Handycab, een nieuwe applicatie van de taxisector voor personen met een beperkte mobiliteit

handy cab v2 copie

Handycab, een nieuwe applicatie van de taxisector voor personen met een beperkte mobiliteit

persbericht

16 september 2020

De Week van de Mobiliteit, die vandaag begint, biedt de gelegenheid om allerlei initiatieven in de schijnwerpers te plaatsen. Omdat iedereen mobiel moet kunnen zijn, is Brussels minister-president Rudi Vervoort verheugd met de lancering van een nieuwe dienst door de taxisector, die in de eerste plaats gericht is op personen met een beperkte mobiliteit (PBM’s).

Handycab is de naam van het nieuwe reserveringsplatform dat tot doel heeft het aanbod van aangepaste taxi’s voor mensen met een beperkte mobiliteit te centraliseren. Deze applicatie is door de taxisector ontwikkeld na overleg met mensen en verenigingen die actief zijn op het gebied van toegankelijkheid voor PBM’s en met professionals in de taxisector.

Het principe bestaat erin de meeste, en uiteindelijk alle aangepaste taxi’s die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest rondrijden, in eenzelfde platform samen te brengen. Een ombouw- en aanpassingswerkplaats voor de technische ondersteuning van de aan ons doelpubliek ter beschikking gestelde taxivloot zorgt voor de continuïteit van de dienstverlening”, verduidelijkt het team dat aan de basis van de applicatie ligt.

Om dat doel te bereiken, moeten geen exclusiviteitsbeperkingen en een marginale kostprijs de meerderheid van de PBM-taxi’s ervan overtuigen om zich aan te sluiten op het platform. De enige voorwaarden zijn: het volgen van een opleiding, het naleven van het kwaliteitshandvest en het voorzien zijn van een scheidingskit in de taxi die de barrière-maatregelen garandeert. Concreet kunnen de taxi’s desgewenst blijven werken met de andere, zogenaamde traditionele platformen en zich tegelijk aansluiten op de applicatie Handycab, zonder dat dit een extra belasting voor hen vormt.

“Ik ben zeer blij met dit nieuwe initiatief dat de taxisector voor onze burgers heeft opgezet. Naast de kwaliteit van de dienstverlening en de professionaliteit van de medewerkers, verbindt Handycab zich ertoe de PBM-klanten met voorrang te bedienen. Het gebruik van deze applicatie levert ook tijdswinst op, want het grootste deel van het aanbod zal bereikbaar en beschikbaar zijn zonder contact te hoeven opnemen met verschillende centrale kantoren om zo snel mogelijk een geschikt voertuig te vinden. Dat is een echt pluspunt, als je weet welke moeilijkheden deze groep van gebruikers kan ondervinden om mobiel te zijn”, aldus minister-president Rudi Vervoort. 

Alle betaalmiddelen worden geaccepteerd, zowel vanuit de applicatie als aan boord van de taxi. Een samenvatting van de reis wordt systematisch naar de gebruikers van de dienst gemaild. Ook zal 24 uur per dag en 7 dagen per week een helpdesk bereikbaar zijn.

We zijn erg enthousiast om deze nieuwe uitdaging aan te gaan. We zijn ervan overtuigd dat we met de hulp van iedereen (gebruikers, verenigingen en bedrijven) van dit project een succesvol en zeer nuttig instrument voor de mobiliteit van PBM’s zullen maken”, aldus het Handycab-team. 

« Zich kunnen verplaatsen in de stad is een basisrecht voor iedereen. Daarom zetten we met de Brusselse regering in op allerhande alternatieven, zodat iedereen een transportmiddel kan gebruiken dat het best bij hem of haar past. Dankzij Handycab komt er een extra, duurzaam alternatief voor mensen met een beperkte mobiliteit », zo besluit Elke Van Den Brandt, Brussels minister van mobiliteit.

Vanuit eenzelfde streven om het dagelijkse leven van PBM’s te verbeteren, keurde de Brusselse regering vorige week donderdag overigens een ontwerpbesluit goed dat taxigebruikers met een beperkte mobiliteit ten goede moet komen. Zo zijn de technische criteria waaraan taxi’s voor PBM’s moeten voldoen (hoogte, breedte, ruimte voor een rolstoel, hellend vlak, enz.), bijgestuurd. De nieuwe voertuigen zullen in de toekomst beter uitgerust moeten zijn, zodat zij optimaal beantwoorden aan de eisen van een doelgroep die recht heeft op een aangepast aanbod.

Meer info: www.handycab.be  en info@handycab.be

 

Covid-19: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat het mondmasker op heel zijn grondgebied verplichten

cpaout20

Covid-19: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat het mondmasker op heel zijn grondgebied verplichten

persbericht

6 augustus 2020

Minister-President Rudi Vervoort kondigde het op donderdag 6 augustus aan na afloop van een vergadering van de crisiscel uitgebreid met de Burgemeesters en deskundigen van de GGC: het mondmasker wordt verplicht in openbare ruimten en privéruimten die toegankelijk zijn voor het publiek zodra de drempel van 50 besmettingen per 100.000 inwoners is bereikt (berekend op een gemiddelde van zeven dagen*) en dat in heel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het is een ingrijpende en inperkende maatregel die echter verantwoord is door de epidemiologische toestand en de heropflakkering van het aantal vastgestelde gevallen. Deze beslissing valt na het uitstel van de vijfde versoepelingsfase in de Nationale Veiligheidsraad door de contactbubbel terug te brengen tot 5 personen per gezin voor de vier weken van de maand augustus, door het winkelbezoek te beperken tot één persoon voor dertig minuten en door een uitbreiding van de maatregelen die de burgers opleggen hun gegevens achter te laten om het traceren ook in andere sectoren dan de horeca mogelijk te maken, zoals onder meer in fitness- en speelzalen, wellnesscentra en zwembaden. Tot slot herinneren we eraan dat de Veiligheidsraad ook een kader heeft vastgelegd waarbinnen de burgemeesters strengere maatregelen kunnen nemen die aangepast zijn aan de plaatselijke toestand. De Nationale Veiligheidsraad had het dragen van een mondmasker al verplicht op drukbezochte plaatsen en in winkelstraten die door de gemeentelijke overheden zouden worden geïdentificeerd, wat de Brusselse Burgemeesters hebben gedaan.

Wij nemen de beslissing om het dragen van een mondmasker in heel het Gewest te verplichten omdat een groot aantal deskundigen achter deze maatregel staat, maar ook omdat het voor ons duidelijk is geworden dat het binnen een dichtbevolkt gebied als het Brussels Gewest bijzonder moeilijk is om zich telkens aan een andere regel aan te passen van de ene straat tot de andere, van gemeente tot gemeente”, stelde de Brusselse Minister-President Rudi Vervoort.

De Minister-President voegde daaraan toe dat het absoluut noodzakelijk is om alles in het werk stellen om deze opleving van het aantal besmettingen neer te slaan: om levens te redden maar evenzeer om te proberen de kansen op een op zijn minst gedeeltelijke fysieke aanvatting van het schooljaar te vrijwaren en niet nóg meer schade toe te brengen aan het economisch leven.

Daartoe kondigde Rudi Vervoort aan dat hij met de Burgemeesters afgesproken heeft de controle op de naleving van de geldende maatregelen van de Nationale Veiligheidsraad van 27 juli jl. te versterken, en dan vooral ‘s avonds in onze parken, maar ook op de terrassen van de HORECA. Wie de geldende maatregelen niet naleeft, loopt het risico op strafrechtelijke vervolging.

Met het oog op de handhaving van de quarantaines heeft de Minister-President tevens aangekondigd dat hij in overleg met de Burgemeesters beslist heeft dat gezondheidsinspecteurs de steun van de politiediensten kunnen krijgen om de weigering van burgers vast te stellen.

De testcapaciteit is de voorbije dagen ook versterkt om de toenemende vraag op te vangen als gevolg van de terugkeer uit vakantie in deze periode. Er komt weldra een mobiele voorziening die de burgers tegemoet treedt om de toegang tot de tests vlotter te laten verlopen.

De meeste vastgestelde gevallen zijn personen die behoren tot de leeftijdscategorie van 20- tot 49-jarigen. De mediaan ligt onder de 30 jaar. Dat wil zeggen dat de meeste besmette personen jonger zijn dan 30.

Het Gewest is gestart met de tweede fase van zijn communicatiecampagne bestemd voor het publiek van de 14- tot 25-jarigen.  Deze vindt u hier https://bps-bpv.brussels/nl/campagne-ik-leef-anders

Daarnaast heeft de GGC alle communicatietools van de federale campagne ter beschikking gesteld van de gemeenten, en dit in 33 verschillende talen zodat zij een breed mogelijk publiek kunnen bereiken.

Het is duidelijk dat het virus niet op korte termijn zal verdwijnen. We gaan ermee moeten leren leven. De beste afweer die we als maatschappij kunnen organiseren, zijn de preventiemaatregelen die we allemaal in de praktijk kunnen brengen. Alleen zo kunnen we nog striktere globale beperkingen afhouden, maatregelen die onze vrijheden nóg verder zouden aanvreten en die nóg schadelijker zouden zijn voor ons sociaal leven en voor de economie. Daarom is het belangrijk dat we onze dagelijkse inspanningen volhouden en dat we zorg dragen voor onszelf en voor de anderen” besloot Minister-President Rudi Vervoort.

*Vandaag donderdag 6 augustus bedraagt het besmettingscijfer 38 gevallen per 100.000 inwoners.

Lancering van de twaalfde projectoproep voor Duurzame Wijkcontracten in het Brussels Gewest

Capture d’écran 2019-03-12 à 21.07.50

Lancering van de twaalfde projectoproep voor Duurzame Wijkcontracten in het Brussels Gewest

persbericht

27 juli 2020

Sinds 1993 beschikt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest over wijkcontracten, een doeltreffend instrument voor stedelijke herwaardering dat in 2010 duurzaam is geworden. Elk jaar doet het Gewest op initiatief van zijn Minister-President Rudi Vervoort een oproep tot het indienen van kandidaturen bij de Brusselse gemeenten om perimeters vast te leggen die in aanmerking komen voor de uitwerking van een programma voor een duurzaam wijkcontract. De twaalfde reeks (2021-2026/2029) van deze nieuwe wijken die op gewestelijke subsidies zullen kunnen rekenen, werd net gelanceerd.
 
Het beleid van de duurzame wijkcontracten streeft ernaar de meest achtergestelde stedelijke gebieden van het Brussels Gewest te versterken om cruciale behoeften te vervullen op het vlak van de creatie of renovatie van woningen, de herwaardering van de openbare ruimte, de creatie van buurtvoorzieningen, de verbetering van het leefmilieu en de sociale cohesie in de wijken. Voorts ondersteunen deze wijkcontracten bepaalde economische of commerciële activiteiten en komt ook het milieu erin aan bod.
 
Minister-President verwoordt het als volgt: “Deze twaalfde projectoproep heeft als doel de Brusselse gemeenten die deel uitmaken van de Zone voor Stedelijke Herwaardering (ZSH) 2020 een gemeenschappelijk model voor het indienen van de kandidaturen te bieden.  Verder zal het mijn Regering een grote hoeveelheid informatie verschaffen die zij onderling kan vergelijken om op basis daarvan de perimeters te kiezen die in het komende jaar in aanmerking komen voor een stedelijk herwaarderingsprogramma. Daarbij valt nog op te merken dat voor het eerst, en dit naar aanleiding van de bijzonder moeilijke context ten gevolge van de Covid-19-gezondheidscrisis, deze oproep tot het indienen van kandidaturen zich toe zal spitsen op gebieden met een overwicht aan sociale huisvesting. ”
 
Deze nieuwe reeks zal zich dus focussen op
  • ofwel gebieden met de aanduiding “grote gehelen”, dat zijn delen van het grondgebied met een groot aantal sociale woontorens en/of (tuin)woonwijken en/of een hoge concentratie aan sociale of daarmee gelijkgestelde woningen;
  • ofwel gebieden met meer dan 50% sociale of daarmee gelijkgestelde woningen op het niveau van de door de gemeente voorgestelde perimeter
 
Daarnaast zal rekening moeten worden gehouden met verschillende oriëntaties met betrekking tot onder andere huisvesting, milieu, mobiliteit en economische en productieactiviteiten. Deze werden gedefinieerd in overeenstemming met de doelstellingen die in het kader van het relance- en herontwikkelingsplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vastgesteld werden en beantwoorden aan de stedelijke uitdagingen van de “buurtstad”.
 
Er is een gids voor het opstellen van het aanvraagdossier ontwikkeld om de gemeenten te helpen bij hun werk. Ze hebben tot half november 2020 om zich kandidaat te stellen. Vervolgens zullen de perimeters en acties die door de gemeenten voorgesteld zijn in verschillende fasen geanalyseerd worden vooraleer de nieuwe reeks, zoals gepland, in de eerste helft van 2021 toegewezen zal worden.

Covid-19: Cultuurwerkers kunnen vanaf 27 juli een premie aanvragen

culturejuil20

Covid-19: Cultuurwerkers kunnen vanaf 27 juli een premie aanvragen

persbericht

23 juli 2020

De Brusselse regering heeft de regels voor de toekenning van een premie aan de cultuurwerkers goedgekeurd. Zij kunnen daarvoor van 27 juli tot 16 augustus via de website van Actiris (www.actiris.be) een aanvraag indienen.
 
De mensen die actief zijn in de cultuursector, dreigden tijdens de coronacrisis helemaal uit het oog verloren te worden. Niet zo in het Brussels gewest, waar de Brusselse regering op 14 mei overeengekomen was een eenmalige individuele premie toe te kennen aan de cultuurwerkers, die op geen enkele vorm van steun, noch een tijdelijke werkloosheidsuitkering noch het overbruggingsrecht, aanspraak kunnen maken.
 
Velen van hen zitten al maanden zonder inkomen, doordat hun opdrachten als gevolg van Covid-19 afgelast of uitgesteld werden. Het risico om zo in de armoede te verzeilen, is dan ook reëel. Daarom vond de regering het nodig hen een uitzonderlijke steun van maximaal 1.500 euro toe te kennen om een deel van hun basisbehoeften te dekken en de Brusselse werkgelegenheid te beschermen.
 
Concreet kan iedere Brusselse cultuurwerker in aanmerking komen voor een uitzonderlijke steun van maximaal:
–             1.500 euro voor werknemers die van 13 maart 2020 tot 31 mei 2020 minder dan 775 euro inkomsten hadden;
–             1.000 euro voor werknemers die in diezelfde periode minder dan 1.550 euro inkomsten hadden;
–             500 euro voor werknemers die in diezelfde periode minder dan 3.100 euro inkomsten hadden;
 
De cultuursector is door de coronacrisis kwetsbaarder dan ooit. De cultuurwerkers wachten nu al enkele maanden. Het Brussels gewest zal hen niet aan hun lot overlaten. We hebben in totaal vijf miljoen euro vrijgemaakt om hen een eenmalige ondersteuning te bieden waarmee zij in sommige van hun basisbehoeften kunnen voorzien. Op die manier doen wij er alles aan om de werkgelegenheid die deze sector biedt voor de Brusselaars te vrijwaren en haar zo snel mogelijk te laten heropleven,” verklaart Brussels Minister van Werk Bernard Clerfayt.
 
De culturele en creatieve sector speelt een essentiële rol voor onze maatschappij. Hij maakt deel uit van de Brusselse ziel. Hij draagt in grote mate bij tot ons welzijn, eerst en vooral op menselijk vlak, maar daarnaast ook op economisch vlak. Om nog maar te zwijgen van zijn onmiskenbare belang voor de aantrekkingskracht van ons gewest. Mensen in de cultuursector werken ook vaak maar voor een zeer laag inkomen. De huidige crisis treft hen zeer hard. Daarom is het van fundamenteel belang om deze werknemers te steunen, zodat Brussel een cultuurstad kan blijven,“ aldus Brussels Minister-President Rudi Vervoort.
 
“Deze eenmalige premie wordt een welkome tegemoetkoming aan de nood van de vele Brusselse cultuurwerkers die door de steunmaatregelen om de gevolgen van de coronacrisis te verzachten, tot nog toe overal buiten de boot zijn gevallen. Het gaat om freelancers en occasionele individuele kunstenaars, musici, zangers, maar ook bijvoorbeeld hulpkrachten in de culturele sector die niet verbonden zijn aan een organisatie of instelling en die de voorbije maanden een aantoonbaar inkomensverlies hebben geleden, dat als dusdanig werd bevestigd door de paritaire comités van de cultuurwerkers. Zij zijn nodig om de Brusselse cultuur te schragen”, verklaart Sven Gatz, de Brusselse minister van Begroting.
 
“De Brusselse cultuurwerkers zijn divers in statuut en het soort werk. Als VGC-collegelid is het mijn taak om ook binnen de Brusselse regering hun belangen te verdedigen. Met deze premie maken we duidelijk dat het mogelijk is om Brussel te verbinden tot één hoofdstad ten dienste van alle Brusselaars. Voor het eerst kunnen we ervoor zorgen dat een premie voor de culturele sector ook beschikbaar is voor cultuurwerkers van het hele Brusselse gewest ongeacht hun taal, statuut of bevoegde ministers. Zo willen we ervoor zorgen dat iedereen meetelt”, vertelt Pascal Smet, staatssecretaris van Europese en Internationale Betrekkingen en VGC-collegelid bevoegd voor Cultuur.
 
Om de aanvragen zo snel mogelijk te verwerken en de duizenden werknemers zo vlug mogelijk te kunnen helpen, wordt gebruik gemaakt van een digitale procedure. Er zullen echter ook papieren formulieren in het Nederlands, het Frans en het Engels beschikbaar zijn.
 
De steun kan vanaf 27 juli via de website van Actiris (www.actiris.be) worden aangevraagd. De cultuurwerkers hebben tot 16 augustus tijd om een formulier in te vullen. De beslissingen over de toekenning van de premie zullen ten laatste op 14 september worden verstuurd en de uitbetaling aan de begunstigden volgt onmiddellijk daarna.

De Franstalige regering trekt ruim 600.000 euro uit voor cultuur op school

la culture a de la classe

De Franstalige regering trekt ruim 600.000 euro uit voor cultuur op school

persbericht

17 juli 2020

Het programma “La Culture a de la classe” bestaat dit jaar 20 jaar. Met subsidies van de Franse Gemeenschapscommissies biedt het de Brusselse scholen de mogelijkheid om kunst- en cultuurprojecten op te zetten. Die projecten worden na een oproep geselecteerd door een professionele jury. Zij kunnen zeer uiteenlopend zijn, gaande van het maken van kunstwerken met de leerlingen tot de kritische deelname aan kunstopvoeringen. De projectoproep voor 2020 werd net voor het begin van de lockdown uitgeschreven. De belangstelling was in dit bijzondere jaar groter dan anders.

Ruim 30% meer kwaliteitsvolle projecten ingediend dan in de vorige jaren. Dat is het zeer positieve resultaat van de projectoproep “La Culture a de la classe” voor 2020. Sommige daarvan werden als gevolg van de lockdown uitgesteld, maar er zitten ook nieuwe projecten bij, die tot doel hebben om de kinderen en jongeren op de Brusselse scholen meer in aanraking te brengen met kunst en cultuur. Daarom heeft de regering op voorstel van Rudi Vervoort, die als Brussels Minister-President in de COCOF bevoegd is voor cultuur, beslist om voor die projecten uitzonderlijk een budget van 606.000 euro toe te kennen, terwijl er aanvankelijk 450.000 euro voorzien was.

Ik ben bijzonder blij dat we overeengekomen zijn om het budget voor de projecten van “La Culture a de la classe” uitzonderlijk te verhogen, want dit programma verdient het om voor zijn twintigste verjaardag extra in de schijnwerpers te staan en het is toch wel nodig dat onze kinderen op school kunnen deelnemen aan culturele activiteiten. De leerlingen en leerkrachten zijn in 2020 bijzonder op de proef gesteld. Door met de klas mee te doen aan artistieke en creatieve projecten, kan de school uitgroeien tot de plaats voor multidisciplinaire emancipatie. Dat is ook de rol die zij volgens mij moet vervullen,” zegt Rudi Vervoort tevreden. “Dit soort project versterkt het basisleerproces en dankzij de creatieve, participatieve, inclusieve en vernieuwende benadering helpt het om schooluitval tegen te gaan. Dit programma is de voorloper van wat de Franse Gemeenschap van plan is met het parcours voor culturele en artistieke opvoeding. Wij in Brussel leveren hiermee het bewijs dat we op dit gebied een voortrekker zijn, maar we maken ook duidelijk hoe belangrijk het is om een stap verder te gaan en te blijven investeren in dit soort activiteiten, die de kwaliteit van ons onderwijs verhogen.

Dit jaar werd ook het bedrag dat per uur voor elk project wordt uitgekeerd, opgetrokken om de deelnemende kunstenaars beter en rechtvaardiger te vergoeden. “De kunstenaars maken momenteel een moeilijke periode door. Dankzij de extra vergoeding die ze krijgen voor hun prestaties op de scholen, kunnen zij zich blijven wijden aan hun kunst en kinderen zo jong mogelijk laten proeven van cultuur. Het project biedt dus meerdere voordelen”, laat de Brusselse Minister-President weten.

Sommige van de geselecteerde projecten worden ook uitgevoerd in het buitengewoon onderwijs, zodat kinderen met een handicap niet verstoken blijven van cultuur, “ aldus Rudi Vervoort, die ook bevoegd is voor het beleid ten behoeve van personen met een handicap en cultuur wil openstellen voor degenen die er het meest van uitgesloten zijn.  

Tijdens het academiejaar 2020-2021 zal een groot evenement plaatsvinden om op gepaste wijze de twintigste verjaardag te vieren van dit programma, dat al heel wat kwaliteitsvolle projecten mogelijk heeft helpen maken en meerdere generaties van Brusselse kinderen tijdens hun schoolloopbaan kunst en creativiteit heeft laten beleven. Het evenement was gepland in oktober 2020, maar moest door de gezondheidscrisis worden uitgesteld. De nieuwe datum zal in het najaar worden bekendgemaakt.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering – Ministerraad van 16 juli 2020

parlement ma version

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering - Ministerraad van 16 juli 2020

persbericht

16 juli 2020

1. Goedkeuring subsidies in het kader van het Brussels Buurt- en Preventieplan

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft beslist om het Brussels Buurt- en Preventieplan (BBPP) voor 2020 te verlengen. Dit plan regelt de toekenning van subsidies aan de 19 Brusselse gemeenten voor hun preventie- en veiligheidsprojecten. Dit plan is onderdeel van het Globaal Veiligheids-en Preventieplan (GVPP) en wil:

  •  het voorkomen van polarisering en het bestrijden van radicalisering;
  • zichtbare en geruststellende aanwezigheid in de openbare ruimten, met inbegrip van het openbaar vervoer;
  • conflictbemiddeling in openbare ruimten;
  • preventie en bestrijding van verslavingen.

2. Toekenning van subsidies aan de VZW ‘Transit’

VZW Transit leidt een werkgroep die samengesteld is uit deskundigen in de bestrijding van verslavingen. De vereniging werkt nauw samen met Brussel Preventie & Veiligheid (BPV) onder andere om:

  • Druggebruikers een opvang- en risicobeperkende ruimte ter beschikking stellen;
  • Druggebruikers te begeleiden naar een zelfstandig leven en wonen;
  • Druggebruikers te helpen bij de reïntegratie tijdens en na hun hechtenis;
  • Straathoekwerk te verrichten;
  • De gemeenten te ondersteunen bij het uitvoeren van de projecten die zij hebben opgenomen in hun plaatselijk buurt- en preventieplan (zie supra).

3. Voortzetting van de projecten die een bijdrage kunnen leveren aan de uitvoering van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan

Nog in het kader van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan (GVPP) werd er beslist om VZW’s te ondersteunen die mogelijk kunnen bijdragen tot de uitwerking van specifieke maatregelen van het plan.

Brussel Preventie en Veiligheid (BPV) heeft reeds in 2019 een portefeuille van 35 subsidies beheerd die uitgaan van 32 verenigingen. Om hun voortbestaan te waarborgen, werd er een verlengingsprocedure van de laureaatprojecten 2019 doorgevoerd.

4. Steun aan hotels en apparthotels met het oog op de gevolgen van de Covid-19 pandemie

De maatregelen die niet alleen in België, maar ook in de rest van de wereld zijn genomen in de context van de Covid-19 crisis hebben ertoe geleid dat de toeristische industrie zo goed als helemaal tot stilstand is gekomen. Deze schok is vooral hard aangekomen in het verblijfstoerisme, dat goed is voor een jaarlijks cijfer van 1,2 miljard euro in het Brussels Gewest. Iets minder dan de helft van dat bedrag (48%) wordt gegenereerd door de logies, waar de bezettingsgraad voor de zomermaanden (juli en augustus) momenteel geraamd wordt op om en bij de 8%.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren de logies vaak toe aan internationale investeerders of financiële fondsen. De uitbaters daarentegen zijn vaak lokaal en bijzonder kwetsbaar, omdat ze niet over eigen activa beschikken.

Tal van uitbaters dreigen door het wegvallen van hun inkomsten sinds begin maart snel af te stevenen op een faillissement. Dit is een situatie die om meerdere redenen absoluut moet worden vermeden: de noodzaak een volledig aanbod te behouden zodat verder professionele evenementen kunnen blijven plaatsvinden, de vele werknemers in de logiessector beschermen, vermijden dat er stadskankers ontstaan en het imago van de hoofdstad van Europa vrijwaren.

Daarom heeft de Brusselse Regering beslist om uitbaters van hotels en aparthotels te ondersteunen met een uitzonderlijke toelage. Deze moet ertoe bijdragen dat ze deze crisisperiode kunnen overbruggen en kunnen heropenen zodra de gezondheidssituatie dit toelaat. Het betreft een forfaitaire toelage van 200€ per kamer en per maand (van half maart tot eind augustus) waarmee zij een deel van de vaste kosten kunnen dekken (veiligheid, technisch onderhoud, personeelskosten, verzekeringen, energiekosten enz.). De premie wordt uitgekeerd aan hotels en aparthotels op basis van nauwkeurige selectievoorwaarden.

Daarnaast wordt ook een bedrag van 600.000€ toegekend aan het opleidingscentrum Horeca Be Pro om het opleidingsaanbod voor horecapersoneel te verbreden. Langs deze weg kunnen de werknemers en werkzoekenden van de sector hun vaardigheden uitbreiden en rekenen op begeleiding en ondersteuning bij hun beroepsomschakeling.

5. Goedkeuring van de oriëntatienota 5G

5G is een belangrijk onderwerp voor Brussel, vanuit technologisch oogpunt, maar ook vanuit sociaaleconomisch en op gezondheids- en milieuvlak. Daarom vindt de Brusselse Regering het belangrijk om de stem van de bevolking te horen en sluit ze zich aan bij een initiatief van het Brussels Parlement om een publiek debat te organiseren rond het 5G-thema en de daaraan verbonden uitdagingen. De Regering verbindt zich ertoe om in het tweede trimester van 2021 de conclusies en/of aanbevelingen die uit dat democratisch debat naar voor zijn gekomen ter hand te nemen, zodat deze kunnen worden toegepast en de eventueel vereiste wetteksten uiterlijk tegen 30 juni 2021 kunnen worden ingediend. Parallel daarmee stemde de Regering in met de oprichting van een Brussels Coördinatieplatform bestaande uit alle regeringsleden en de besturen die betrokken zijn bij de uitrol van 5G (Leefmilieu Brussel, Urban, Brussel Plaatselijke Besturen, Brussel Fiscaliteit, CIBG, … ). Het platform wordt gecoördineerd door Minister-President Rudi Vervoort.

De Brusselse regering wijst erop dat de eventuele exploitatie op basis van tijdelijke licenties van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT), met name voor de ontwikkeling van testzones, moet gebeuren met respect voor de huidige normen, die uitgaan van het voorzorgsbeginsel.

6. Nieuwe woningen: aankoop van het sleutelklare project ‘Biebuyck’ in Neder-over-Heembeek

Op voorstel van de Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting, Nawal Ben Hamou, heeft de Brusselse regering ingestemd met de aankoop van het sleutel-op-de-deurproject ‘Biebuyck’ in de Generaal Biebuyckstraat nr. 36-38 in Neder-over-Heembeek. Het project ‘Biebuyck’ voorziet in 42 wooneenheden en beschikt reeds over een bouwvergunning.

Het budget dat de De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) voor deze aankoop voorzien heeft, bedraagt meer dan 10,6 miljoen euro. Deze aankoop, die werd verricht voor rekening van de openbare vastgoedmaatschappij kadert binnen de Alliantie Wonen. De woningen zullen in het najaar van 2020 beschikbaar zijn.

Het Gewest lanceert zijn eerste Brusselse plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen

stop violence

Het Gewest lanceert zijn eerste Brusselse plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen

persbericht

16 juli 2020

Het Brussels Gewest keurt het eerste gewestelijke Plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen goed. Het Plan omvat 56 concrete acties ter verbetering van de opvang, de voorlichting, de begeleiding en de bescherming van slachtoffers maar ook ter verbetering van de opleiding en bewustmaking van actoren op het vlak van preventie, gezondheid, veiligheid, stedenbouw en mobiliteit. Het is een in overleg opgesteld, evolutief en transparant plan, waarbij op ongeziene wijze alle gewestelijke actiehefbomen worden ingezet om deze problematiek op een gecoördineerde en transversale manier aan te pakken.

Geweld tegen vrouwen, een Brusselse realiteit

Het Brussels Gewest blijft niet gespaard van de problematiek van geweld tegen vrouwen: uit een studie van equal.brussels van 2016-2017 blijkt dat meer dan de helft van de Brusselse vrouwen tijdens hun leven met ten minste één vorm van geweld door hun partner te maken heeft gehad. 86% van de vrouwen werd al slachtoffer van seksuele intimidatie en 17% kreeg af te rekenen met stalking. Bovendien heeft geweld een zeer grote impact op het welzijn van vrouwen: 30% van de vrouwen die ooit te maken kregen met geweld geeft aan dat ze er tot op heden nog steeds de gevolgen van dragen, zelfs al dateren de feiten van jaren geleden.

In het licht van deze vaststellingen heeft de Brusselse regering haar verantwoordelijkheid genomen. In haar Gewestelijke Beleidsverklaring van juli 2019 heeft de regering er zich toe verbonden om  op gecoördineerde wijze tussen de verschillende diensten en in overleg met de andere gefedereerde entiteiten een globaal plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen op te stellen en uit te voeren.” Dat plan is nu, minder dan een jaar na het aantreden van de Staatssecretaris voor Gelijke Kansen, Nawal Ben Hamou, een feit.

Een in nauw overleg opgesteld plan

Dit eerste Plan 2020-2024 omvat 56 concrete maatregelen, die grotendeels gebaseerd zijn op de aanbevelingen van de verenigingssector. Deze sector werd tussen september en december 2019 door de Staatssecretaris voor Gelijke Kansen Nawal Ben Hamou geraadpleegd. “Het raadplegen van de verenigingen die actief zijn op het terrein was voor mij een absolute vereiste. Zij zijn de eerste deskundigen inzake de bestrijding van geweld tegen vrouwen. De verenigingssector heeft dus niet alleen bijgedragen aan de inhoud van dit Plan, maar zal ook nauw betrokken worden bij de uitvoering en de evaluatie ervan”.

Dit eerste Plan werd ook opgesteld in nauwe samenwerking met de Brusselse ministers en staatssecretarissen. Concreet betekent dit dat er maatregelen genomen en uitgevoerd zullen worden in alle betrokken bevoegdheidsdomeinen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, namelijk: preventie en veiligheid, huisvesting, werkgelegenheid en ambtenarenzaken, mobiliteit en openbare werken, opleiding, statistiek, stedenbouw, ruimtelijke ordening en, uiteraard, gelijke kansen. “Ik kon rekenen op de volledige en onverkorte medewerking van mijn regeringscollega’s, die elk voor hun bevoegdheidsdomein zeer concrete acties hebben voorgesteld. De hele Brusselse regering zet zich in voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen. Dankzij deze gecoördineerde aanpak kunnen we het probleem in Brussel voor het eerst in al zijn vormen aanpakken”, verduidelijkt Nawal Ben Hamou.

Een evolutief en transparant plan

Ter wille van de transparantie is elke maatregel in het Plan gepland, begroot en gekoppeld aan opvolgingsindicatoren.

Het volledige plan zal ook tussentijds geëvalueerd worden, waarbij de Brusselse Raad voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zal worden betrokken en waarbij elke minister een tussentijdse evaluatie zal voorleggen aan de Commissie voor Gelijke Kansen en Vrouwenrechten van het Brussels Parlement. “Dat is voor mij een essentiële garantie voor efficiëntie”, benadrukt Staatssecretaris Nawal Ben Hamou, “het is ook de bedoeling dat het Plan verder evolueert: door de tussentijdse evaluatie kunnen we bepaalde maatregelen op punt stellen of nieuwe maatregelen nemen, als dat nodig blijkt. ”

“Door het intrafamiliaal geweld te becijferen en te objectiveren, halen we dergelijk geweld uit de privésfeer en maken we er een publieke aangelegenheid van, een zaak van iedereen.  Het observatorium van Brussel Preventie en Veiligheid heeft een belangrijke studie gepubliceerd die ook vandaag werd toegelicht. Het is een zeer waardevol instrument voor ons toekomstig beleid. Wij verbinden er ons vandaag toe om samen op alle niveaus middelen in te zetten voor een meer rechtvaardige en gelijke maatschappij” aldus Minister-President Rudi Vervoort.

Voor Minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid Elke Van den Brandt: “De stad anders inrichten en ze toegankelijk maken voor alle gebruikers en gebruiksters is een belangrijke uitdaging. We focussen zowel op de openbare ruimte in het algemeen, als op het openbaar vervoer. We willen zowel de effectieve veiligheid als het subjectieve veiligheidsgevoel verhogen. Dat doen we door grondig onderzoek naar de problematiek van seksuele intimidatie op het openbaar vervoer. Dat doen we door van seksuele intimidatie een aparte categorie van veiligheidsincident te maken, zodat slachtoffers gehoord worden, zodat de feiten duidelijker gerapporteerd worden en zodat er een adequate opvolging komt. En dat doen we ook door het veiligheidsgevoel te verhogen, met betere verlichting in de openbare ruimte, met bewegingssentoren, met open metro’s in plaats van gesloten metrostellen.”

Sven Gatz, minister van Financiën, Begroting en Ambtenarenzaken: “De gewestelijke overheidsdienst Brussel draagt actief bij tot de preventie van geweld tegen vrouwen. Talent.brussels neemt concrete maatregelen: zo maken we van dit thema een belangrijk aandachtspunt in de opleidingen die Talent organiseert voor medewerkers van gewestelijke overheden en organisaties.”

“Het is moeilijk om privé- en beroepsleven op elkaar af te stemmen. De werksfeer heeft onvermijdelijk een invloed op de privésfeer, en vice versa. Helaas geldt deze realiteit ook voor huiselijk geweld. Daarom wil ik in een vroeg stadium discriminatie op de arbeidsmarkt, waarvan vrouwen het eerste slachtoffer zijn, bestrijden. Ik heb Actiris Inclusive ontwikkeld en versterkt. Deze dienst ondersteunt de Brusselse werkgevers bij het opstellen van actieplannen om de diversiteit in ondernemingen te integreren en structureel te verbeteren. Deze plannen helpen om een duurzame cultuur van pariteit te creëren. Wij verlenen financiële steun voor de uitvoering van deze geplande acties, tot 50% voor een maximumbedrag van 10.000 euro. Diversiteit in ondernemingen ontwikkelen en systematisch rekening houden met de behoeften van vrouwen is de intelligente keuze van diegenen die alle talenten ten volle willen benutten”, zegt Bernard Clerfayt, Brussels Minister van Werk.

“Door vanaf het begin van de herontwikkelingsprojecten aandacht te besteden aan de realiteit van vrouwen in de openbare ruimte, kunnen we de situatie verbeteren. We hebben ons er dus toe verbonden om beter rekening te houden met de aspecten preventie, pesterijen en geweld in alle procedures die leiden tot de aanvraag en afgifte van een stedenbouwkundige vergunning”, concludeert Pascal Smet, Staatssecretaris belast met Stedenbouw.

Brussels Gewest ondersteunt Europalia Treinen

europalia

Brussels Gewest ondersteunt Europalia Treinen

persbericht

10 juli 2020

Op voorstel van Brussels minister-president Rudi Vervoort en minister Sven Gatz, samen bevoegd voor de promotie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, heeft de Brusselse regering beslist een subsidie toe te kennen aan Europalia voor de organisatie van een biënnale over treinen. Het is voor het eerst dat Europalia niet een land maar een thema in de kijker zet. Voor Brussel is dit een uitstekende gelegenheid om zijn Europese treingeschiedenis in de verf te zetten.

Europalia koos ervoor haar biënnale van 2021-2022 in het kader te zetten van treinen, naar aanleiding van de 100ste verjaardag van de International Union of Railways (UIC), waarvan alle lidstaten van de Europese Unie lid zijn.

Het Brussels Gewest besliste dit evenement met een toelage van 350.000 euro te ondersteunen.

“In de voorbije eeuw hebben treinen een enorme invloed gehad op de ontsluiting van de Europese grenzen voor de Europeanen, op onze manier van reizen, communiceren en leven in Europa”, zegt minister Sven Gatz. “Tot vandaag vormen ze ook een inspiratie voor kunstenaars, avonturiers, vernieuwers en dromers. De Europese hoofdstad speelde daarbij een centrale rol als knooppunt van spoorwegen. Met het fantastische treinmuseum Train World in Schaarbeek heeft de regio op haar grondgebied bovendien een uniek themamuseum, dat in deze Europalia-editie een centrale plaats zal krijgen. Dit evenement past dus helemaal in de promotie van het nationaal en internationaal imago van het Brussels Hoofdstedelijk gewest.”

Minister-president Rudi Vervoort: “Na Roemenië als themaland, wijdt de culturele biënnale Europalia haar volgende editie in 2021 volledig aan de spoorwegen in de kunst. Ik verheug me over deze bijzondere keuze die de 175ste verjaardag honoreert van de treinverbinding Parijs-Brussel, de 25ste verjaardag van de Thalysverbinding en de 100ste verjaardag van de Internationale Spoorweg Unie. Met dit thema zal het publiek vanzelfsprekend meerdere evenementen en tentoonstellingen kunnen ontdekken in onze hoofdstedelijke regio maar even goed in België en onze buurlanden. Een belangrijke editie voor het nationale en internationale imago van Brussel.”

Koen Clement, Directeur Europalia : “De Brusselse regio is van primordiaal belang geweest voor de ontwikkeling van het Belgische spoorwegennet. Het is dan ook met groot plezier dat we uitkijken naar de samenwerking met het Gewest waarbij Europalia Festival Trains & Tracks er verschillende artistieke topevenementen zal programmeren.”

Jan Grauls, Commissaris-Generaal Europalia Trains & Tracks: “In 2021 zal Brussel de trein vieren, een vertrouwde en welgekomen vriend.”

België is sinds de eerste jaren van zijn bestaan de wieg geweest voor het treinverkeer. De eerste Europese spoorlijn werd op 5 mei 1835 tussen Brussel en Mechelen ingereden. De trein werd getrokken door drie stoomlocomotieven van Britse makelij, gevolgd door wagens met 900 genodigden aan boord. Het was de eerste trein op het Europese continent.

In 2021 zal het ook 175 jaar geleden zijn dat de eerste spoorlijn tussen twee hoofdsteden, Brussel en Parijs, op het Europese continent werd ingehuldigd. En in 2021 vieren we de tiende verjaardag van het Witboek van de Europese Commissie over de interne Europese vervoersruimte.

Vandaag gebruiken miljoenen mensen in Europa nog altijd dagelijkse de trein om naar hun werk te sporen of te reizen naar andere landen. Lang voordat het vrije verkeer van goederen en personen in Europa een politiek kader vond dankzij de Europese Unie, was de trein al een middel bij uitstek om dat ideaal in de praktijk te brengen. Vandaag staat ethische mobiliteit vandaag meer dan ooit centraal in het publieke debat. En ook in de discussie over de beste vervoersmodi van de toekomst heeft de trein nog steeds uitstekende troeven.

Het RPA ‘Usquare’ – voormalige Kazernes van Elsene – werd vandaag in tweede lezing goedgekeurd door de Brusselse Regering

usquare

Het RPA ‘Usquare’ - voormalige Kazernes van Elsene - werd vandaag in tweede lezing goedgekeurd door de Brusselse Regering

persbericht

9 juli 2020

Op voorstel van Minister-President Rudi Vervoort keurde de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in tweede lezing het Richtplan van Aanleg ‘Usquare’ (de site van de voormalige Kazernes van Elsene) goed.  Naar aanleiding van het openbaar onderzoek dat in 2018 werd georganiseerd werden er verschillende adviezen ingewonnen. De betrokken instellingen en gemeenten konden hun voorstellen voor het gebruik van de site doorgeven. Die aanpassingen werden doorgevoerd en het plan wordt nu ter advies voorgelegd aan de afdeling Wetgeving van de Raad van State.

Als gevolg van de geplande verhuizing van de federale politie kwamen de Kazernes van Elsene geleidelijk leeg te staan. In 2018 kocht het Brussels Hoofdstedelijk Gewest deze site met een oppervlakte van ongeveer 44.000 m². Usquare ligt in de buurt van de campussen van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en de Université libre de  Bruxelles (ULB) en op het kruispunt van belangrijke lijnen van het openbaar vervoer. De site bezit een groot reconversiepotentieel dat zich leent om er een open, gemengde, universitaire en internationale wijk in te richten.

Ook voorziet de site in ongeveer 600 studentenkoten tegen sociaal betaalbare prijzen en in 20.000m² aan gezinswoningen die 100% openbaar zullen zijn. Maar liefst 70% van de woningen zullen sociale woningen zijn en 30% zal bestaan uit middenklassewoningen. Het Gewest zet via deze weg haar ambitie verder om sociale woningen te voorzien op de terreinen waarvan ze eigenaar is.

“Het project van de kazernes zal ten goede komen aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een van de ambities van Usquare is om uit te groeien tot een internationale hub, die zowel studenten als internationale onderzoekers welkom heet. Dit project maakt het mogelijk om een internationaal netwerk van academische en professionele contacten te creëren, dat is gericht op de erkenning van het feit dat Brussel een studentenstad is. Maar dat niet alleen. De site zal op grote schaal woongelegenheid creëren zowel voor studenten als voor gezinnen.” stelt  Minister-President Rudi Vervoort.

Momenteel tijdens de voorbereidende fase wordt de site benut om tijdelijke projecten te ontwikkelen. Het is een plek waar jongeren en organisaties initiatieven delen met ruimte om te experimenteren. Ook de Kinograph, de eerste Brusselse pop-upcinema, heeft zijn intrek genomen in de voormalige kazernes van Elsene. Het tijdelijke gebruik van de kazerne moet de site van Usquare.brussels zowel verlevendigen als openen naar buiten toe. 

Tot 1.500 euro voor elke cultuurwerker in Brussels Gewest

culturejuil20

Tot 1.500 euro voor elke cultuurwerker in Brussels Gewest

persbericht

9 juli 2020

De culturele sector en zijn werknemers hebben geleden en lijden nog steeds onder de gevolgen van de crisis. Om de uitzendkrachten uit de culturele sector te ondersteunen, heeft de Brusselse Regering een enveloppe van 5 miljoen euro vrijgemaakt om een uitzonderlijke premie aan elke cultuurwerker toe te kennen.

 

Terwijl de federale regering naar verwachting vandaag zal stemmen over een wetsvoorstel ter ondersteuning van de werknemers uit de culturele sector, boekt het Brussels Gewest sneller vooruitgang in dit dossier. De Brusselse Regering heeft zojuist in eerste lezing haar goedkeuring gehecht aan een besluit dat voorziet in de toekenning van een eenmalige en individuele premie aan cultuurwerkers.

 

De Brusselse ministers hadden in mei jongstleden al besloten om deze steun te verlenen aan de professionals uit de culturele sector. Enkel de regels voor de toekenning ervan moesten nog concreet uitgewerkt worden in overleg met de sociale partners.

 

Door de lockdown dreigen veel cultuurwerkers in armoede te vervallen. Culturele en recreatieve activiteiten waren verboden en dus konden deze werknemers geen enkele prestatie verrichten.

 

“De premie belooft dus een verademing te zijn voor duizenden werknemers uit de sector die de afgelopen maanden geen steun hebben ontvangen. De culturele sector creëert immers werkgelegenheid in het Brussels Gewest; er zijn maar liefst 45.000 directe en indirecte jobs in deze sector. Deze duizenden uitzendkrachten mogen niet de vergeten slachtoffers van deze crisis worden. De federale regering loopt wat achter, maar Brussel boekt vooruitgang en maakt een groot bedrag van 5 miljoen euro vrij”, legt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, uit.

 

In de praktijk zal elke Brusselse cultuurwerker recht hebben op een uitzonderlijke steun van maximaal:

–             1.500 euro indien hij tussen 13 maart 2020 en 31 mei 2020 inkomsten van minder dan 775 euro heeft ontvangen;

–             1.000 euro indien hij in diezelfde periode inkomsten van minder dan 1.550 euro heeft ontvangen;

–             500 euro indien hij in diezelfde periode inkomsten van minder dan 3.100 euro heeft ontvangen.

 

De aanvraag zal online moeten worden ingediend op de website van Actiris, www.actiris.brussels, tussen eind juli en 16 augustus.

 

“Brussel is een dynamisch gewest rijk aan creativiteit en cultuur. De culturele sector is een motor voor de werkgelegenheid, en dus ook voor onze economie. Laten we ook niet vergeten wat het vertegenwoordigt in termen van nationale en internationale aantrekkelijkheid. Kunstenaars, technici, auteurs en beeldend kunstenaars hebben echter zwaar geleden onder deze crisis. In een tijd waarin de federale overheid worstelt om een antwoord te vinden voor de cultuurwerkers, aarzelt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geen seconde. Met de toekenning van deze uitzonderlijke steun neemt de regering haar verantwoordelijkheid”, verklaart Rudi Vervoort, de Brusselse minister-president.

 

“Met deze eenmalige premie komen we tegemoet aan de nood van de vele Brusselse cultuurwerkers die door de steunmaatregelen om de gevolgen van de coronacrisis te verzachten, tot nog toe overal buiten de boot zijn gevallen. Het gaat om freelancers en occasionele individuele kunstenaars, musici, zangers, maar ook bijvoorbeeld hulpkrachten in de culturele sector die niet verbonden zijn aan een organisatie of instelling en die de voorbije maanden een aantoonbaar inkomensverlies hebben geleden, dat als dusdanig werd bevestigd door de paritaire comités van de cultuurwerkers. Zij vormen immers een onmisbaar deel van onze lekkere Brusselse culturele mayonnaise.“, verklaart Sven Gatz, de Brusselse minister van Begroting.

 

“Na een harde crisis kan de cultuursector beroep doen op een maatregel die er voor iedereen is, zowel de uitzendkrachten, als de werknemers en zelfstandigen. Hiervoor kon niet iedereen beroep doen op eerdere premies door administratieve rompslomp of statuten. Daarom willen we nu een breed publiek helpen, met een focus op de creativiteit los van statuut of taal. Deze premie voor organisaties is maar een deel van het volledige pakket steunmaatregelen dat we voorzien, daarbij schenken we prioritair aandacht aan de organisaties en cultuurwerkers in de meest precaire posities. Ook op lange termijn kunnen zij op onze steun rekenen. We willen ervoor zorgen dat de cultuursector opnieuw aan de slag kan en floreert zoals nooit tevoren,”bevestigt Pascal Smet, staatssecretaris van Europese en Internationale Betrekkingen en VGC-collegelid bevoegd voor.