Oproep met het oog op de aanstelling van een opdrachthouder voor Brussel Culturele Hoofdstad van Europa in 2030
Oproep tot kandidaten
29 oktober 2020
In 2014, bij de zesde staatshervorming van België, kreeg het Brussels Hoofdstedelijk Gewest cultuur als nieuwe bevoegdheid. Kort daarna kondigde de Regering haar intentie aan om een gewestelijke museumpool voor moderne en hedendaagse kunst uit te bouwen in de kanaalzone. Dit grootschalige project was de tastbare uiting van de cultuurambitie van de Brusselse Regering die de vooraanstaande plaats van ons Gewest op de nationale en internationale cultuurscène moet versterken en daarmee een krachtige impuls geven aan het imago van Brussel. 2016 was een extreem moeilijk jaar voor Brussel. Op 22 maart werd de hoofdstad van Europa getroffen door een dubbele terroristische aanslag. Deze laffe daad die aansloot bij de aanslagen van Parijs bracht een schok teweeg bij de Brusselse bevolking. Ineens weerklonken stemmen om Brussel te ondersteunen vanuit cultuur, vanuit de culturen, vanuit zijn culturen. Zeer velen voelden de behoefte aan een verbindend project. Het project kreeg concrete vorm in september van hetzelfde jaar met de aankondiging van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat Brussel kandidaat was om Culturele Hoofdstad van Europa te zijn in 2030. Als hoofdstad van Europa en interculturele draaischijf is het niet meer dan normaal dat Brussel aanspraak maakt op dit statuut.
In de gewestelijke beleidsverklaring 2019-2024 van de Regering Vervoort III staat dat de Regering Brussel, in samenwerking met de Stad en de gemeenten, formeel zal voordragen als kandidaat culturele hoofdstad van Europa in 2030. Het doel is om een gelaagde kandidatuur in te dienen die de 19 Brusselse gemeenten en hun inwoners in al hun diversiteit samenbrengt rond een gemeenschappelijk project. De kandidatuur sluit ook aan bij het streven naar een sterker imago van Brussel als volwaardig Gewest, maar in de eerste plaats als hoofdstad van België en Europa. In 2030 wordt België tweehonderd jaar. Deze kandidatuur eist een plaats op in de visie op het België van de eenentwintigste eeuw. Een diverse, moderne en inclusieve staat. Daarom wil het project ook andere entiteiten, zowel in het noorden als in het zuiden van het land Vlaamse en Waalse steden of provincies) bij de kandidatuur betrekken.
* * *
Overeenkomstig de geldende Europese regels moet de federale staat ten laatste in 2024 de kandidatuuroproep uitschrijven. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wenst de tijd te nemen om nu al van start te gaan met de uitwerking van een sterk, dynamisch en verbindend project om te komen tot een kwalitatief hoogstaande kandidatuur die is opgebouwd door en de steun heeft van alle stakeholders van de kandidatuur op het moment waarop de oproep formeel wordt uitgestuurd.
Voorlopig vereist de Europese regelgeving dat de kandidatuur uitgaat van een stad en dat ook haar omgeving daarvan deel uitmaakt. De Europese Commissie heeft dienaangaande veranderingen aangekondigd tegen 2024. In afwachting daarvan dient verder te worden gewerkt met de Stad Brussel, die officieel de kandidatuur zal dragen samen met het Gewest. Op zeer korte termijn moeten de Brusselse gemeenten bij die kandidatuur worden betrokken. Het doel is om een project voor te leggen waarin heel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vervat zit, alles wat de unieke identiteit van ons stadgewest uitmaakt, zoals dat ook het geval was voor Marseille-Provence, Luxembourg-Grande Région en Essen-Ruhrtal… Nadien is het de bedoeling dat de dynamiek wordt opengetrokken naar structurerende partners in Vlaanderen en Wallonië om Brussel uit te spelen als het nationaal kruispunt dat het altijd geweest is.
Het doel van de kandidatuur is om iedereen in ons Gewest te verenigen rond een cultureel en artistiek project dat onze sociologische en culturele diversiteit eer aandoet en bruggen slaat tussen burgers, de cultuur- en kunstwereld en de openbare en de privésfeer. Het Gewest wenst een kandidatuur te zien ontstaan die verbindt en naar voren treedt als een symbolisch continuüm waarin de interculturele benadering kan openbloeien die Brussel belichaamt. We moeten ten koste van alles voorkomen dat het project beperkt blijft tot een samenvoeging van vormen en inhouden. Met andere woorden, we verwachten iets anders dan een som van acties en creaties. Deze aanpak is enkel mogelijk aan de hand van een verbindende logica die de kandidatuur bouwt op de actieve samenwerking van de hele Brusselse maatschappij.
* * *
Het Gewest wil mogelijke operationele instrumenten bestuderen om de kandidatuur voor te bereiden, deze te gepasten tijde formeel te maken en vervolgens actief toe te werken naar het jaar 2030 en de projecten in dat jaar zelf in goede banen te leiden, uit te voeren en te ondersteunen.
Tijdens de voorbije legislatuur bestelde de Regering bij visit.brussels een studie naar de mogelijke outputs voor ons Gewest en bij RAB/BKO naar de participatie van stakeholders in dit soort project (beschikbaar op aanvraag). Met deze beide documenten als uitgangspunt en om concrete vooruitgang te boeken met het project, schrijft de Regering formeel een projectoproep uit voor de aanstelling van een opdrachthouder.
De opdrachten die deze moet vervullen, zijn:
- Verduidelijken welke procedures gevolgd moeten worden om een kandidatuur in te dienen en onderzoeken wat dat juridisch, administratief en financieel inhoudt;
- Voorstellen doen over de wijze waarop de kandidatuur van Brussel als culturele hoofdstad van Europa in 2030 moet worden beheerd (op zijn minst voorstellen formuleren in verband met de bestuursstructuren, de administratieve, financiële, artistieke, culturele en burgerlijke sturing en voorstellen doen om te bepalen waar de besluitvorming en het overleg met de openbare partners dient te gebeuren);
- Het project voorleggen aan de 19 Brusselse gemeenten en hun verwachtingen alsook hun mogelijke investering in het project onderzoeken;
- Een verkennende opdracht uitvoeren met het oog op een mogelijke institutionele partner in Vlaanderen en Wallonië;
- Een ontwerpplan voorstellen voor de financiering van de kandidatuur en het project tot in 2032 in overleg met de mogelijke openbare en privépartners en voorstellen doen over hoe dat alles beheerd moet worden;
- Onderzoeken welke de mogelijke outputs en returns on investment zijn voor de kunst- en cultuurgemeenschap en voor de Brusselse maatschappij in het algemeen indien de kandidatuur zou worden binnengehaald en wanneer dat niet zo zou zijn.
- Werken met een benchmarklogica om lessen te trekken uit de positieve en negatieve ervaringen van Europese cultuurhoofdsteden:
- Zorgen dat de conclusies van de raadpleging van de sectoren (RAB-BKO, La Concertation, De Brusselse Museumraad) in de samenstelling van deze kandidatuur worden opgenomen voor wat betreft de drie principes duurzaamheid, nieuwe technologieën en samenwerkingscultuur;
- Regels voorstellen met betrekking tot de samenstelling en de werking, alsook de opdrachten van een “wetenschappelijk comité”, belast met de begeleiding van de kandidatuur;
- Manieren voorstellen om overleg te plegen met / inspraak te geven aan enerzijds de Brusselse kunst- en cultuurgemeenschap en anderzijds het maatschappelijk middenveld om ideeën en visies over het project naar aanleiding van de kandidatuur te verzamelen;
- Overleg plegen met de volgende instanties over hun mogelijke bijdrage aan het project:
- de Brusselse lokale en gewestelijke instellingen (gemeenten, gewestelijke besturen, ION, relevante paragemeentelijke en paragewestelijke operatoren…),
- de federale, gemeenschaps- en supranationale instellingen die aanwezig zijn in Brussel,
- de Brusselse kunst- en cultuurgemeenschap,
- het Brussels maatschappelijk middenveld,
- elke andere relevante stakeholder;
- Een openbaar, burgergericht, institutioneel, lokaal, gewestelijk, nationaal en Europees pleidooi uitwerken voor de kandidatuur en het project;
- Lobbyen voor de kandidatuur en het project;
- Wegbereidende culturele en artistieke projecten voor de kandidatuur en het project begeleiden;
- De indiening van de kandidatuur voorbereiden.
De opdrachthouder zal verzocht worden te werken op grond van een collegiale logica volgens een bottom-up benadering met de overheidsinstanties, de Brusselse kunst- en cultuursector en het maatschappelijk middenveld.
De opdrachthouder zal worden aangesteld voor een jaar. Die periode kan verlengd worden tot aan de indiening van de kandidatuur. Op dat moment zullen het Gewest, de Stad en de Gemeenten een commissaris-generaal (m/v) voor het project aanstellen tot minstens 31 december 2031. Deze werkt zelfstandig, maar pleegt op regelmatige basis overleg met het kabinet van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.
De opdrachthouder brengt bij de Regering jaarlijks verslag uit over de vorderingen van zijn opdracht. Binnen zes maanden na zijn aanstelling dient de opdrachthouder aan de Regering zijn actieplan voor te leggen voor de uitvoering van zijn opdrachten.
De opdrachthouder kan zijn:
- Een of meerdere natuurlijke personen,
- Een of meerdere rechtspersonen,
- Een of meerdere natuurlijke en rechtspersonen.
De opdrachthouder moet:
- Beschikken over een uitgebreide kennis van het Brusselse artistieke en culturele weefsel;
- Ervaring hebben met het zowel administratief als artistiek beheer van cultuurprojecten van internationale omvang;
- Knowhow over het beheer van een project als Europese cultuurhoofdstad samenbrengen;
- Beschikken over een verzoenend profiel en een participatieve ingesteldheid;
- Blijk geven van een nauwgezet administratief en financieel beheer;
- Goed op de hoogte zijn van de werking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en zijn stakeholders;
- Zich zowel tegenover Franstaligen als Nederlandstaligen kunnen uitdrukken;
- Beschikbaar zijn voor de hele duur van de opdracht;
- Werken met een referentieteam rond de verschillende aspecten die verband houden met dit soort project;
- Zich ertoe verbinden de waarden die de Regering met het cultuurproject wil uitdragen, te delen.
De Regering zal voorzien in werkingsmiddelen voor de uitvoering van de opdracht. In dat bedrag is de terbeschikkingstelling of de huur van een kantoorruimte inbegrepen. De opdrachthouder moet een voorstel indienen over de verdeling van zijn kosten binnen die enveloppe.
De Regering kan middelen toekennen voor studiekosten.
Het bedrag zal worden vastgelegd en vereffend ten gunste van een bestaande of op te richten vzw die de opdracht uitvoert, wanneer die daarmee begint.
De opdracht begint te lopen vanaf de kennisgeving over de aanstelling van de opdrachthouder door de Regering en ten vroegste op 1 januari 2021.
* * *
Kandidaturen dienen ingediend te worden in een gesloten omslag met ontvangstbewijs vóór 1 december 2020 om 23u59 (waarbij de poststempel als bewijs geldt) met een kopie per e-mail op het adres:
Rudi Vervoort,
-Kandidatuur Brussel 2030-
Hertogsstraat 7-9
1000 BRUSSEL
De Minister-President onderzoekt de dossiers. De Regering oordeelt over zijn aanstelling.
De kandidaatstellingen dienen op zijn minst de volgende elementen te omvatten:
- een voorstelling van de opdrachthouder en diens eventuele partners (hoogstens 5000 lettertekens),
- een document dat de werkmethode beschrijft voor de uitvoering van de opdrachten (hoogstens 15.000 lettertekens),
- een budgetvoorstel voor de opdracht (hoogstens 1 A4 pagina).
De dossiers mogen zowel in het Nederlands als in het Frans worden opgesteld.
De Minister-President waarborgt het vertrouwelijk karakter van alle kandidaturen.
Voor nadere vragen
neemt u contact op met David Cordonnier, adviseur van de Minister-President
+3225063224