Oproep met het oog op de aanstelling van een opdrachthouder voor Brussel Culturele Hoofdstad van Europa in 2030

bruxelles en vacancesB

Oproep met het oog op de aanstelling van een opdrachthouder voor Brussel Culturele Hoofdstad van Europa in 2030

Oproep tot kandidaten

29 oktober 2020

In 2014, bij de zesde staatshervorming van België, kreeg het Brussels Hoofdstedelijk Gewest cultuur als nieuwe bevoegdheid. Kort daarna kondigde de Regering haar intentie aan om een gewestelijke museumpool voor moderne en hedendaagse kunst uit te bouwen in de kanaalzone. Dit grootschalige project was de tastbare uiting van de cultuurambitie van de Brusselse Regering die de vooraanstaande plaats van ons Gewest op de nationale en internationale cultuurscène moet versterken en daarmee een krachtige impuls geven aan het imago van Brussel. 2016 was een extreem moeilijk jaar voor Brussel. Op 22 maart werd de hoofdstad van Europa getroffen door een dubbele terroristische aanslag. Deze laffe daad die aansloot bij de aanslagen van Parijs bracht een schok teweeg bij de Brusselse bevolking. Ineens weerklonken stemmen om Brussel te ondersteunen vanuit cultuur, vanuit de culturen, vanuit zijn culturen. Zeer velen voelden de behoefte aan een verbindend project. Het project kreeg concrete vorm in september van hetzelfde jaar met de aankondiging van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat Brussel kandidaat was om Culturele Hoofdstad van Europa te zijn in 2030. Als hoofdstad van Europa en interculturele draaischijf is het niet meer dan normaal dat Brussel aanspraak maakt op dit statuut.

In de gewestelijke beleidsverklaring 2019-2024 van de Regering Vervoort III staat dat de Regering Brussel, in samenwerking met de Stad en de gemeenten, formeel zal voordragen als kandidaat culturele hoofdstad van Europa in 2030. Het doel is om een gelaagde kandidatuur in te dienen die de 19 Brusselse gemeenten en hun inwoners in al hun diversiteit samenbrengt rond een gemeenschappelijk project. De kandidatuur sluit ook aan bij het streven naar een sterker imago van Brussel als volwaardig Gewest, maar in de eerste plaats als hoofdstad van België en Europa. In 2030 wordt België tweehonderd jaar. Deze kandidatuur eist een plaats op in de visie op het België van de eenentwintigste eeuw. Een diverse, moderne en inclusieve staat. Daarom wil het project ook andere entiteiten, zowel in het noorden als in het zuiden van het land Vlaamse en Waalse steden of provincies) bij de kandidatuur betrekken.

*      *      *

Overeenkomstig de geldende Europese regels moet de federale staat ten laatste in 2024 de kandidatuuroproep uitschrijven. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wenst de tijd te nemen om nu al van start te gaan met de uitwerking van een sterk, dynamisch en verbindend project om te komen tot een kwalitatief hoogstaande kandidatuur die is opgebouwd door en de steun heeft van alle stakeholders van de kandidatuur op het moment waarop de oproep formeel wordt uitgestuurd.

Voorlopig vereist de Europese regelgeving dat de kandidatuur uitgaat van een stad en dat ook haar omgeving daarvan deel uitmaakt. De Europese Commissie heeft dienaangaande veranderingen aangekondigd tegen 2024. In afwachting daarvan dient verder te worden gewerkt met de Stad Brussel, die officieel de kandidatuur zal dragen samen met het Gewest. Op zeer korte termijn moeten de Brusselse gemeenten bij die kandidatuur worden betrokken. Het doel is om een project voor te leggen waarin heel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vervat zit, alles wat de unieke identiteit van ons stadgewest uitmaakt, zoals dat ook het geval was voor Marseille-Provence, Luxembourg-Grande Région en Essen-Ruhrtal… Nadien is het de bedoeling dat de dynamiek wordt opengetrokken naar structurerende partners in Vlaanderen en Wallonië om Brussel uit te spelen als het nationaal kruispunt dat het altijd geweest is.

Het doel van de kandidatuur is om iedereen in ons Gewest te verenigen rond een cultureel en artistiek project dat onze sociologische en culturele diversiteit eer aandoet en bruggen slaat tussen burgers, de cultuur- en kunstwereld en de openbare en de privésfeer. Het Gewest wenst een kandidatuur te zien ontstaan die verbindt en naar voren treedt als een symbolisch continuüm waarin de interculturele benadering kan openbloeien die Brussel belichaamt. We moeten ten koste van alles voorkomen dat het project beperkt blijft tot een samenvoeging van vormen en inhouden. Met andere woorden, we verwachten iets anders dan een som van acties en creaties. Deze aanpak is enkel mogelijk aan de hand van een verbindende logica die de kandidatuur bouwt op de actieve samenwerking van de hele Brusselse maatschappij.

*      *      *

Het Gewest wil mogelijke operationele instrumenten bestuderen om de kandidatuur voor te bereiden, deze te gepasten tijde formeel te maken en vervolgens actief toe te werken naar het jaar 2030 en de projecten in dat jaar zelf in goede banen te leiden, uit te voeren en te ondersteunen.

Tijdens de voorbije legislatuur bestelde de Regering bij visit.brussels een studie naar de mogelijke outputs voor ons Gewest en bij RAB/BKO naar de participatie van stakeholders in dit soort project (beschikbaar op aanvraag). Met deze beide documenten als uitgangspunt en om concrete vooruitgang te boeken met het project, schrijft de Regering formeel een projectoproep uit voor de aanstelling van een opdrachthouder.

De opdrachten die deze moet vervullen, zijn:

  • Verduidelijken welke procedures gevolgd moeten worden om een kandidatuur in te dienen en onderzoeken wat dat juridisch, administratief en financieel inhoudt;
  • Voorstellen doen over de wijze waarop de kandidatuur van Brussel als culturele hoofdstad van Europa in 2030 moet worden beheerd (op zijn minst voorstellen formuleren in verband met de bestuursstructuren, de administratieve, financiële, artistieke, culturele en burgerlijke sturing en voorstellen doen om te bepalen waar de besluitvorming en het overleg met de openbare partners dient te gebeuren);
  • Het project voorleggen aan de 19 Brusselse gemeenten en hun verwachtingen alsook hun mogelijke investering in het project onderzoeken;
  • Een verkennende opdracht uitvoeren met het oog op een mogelijke institutionele partner in Vlaanderen en Wallonië;
  • Een ontwerpplan voorstellen voor de financiering van de kandidatuur en het project tot in 2032 in overleg met de mogelijke openbare en privépartners en voorstellen doen over hoe dat alles beheerd moet worden;
  • Onderzoeken welke de mogelijke outputs en returns on investment zijn voor de kunst- en cultuurgemeenschap en voor de Brusselse maatschappij in het algemeen indien de kandidatuur zou worden binnengehaald en wanneer dat niet zo zou zijn.
  • Werken met een benchmarklogica om lessen te trekken uit de positieve en negatieve ervaringen van Europese cultuurhoofdsteden:
  • Zorgen dat de conclusies van de raadpleging van de sectoren (RAB-BKO, La Concertation, De Brusselse Museumraad) in de samenstelling van deze kandidatuur worden opgenomen voor wat betreft de drie principes duurzaamheid, nieuwe technologieën en samenwerkingscultuur;
  • Regels voorstellen met betrekking tot de samenstelling en de werking, alsook de opdrachten van een “wetenschappelijk comité”, belast met de begeleiding van de kandidatuur;
  • Manieren voorstellen om overleg te plegen met / inspraak te geven aan enerzijds de Brusselse kunst- en cultuurgemeenschap en anderzijds het maatschappelijk middenveld om ideeën en visies over het project naar aanleiding van de kandidatuur te verzamelen;
  • Overleg plegen met de volgende instanties over hun mogelijke bijdrage aan het project:
    • de Brusselse lokale en gewestelijke instellingen (gemeenten, gewestelijke besturen, ION, relevante paragemeentelijke en paragewestelijke operatoren…),
    • de federale, gemeenschaps- en supranationale instellingen die aanwezig zijn in Brussel,
    • de Brusselse kunst- en cultuurgemeenschap,
    • het Brussels maatschappelijk middenveld,
    • elke andere relevante stakeholder;
  • Een openbaar, burgergericht, institutioneel, lokaal, gewestelijk, nationaal en Europees pleidooi uitwerken voor de kandidatuur en het project;
  • Lobbyen voor de kandidatuur en het project;
  • Wegbereidende culturele en artistieke projecten voor de kandidatuur en het project begeleiden;
  • De indiening van de kandidatuur voorbereiden.

De opdrachthouder zal verzocht worden te werken op grond van een collegiale logica volgens een bottom-up benadering met de overheidsinstanties, de Brusselse kunst- en cultuursector en het maatschappelijk middenveld.

De opdrachthouder zal worden aangesteld voor een jaar. Die periode kan verlengd worden tot aan de indiening van de kandidatuur. Op dat moment zullen het Gewest, de Stad en de Gemeenten een commissaris-generaal (m/v) voor het project aanstellen tot minstens 31 december 2031. Deze werkt zelfstandig, maar pleegt op regelmatige basis overleg met het kabinet van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

De opdrachthouder brengt bij de Regering jaarlijks verslag uit over de vorderingen van zijn opdracht. Binnen zes maanden na zijn aanstelling dient de opdrachthouder aan de Regering zijn actieplan voor te leggen voor de uitvoering van zijn opdrachten.

De opdrachthouder kan zijn:

  • Een of meerdere natuurlijke personen,
  • Een of meerdere rechtspersonen,
  • Een of meerdere natuurlijke en rechtspersonen.

De opdrachthouder moet:

  • Beschikken over een uitgebreide kennis van het Brusselse artistieke en culturele weefsel;
  • Ervaring hebben met het zowel administratief als artistiek beheer van cultuurprojecten van internationale omvang;
  • Knowhow over het beheer van een project als Europese cultuurhoofdstad samenbrengen;
  • Beschikken over een verzoenend profiel en een participatieve ingesteldheid;
  • Blijk geven van een nauwgezet administratief en financieel beheer;
  • Goed op de hoogte zijn van de werking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en zijn stakeholders;
  • Zich zowel tegenover Franstaligen als Nederlandstaligen kunnen uitdrukken;
  • Beschikbaar zijn voor de hele duur van de opdracht;
  • Werken met een referentieteam rond de verschillende aspecten die verband houden met dit soort project;
  • Zich ertoe verbinden de waarden die de Regering met het cultuurproject wil uitdragen, te delen.

De Regering zal voorzien in werkingsmiddelen voor de uitvoering van de opdracht. In dat bedrag is de terbeschikkingstelling of de huur van een kantoorruimte inbegrepen. De opdrachthouder moet een voorstel indienen over de verdeling van zijn kosten binnen die enveloppe.

De Regering kan middelen toekennen voor studiekosten.

Het bedrag zal worden vastgelegd en vereffend ten gunste van een bestaande of op te richten vzw die de opdracht uitvoert, wanneer die daarmee begint.

De opdracht begint te lopen vanaf de kennisgeving over de aanstelling van de opdrachthouder door de Regering en ten vroegste op 1 januari 2021.

*      *      *

Kandidaturen dienen ingediend te worden in een gesloten omslag met ontvangstbewijs vóór 1 december 2020 om 23u59 (waarbij de poststempel als bewijs geldt) met een kopie per e-mail op het adres:

Rudi Vervoort,

-Kandidatuur Brussel 2030-

Hertogsstraat 7-9

1000 BRUSSEL

dcordonnier@gov.brussels

De Minister-President onderzoekt de dossiers. De Regering oordeelt over zijn aanstelling.

De kandidaatstellingen dienen op zijn minst de volgende elementen te omvatten:

  1. een voorstelling van de opdrachthouder en diens eventuele partners (hoogstens 5000 lettertekens),
  2. een document dat de werkmethode beschrijft voor de uitvoering van de opdrachten (hoogstens 15.000 lettertekens),
  3. een budgetvoorstel voor de opdracht (hoogstens 1 A4 pagina).

De dossiers mogen zowel in het Nederlands als in het Frans worden opgesteld.

De Minister-President waarborgt het vertrouwelijk karakter van alle kandidaturen.

 

Voor nadere vragen

neemt u contact op met David Cordonnier, adviseur van de Minister-President

dcordonnier@gov.brussels

+3225063224

De provinciale crisiscel neemt bijkomende maatregelen om de stijging van het aantal besmettingen in het Brussels gewest af te remmen

mesuresoctnl v2

De provinciale crisiscel neemt bijkomende maatregelen om de stijging van het aantal besmettingen in het Brussels gewest af te remmen

persbericht

24 oktober 2020

Gelet op het feit dat het aantal positieve coronagevallen in het Brussels Gewest blijft toenemen, is de Brusselse Provinciale Crisiscel vandaag samengekomen om de epidemiologische situatie te bespreken en bijkomende maatregelen te nemen. Die vergadering met Minister-President Rudi Vervoort, Minister van Gezondheid Alain Maron, 19 burgemeesters van de Brusselse gemeenten, maar ook met de korpschefs van de politiezones, leden van de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie verliep onder leiding van de hoge ambtenaar, mevrouw Viviane Scholliers Ndaya.

Het dagelijkse gemiddelde van nieuwe COVID-19 coronavirusinfecties in België over de laatste 7 dagen is gestegen tot 10.675 bevestigde positieve gevallen vanaf 23 oktober 2020. Dat vertaalt zich eveneens in een toename van het aantal ziekenhuisopnames en bezette IC-bedden (intensive care). Momenteel zijn er 786 gehospitaliseerden, waarvan 127 op IC-dienst. Ook moeten er mensen worden overgebracht naar andere ziekenhuizen. Dat zorgt voor een grote druk op het zorgpersoneel en brengt de verzorging voor de andere patiënten in gevaar.

Het is belangrijk om de normale werking van de ziekenhuizen veilig te stellen, zodat ze hun taken naar behoren kunnen blijven uitvoeren. Het hoofddoel is om de gezondheid van alle burgers te beschermen.

Daarom heeft de Crisiscel beslist bijkomende maatregelen te nemen om de zeer verontrustende stijging van het aantal Covid-19-besmettingen tegen te gaan. Bovenop de voortzetting van de inspanningen inzake sensibilisering en preventie op Brussels niveau met nieuwe communicatiecampagnes, is de Crisiscel de volgende maatregelen overeengekomen die ingaan op maandag 26 oktober:

  • herinvoering van de verplichting om een mondmasker (dat neus en mond bedekt) te dragen op het hele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  • sluiting van culturele locaties (musea, tentoonstellingszalen,…);
  • sluiting van sportzalen (inclusief van zwembaden, schaatsbanen, fitness,…) met uitzondering van activiteiten voor kinderen jonger dan 12 jaar;
  • Sport;
    • verbod op alle amateursportwedstrijden
    • trainingen voor groepssporten van amateurs mogen alleen plaatsvinden voor deelnemers tot en met 12 jaar. Stages zijn eveneens toegestaan voor deelnemers tot en met 12;
  • schooluitstapjes zijn verboden voor iedereen;
  • sluiting van recreatieve locaties, waaronder pretparken, wedkantoren, casino’s,…;
  • activiteiten van erediensten worden verboden, behalve:
    • De gebedshuizen blijven open. Hun toegang wordt echter beperkt tot één person per 10 m², met een maximum van 100 personen en een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon;
    • begrafenisceremonies, maar enkel in aanwezigheid van maximaal 15 personen, met een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon en zonder de mogelijkheid van blootstelling van het lichaam;
    • religieuze huwelijken, maar enkel in het bijzijn van de echtgenoten, hun getuigen en de bedienaar van de eredienst;
    • religieuze plechtigheden die zijn opgenomen met de bedoeling ze via alle beschikbare kanalen te verspreiden en die alleen met maximaal 10 personen plaatsvinden, met inbegrip van de personen die voor die opname verantwoordelijk zijn, met het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon, en voor zover de plaats van eredienst tijdens de opname voor het publiek gesloten blijft
  • burgerlijke huwelijken, maar enkel in het bijzijn van de echtgenoten, hun getuigen en de ambtenaar van de burgerlijke stand;
  • Zoals beslist door het Overlegcomité wordt telewerken de regel, voor functies die zich ertoe lenen met respect voor de continuïteit van de bedrijfsvoering, activiteiten en dienstverlening. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal de federale regering vragen de controles op te voeren. De Brusselse openbare diensten zullen een minimale dienstverlening aan de burgers moeten handhaven;
  • er wordt individueel gewinkeld en niet langer dan noodzakelijk en gebruikelijk;
    • een volwassene mag de minderjarigen die onder hetzelfde dak wonen of een persoon die nood heeft aan begeleiding, vergezellen;
    • sluiting van alle winkels om 20u (behalve take-away tot 22:00);
  • er wordt een avondklok ingevoerd tussen 22:00 en 06:00.

Daarnaast zijn de bezoekregels  voor de Brusselse rust-en verzorgingstehuizen aangepast sinds begin van deze week. Alle rust- en verzorgingstehuizen in Brussels moeten minstens naar fase 2 overgaan.

Dit houdt in dat:

  • de bezoeken worden beperkt tot twee verschillende bezoekers. In overeenstemming met de recente instructies van het Overlegcomité mag die bubbel van twee om de twee weken veranderen;

In aanvulling op die maatregelen in fase 2, moeten de volgende regels worden toegepast:

  • het restaurant en de cafetaria sluiten voor externe bezoekers en dienstverleners;
  • het is verboden om speciale activiteiten te organiseren met externe dienstverleners (bv.bezoek Sinterklaas of kerstmarkt).

Bij elke bijkomende beslissing moet er telkens rekening gehouden worden met de epidemiologische fases in de instelling. De regels die nu al gelden, blijven van kracht. Dat is bijvoorbeeld het geval voor de overgang naar fase 3 en dus strengere werkingsregels als de situatie erger wordt of er een cluster ontstaat.

Ten slotte herinneren we eraan dat het cruciaal is dat ieder van ons zich strikt houdt aan de basisregels, d.w.z. de hygiënemaatregelen respecteren, anderhalve meter afstand bewaren en een mondmasker dat de neus en de mond bedekt dragen telkens wanneer het niet mogelijk is om afstand te houden.

 

Meer info:

Besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – 26 oktober 2020

Sinds begin van crisis bijna 1.000 pc’s verdeeld in Brusselse middelbare scholen

pc étudiant

Sinds begin van crisis bijna 1.000 pc’s verdeeld in Brusselse middelbare scholen

persbericht

28 oktober 2020

Vanaf deze woensdag worden de lessen in het secundair onderwijs volledig op afstand gegeven. Een situatie waarbij de noden van een digitale school, maar ook de noodzaak van schoolmateriaal 2.0 voor de leerlingen, weer op de voorgrond worden geplaatst. In het Brussels Gewest wordt via het relanceplan bijna 3,2 miljoen euro vrijgemaakt om de kinderen uit te rusten.

De gezondheidscrisis en de lockdown van de voorbije lente hebben het onderwijs herinnerd aan de noodzakelijke overschakeling naar een meer digitale school. En het einde van de lessen met fysieke aanwezigheid vanaf deze woensdag in het secundair onderwijs brengt de dringende noodzaak in herinnering om de digitale vaardigheden van het onderwijzend personeel, maar ook van de leerlingen, verder te ontwikkelen.

“Helpen om meer gebruik te maken van digitale technologie in het onderwijs blijft een prioriteit voor het Gewest. Het is dan ook niet meer dan normaal om in de huidige gezondheidscrisis mee te doen met de collectieve overheidsinspanning ter ondersteuning van de Gemeenschappen om computermateriaal te bezorgen aan digitaal kansarme leerlingen, want anders dreigen zij helemaal af te haken”,aldus minister-president Rudi Vervoort.

Reeds in april kondigde Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering, aan dat er 117 draagbare computers ter beschikking zouden werden gesteld van sociaal kwetsbare leerlingen. In juli van dit jaar, met Rudi Vervoort minister-president, verkregen ze het akkoord van de Brusselse Regering om een bedrag van ruim 3,2 miljoen euro vrij te maken, waarvan bijna 360.000 euro in 2020, om IT-materiaal te kopen om ter beschikking te kunnen stellen van leerlingen uit achtergestelde wijken. In oktober werden reeds 670 draagbare computers, Chromebooks, verdeeld. Net op tijd om de overschakeling naar het afstandsonderwijs het hoofd te bieden.

In totaal zullen 67 scholen (53 Franstalige en 14 Nederlandstalige) in 2020 gebruikmaken van dit initiatief. Deze operatie werd gecoördineerd met de Dienst Scholen van Perspective.brussels, de VGC en het CIBG. Het team werkt reeds full speed om de uitrol van de maatregel in 2021 te organiseren.

“De COVID-19-crisis is een trendversneller. De sterkste daarvan is de digitalisering. Het schoolmateriaal 2.0 bestaat niet meer uit een potlood, een ruitjesschrift en een gom. Vandaag hebben veel leerlingen een computer nodig om voort te kunnen leren. De toegang tot performant IT-materiaal wordt aldus een recht dat wij moeten waarborgen”, besluit Bernard Clerfayt.

Tegelijk zet het Brussels Gewest zijn project “Recycle IT” voort. Dat beoogt het opnieuw gebruiksklaar maken van IT-materiaal dat door de Brusselse besturen gedeclasseerd werd, om het in de Brusselse scholen met een zwak sociaal-economisch indexcijfer te verdelen. Sinds september werden al 201 pc’s verdeeld.

De Brusselse regering steunt de Brusselse gemeenten in de strijd tegen schooluitval

decrochage scolaire

De Brusselse regering steunt de Brusselse gemeenten in de strijd tegen schooluitval

persbericht

27 oktober 2020

Op 2 juli 2020 heeft de Gewestregering haar post-COVID-19-herstelplan goedgekeurd.  Een van de prioriteiten van dat plan is de strijd tegen schooluitval.

Minister-President Rudi Vervoort: “De gezondheidscrisis heeft onvermijdelijk een negatief effect op schooluitval, waardoor de sociaaleconomische verschillen worden geaccentueerd en de meest kwetsbaren verder worden gemarginaliseerd. Om te voorkomen dat deze gezondheids- en sociale crisis de ongelijkheden in het onderwijs verder vergroot, moest de strijd tegen schooluitval een regionale prioriteit zijn. We hebben beslist om de gemeenten te steunen omdat hun versterking en de bevordering van het buurtwerk en een proactieve, op netwerken gebaseerde, aanpak het mogelijk zullen maken om de gezinnen en de jongeren die het meest in moeilijkheden verkeren te bereiken.”

De Brusselse Regering heeft een budget van 1.500.000 euro vrijgemaakt ter ondersteuning van lokale acties die jongeren willen aanmoedigen om op school te blijven. Dit door de aanwerving van 1 voltijds equivalent (VTE) per gemeente van 1 september 2020 tot 31 december 2021.

De VTE heeft 3 missies: de actoren die meewerken aan de bestrijding van schooluitval in een netwerk op te nemen, jonge schoolverlaters individueel op te volgen en de collectieve acties ter bestrijding van schooluitval te versterken.

Naar aanleiding van deze beslissing heeft de Dienst Scholen van perspective.brussels contact opgenomen met de 19 Brusselse gemeenten en zij hebben ingestemd om van deze maatregel gebruik te maken.

Algemene Beleidsverklaring door de Minister-President – 23 oktober 2020

dpg20

Algemene Beleidsverklaring door de Minister-President – 23 oktober 2020

persbericht

23 oktober 2020

Mijnheer de Voorzitter,

Waarde collega’s,

Dames en heren volksvertegenwoordigers,

Waarschijnlijk is nooit in de geschiedenis van het Gewest een Algemene Beleidsverklaring uitgesproken in zulke onzekere tijden. 

De Covid-19 pandemie stelt onze bedrijven, ons democratisch stelsel en de sociale band zwaar op de proef zoals nooit eerder is gebeurd. 

Ze hakt in op de gezondheid, de economie en het sociaal weefsel; ze vreet aan het leerproces van kinderen en studenten en heeft een impact op cultuur en sport, ze beperkt onze verplaatsingen, en dat alles niet alleen in België maar overal ter wereld.  Ze bedreigt ons vermogen om contacten te leggen, onze sociale betrekkingen, de solidariteit tussen individuen en generaties.   Levens zijn afgebroken.  De lichamelijke maar ook geestelijke gezondheid van de Brusselaars is aangetast. Velen onder hen zijn hun job kwijt en honderden bedrijven staan op omvallen.

Maar bovenop al die kwalen onderwerpt de pandemie onze maatschappij aan nog een bijkomende stress: de onzekerheid.  Niemand kan vandaag met zekerheid zeggen wanneer en hoe deze beproevingen zullen eindigen.  

En die onzekerheid is een uitdaging op zich.  De aanvaarding van het onzekere eigen lot is een filosofische beproeving voor de mens, maar voor onze postmoderne maatschappij is het een schok.  Ons politiek systeem, dat precies bestaat om te organiseren en te voorzien, komt hierdoor zwaar onder druk te staan.

De oefening die wij ritueel volbrengen in deze derde week van oktober is bedoeld om de krachtlijnen van de regeringsactiviteit uit te zetten voor het jaar dat volgt.  Een activiteit onderbouwd met een begroting, of anders gesteld, een vooruitblik op de inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.

Wij zijn ons bewust van de kwetsbaarheid, om niet te zeggen de ijdelheid van deze onderneming in de huidige situatie.  En nochtans ze is noodzakelijk.  Omdat we meer dan ooit doelstellingen moeten vastleggen en onszelf de middelen verschaffen om deze te verwezenlijken. 

De meerderheid heeft deze doelstellingen bepaald. En ondanks de vele onbekenden die wegen op de gezondheid, de economie en de maatschappelijke toestand hebben we nog een stap verder gezet, met een meerjarig begrotingstraject op schaal van de legislatuur en de grote lijnen die dit bepalen.

Een jaar geleden kondigde ik u aan dat deze werkzaamheden zouden gebeuren om te landen in het voorjaar van 2020, op basis van een volledige begrotingsanalyse voor het Gewest.  De werkzaamheden zijn onderbroken door de crisis en door het feit dat het werk bij de administraties grondig overhoop is gehaald.  Maar we hebben ze opnieuw op stapel gezet – zo goed en zo kwaad als dat kon – om te kunnen beschikken over deze meerjarige blauwdruk.  En we gaan hiermee verder om de administratieve organisatie van het Gewest te rationaliseren en de beste dienstverlening te bieden aan de burger, met een optimale benutting van de gewestelijke middelen.

De ambitie van de meerderheid sluit, gespreid over de komende vier jaar, uiteraard aan bij de prioriteiten aangegeven door de Algemene Beleidsverklaring voor de legislatuur.  Want de crisis die wij momenteel doormaken, heeft niets gewijzigd aan deze doelstellingen. 

Dat blijkt uit het diagnoseverslag opgesteld door Perspective als basis van het Relance- en Herontwikkelingsplan voor Brussel: de uitdagingen van de crisis kruisen de doelstellingen van de Algemene beleidsverklaring.  Er moet een antwoord geformuleerd worden op de vastgestelde uitdagingen: de sociale en economische gevolgen van de crisis tegengaan en de veerkracht voor volgende crisissen vrijwaren, in een beleid dat bepaald wordt door de vier grote gewestelijke prioriteiten: huisvesting, klimaat, mobiliteit, economie-werk.

(…)

Om het vervolg te lezen, download de algemene beleidsverklaring

Steun aan hotels en apparthotels met het oog op de gevolgen van Covid-19

hotels

Steun aan hotels en apparthotels met het oog op de gevolgen van Covid-19

persbericht

22 oktober 2020

De maatregelen die niet alleen in België, maar ook in de rest van de wereld zijn genomen in de context van de Covid-19 crisis hebben ertoe geleid dat de toeristische industrie zo goed als helemaal tot stilstand is gekomen. Deze sector, die ongeveer 10% van de inkomsten van het Brussels Gewest en meer dan 50.000 directe banen genereert, is een van de sectoren die het zwaarst getroffen zijn door de gezondheidscrisis met ongekende gevolgen voor de hotelsector. Dit is vooral hard aangekomen in het verblijfstoerisme, dat goed is voor een jaarlijks cijfer van 1,2 miljard euro in het Brussels Gewest.

Tal van uitbaters dreigen door het wegvallen van hun inkomsten sinds begin maart snel af te stevenen op een faillissement. Dit is een situatie die om meerdere redenen absoluut moet worden vermeden: de noodzaak een volledig aanbod te behouden zodat verder professionele evenementen kunnen blijven plaatsvinden, de vele werknemers in de logiessector beschermen, vermijden dat er stadskankers ontstaan en het imago van de hoofdstad van Europa vrijwaren.

Daarom heeft de Brusselse Regering beslist om uitbaters van hotels en aparthotels te ondersteunen met een uitzonderlijke toelage.

Meer concreet kunnen Brusselse hotels en aparthotels onder bepaalde voorwaarden Geweststeun krijgen tot200.000 euro per vestiging en maximaal 800.000 euro per onderneming namelijk:

  • Toeristenverblijf met een capaciteit van ten hoogste 18 logieseenheden: forfaitaire premie van 20.000 euro;

  • Toeristenverblijf met een capaciteit van meer dan 18 logieseenheden:

    • 1.100 euro per hotelkamer of andere logieseenheid, beperkt tot 200.000 euro per hotel of apparthotel;

  • Maximaal 800.000 euro per onderneming. Een enkele aanvraag per ondernemer.

Om van deze steunmaatregel te kunnen genieten, dienen uitbaters aan volgende voorwaarden te voldoen:

  • in orde zijn met de bekendmaking van zijn jaarrekeningen bij de Nationale Bank van België (NBB);

  • criteria inzake financiële gezondheid vervullen;

  • op het ogenblik van de steunaanvraag geen fiscale of sociale schulden hebben uitstaan (uitzondering: aanzuiveringsplan);

  • op 31 december 2019 niet de status van onderneming in moeilijkheden hebben (EU-verordening nr. 651/2014). Deze voorwaarde geldt enkel voor middelgrote en grote ondernemingen. Micro- en kleine ondernemingen mogen echter in moeilijkheden hebben verkeerd, voor zover ze niet aan een collectieve insolventieprocedure zijn onderworpen en dat zij geen reddingssteun of herstructureringssteun hebben ontvangen (tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun, punt 22,cbis);

  • in het kader van punt 22 van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun geen steun hebben ontvangen van meer dan 800.000 euro, met inbegrip van de door het hotelwezenbesluit bedoelde premie;

  • tussen 23 maart en 31 december 2020 geen werknemers collectief hebben afgedankt of afdanken.

Het aanvraagformulier zal beschikbaar zijn vanaf maandag 26 oktober. De premieaanvraag moet uiterlijk op 13 november worden ingediend via IRISbox.

De premie wordt zo snel mogelijk in een enkele keer uitbetaald. Uiterlijk op 31 december 2020 zal de toekenningsbeslissing worden betekend.

Meer informatie via de website: http://werk-economie-emploi.brussels/nl/home

Digitalcity.brussels: nieuwe tool voor economische relance van Brussel

82463528_146562750105021_583841254169640960_n

Digitalcity.brussels: nieuwe tool voor economische relance van Brussel

persbericht

21 oktober 2020

Brussel, 21 oktober 2020 – Of je nu op zoek bent naar een medewerker, een job of een opleiding, Digitalcity.brussels wordt dé referentie zodra je in de IT-sector zit. Meer dan 2.500 m², 17 leslokalen en een team van 25 experten om het talent van morgen op te leiden en te anticiperen op de HR-behoeften van de bedrijven.

 

Uit een studie van View.brussels die begin 2020 verschenen is, blijkt dat de drie meest gezochte profielen op de Brusselse arbeidsmarkt die van analist-programmeur, helpdesk-technicus en IT-consultant zijn. De lijst met knelpuntberoepen telt overigens tal van functies die verband houden met IT. En daarbij komt ook de gezondheidscrisis die de digitalisering van al onze publieke en private ondernemingen, in alle sectoren, versneld heeft. Bijgevolg zal de vraag naar IT-profielen op de arbeidsmarkt alleen maar groter worden. Agoria schat overigens dat de digitalisering van onze samenleving 800.000 bijkomende jobs zal opleveren.

In het Brussels Gewest heerst echter een paradox: enerzijds is het Gewest de belangrijkste bron van tewerkstelling in ons land, vaak voor hooggekwalificeerde profielen, en anderzijds heeft Brussel een aanzienlijke werkloosheidsgraad. Wat moet er dan gebeuren opdat de vraag en het aanbod inzake werk mekaar zouden vinden?

Het belang van opgeleid talent

Brussel is ook de hoofdstad van de kmo’s. De oprichting van start-ups en kleine ondernemingen, vooral binnen het domein van de technologie, kent een enorme groei. In een studie van Start-up.be wordt aangetoond dat sinds 2010 meer dan 400 ondernemingen die actief zijn in de digitale sector, zich in het Brussels Gewest gevestigd hebben, en zo meer dan 3.000 jobs gecreëerd hebben. Ook blijkt uit de studie dat de rekrutering de grootste uitdaging van deze start-ups blijft.

Volgens het rapport van Agoria uit 2018 met de titel “Digitalisering en de Belgische arbeidsmarkt[1]”, “zal de kloof tussen vraag en aanbod tot minstens 2030 verder groeien”, als er geen oplossing wordt gevonden.

Het blijkt overigens dat de zoektocht naar mensen met digitale vaardigheden niet langer voorbehouden is aan techbedrijven alleen. Vandaag zijn rekruteurs op zoek naar steeds polyvalentere kandidaten. Tegenwoordig wordt van werknemers verwacht dat ze competenties bezitten op het vlak van recht, communicatie, management… en uiteraard digitale vaardigheden, wat leidt tot een echte talentenoorlog.

Pool Opleiding-Werk voor IT-beroepen, in het hart van de ontwikkeling van het Gewest

Om tegemoet te komen aan een groeiende behoefte aan arbeidskrachten, die versneld werd door de COVID-19-crisis, heeft het Brussels Gewest beslist in te zetten op een unieke en volkomen nieuwe structuur die enerzijds de beroepssector en anderzijds de openbare diensten voor arbeidsbemiddeling en opleiding samenbrengt. En dat is de Pool Opleiding-Werk voor de digitale beroepen: Digitalcity.brussels.

Deze Pool Opleiding-Werk vormt de fysieke verbinding, maar ook de digitale – die vandaag ontbreekt – tussen de overheidsdiensten en het bedrijfsleven.

Digitalcity.brussels, dat door verschillende partners ondersteund wordt, is een unieke entiteit die de stuwende krachten van Actiris, Bruxelles Formation, VDAB Brussel, het Consortium voor de erkenning van de competenties en de beroepssector verenigt ten dienste van de Brusselaars, of ze nu werkzoekend, werknemer of ondernemer zijn.

Digitalcity.brussels zal niet alleen de talenten moeten opleiden in functie van de vandaag op de arbeidsmarkt gezochte competenties, maar ook moeten anticiperen op de behoeften van de bedrijven. De digitale beroepen evolueren immers voortdurend en vereisen een carrière lang bijscholingen.

Digitalcity.brussels bestaat uit drie pijlers: de sectorale pijler Onderzoek&Ontwikkeling, de pijler Opleiding&Erkenning van Competenties en de pijler Tewerkstelling. De pool neemt dus zowel initiatieven voor opleiding, tewerkstelling, bepaling en erkenning van competenties, als initiatieven voor nauwere samenwerkingen met het onderwijs, sensibilisering voor de IT-beroepen en de bevordering van hun imago. De sectorale monitoring van de arbeidsmarkt en van de vereiste kwalificaties behoort ook tot de opdrachten van Digitalcity.

“De crisis is een trendversneller. De sterkste daarvan is de digitalisering van alle aspecten van onze samenleving. In het Brussels Gewest hebben we echter beslist om niet enkel getuige te zijn van deze ware digitale stormloop, maar om ervoor te zorgen dat de Brusselaars er ook bij betrokken zijn. Digitalcity.brussels wil dé referentie worden op het vlak van digitale beroepen in Brussel en richt zich tot wie wil starten of zich wil specialiseren in de sector. De nadruk zal uiteraard gelegd worden op opleiding: we moeten topopleidingen aanbieden om een geloofwaardige gesprekspartner te worden”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Tewerkstelling en Beroepsopleiding.

“Sinds de oprichting van de vzw Brutec in de jaren ‘80 is een hele weg afgelegd! Vandaag maakt het beroepsreferentiecentrum Evoliris plaats voor de opleidings- en tewerkstellingspool Digitalcity. Dat deze pool vandaag bestaat, is bovenal te danken aan het eerste kaderakkoord dat mijn Regering, het College van de Franse Gemeenschapscommissie en de sociale partners van de digitale sector in februari van dit jaar hebben gesloten. Via dat akkoord willen we vormgeven aan ons gezamenlijk streven om onder één gemeenschappelijke noemer een nieuwe manier van hechte samenwerking aan te gaan, waarbij de beschikbare instrumenten en middelen gedeeld worden ten dienste van alle Brusselaars, gaande van werkzoekenden, over werkgevers en opleiders tot jongeren met een leercontract!”, legt Rudi Vervoort, de Brusselse minister-president, uit.

“De publieke en private partners uit de sector verenigen zal ervoor zorgen dat de competenties van een twintigtal experten binnen hun vakgebied bijeengebracht kunnen worden en dat op één plaats een dienstenaanbod met veel ontwikkelingsmogelijkheden voor digitale vaardigheden voorgesteld kan worden. De samenwerkingen tussen onze teams om, met name, werkzoekenden voor, tijdens en na hun opleiding te begeleiden, zullen de resultaten nog verbeteren, evenals de werkzaamheden op het vlak van monitoring en bekendmaking bij de bedrijven verzekerd door de sector. Digitalcity.brussels vormt dus het ideale kader om een positieve, vernieuwende en ambitieuze dynamiek te ontwikkelen en door te geven voor de Brusselaars”, aldus Olivia P’tito, directeur-generaal van Bruxelles Formation.

“Op het moment dat onze samenleving plots naar het digitale overgeschakeld is, is een opleiding volgen binnen de digitale beroepen bijna de garantie op een job. Ik moedig de werkzoekenden die nog twijfelen om het avontuur aan te gaan, aan. Net zoals ik de werkgevers uitnodig om een beroep te doen op deze nieuwe dienst, zodat deze zo goed mogelijk tegemoetkomt aan hun behoeften. Het zijn alle nieuwe oplossingen die we voor Brussel zullen vinden samen, die ervoor zullen zorgen dat we de crisis het hoofd kunnen bieden”, legt Grégor Chapelle, de directeur-generaal van Actiris, uit.

“De oprichting van de pool Digitalcity past volledig binnen de toekomstvisie van VDAB. Het opzetten van gemeenschappelijke infrastructuur, gericht naar zowel werkzoekenden, werknemers als leerlingen, is volgens ons de weg van de toekomst. Dat binnen Digitalcity opleidingen worden georganiseerd in functie van de concrete noden van werkgevers, is essentieel voor de ICT-sector. ICT-opleidingen geeft VDAB dus niet zelf, maar we brengen al onze opleidingen virtueel onder in de pool Digitalcity en we laten onze partnerorganisaties wel opleidingen organiseren op deze prachtige state of the art infrastructuur van Digitalcity”, besluit Geert Pauwels, de directeur van VDAB Brussel.

 “Digitalcity.brussels, vanwege zijn missie als digitaal centraal punt, komt tegemoet aan de verwachtingen van de bedrijven op het gebied van opleiding en informatieverstrekking. Digitalcity.brussels moet het platform voor de Brusselse digitale projecten worden, van het ter beschikking stellen van zijn infrastructuur tot het opzetten van opportuniteiten voor publiek-private structuren. Digitalcity.brussels is eveneens de ideale plaats om ervoor te zorgen dat ondernemingen gekwalificeerd personeel vinden, hun (toekomstige) werknemers opleiden en meer zichtbaarheid geven aan hun projecten, producten of diensten”, verklaart Jean-Pierre Rucci, de directeur-generaal van Digitalcity.brussels.

 

Meer weten

Digitalcity.brussels bevindt zich in Oudergem, in de onmiddellijke nabijheid van de campussen van de ULB en de VUB waarmee de pool nieuwe samenwerkingen wil ontwikkelen. Het gebouw telt vijf niveaus en omvat onder meer:

  1. een auditorium met 100 plaatsen;
  2. een vijftiental uitgeruste zalen;
  3. een studio voor digitale media;
  4. een CISCO-lab voor netwerktechnologieën;
  5. een laboratorium om de proeven voor de certificering en de erkenning van competenties te organiseren en
  6. een ruimte van ruim 100 m² om activiteiten van Actiris in verband met tewerkstelling te organiseren.

[1] “Shaping the future of work – Digitalisering en de Belgische arbeidsmarkt”, Agoria, 2018.

Twee Brusselse laureaten voor het Label d’Utilité Publique 2021

label d'utilité publique copie

Twee Brusselse laureaten voor het Label d’Utilité Publique 2021

persbericht

20 OKTOBER 2020

Sinds zijn creatie in 2015 beoogt het Label d’Utilité Publique theaterstukken van hoogstaande kwaliteit over een actueel of maatschappelijk thema te belonen. Ook wil het mensen warm maken voor cultuur en debatten op gang brengen. Met het oog hierop organiseert het artistieke team voorafgaand aan de voorstellingen verschillende activiteiten om de toegang tot cultuur te versterken.

Dit jaar zullen twee nieuwe stukken het Label d’Utilité Publique ontvangen en op die manier beloond worden voor hun werk. Op voorstel van een jury samengesteld uit persoonlijkheden met uiteenlopende culturele achtergronden heeft de Brusselse Franstalige Regering volgende twee stukken als laureaten van de editie 2020 aangeduid: “Pourquoi Jessica a-t-elle quitté Brandon?” van het theatergezelschap M.A.P.S  en “In Solidum” van de vzw RAVIE.

Het project van M.A.P.S., een briljante voorstelling van Emmanuel de Candido en Pierre Solot, gaat in op onze relatie met de nieuwe technologieën, terwijl “In Solidum” van de vzw RAVIE ons vertelt over ons geweten als burger ten aanzien van cybercriminaliteit. Een creatie die vijf jonge acteurs (Siam De Muylder, Manoël Dupont, Arthur Goldberg, Jérémy Lamblot, Léopold Terlinden) verenigt rond dit collectieve project.

Elke laureaat ontvangt in 2021 een subsidie van 30.000 euro om activiteiten op te zetten voor het brede publiek. Deze steun kan aangevuld worden met een bedrag van 10.000 euro in 2022 om de activiteiten op het vlak van culturele bemiddeling die in het jaar waarin ze het label toegekend kregen voort te kunnen zetten.

“Ik wil de laureaten van harte feliciteren met deze welverdiende prijs. Deze stukken die gedragen worden door twee jonge Brusselse theatergezelschappen handelen over thema’s waar je in onze hedendaagse maatschappij niet omheen kan, zoals de digitale technologie en de houding die we als burger aannemen ten opzichte van de ontwikkeling ervan. Thema’s die des te relevanter zijn in het licht van de gezondheidscrisis die we doormaken en gedurende welke de meerderheid der mensen achter schermen vastgekluisterd zit. Het is onze plicht kwaliteitsvolle voorstellingen waarin maatschappelijk relevante thema’s aan bod komen te steunen”, verklaart Rudi Vervoort, Brussels Minister-President, die bevoegd is voor Cultuur.

In 2021 zal het label een vernieuwingskuur ondergaan en voortaan door het leven gaan onder de naam Label I.M.P.A.C.T. Een nieuwe naam die uitdrukking geeft aan de kernwaarden waar het label voor staat: Inclusion, Médiation culturelle, Publics, Accessibilité, Culture et Thématique (inclusie, culturele bemiddeling, publiek, toegankelijkheid, cultuur en  thematiek). Een door Rudi Vervoort ingediend ontwerpreglement zal de komende weken in het Parlement worden besproken. Het doel is om dit belangrijke programma te bestendigen, dat niet alleen de artiesten met de maatschappij verbindt, maar ook iedereen in staat stelt om een theater te betreden.

Deze intentie maakt deel uit van een cultureel beleid dat sociale cohesie, levenslang leren en culturele diversiteit omvat. Een cultuur die een divers publiek samenbrengt rond belangrijke thema’s door ontmoeting en uitwisseling te stimuleren.

Voor de volgende editie en het Label I.M.P.A.C.T. 2022 zullen de kandidaturen vanaf 1 november 2020 ingediend kunnen worden.

Voor meer inlichtingen: https://label-up.ccf.brussels/  

Usquare.brussels: het Gewest reikt twee stedenbouwkundige vergunningen uit aan de MSI en aan de universiteiten ULB en VUB

usquare

Usquare.brussels: het Gewest reikt twee stedenbouwkundige vergunningen uit aan de MSI en aan de universiteiten ULB en VUB

persbericht

15 oktober 2020

Usquare.brussels, het herontwikkelingsprogramma voor de voormalige Fritz Toussaintkazerne in Elsene heeft een belangrijke kaap gerond: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft net de stedenbouwkundige vergunningen uitgereikt voor de eerste twee herbestemmingsoperaties van emblematische gebouwen op de site.

De eerste vergunning is uitgereikt aan de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (sau-msi.brussels) voor de renovatie en reconversie van de voormalige Manege van de rijkswachtschool tot een hal voor duurzame voeding.

De tweede vergunning werd uitgereikt aan de universiteiten ULB en VUB voor de renovatie en herbestemming van de gebouwen langs de Generaal Jacqueslaan tot universitaire voorzieningen en woningen.

Deze beide operaties maken deel uit van het globale reconversieproject van de vroegere rijkswachtschool dat gecoördineerd wordt door de MSI. Ze dragen bij tot de herwaardering van het erfgoed op de site en tot de strategie inzake circulaire economie, twee essentiële elementen bij de ontwikkeling van Usquare.brussels.

Bovenop de budgetten die worden vrijgemaakt door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en door de universiteiten ULB en VUB ontvangen deze twee projecten ook aanzienlijke steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) die in gelijke mate gefinancierd wordt door de Europese Unie en het Brussels Gewest:

  • ten belope van 1.391.398,10 euro voor de reconversie van de Manege
  • ten belope van 9.033.200 euro voor de reconversie van de gebouwen langs de Generaal Jacqueslaan.

De uitreiking van de beide stedenbouwkundige vergunningen is daarmee de eerste mijlpaal in de ontwikkeling van de kazernesite, eerst en vooral door de renovatie van de Manege, maar eveneens door de renovatie van de universiteitsvoorzieningen middels het project Usquare.brussels dat gezamenlijk wordt aangestuurd door de Maatschappij voor Stedelijke Ontwikkeling van het Brussels Gewest en de VUB en de ULB. Het Brussels Gewest koestert de ambitie hier een multifunctionele voorbeeldwijk tot ontplooiing te brengen, niet enkel op technisch vlak (circulaire economie, energieprestaties, erfgoed e.d.) maar ook op samenlevingsniveau. Vermeldenswaard is ook dat jaarlijks 3.000 ton CO2 bespaard zal worden dank zij de werken gefinancierd door het EFRO-programma.

De universitaire pool wordt sterk vernieuwend en voorziet in:

  • een internationaal onderzoekscentrum: het eerste instituut voor geavanceerde studies in België (bestemd voor internationale onderzoekers)
  • een ruimte voor « Citizen and participative Science »
  • een internationaal tehuis
  • een interuniversitair onderzoekscentrum voor ‘Urban Research’.  

Rudi Vervoort, Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verheugt zich alvast: « De rol van het EFRO is eens te meer cruciaal voor de territoriale herontwikkelingsstrategie in Brussel omdat het de financiering van de eerste herontwikkelingsfase van de Kazernesite mogelijk maakt, met zijn sterke aanwezigheid van universitaire, deel- en collectieve voorzieningen.  Het is onze ambitie om een historisch gesloten en ommuurde site om te vormen tot een open en gemengde nieuwe wijk met sterke universitaire en internationale inslag die tegelijk duurzaam en vernieuwend is. Deze dynamische, gezellige plek moet tegemoetkomen aan de behoeften van de Brusselaars en zeker ook van de omwonenden, en tegelijk plaats bieden aan een ambitieus grootschalig project waar de ULB en de VUB samen de schouders onder hebben gezet. »

Pascal Smet, staatssecretaris voor het Brussels Gewest bevoegd voor Stedenbouw, vertelt: “Met de toekenning van deze vergunningen helpen we de transformatie van onze stad vooruit. Op het terrein van de voormalige kazerne ontwikkelt zich een nieuw leven. Met de bouw van woningen, een universitair onderzoekscentrum en een voedingshal tonen we het belang van gemengde functionaliteit aan. Net als bij de tijdelijke besetting, SeeU, die een groot succes is.” 

Gilles Delforge, de directeur van de MSI, stelt dat « met de uitreiking van deze beide vergunningen de operationele ontwikkeling van Usquare.brussels zeer concreet en met grote zichtbaarheid voor het grote publiek kan worden ingezet. Het begin van de reconversiewerken aan de Manege is gepland tegen de herfst 2021. Zonder het emblematisch aspect van het gebouw te wijzigen, gaat de MSI eerst de gesloten ruwbouw restaureren om vervolgens de werken uit te voeren die de exploitatie van de voedingshal mogelijk maken. Deze hal moet uitgroeien tot één van de meest opvallende programma’s van Usquare.brussels, als deelvoorziening die haar nut voor de bewoners van de omringende wijken zal bewijzen ».

Annemie Schaus, de rector van ULB, “Op de Usquare.brussels-site concretiseren de ULB en de VUB hun dynamisch partnerschap ten dienste van Brussel en zijn inwoners. Dankzij de steun van het EFRO zullen onze twee universiteiten daar onderzoekscentra ontwikkelen die zich richten op het vraagstuk van de duurzame ontwikkeling, waardoor het mogelijk wordt concreet in te spelen op de uitdagingen die zich voordoen in de stedelijke omgeving, met name in Brussel. We zullen ook enkele honderden internationale studenten verwelkomen op deze site, waardoor het een centrum van welkome en culturele diversiteit wordt. »

Caroline Pauwels, de Rector van de VUB, “We zijn geweldig blij met deze vergunningen. Met Usquare.brussels willen we duurzaam muren slopen. Tussen onderzoekers en studenten van VUB, ULB en van over de hele wereld, maar ook lokaal, tussen de universiteiten en de bewoners van de wijk. Het is onze ambitie om van Usquare.brussels een verbindende universiteitswijk te maken. Met de geplande woningen voor studenten, onderzoekers en gastdocenten willen we Usquare.brussels uitbouwen tot een internationale hub, waar onderzoekers elkaar in een stimulerende omgeving kunnen ontmoeten. Met deze vergunningen kunnen wij weer een volgende stap zetten om deze ambitie waar te maken.”

Brussels gewest ondersteunt nu ook hockey om imago uit te dragen

Capture d’écran 2020-10-14 à 13.39.11

Brussels gewest ondersteunt nu ook hockey om imago uit te dragen

persbericht

14 oktober 2020

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft 3,5 miljoen euro subsidies toegekend aan ongeveer 200 Brusselse sportverenigingen die zich tot jongeren richten in het seizoen 2020-2021. De geselecteerde projecten moeten bijdragen aan het nationale en internationale imago van het Gewest. Ze dienen een typische Brusselse identiteit te versterken waarin solidariteit, emancipatie, integratie en diversiteit centraal staan.

Hoewel sportbeleid in algemene zin een bevoegdheid van de gemeenschappen is, kan sport ook een hefboom zijn voor de promotie van het imago van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de ontwikkeling van zijn identiteit en de stedelijke herwaardering.

Brussels minister Sven Gatz is samen met minister-president Rudi Vervoort bevoegd voor het Imago van Brussel. “Zeker nu de Covid-19-crisis zwaar inhakt op het sportmilieu, waarbij sommige disciplines zoals de contactsporten extra hard geraakt worden, is de ondersteuning via gewestmiddelen voor de Brusselse sportverenigingen welkom”, meent de minister. “Sportliefhebbers en supporters houden van hun club en koppelen die clubliefde aan fierheid over hun stad. Wat is er mooier dan jongeren die als een team een match spelen tegen een andere ploeg, voor de eer van hun club en hun stad? Daarom ben ik fier weer circa 200 Brusselse sportclubs te kunnen ondersteunen en verwelkom ik de grote hockeyclubs van Brussel bij de clubs die ons gewest doen schitteren op de hoogste echelons.”

Brussels minister-president Rudi Vervoort: “Sport helpt jongeren aan zelfvertrouwen, maar ook aan de waarden van de sport zoals teamgeest, volharding, discipline en fair play. Mijn regering vindt het belangrijk om projecten te steunen die bijdragen aan de ontwikkeling en de emancipatie van onze Brusselse jongeren. ”

De projectoproep spitst zich toe op de mogelijkheid om via een club en de activiteiten ervan een Brusselse identiteit op te bouwen en bij te dragen aan een positief imago van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zowel erbinnen als erbuiten.

Dynamic.brussels

Het Gewest dient bijvoorbeeld uitdrukkelijk vermeld te staan op de infrastructuur van de club, in de gevoerde communicatie en op de uitrusting van de spelers. De vereniging moet zich dus profileren als een Brusselse club. Projecten die op bevredigende wijze aan deze voorwaarde voldoen, kregen voorrang. Bovendien ontvangen de geselecteerde verenigingen een dynamic.brussels-promotiepakket met het oog op de city marketing van het Gewest en om de visuele identiteit van het programma in de verf te zetten.

In 2020 ontving het bestuur 280 projectaanvragen. Daarvan werden er 81 verworpen omdat ze niet voldeden aan een of meer criteria. De geselecteerde projecten kunnen in drie groepen worden onderverdeeld. De eerste groep projecten bestaat uit initiatieven van sportclubs die actief zijn in de Europese divisies en eerste, tweede of derde nationale divisie van hun discipline. Het gaat dus om projecten van clubs die een internationale en nationale uitstraling hebben op het gewestimago.

Hockey

Tot nog toe bestond deze groep uit de traditionele populairste sporten als voetbal en basketbal. Dit jaar wordt er voor het eerst hockey aan toegevoegd. Hockey is immers onbetwistbaar een sportdiscipline die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doet schitteren op nationaal en internationaal niveau. Wegens de resultaten en het groeiende aantal jongeren dat jaarlijks zijn weg naar deze sport vindt, is ze een belangrijk deel gaan uitmaken van het Brusselse DNA en helpt ze zo de typische Brusselse identiteit gestalte geven. Deze groep telt 20 projecten met een totaal gesubsidieerd bedrag van 1.274.500 euro.

De tweede groep betreft projecten met een gewestelijk of bovenlokaal karakter. Hier gaat het om samenwerkingen tussen clubs en/of verenigingen, waarvan de reikwijdte het niveau van een amateurclub overstijgt en met een impact van een langere periode. In deze groep zitten 21 initiatieven, die samen goed zijn voor een budget van 875.500 euro.

De derde groep bestaat tenslotte uit projecten die uitgaan van amateurclubs en van lokale initiatieven die sportactiviteiten voor jongeren organiseren. Aan deze 158 geselecteerde projecten wordt in totaal 1.350.000 euro toegekend.

In bijlage vindt u de lijst met gesubsidieerde projecten:

De gesubsidieerde projecten Sport.pdf – 175 KB