Usquare.Brussels: het richtplan van aanleg voor de “vroegere kazernes van Elsene definitief Goedgekeurd door de Brusselse Regering

usquare

Usquare.Brussels: het richtplan van aanleg voor de "vroegere kazernes van Elsene definitief Goedgekeurd door de Brusselse Regering

persbericht

19 november 2020

Vandaag keurde de Brusselse regering het richtplan van aanleg (RPA) voor de vroegere kazernes van Elsene na een derde en laatste lezing definitief goed. Het hele proces verliep onder leiding van perspective.brussels. Dit is het eerste RPA van het Brussels Gewest dat het levenslicht ziet.

Hiermee komt een einde aan de procedure voor de uitwerking van het plan op basis waarvan het voormalige kazerneterrein in Elsene onder de noemer Usquare.brussels moet worden omgevormd tot een bruisende, duurzame en inclusieve wijk. Die procedure ging van start in mei 2018. Perspective.brussels leidde alles in goede banen. Het RPA is een gewestelijk beleidsinstrument voor ruimtelijke ordening dat het strategische kader en de regels van een stedelijk project vastlegt.

Brussels minister-president Rudi Vervoort benadrukt dat “de inwerkingtreding van dit eerste RPA voor het Brussels Gewest van strategisch belang is, zowel omwille van de regelgevende en strategische bepalingen die erin zijn vastgelegd als omwille van het stedelijk project dat op basis ervan is uitgetekend. De werkzaamheden verliepen onder leiding van Perspective en steunden op overleg met alle belanghebbende partijen. Zo werd terdege rekening gehouden met de opmerkingen van de buurtbewoners, de gebruikers, de gemeente en de gewestelijke overheid. Ik stel verheugd vast dat dit een doeltreffend instrument is om een evenwichtige, open, gemengde en toekomstgerichte wijk te ontwikkelen.”

Perspective.brussels is zeer tevreden met de goedkeuring van het plan van aanleg door de Brusselse regering: “Tijdens het uittekenen van deze toekomstige wijk hebben we grondig nagedacht over de huidige en toekomstige uitdagingen en behoeften met als doel deze vroeger afgesloten ruimte om te vormen tot een nieuwe bruisende locatie, die de site beter tot zijn recht laat komen en die bevorderlijk is voor een duurzame en innovatieve inrichtingsstrategie”.

De toekomstige wijk Usquare.brussels

Het RPA voor de “vroegere kazernes van Elsene” steunt voornamelijk op een stedelijke inrichtingsstrategie die ertoe strekt de hele voormalige rijkswachtschool (of vroegere kazernes van Elsene) met een oppervlakte van 3,9 hectare in het hart van Elsene te herbestemmen.

“Het RPA zal nieuwe functies introduceren in deze bijzondere wijk en het uitzonderlijke patrimonium ervan opwaarderen door het op inclusieve en duurzame wijze een nieuwe bestemming te geven,” licht Rudi Vervoort nader toe.

In dit nieuwe plan zijn de volgende doelstellingen bepaald:

  • Een nieuwe gemengde wijk met gezins- en studentenwoningen, maar ook open ruimten met collectieve voorzieningen tot stand brengen;
  • Een nieuwe ontmoetingsruimte bieden voor de bewoners van de omliggende wijken. Er komen ook allerlei voorzieningen en openbare ruimten die voor iedereen toegankelijk zullen zijn, zoals een nieuw park van 2.000 m², waardoor het afgesloten en exclusieve karakter van de kazernes definitief tot het verleden behoort;
  • Gestalte geven aan innovatie en academische uitmuntendheid. Het universitaire leven op de site wordt voor iedereen opengesteld via onderzoekseenheden en uitrustingen zoals het FabLab.

Alle belanghebbende partijen hebben zich geschaard achter de volgende ambities:

  • De architectuur van de site tot zijn recht laten komen op basis van een respectvolle stedenbouwkundige behandeling en innovatie. De kenmerken van de voormalige rijkswachtschool blijven behouden en dienen als kader voor talrijke gebruiksmogelijkheden, om er nieuw leven in te blazen.
  • Duurzame ontwikkeling en milieu- en landschappelijke kwaliteit belichamen. De reconversie van de site geeft concreet gestalte aan de transitie van de stad, waar spaarzaam wordt omgegaan met grondstoffen en een optimale levenskwaliteit voor de gebruikers en bewoners tot stand komt zonder daarbij de toekomst in het gedrang te brengen.
  • Voorbeeldige mobiliteit aanmoedigen. Zo zullen de meeste verplaatsingen op de site te voet, per fiets of met een van de vele openbaar vervoersmiddelen in de buurt gebeuren. Verder zal het concept van de “korte-afstandsstad”, waar men alles vindt wat men nodig heeft zonder zich te moeten verplaatsen, vorm krijgen door op de site zelf een mix van functies tot stand te brengen.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft onlangs de stedenbouwkundige vergunningen uitgereikt voor de eerste renovatie- en herbestemmingswerken aan de emblematische gebouwen op de site.  Zo kreeg de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (sau-msi.brussels) een vergunning om de vroegere manege te renoveren en om te vormen tot een duurzame voedingshal. Daarnaast kregen ook de universiteiten ULB en VUB een vergunning om de gebouwen aan de Generaal Jacqueslaan te renoveren en te herbestemmen tot universitaire voorzieningen en woningen voor onderzoekers.

Verder komen er in de toekomstige wijk op termijn een honderdtal woningen (sociale woningen en koopwoningen voor de middenklasse).

Het is de bedoeling om de werken voor de eerste 33 woningen vóór eind 2023 op te starten en de voormelde infrastructuur vanaf 2023 geleidelijk af te leveren.

Die werken zullen volgen op het grote succes van het tijdelijke project See-U. Tijdens die overgangsfase werden de deuren van de site geopend en kreeg het grote publiek vanaf april 2019 de kans om kennis te maken met deze historische plaats.

Het RPA zal vijftien dagen nadat het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, in werking treden. Het kan zowel online op de website van perspective.brussels als bij het gemeentebestuur van Elsene worden geraadpleegd.

Drie perimeters geselecteerd voor de nieuwe reeks Duurzame Wijkcontracten in het Brussels Gewest

bxlpano2

Drie perimeters geselecteerd voor de nieuwe reeks Duurzame Wijkcontracten in het Brussels Gewest

persbericht

18 november 2020

Naar aanleiding van de elfde reeks Duurzame Wijkcontracten (DWC) selecteerde de Brusselse Regering 3 nieuwe perimeters: “Helihaven-Antwerpen” in Brussel, “Jacquet” in Koekelberg en “Zwarte Vijvers” in Molenbeek. Deze krijgen nu steun via dit gewestelijk instrument voor stedelijke ontwikkeling en verbetering van de leefomgeving voor de inwoners van de zone voor stedelijke herwaardering (ZSH).

De duurzame wijkcontracten bestaan sinds 2010, maar met de verbreding van de zone voor stedelijke herwaardering in 2019 zijn er nieuwe Brusselse gemeenten die een kandidatuur hebben ingediend voor deze elfde reeks. Zoals de vorige jaren kende de door Minister-President Rudi Vervoort gecoördineerde oproep tot kandidaturen een groot succes, zowel qua aantal kandidaturen als wat betreft de kwaliteit hiervan. In totaal zijn negen dossiers ingediend.

« Voor deze legislatuur hebben wij met de Regering beslist te kijken naar specifieke uitdagingen voor de stadsvernieuwing zoals klimaat en duurzaamheid. De gezondheidscrisis die wij momenteel doormaken, brengt sociale, stedelijke en economische noden aan de oppervlakte, zeker voor wie leeft in een groot stadsgewest als Brussel. De behoefte aan de uitbouw van een buurtstad met woningen en voorzieningen waartoe iedereen toegang heeft, kwalitatief hoogstaande openbare en groene ruimten en sociaaleconomische initiatieven en ingrepen voor de sociale cohesie laat zich dan ook steeds sterker gevoelen. » aldus Rudi Vervoort, de Brusselse Minister-President.

De laureaten van deze elfde reeks van de Duurzame wijkcontracten 2021-2026/2028 zijn respectievelijk:

  • Brussel « Helihaven-Antwerpen »: deze perimeter wordt gekenmerkt door een grote morfologische, sociale en functionele diversiteit en ondergaat een sterke dynamiek van meerdere grote projecten (RPA, Stadsvernieuwingscontract 1, Wijkcontract in de nabijheid). Dit nieuwe wijkcontract moet de lopende inspanningen voor stadsvernieuwing aanvullen en verbindend werken met projecten op lokale en op gewestelijke schaal. Voor de ontwikkeling van deze wijk wordt toegespitst op de hernieuwde aansluiting van de openbare ruimten aan de oost- en westkant en op de heropbouw van een samenhangend stadsweefsel. De activering van de bodemplaat van de Lakense Haard is één van de grote projecten binnen de perimeter. Er wordt sterk ingezet op het groene netwerk en pacificatie van trajecten, samen met de ontwikkeling van voorzieningen bestemd voor de bewoners (en toekomstige bewoners) van de wijk
  • Koekelberg « Jacquet »: deze perimeter ligt ingesloten tussen de spoorlijn L28, het Zwarte Vijversplein en grote verkeersassen en moet een eigen identiteit krijgen met een kwalitatieve leefomgeving. De wijk kende al meer dan 20 jaar geen wijkcontract meer en blijft sociaaleconomisch sterk prioritair met één van hoogste bevolkingsdichtheden van het Gewest (25.114 inw/km²). Als grote uitdagingen van deze wijk gelden de versterking van de bewoonbaarheid, met nieuwe woningen en buurtvoorzieningen, de teruggave van de openbare ruimte aan de bewoners en het tot rust brengen van het stadsnetwerk. De inrichting van gemeenschapsruimten moet zorgen voor een grotere cohesie en sociale vitaliteit.
  • Molenbeek « Zwarte Vijvers »: deze perimeter omvat de oude industriële wijken van het Gewest. De uitdagingen qua huisvesting, openbare ruimten en verbetering van de gebouwenstructuur in het algemeen blijven er enorm. Er staan meerdere ontdichtings- en vergroeningsinitiatieven op stapel en er wordt gewerkt om de openbare ruimten op te waarderen en terug te geven aan de inwoners. De kandidatuur legt de nadruk op de bouw van infrastructuur voor jongeren en voorzieningen die de attractiviteit kunnen verhogen in de wijk op zoek naar een identiteit.  Ook de heraanleg van het Zwarte Vijversplein is een prioriteit.

Met hun aangrenzende perimeters, een gezamenlijk Stadsvernieuwingscontract en de gelijkaardige stedelijke en sociale problemen kunnen de gemeenten Koekelberg en Molenbeek hier van bij de uitwerking van het programma samen synergieën creëren.

De drie gemeenten bieden bovendien interessante kansen voor het openbaar grondbeleid, dat aanzienlijk kan bijdragen tot de verwezenlijking van de operaties.

Tijdens deze lockdownperiode krijgt de burgerparticipatie het er hard te verduren. De gemeenten en studiebureaus zullen blijk moeten geven van creativiteit om de bewoners in de loop van het proces in beweging te krijgen, want co-constructie blijft een essentieel element bij de verwezenlijking van nieuwe wijken. 

Qua budget ten slotte mogen de drie gemeenten elk rekenen op een subsidie van 142.500 euro voor de uitwerking van hun basisprogramma en een subsidie van 12,5 miljoen euro voor de uitvoeringsfase.

Het Brussels Gewest kandidaat voor het toekomstig cyberveiligheidscentrum van de Europese Unie

cybersécurité2

Het Brussels Gewest kandidaat voor het toekomstig cyberveiligheidscentrum van de Europese Unie

persbericht

17 november 2020

België heeft vorige week officieel zijn kandidatuur ingediend bij Europa voor het toekomstig cyberveiligheidscentrum van de Europese Unie. Het Brussels Gewest, meer bepaald Evere is daarbij naar voren geschoven als locatie voor het geplande centrum.

De Europese Unie (EU) is een belangrijke onderzoekspool in de sector van de cyberveiligheid maar heeft achterstand met de lancering van cyberbeveiligingsproducten en -diensten, in hoofdzaak omwille van zijn sterk gefragmenteerde universum.  Daarom heeft zij besloten de Europese krachten te bundelen in een centrum dat alle Europese spelers ter zake moet coördineren. Het European Cybersecurity Competence Center (ECCC) krijgt alvast 2,8 miljard euro om zich te vestigen en 2 miljard euro voor zijn ontwikkeling, die worden gehaald bij de middelen van Horizon Europe en Digital Europe voor 2021-2028.

Dit centrum is een uitzonderlijke kans voor het Brussels Gewest. In de eerste plaats omwille van de timing omdat het wat de Commissie betreft niet snel genoeg van start kan gaan met zijn activiteiten.  Maar ook qua tewerkstelling, want het centrum gaat werken met een personeelsbestand van 30 tot 50 deskundigen, met groeiperspectieven tot 80 voltijdse werknemers tegen 2023-2024. En dan houd ik nog geen rekening met het gebruikelijke ondersteuningspersoneel in dit soort organisatie. Als dit centrum in Brussel het levenslicht ziet, kan dat een zeer gunstig effect hebben op het ecosysteem van ondernemingen die zijn betrokken bij de cyberveiligheid in ons Gewest , een zeer beloftevolle sector voor wat betreft activiteiten en jobcreatie.” stelt Minister-President Rudi Vervoort.

De belangstelling van de Belgische Staat als kandidaat-gastland voor deze nieuwe instelling is officieel bekendgemaakt aan de Europese instellingen op 4 juni dit jaar. De eigenlijke kandidatuur is onder coördinatie van Buitenlandse Zaken gedragen door alle grote spelers van de cyberveiligheid (waarbij ook het Belgisch Centrum voor  cybersecurity en het BIPT) maar ook door de Brusselse instellingen, en dan in het bijzonder het Commissariaat voor Europa en de Internationale Organisaties (CEOI), hub.brussels, Visit.Brussels en Citydev. De werkzaamheden hebben de steun gekregen van de achtereenvolgende eerste ministers en leidden tot de publicatie van een bid book in de maand juli en de indiening van de Belgische kandidatuur op 6 november.

Het proces dat de keuze van de zetel in goede banen moet leiden, loopt momenteel onder leiding van het Duits Voorzitterschap. Kandidaturen moesten binnen zijn tegen 6 november. Naast België hebben ook Duitsland (München), Litouwen (Vilnius), Luxemburg, Roemenië (Boekarest) en Spanje (Leòn) zich kandidaat gesteld om het centrum te huisvesten. De Lidstaten van de Europese Unie stemmen op 9 december 2020 in de Raad van de EU om de laureaat te verkiezen (1 stem per staat). Deze stemming gebeurt in twee ronden als tijdens de eerste ronde geen enkele kandidaat de meerderheid van de stemmen binnenhaalt.

“Het is duidelijk dat de EU op zoek is naar een veilige omgeving om het centrum te huisvesten, zeker op het vlak van connectiviteit en 5G. Onze kandidatuur kan deze vragen waarborgen. Naast het internationale en technologische ecosysteem, heeft Brussel daarmee alle troeven in handen om dit centrum een strategische toekomst te bieden.”,stelt Pascal Smet, staatssecretaris voor Europese en Internationale Instellingen en Buitenlandse Handel.

Gezien zijn internationaal karakter en zijn ervaring met de opvang van Europese en internationale instellingen beschikt Brussel over stevige troeven. Het ecosysteem voor cyberveiligheid is bij ons bijzonder dynamisch. En er zijn ook waarborgen verstrekt over de « veerkracht » inzake cyberveiligheid van onze communicatienetwerken. En ten slotte beschikken wij over de capaciteit en de ervaring om dit soort instellingen op te vangen, met heel zijn personeel en de vele bezoekers. Dat zijn punten die van het Brussels Gewest een zeer ernstige kandidaat maken.”, voegt Minister-President Rudi Vervoort toe. 

“Als we de gaststad worden voor deze nieuwe instelling zal dat het internationaal statuut van Brussel verder versterken als Hoofdstad van de Europese Unie waar vandaag al 38 EU-organisaties hun thuisbasis hebben.”, aldus nog Rudi Vervoort en Pascal Smet.

De hippodroom van Bosvoorde krijgt een nieuwe toekomst

© sau-msi.brussels (Simon Schmitt - www.globalview.be)

De hippodroom van Bosvoorde krijgt een nieuwe toekomst

persbericht

9 november 2020

Op voorstel van minister-president Rudi Vervoort en minister van leefmilieu Alain Maron keurde de Brusselse Hoofdstedelijke Regering het bijgewerkte project voor de vroegere hippodroom van Bosvoorde goed. Ook de rolverdeling werd herzien: Leefmilieu Brussel neemt het beheer van de groene ruimtes en de ontwikkeling van de natuureducatie over. De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting, die de globale ontwikkeling coördineert, zal op haar beurt de restauratie van de historische gebouwen voortzetten.

Dankzij deze beslissing zal het project om de site te renoveren, een actieve bestemming te geven, te beheren en uit te baten uitgevoerd kunnen worden conform de doelstellingen van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO)(1), het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) en de Structuurvisie van het Zoniënwoud(2), met inachtneming van de stedenbouwkundige regelgeving.

Rudi Vervoort en Alain Maron benadrukken dat ”dankzij deze beslissing, de site van de hippodroom zijn rol van toegangspoort tot het Zoniënwoud zal kunnen vervullen en tegelijk zal kunnen uitgroeien tot een bruisende locatie. Daarbij hebben we rekening gehouden met de opmerkingen die geformuleerd zijn door de omwonenden, het verenigingswezen en de gemeenten. We zijn zeer tevreden met het globale evenwicht van het heziene project en met de grotere rol die toebedeeld is aan de openbare instellingen, die onder meer garant moeten staan voor het behoud van de natuurlijke omgeving van de site. We zijn ook zeer verheugd over het werk dat in samenspraak met alle betrokken partijen werd verricht om tot dit resultaat te komen. Dat de ontwikkeling van de vroegere hippodroom van Bosvoorde ten gunste van alle Brusselaars van algemeen belang is en het openbaar nut dient, is de voorbije maanden definitief bevestigd tijdens de lockdownfase die naar aanleiding van de coronapandemie was ingesteld. Veel burgers die geen grote woning of geen tuin hebben, vonden er de nodige ruimte om een luchtje te scheppen, zich te ontspannen, wat lichaamsbeweging te hebben, een wandeling te maken, enz. Dit is het soort ruimte dat we absoluut nodig hebben in de bijzondere periode die we meemaken, maar ook in normale tijden is deze plaats van vitaal belang voor het welzijn van de mensen. Bij de ontwikkeling van de site zal dan ook worden ingespeeld op die behoefte aan een groene ruimte die voor iedereen toegankelijk is.”

Concreet is het volgende beslist:

–        Het Gewest blijft zijn oorspronkelijke doelstellingen nastreven: het historisch patrimonium herwaarderen; zorgen voor het behoud van de biodiversiteit in het bos door een “sluis” tussen de stad en het bos in te richten; de gezinnen een groene ruimte bieden waar zij een leuke bezoekerservaring kunnen beleven, met een aanbod van recreatieve, educatieve en culturele activiteiten; en de zachte mobiliteit (te voet, met de fiets, met het openbaar vervoer) stimuleren. 4,3 miljoen euro wordt door het EFRO-programma (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van een hoogwaardige groene ruimte voor de inwoners.

–        Leefmilieu Brussel staat in voor de ontwikkeling, het beheer en de uitbating van het gewestelijk speelplein, het Woudhuis, de piste die ingericht wordt als lineair park, de bosrand, de ontspanningsweide en de pedagogische activiteiten om het publiek te sensibiliseren voor de natuur en het bos. In een tweede fase zal een uitkijktoren worden gebouwd.

–        De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI), die als erfpachter door het Gewest belast werd met de ontwikkeling van de site, zal verder instaan voor de restauratie van de patrimoniale gebouwen. Zij zal ook de nutswerken (water, gas en elektriciteit) uitvoeren en de parking heraanleggen. Nu het Gewest herbevestigd heeft dat de site volop zijn rol als toegangspoort tot het Zoniënwoud moet kunnen spelen, krijgt die hertekende parking een algemeen belang en openbaar nut.

–        De private concessiehouder Drohme, die zijn project sinds 2014 al meerdere keren heeft aangepast, blijft verantwoordelijk voor de ontwikkeling, het beheer en de uitbating van het boomtoppenparcours, het golfterrein, de minigolf en het Gokdorp (met inbegrip van de brasserie Le Pesage), evenals voor het beheer en de uitbating van de hoofdparking.

Door dit nieuwe taakbeheer zal de overheid een sterkere rol opnemen bij de herontwikkeling van de vroegere hipodroom. De MSI blijft namelijk erfpachter van de site met een oppervlakte van ongeveer 32 hectare en behoudt de verantwoordelijkheid voor de algemene coördinatie van de ontwikkeling ervan, terwijl de uitbating voortaan nagenoeg gelijk verdeeld wordt tussen Leefmilieu Brussel (15,9 hectare) en de private concessiehouder Drohme (16,4 hectare).

Gilles DELFORGE, directeur van de MSI, is zeer blij dat “de beslissingen van de Brusselse regering, de betrokkenheid van Leefmilieu Brussel en de heronderhandelde overeenkomst met de private concessiehouder Drohme het mogelijk maken om met dit project dezelfde algemene koers aan te houden die het Gewest had vastgelegd en die de MSI van bij het begin mee heeft gevolgd. En dat op een manier die rekening houdt met alle elementen op basis waarvan het in de loop van de voorbije jaren is geëvolueerd. De MSI zal nu in alle sereniteit kunnen verdergaan met de volgende fase van de restauratie van het historische gebouwenpatrimonium op de site, waarvan zij de eerste fase in 2016 had afgerond.” 

Michel Culot, Voorzitter van de Raad van Bestuur van Drohme: “Wij zijn van mening dat deze herschikking in het belang is van de burgers en de gebruikers van het park, evenals de versterking van de vrijetijdsinfrastructuur aan de poort van het bos van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ten voordele van zoveel mogelijk mensen. Wij juichen het toe dat het oorspronkelijke project kan worden bestendigd door middel van een evenwichtig akkoord. Deze gecombineerde investeringen en nieuwe synergiën zullen het mogelijk maken om alle Brusselse gezinnen het plezier van een ideale ontspanningsruimte te bieden.”

Opnieuw een moratorium op de uithuiszettingen tot 13 december

facadesbxloises

Opnieuw een moratorium op de uithuiszettingen tot 13 december

persbericht

3 november 2020

Op voorstel van de staatssecretaris voor huisvesting, Nawal Ben Hamou, vaardigt de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest deze dinsdag een politiebesluit uit dat een nieuw moratorium op uithuiszettingen in het Brussels Gewest invoert.

Alle gerechtelijke en administratieve beslissingen die een uithuiszetting gelasten, worden automatisch opgeschort tot en met 13 december 2020, met uitzondering van uithuiszettingen die worden gemotiveerd door een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de openbare veiligheid.

« De tweede golf van het Coronavirus heeft het gewest hard getroffen. Het Brussels gewest bevindt zich op dreigingsniveau 4, dat is het maximale dreigingsniveau. De winterperiode zorgt voor een sterkere verspreiding van het virus en verhoogt het risico op besmetting, in het bijzonder dat van kwetsbare personen. Ons doel is dan ook om de mogelijke besmettingswijzen zoveel mogelijk te beperken en de meest kwetsbare huurders te beschermen door ze in hun woning te houden », verklaart staatssecretaris voor huisvesting Nawal Ben Hamou.

“De gezondheidscrisis duurt voort en daarmee ook de precaire huisvestingssituaties. Het is essentieel dat het beleid eerlijk en solidair is voor iedereen en daarom is het verbod op uithuiszettingen een essentiële maatregel die vandaag moet worden genomen” laat minister-president Rudi Vervoort weten.

Ter herinnering: de huur blijft verschuldigd gedurende de tijdelijke periode waarin uithuiszettingen verboden zijn. Staatssecretaris voor huisvesting Nawal Ben Hamou wenst eraan te herinneren dat de Brusselse regering een buitengewone toelage van 30 miljoen euro heeft toegekend aan de OCMW’s om tegemoet te komen aan de sociale behoeften die door de coronacrisis zijn ontstaan: « de OCMW’s beschikken dus over belangrijke actiemiddelen om de door de gezondheidscrisis getroffen huurders te helpen bij het betalen van achterstallige lasten of huurgelden en zo te voorkomen dat er een uitzettingsprocedure wordt gestart. Huurders in moeilijkheden moeten dus niet aarzelen om contact op te nemen met het OCMW van hun gemeente, waarvan de diensten beschikbaar blijven, zelfs in lockdownperiode. ”

De Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders heeft haar leden ook een richtlijn meegedeeld waarin ze stelt dat elke uithuiszetting in het kader van een woninghuurovereenkomst moet worden uitgesloten, met uitzondering van uithuiszettingen waarbij de bewoner het pand reeds heeft verlaten.

Silver Tower wordt Iris Tower

iris tower

Silver Tower wordt Iris Tower

persbericht

3 november 2020

De nieuwe Silver Tower, waarnaar de medewerkers van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB) en Brussel Fiscaliteit zullen verhuizen, krijgt een nieuwe naam: Iris Tower. Vanaf november wordt de toren in gebruik genomen door het Brussels Gewest.

De meerderheid van de verdiepingen in de toren aan het Noordstation is zo goed als klaar om de medewerkers van het Brussels Gewest te ontvangen. De verhuizing van de circa 2.000 ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten voor mobiliteit, economie en tewerkstelling, financiën en begroting, lokale besturen, internationale relaties en fiscaliteit staat gepland vanaf november tot januari 2021.

De bouw van de Iris Tower door Ghelamco in de Brusselse gemeente Sint-Joost-ten-Node is eind 2018 gestart. De wolkenkrabber heeft een hoogte van 137 meter en telt 40.000 m² kantoorruimte en 32 verdiepingen. Ghelamco verkocht dit jaar haar aandelen aan het Duitse fonds Deka Immobilien. Het Brussels Gewest heeft met de eigenaars een huurovereenkomst afgesloten voor 18 jaar.

Als nieuw administratief centrum van het Brussels Gewest moet de Iris Tower een digitaal neusje van de zalm worden voor de medewerkers maar ook voor de bezoekers. Voor de medewerkers wordt het een moderne werkplek die spoort met de recentste technieken en methodieken en telewerk.

Bezoekers worden in de Iris Tower onthaald aan de modernste welkomstbalies en kunnen er ook aan digitale kiosken terecht. De Iris Tower moet ook een voorbeeld zijn van klantvriendelijkheid in de publieke sector. De toren is bovendien vlot bereikbaar via het openbaar vervoer.

Brussels minister-president Rudi Vervoort: “Ik ben verheugd dat de gewestelijke administratie weldra verhuist naar een ultramodern gebouw met buitengewone energieprestaties. Ik zou daarom de ambtenaren willen bedanken die zich volledig ingezet hebben om deze fraaie ambitie waar te maken. Door zijn intrek te nemen in de IRIS Tower worden alle gewestelijke ambtenaren in één enkel gebouw gecentraliseerd. De nieuwe zetel van de gewestelijke administratie bevindt zich bovendien middenin een wijk die momenteel volop in verandering is en waar het Gewest omvangrijke middelen in investeert via het stadsvernieuwingscontract “Brabant – Noord – Sint-Lazarus”. Deze reusachtige verhuis schenkt het Gewest dus ook de gelegenheid de motor te vormen van een echte wedergeboorte van deze wijk, wat mij bijzonder blij maakt.“
Brussels minister van Openbaar Ambt Sven Gatz: “We zijn blij dat de oplevering van de nieuwe Iris Tower ondanks de coronaperikelen weinig vertraging heeft opgelopen. Deze wolkenkrabber zal de komende jaren een ontmoetingsplek worden voor veel medewerkers en burgers en een nieuw icoon worden in de Brusselse skyline.”

Er waait een nieuwe wind in de Noordwijk van Brussel – Lancering van een openbare raadpleging en een stuurgroep

quartier nord

Er waait een nieuwe wind in de Noordwijk van Brussel - Lancering van een openbare raadpleging en een stuurgroep

persbericht

3 november 2020

De Brusselse regering realiseert haar ambitie om van de Noordwijk een nieuwe, toekomstgerichte stadswijk te maken. Daartoe heeft zij een stuurgroep opgericht, onder leiding van minister-president Rudi Vervoort en Staatssecretaris Pascal Smet, om de ontwikkeling van de Noordwijk 2.0 te coördineren. Dit deel van de stad wordt begrensd door de binnenring in het zuiden, het kanaal in het westen en de Avenue de la Reine en de Rue Royale in het oosten.

In een eerste fase wordt een openbare raadpleging georganiseerd om de bewoners en belanghebbenden van de wijk bij dit proces te betrekken.

Samenwerking en burgerparticipatie zijn volgens mij van essentieel belang bij het verwezenlijken van grote stadsprojecten. Dat is zeker het geval bij de uitbouw en inrichting van nieuwe Brusselse wijken. Dankzij deze raadpleging kan er in het hart van de wijken en in een zo vroeg mogelijk stadium van de projecten worden gewerkt, in nauwe samenwerking met de inwoners. De toekomstige ontwikkelaars zullen op die manier heel goed de behoeften van de wijk kunnen inschatten en permanent met de bevolking in dialoog kunnen gaan“, aldus Brussels minister-president Rudi Vervoort.

Tot op heden is de Noordwijk van Brussel vooral een litteken dat is achtergebleven door de duidelijke afbraak van de jaren ’60 van de vorige eeuw. Het gebied rond het Noordstation is echter een van de meest toegankelijke gebieden van België, zo niet van Europa, en ligt op een steenworp afstand van het centrum van Brussel. Het is de ideale plek om te wonen, te werken, te studeren, te ontspannen… maar het potentieel van het gebied blijft grotendeels onbenut. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil deze situatie verhelpen.

De Brusselse regering heeft afgelopen donderdag besloten om de Minister-President en de staatssecretaris van Stedenbouw de opdracht te geven om een gecoördineerde aanpak te ontwikkelingen in de hele sector. Dit geldt zowel voor de ontwikkeling van de openbare ruimte als voor gebouwen.

Perspective.brussels, het kenniscentrum dat zich bezighoudt met de territoriale ontwikkelingsstrategie voor het gewest, krijgt de taak om die openbare raadpleging uit te voeren. Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de werkelijkheid op het terrein heeft Perspective al op voorhand een participatieve workshop georganiseerd met de verenigingen die aanwezig zijn in de Noordwijk. Die workshop ging over de methode, thema’s en onderwerpen die onderdeel van de raadpleging moeten zijn. 

“De Noordwijk is een perfecte illustratie van het type stad dat Brussel in de tweede helft van de vorige eeuw is geworden: een pendelstad die uitsluitend voor de auto is ontworpen. 40 jaar na de uitvoering van het “Manhattan”-plan wil het Brussels Gewest het gebied rond het Noordstation herinrichten om er een voorbeeldige wijk van te maken. De dynamiek, de partners en de politieke wil zijn er nu om van de Noordwijk een symbool te maken van de nieuwe weg die Brussel wil inslaan: een levende en bloeiende metropool met een menselijke dimensie.“, zegt Pascal Smet, Staatssecretaris van Stedenbouw.

Vandaag de dag heeft de wijk voornamelijk kantoren, een miljoen vierkante meter in totaal, voor een bevolking van ongeveer 5.000 mensen, vergeleken met de 30.000 mensen die in de kantoren komen werken. Deze onevenwichtigheid maakt dat de buurt ’s nacht allesbehalve levendig is. Daarnaast zijn er de extra moeilijkheden die de Covid-crisis met zich meebrengt.

De afgelopen jaren beweegt er echter veel in de buurt. Verschillende initiatieven en vormen van samenwerking zijn ontstaan tussen de private en de publieke sector. Zij illustreren het potentieel van de wijk zoals LabNorth en up4North.  Er zijn al verschillende projecten aan de gang, zoals de renovatie of transformatie van verschillende grote gebouwen, verschillende buurt- en stadsvernieuwingscontracten, de herontwikkeling van de CCN-site, de herontwikkeling van de Bolivar-as, met een tramlijn, de bouw van de Susan Daniel-brug waarop hij zal rijden, de uitbreiding van de metro naar het noorden van de stad en natuurlijk alle ontwikkelingen op de site van Tour & Taxis en in de omgeving.

Om de toekomstige ontwikkelingen in de sector te coördineren, heeft het Gewest daarom ook een stuurgroep opgericht onder leiding van de minister-president en de staatssecretaris voor Stedenbouw. In deze stuurgroep zijn ook de ministeries van Mobiliteit en Leefmilieu vertegenwoordigd, evenals de verschillende gewestelijke besturen (SAU, Perspective, Urban.brussels, Brussel Mobiliteit, BMA, Leefmilieu Brussel en de MIVB) en de gemeenten. De projectgroep zal nauw samenwerken met Up4North, LabNorth en diverse buurtverenigingen.

Om de kennis van de wijk en de ambitie van de stadsvernieuwing te delen met de publieke actoren die betrokken zijn bij het bepalen van een visie voor het Noordelijk Grondgebied en om samen de toekomst van dit gebied te ontwikkelen, zodat het ten volle kan profiteren van positieve en duurzame projecten, nodigt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van november tot 7 december de wijkbewoners, gebruikers, handelaars en voorbijgangers uit om hun mening te geven via een online-enquête. Meer informatie over www.perspective.brussels.

De Brusselse regering kent Iriscare 4 miljoen euro toe om de rusthuis-, gezondheids- en welzijnssector te versterken

maisons de repos

De Brusselse regering kent Iriscare 4 miljoen euro toe om de rusthuis-, gezondheids- en welzijnssector te versterken

persbericht

29 oktober 2020

De Brusselse regering is zich bewust van de moeilijke situatie waarin de rusthuizen en de hele gezondheids- en welzijnssector zich bevinden en zij heeft gehoor gegeven aan de oproep die de sociale partners in dat verband hebben gedaan. Daarom heeft de Brusselse regering vandaag op voorstel van de minister van gezondheid en welzijn beslist om Iriscare een groeinorm van 4 miljoen euro toe te kennen. Dat structurele bedrag moet met name de rusthuissector in staat stellen om belangrijke hervormingen door te voeren of voort te zetten, zoals de omvorming van RH-bedden tot RVT-bedden.

Om preventief te kunnen blijven screenen, zijn ook twee eerste bestellingen van 200.000 testen geplaatst. Die worden volgende week verwacht. Het gaat om snelle antigeentesten die de verzadiging bij de laboratoria voor het analyseren van de PCR-testen moeten opvangen. Dit kadert in de beslissing van het interministerieel comité om alleen nog maar symptomatische gevallen te testen.

Volgens minister-president Rudi Vervoort: “was het van het allergrootste belang om snel en gepast te reageren op de vraag vanuit de rusthuis- en de gezondheidssector. De gezondheidscrisis die we vandaag meemaken, herinnert ons eraan hoe essentieel hun werk is voor onze samenleving. We wilden hen de nodige steun bieden om reeds opgestarte projecten verder uit te voeren, maar ook om nieuwe projecten te ontwikkelen. De steun van de Brusselse regering staat in verhouding tot hun dagelijkse inzet voor de gezondheid van de Brusselaars.”

Brussels minister van gezondheid en welzijn Alain Maron verwoordt het als volgt: “We doen alles wat we kunnen om de meest kwetsbare Brusselaars te beschermen. Daarom hebben we sneltesten besteld om preventief te kunnen blijven testen. Daarnaast moet een bijkomend budget van vier miljoen euro het mogelijk maken om de gezondheidssector structureel te versterken en in het bijzonder de begeleiding voor de bewoners van de rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen te versterken.”

Oproep met het oog op de aanstelling van een opdrachthouder voor Brussel Culturele Hoofdstad van Europa in 2030

bruxelles en vacancesB

Culturele Hoofdstad van Europa 2030: Brussel doet een oproep tot kandidaten om zijn kandidatuur in goede banen te leiden

persbericht

29 oktober 2020

Over tien jaar is één van de steden van België culturele hoofdstad van Europa. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stelt zich in eigen naam, samen met de Stad Brussel en alle Brusselse gemeenten kandidaat. De Brusselse gewestregering heeft ook officieel aangegeven dat zij hierbij partners uit Vlaanderen en Wallonië wenst te betrekken om haar kandidatuur kracht bij te zetten binnen de context van het tweehonderdjarig bestaan van een federaal, multicultureel en samenwerkend België.

“Ons Gewest komt uit een decennium waarin de gewestelijke bevoegdheden aanzienlijk zijn aangegroeid, ook qua cultuur. In 2016 kreeg het de aanslagen te verwerken en in 2020 de pandemie, twee tragische gebeurtenissen voor onze Brusselse samenleving die ons verplicht hebben heel ons samen-leven en samen-doen in vraag te stellen.” stelt Minister-President Rudi Vervoort vast. “Brussel heeft nood aan verbindende projecten met een tienjarige horizon!  Ik heb een dynamiek op gang gebracht om onze economische en werkgelegenheidsstrategie te versterken zodat Brussel een motor kan blijven voor ons land. Het was mijn wens om in de kanaalzone een groot museum voor moderne en hedendaagse kunst onder te brengen dat openstaat voor de stad. Voor mij is het dan ook evident dat het project van ons stadgewest ook cultureel moet zijn. In 2030, en ik laat mijn hart spreken, is de hoofdstad van Europa ook de hoofdstad van de cultuur.”

Om onszelf alle kansen te geven dit project te laten slagen maar ook om de kunst- en cultuursector en de Brusselse civiele maatschappij rustig samen te kunnen brengen, heeft de Regering beslist een oproep uit te schrijven voor een opdrachthouder die tegen 2024 de formele kandidatuur moet voorbereiden.

Deze krijgt een breed takenpakket toebedeeld met onder meer de samenstelling van een financieel plan en het onderzoeken van beheersmethodes en mogelijke resultaten van het project. Ook wordt het de taak van de opdrachthouder om mogelijke partners van deze kandidatuur samen te brengen. Daartoe zal hij of zij alle openbare en privé-stakeholders rond het project moeten samenbrengen en een methode opleggen die werkt vanuit de basis om heel de Brusselse kunst- en cultuurgemeenschap de kans te geven deel te nemen en de burgerparticipatie tot leven te brengen, zodat het project ook werkelijk de kandidatuur van al de Brusselaars wordt. Deze projectleider zal de kandidatuur vertegenwoordigen bij het brede publiek, de beroepsmensen, de pers en de nationale en internationale gemeenschap.  

Om dit project te belichamen, lanceert de Brusselse Regering een brede oproep om een persoon of een groep mensen te vinden met zowel op artistiek vlak als administratief en financieel uitgebreide ervaring.

Wordt de kandidatuur van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2024 aanvaard, dan komt er een nieuwe oproep om de algemeen coördinator van het project naar 2030 toe aan te stellen.

Kandidaturen moeten worden ingediend vóór 1 december 2020. De opdracht gaat ten vroegste van start op 1 januari 2021. Meer informatie over de indiening via https://rudivervoort.brussels/news_/oproep-met-het-oog-op-de-aanstelling-van-een-opdrachthouder-voor-brussel-culturele-hoofdstad-van-europa-in-2030/?lang=nl

Rudi Vervoort wijst erop dat “de kandidatuur als doel heeft iedereen in ons Gewest samen te brengen rond een cultureel en artistiek project dat onze sociologische en culturele diversiteit eer aandoet en bruggen slaat tussen burgers, operatoren van de cultuur- en kunstwereld en de openbare en de privésfeer. Een cultuur hebben we niet in Brussel, er zijn er massa’s. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk betrokkenen een forum krijgen. Ik wil dat dit project kan verbinden wat verdeeld is, zowel op artistiek als op menselijk vlak en dat is enkel mogelijk aan de hand van een bottom-up benadering, waarin de kandidatuur kan groeien op een samenwerking waarin heel de Brusselse maatschappij zijn zeg heeft, volks zonder te vervallen in karikaturen, elitistisch zonder wie dan ook uit te sluiten. 

Staatssecretaris van Europese en Internationale Betrekkingen Pascal Smet voegt toe: “Als er een stad is die het verdient culturele hoofdstad te zijn is het Brussel. Labo van de toekomst. Stad van minderheden waar elke cultuur tot zijn recht kan komen, waar verbinding leidt tot meerwaarde. 200 jaar na het ontstaan van de meest liberale grondwetsstaat België zou het mooi zijn Brussel tot toekomststad te kronen. De hoofdstad van Europa met een nieuwe baukultur die een Heimat van kunstenaars wordt.”

De Brusselse Regering gaat de terreinen van het “Moeras van Wiels” en het gebouw “Le Métropole” aankopen

marais wiels

De Brusselse Regering gaat de terreinen van het “Moeras van Wiels” en het gebouw “Le Métropole” aankopen

persbericht

29 oktober 2020

Welke bestemming de percelen van het “Moeras van Wiels” en de aanpalende percelen zouden krijgen en hoe ze ingericht zouden worden, zijn vragen die de afgelopen jaren uitgegroeid waren tot een steeds terugkerend thema, zowel voor de bewoners van dit deel van Vorst als voor de gemeente en het Brussels Gewest.  In het kader van de relancemaatregelen en de uitvoering van stadsvernieuwingscontract nr. 4 (SVC4) vormde de aankoop van deze site één van de ambities die het Gewest koesterde om er een geïntegreerd programma voor de bescherming van het “moeras” en de creatie van buurtpleinen en sociale huisvesting tot stand te brengen. Deze week werd een akkoord bereikt tussen de eigenaars en het Gewest. De weg ligt nu open naar de concrete invulling van dit ambitieuze project.

De site, die vroeger deel uitmaakte van de brouwerij Wielemans Ceuppens, staat sinds enkele jaren onder water, nadat bij de uitvoering van een eerste reeks werken de grondwaterlaag was geraakt. Al snel werd de plaats, die zich uitstrekt van het cultureel centrum “Brass” tot het beschermde gebouw dat bekend is onder de naam “Le Métropole”, in de volksmond aangeduid als het “Moeras van Wiels”.

In het kader van het “SVC 4 Koningslaan” vond bij de uitwerking van het basisdossier een strategische denkoefening plaats. Daarbij werd onder meer nagedacht over een as die aansluit op het infrastructuurlandschap van het park van de Voor-Zenne. Een as die samenvalt met de volledige bebouwde zoom die zich evenwijdig met de sporen uitstrekt van de spoorwegbermen tot de de Mérodestraat en tevens de Fonsny- en Van Volxemlaan omvat. Die bebouwde zoom (grote percelen en gewestwegen) biedt namelijk de mogelijkheid om een ruimte in te richten die zorgt voor een fysieke, identitaire en visuele continuïteit met de Zennevallei.

In het kader van de investeringen die het Gewest plant in het kader van zijn relance- en herontwikkelingsplan heeft het besloten om extra middelen te injecteren voor de aankoop van de site om er een ambitieus project voor de Brusselse bevolking te ontwikkelen. Het gewestelijke project omvat het behoud en de inrichting van een groot deel van het “Moeras van Wiels” evenals de mogelijkheid het als “openluchtstormbekken” te gebruiken, de aanleg door Leefmilieu Brussel van een groene open ruimte bestemd voor de buurtbewoners die paalt aan het “Moeras” van Wiels” en de verwezenlijking van een project voor 70 tot 80 middenklasse- (en/of sociale) woningen door Citydev.brussels.

Dit project, dat deel uitmaakt van het relance- en herontwikkelingsplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, beantwoordt tevens aan een van de aanbevelingen uit de diagnose die perspective.brussels verricht heeft in verband met de Covid 19-crisis. In het rapport wordt gewezen op de behoefte aan groene en open ruimte in een dichtbevolkte stedelijke omgeving.

Dankzij deze nieuwe strategische aankoop door het Gewest kunnen ook de gewestelijke ambities in verband met de operaties van SVC4 versterkt worden, in het bijzonder hun verbinding met de in het kader van het stadsvernieuwingscontract geplande en gefinancierde operaties voor de aanleg van groene openbare ruimte en fiets- en voetgangerspaden. Door aanvullend “Le Métropole” aan te kopen, een oud beschermd gebouw dat in 1892 door de architect Gédéon Bordiau gebouwd en de kantoren van de directie van de brouwerij huisvestte, wordt de mogelijkheid gecreëerd bijkomende voorzieningen, productieruimten en/of infrastructuur bestemd voor de wijk te overwegen.

Door de nakende inbezitname van de terreinen wordt het voor het Gewest mogelijk de nodige studies op te starten en technische besprekingen te beginnen voeren met Vivaqua (in het kader van het geïntegreerd regenwaterbeheer), Leefmilieu Brussel, de beheerders van de wegen en Citydev.brussels.

Met de goedkeuring van het scenario voor de herontwikkeling van de site en de aanstelling van verschillende gewestelijke entiteiten voor de sturing van het bouwheerschap lanceert de Brusselse Regering de uitvoering van een grootschalig project voor en samen met de Brusselaars.

Minister-President Rudi Vervoort verduidelijkt: “Dankzij deze aankoop en de investeringen in stadsherwaardering, huisvesting en het groene en blauwe netwerk, zal zich op deze oude industrieterreinen een waaier aan functies kunnen ontwikkelen waarin de bebouwde ruimte, de beplante en verharde open ruimte en de infrastructuurruimte gecombineerd zullen worden in een lokaal en grootstedelijk landschap. ”

Minister van Leefmilieu Alain Maron voegt hieraan toe: “Ik ben blij met dit project waardoor het Moeras van Wiels in zijn bestaan verzekerd en gevaloriseerd wordt. Dit project staat symbool voor ons verlangen de biodiversiteit te willen versterken, hitte-eilanden te bestrijden, regenwater op een geïntegreerde manier te beheren en overstromingen tegen te gaan, en tegelijkertijd te zorgen voor betaalbare woningen en het bouwkundig erfgoed ten nutte te maken. We hebben Leefmilieu Brussel ook gevraagd maatregelen te bestuderen die ervoor moeten zorgen dat het moeras en zijn omgeving snel van nut wordt voor de buurtbewoners. Daartoe zullen we reeds in november een specifiek budget aan het Brussels Parlement voorstellen. 

De burgemeester van Vorst, Stéphane Roberti, en de schepenen voor stedenbouw, Charles Spapens en Alain Mugabo: “We zijn verheugd dat het Gewest onze oproep en die van de inwoners heeft gehoord over de noodzaak om een oplossing te vinden voor het behoud van deze unieke ruimte in Brussel. Een ontwikkelaar wilde daar tot 229 woningen ontwikkelen en het moeras laten verdwijnen.  Met deze overname is het ontegensprekelijk een positieve ontwikkeling en een belangrijke stap die is gezet. We hebben vertrouwen in de Brusselse regering om een project voor te stellen dat beantwoordt aan de huidige klimaat- en sociale uitdagingen zoals die momenteel met de inwoners worden besproken, met name in het kader van het Masterplan”, besluiten ze.