard is één van de grote projecten binnen de perimeter. Er wordt sterk ingezet op het groene netwerk en pacificatie van trajecten, samen met de ontwikkeling van voorzieningen bestemd voor de bewoners (en toekomstige bewoners) van de wijk
  • Koekelberg « Jacquet »: deze perimeter ligt ingesloten tussen de spoorlijn L28, het Zwarte Vijversplein en grote verkeersassen en moet een eigen identiteit krijgen met een kwalitatieve leefomgeving. De wijk kende al meer dan 20 jaar geen wijkcontract meer en blijft sociaaleconomisch sterk prioritair met één van hoogste bevolkingsdichtheden van het Gewest (25.114 inw/km²). Als grote uitdagingen van deze wijk gelden de versterking van de bewoonbaarheid, met nieuwe woningen en buurtvoorzieningen, de teruggave van de openbare ruimte aan de bewoners en het tot rust brengen van het stadsnetwerk. De inrichting van gemeenschapsruimten moet zorgen voor een grotere cohesie en sociale vitaliteit.
  • Molenbeek « Zwarte Vijvers »: deze perimeter omvat de oude industriële wijken van het Gewest. De uitdagingen qua huisvesting, openbare ruimten en verbetering van de gebouwenstructuur in het algemeen blijven er enorm. Er staan meerdere ontdichtings- en vergroeningsinitiatieven op stapel en er wordt gewerkt om de openbare ruimten op te waarderen en terug te geven aan de inwoners. De kandidatuur legt de nadruk op de bouw van infrastructuur voor jongeren en voorzieningen die de attractiviteit kunnen verhogen in de wijk op zoek naar een identiteit.  Ook de heraanleg van het Zwarte Vijversplein is een prioriteit.

Met hun aangrenzende perimeters, een gezamenlijk Stadsvernieuwingscontract en de gelijkaardige stedelijke en sociale problemen kunnen de gemeenten Koekelberg en Molenbeek hier van bij de uitwerking van het programma samen synergieën creëren.

De drie gemeenten bieden bovendien interessante kansen voor het openbaar grondbeleid, dat aanzienlijk kan bijdragen tot de verwezenlijking van de operaties.

Tijdens deze lockdownperiode krijgt de burgerparticipatie het er hard te verduren. De gemeenten en studiebureaus zullen blijk moeten geven van creativiteit om de bewoners in de loop van het proces in beweging te krijgen, want co-constructie blijft een essentieel element bij de verwezenlijking van nieuwe wijken. 

Qua budget ten slotte mogen de drie gemeenten elk rekenen op een subsidie van 142.500 euro voor de uitwerking van hun basisprogramma en een subsidie van 12,5 miljoen euro voor de uitvoeringsfase.

Het Brussels Gewest kandidaat voor het toekomstig cyberveiligheidscentrum van de Europese Unie

cybersécurité2

Het Brussels Gewest kandidaat voor het toekomstig cyberveiligheidscentrum van de Europese Unie

persbericht

17 november 2020

België heeft vorige week officieel zijn kandidatuur ingediend bij Europa voor het toekomstig cyberveiligheidscentrum van de Europese Unie. Het Brussels Gewest, meer bepaald Evere is daarbij naar voren geschoven als locatie voor het geplande centrum.

De Europese Unie (EU) is een belangrijke onderzoekspool in de sector van de cyberveiligheid maar heeft achterstand met de lancering van cyberbeveiligingsproducten en -diensten, in hoofdzaak omwille van zijn sterk gefragmenteerde universum.  Daarom heeft zij besloten de Europese krachten te bundelen in een centrum dat alle Europese spelers ter zake moet coördineren. Het European Cybersecurity Competence Center (ECCC) krijgt alvast 2,8 miljard euro om zich te vestigen en 2 miljard euro voor zijn ontwikkeling, die worden gehaald bij de middelen van Horizon Europe en Digital Europe voor 2021-2028.

Dit centrum is een uitzonderlijke kans voor het Brussels Gewest. In de eerste plaats omwille van de timing omdat het wat de Commissie betreft niet snel genoeg van start kan gaan met zijn activiteiten.  Maar ook qua tewerkstelling, want het centrum gaat werken met een personeelsbestand van 30 tot 50 deskundigen, met groeiperspectieven tot 80 voltijdse werknemers tegen 2023-2024. En dan houd ik nog geen rekening met het gebruikelijke ondersteuningspersoneel in dit soort organisatie. Als dit centrum in Brussel het levenslicht ziet, kan dat een zeer gunstig effect hebben op het ecosysteem van ondernemingen die zijn betrokken bij de cyberveiligheid in ons Gewest , een zeer beloftevolle sector voor wat betreft activiteiten en jobcreatie.” stelt Minister-President Rudi Vervoort.

De belangstelling van de Belgische Staat als kandidaat-gastland voor deze nieuwe instelling is officieel bekendgemaakt aan de Europese instellingen op 4 juni dit jaar. De eigenlijke kandidatuur is onder coördinatie van Buitenlandse Zaken gedragen door alle grote spelers van de cyberveiligheid (waarbij ook het Belgisch Centrum voor  cybersecurity en het BIPT) maar ook door de Brusselse instellingen, en dan in het bijzonder het Commissariaat voor Europa en de Internationale Organisaties (CEOI), hub.brussels, Visit.Brussels en Citydev. De werkzaamheden hebben de steun gekregen van de achtereenvolgende eerste ministers en leidden tot de publicatie van een bid book in de maand juli en de indiening van de Belgische kandidatuur op 6 november.

Het proces dat de keuze van de zetel in goede banen moet leiden, loopt momenteel onder leiding van het Duits Voorzitterschap. Kandidaturen moesten binnen zijn tegen 6 november. Naast België hebben ook Duitsland (München), Litouwen (Vilnius), Luxemburg, Roemenië (Boekarest) en Spanje (Leòn) zich kandidaat gesteld om het centrum te huisvesten. De Lidstaten van de Europese Unie stemmen op 9 december 2020 in de Raad van de EU om de laureaat te verkiezen (1 stem per staat). Deze stemming gebeurt in twee ronden als tijdens de eerste ronde geen enkele kandidaat de meerderheid van de stemmen binnenhaalt.

“Het is duidelijk dat de EU op zoek is naar een veilige omgeving om het centrum te huisvesten, zeker op het vlak van connectiviteit en 5G. Onze kandidatuur kan deze vragen waarborgen. Naast het internationale en technologische ecosysteem, heeft Brussel daarmee alle troeven in handen om dit centrum een strategische toekomst te bieden.”,stelt Pascal Smet, staatssecretaris voor Europese en Internationale Instellingen en Buitenlandse Handel.

Gezien zijn internationaal karakter en zijn ervaring met de opvang van Europese en internationale instellingen beschikt Brussel over stevige troeven. Het ecosysteem voor cyberveiligheid is bij ons bijzonder dynamisch. En er zijn ook waarborgen verstrekt over de « veerkracht » inzake cyberveiligheid van onze communicatienetwerken. En ten slotte beschikken wij over de capaciteit en de ervaring om dit soort instellingen op te vangen, met heel zijn personeel en de vele bezoekers. Dat zijn punten die van het Brussels Gewest een zeer ernstige kandidaat maken.”, voegt Minister-President Rudi Vervoort toe. 

“Als we de gaststad worden voor deze nieuwe instelling zal dat het internationaal statuut van Brussel verder versterken als Hoofdstad van de Europese Unie waar vandaag al 38 EU-organisaties hun thuisbasis hebben.”, aldus nog Rudi Vervoort en Pascal Smet.

De hippodroom van Bosvoorde krijgt een nieuwe toekomst

© sau-msi.brussels (Simon Schmitt - www.globalview.be)

De hippodroom van Bosvoorde krijgt een nieuwe toekomst

persbericht

9 november 2020

Op voorstel van minister-president Rudi Vervoort en minister van leefmilieu Alain Maron keurde de Brusselse Hoofdstedelijke Regering het bijgewerkte project voor de vroegere hippodroom van Bosvoorde goed. Ook de rolverdeling werd herzien: Leefmilieu Brussel neemt het beheer van de groene ruimtes en de ontwikkeling van de natuureducatie over. De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting, die de globale ontwikkeling coördineert, zal op haar beurt de restauratie van de historische gebouwen voortzetten.

Dankzij deze beslissing zal het project om de site te renoveren, een actieve bestemming te geven, te beheren en uit te baten uitgevoerd kunnen worden conform de doelstellingen van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO)(1), het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) en de Structuurvisie van het Zoniënwoud(2), met inachtneming van de stedenbouwkundige regelgeving.

Rudi Vervoort en Alain Maron benadrukken dat ”dankzij deze beslissing, de site van de hippodroom zijn rol van toegangspoort tot het Zoniënwoud zal kunnen vervullen en tegelijk zal kunnen uitgroeien tot een bruisende locatie. Daarbij hebben we rekening gehouden met de opmerkingen die geformuleerd zijn door de omwonenden, het verenigingswezen en de gemeenten. We zijn zeer tevreden met het globale evenwicht van het heziene project en met de grotere rol die toebedeeld is aan de openbare instellingen, die onder meer garant moeten staan voor het behoud van de natuurlijke omgeving van de site. We zijn ook zeer verheugd over het werk dat in samenspraak met alle betrokken partijen werd verricht om tot dit resultaat te komen. Dat de ontwikkeling van de vroegere hippodroom van Bosvoorde ten gunste van alle Brusselaars van algemeen belang is en het openbaar nut dient, is de voorbije maanden definitief bevestigd tijdens de lockdownfase die naar aanleiding van de coronapandemie was ingesteld. Veel burgers die geen grote woning of geen tuin hebben, vonden er de nodige ruimte om een luchtje te scheppen, zich te ontspannen, wat lichaamsbeweging te hebben, een wandeling te maken, enz. Dit is het soort ruimte dat we absoluut nodig hebben in de bijzondere periode die we meemaken, maar ook in normale tijden is deze plaats van vitaal belang voor het welzijn van de mensen. Bij de ontwikkeling van de site zal dan ook worden ingespeeld op die behoefte aan een groene ruimte die voor iedereen toegankelijk is.”

Concreet is het volgende beslist:

–        Het Gewest blijft zijn oorspronkelijke doelstellingen nastreven: het historisch patrimonium herwaarderen; zorgen voor het behoud van de biodiversiteit in het bos door een “sluis” tussen de stad en het bos in te richten; de gezinnen een groene ruimte bieden waar zij een leuke bezoekerservaring kunnen beleven, met een aanbod van recreatieve, educatieve en culturele activiteiten; en de zachte mobiliteit (te voet, met de fiets, met het openbaar vervoer) stimuleren. 4,3 miljoen euro wordt door het EFRO-programma (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van een hoogwaardige groene ruimte voor de inwoners.

–        Leefmilieu Brussel staat in voor de ontwikkeling, het beheer en de uitbating van het gewestelijk speelplein, het Woudhuis, de piste die ingericht wordt als lineair park, de bosrand, de ontspanningsweide en de pedagogische activiteiten om het publiek te sensibiliseren voor de natuur en het bos. In een tweede fase zal een uitkijktoren worden gebouwd.

–        De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI), die als erfpachter door het Gewest belast werd met de ontwikkeling van de site, zal verder instaan voor de restauratie van de patrimoniale gebouwen. Zij zal ook de nutswerken (water, gas en elektriciteit) uitvoeren en de parking heraanleggen. Nu het Gewest herbevestigd heeft dat de site volop zijn rol als toegangspoort tot het Zoniënwoud moet kunnen spelen, krijgt die hertekende parking een algemeen belang en openbaar nut.

–        De private concessiehouder Drohme, die zijn project sinds 2014 al meerdere keren heeft aangepast, blijft verantwoordelijk voor de ontwikkeling, het beheer en de uitbating van het boomtoppenparcours, het golfterrein, de minigolf en het Gokdorp (met inbegrip van de brasserie Le Pesage), evenals voor het beheer en de uitbating van de hoofdparking.

Door dit nieuwe taakbeheer zal de overheid een sterkere rol opnemen bij de herontwikkeling van de vroegere hipodroom. De MSI blijft namelijk erfpachter van de site met een oppervlakte van ongeveer 32 hectare en behoudt de verantwoordelijkheid voor de algemene coördinatie van de ontwikkeling ervan, terwijl de uitbating voortaan nagenoeg gelijk verdeeld wordt tussen Leefmilieu Brussel (15,9 hectare) en de private concessiehouder Drohme (16,4 hectare).

Gilles DELFORGE, directeur van de MSI, is zeer blij dat “de beslissingen van de Brusselse regering, de betrokkenheid van Leefmilieu Brussel en de heronderhandelde overeenkomst met de private concessiehouder Drohme het mogelijk maken om met dit project dezelfde algemene koers aan te houden die het Gewest had vastgelegd en die de MSI van bij het begin mee heeft gevolgd. En dat op een manier die rekening houdt met alle elementen op basis waarvan het in de loop van de voorbije jaren is geëvolueerd. De MSI zal nu in alle sereniteit kunnen verdergaan met de volgende fase van de restauratie van het historische gebouwenpatrimonium op de site, waarvan zij de eerste fase in 2016 had afgerond.” 

Michel Culot, Voorzitter van de Raad van Bestuur van Drohme: “Wij zijn van mening dat deze herschikking in het belang is van de burgers en de gebruikers van het park, evenals de versterking van de vrijetijdsinfrastructuur aan de poort van het bos van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ten voordele van zoveel mogelijk mensen. Wij juichen het toe dat het oorspronkelijke project kan worden bestendigd door middel van een evenwichtig akkoord. Deze gecombineerde investeringen en nieuwe synergiën zullen het mogelijk maken om alle Brusselse gezinnen het plezier van een ideale ontspanningsruimte te bieden.”

Opnieuw een moratorium op de uithuiszettingen tot 13 december

facadesbxloises

Opnieuw een moratorium op de uithuiszettingen tot 13 december

persbericht

3 november 2020

Op voorstel van de staatssecretaris voor huisvesting, Nawal Ben Hamou, vaardigt de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest deze dinsdag een politiebesluit uit dat een nieuw moratorium op uithuiszettingen in het Brussels Gewest invoert.

Alle gerechtelijke en administratieve beslissingen die een uithuiszetting gelasten, worden automatisch opgeschort tot en met 13 december 2020, met uitzondering van uithuiszettingen die worden gemotiveerd door een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de openbare veiligheid.

« De tweede golf van het Coronavirus heeft het gewest hard getroffen. Het Brussels gewest bevindt zich op dreigingsniveau 4, dat is het maximale dreigingsniveau. De winterperiode zorgt voor een sterkere verspreiding van het virus en verhoogt het risico op besmetting, in het bijzonder dat van kwetsbare personen. Ons doel is dan ook om de mogelijke besmettingswijzen zoveel mogelijk te beperken en de meest kwetsbare huurders te beschermen door ze in hun woning te houden », verklaart staatssecretaris voor huisvesting Nawal Ben Hamou.

“De gezondheidscrisis duurt voort en daarmee ook de precaire huisvestingssituaties. Het is essentieel dat het beleid eerlijk en solidair is voor iedereen en daarom is het verbod op uithuiszettingen een essentiële maatregel die vandaag moet worden genomen” laat minister-president Rudi Vervoort weten.

Ter herinnering: de huur blijft verschuldigd gedurende de tijdelijke periode waarin uithuiszettingen verboden zijn. Staatssecretaris voor huisvesting Nawal Ben Hamou wenst eraan te herinneren dat de Brusselse regering een buitengewone toelage van 30 miljoen euro heeft toegekend aan de OCMW’s om tegemoet te komen aan de sociale behoeften die door de coronacrisis zijn ontstaan: « de OCMW’s beschikken dus over belangrijke actiemiddelen om de door de gezondheidscrisis getroffen huurders te helpen bij het betalen van achterstallige lasten of huurgelden en zo te voorkomen dat er een uitzettingsprocedure wordt gestart. Huurders in moeilijkheden moeten dus niet aarzelen om contact op te nemen met het OCMW van hun gemeente, waarvan de diensten beschikbaar blijven, zelfs in lockdownperiode. ”

De Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders heeft haar leden ook een richtlijn meegedeeld waarin ze stelt dat elke uithuiszetting in het kader van een woninghuurovereenkomst moet worden uitgesloten, met uitzondering van uithuiszettingen waarbij de bewoner het pand reeds heeft verlaten.