KANAL, het toekomstige museum voor museum voor moderne en hedendaagse kunst heeft zijn stedenbouwkundige vergunning gekregen

kanal

KANAL, het toekomstige museum voor museum voor moderne en hedendaagse kunst heeft zijn stedenbouwkundige vergunning gekregen

persbericht

25 december 2020

De werken aan het toekomstige museum voor museum voor moderne en hedendaagse kunst kunnen van start gaan

Na een internationale architectuurwedstrijd heeft de stichting Kanal een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning ingediend, die in maart 2020 is afgerond. Het project werd in september aan een openbaar onderzoek onderworpen en werd door een overlegcommissie besproken. Vervolgens werden kleine aanpassingen gedaan. Op 18 december 2020 heeft URBAN.BRUSSELS de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd aan de stichting Kana. Dat hebben minister-president Rudi Vervoort, bevoegd voor cultuurbeleid, en staatssecretaris van Pascal Smet bekendgemaakt.

De voormalige Citroëngarage werd door het Brussels gewest aangekocht om er een groot 21e eeuws museumcentrum voor moderne en hedendaagse kunst van te maken. Het terrein strekt zich uit over 1,7 hectare.

Zo wordt het project dat in 2016 door regering Vervoort werd aangegaan concreet. Minister-president Rudi Vervoort is dan ook zeer verheugd: 

« Met de uitreiking van deze vergunning gaat de werf van Kanal écht van start en daar ben ik zeer blij mee. Met de verbouwing van dit geheel krijgt ons Gewest een baken in het cultuurlandschap. Kanal wordt een museum van internationale klasse dat tegelijkertijd een podium zal geven aan Brusselse kunstenaars van diverse pluimage. Kanal wordt de plek waar bruggen worden geslagen tussen de burgers van de vele culturen die wij rijk zijn in het Brussels Gewest. Tevens wordt Kanal een plaats waar de inwoners van de stad en verbeelding elkaar zullen ontmoeten, waar we in een artistiek perspectief kunnen dromen van de stedelijke samenlevingsmodellen van morgen. Uit de werf moet een museumpool oprijzen met de Stichting Kanal en CIVA als spil, die zich aan het publiek zal tonen in 2024. Voor ons is het de start van ons project voor een gewest dat zich richt naar de ontplooiing van onze culturele en creatieve praktijk, » Rudi Vervoort.

“Samen met Yamila Idrissi pleitte ik enkele jaren geleden voor de oprichting van een museum voor moderne kunst in Brussel. Hiervoor moest volgens ons voorstel een internationale wedstrijd georganiseerd worden.  Met dit project wordt cultuur de drijvende kracht achter de herontwikkeling van de Kanaalzone en de Noordwijk.  Het museum zal, met haar internationale uitstraling én lokale inbedding, een nieuwe ontmoetingsplek worden in de stad. Het museum zal Brussel, als kruispunt van culturen, nog meer internationale uitstraling geven. Dat doen we in deze omgeving trouwens niet alleen met de ontwikkeling van dit museum, maar bijvoorbeeld ook met het nieuwe Beco-park lang het kanaal, de nieuwe Suzan Danielbrug en de heraanleg van het publieke omgeving in de omgeving van het Saincteletteplein. Met de herontwikkeling van deze volledige zone tonen we dat we ambitieuze projecten kan realiseren en werken we verder aan Brussels als een ‘city for people’,” zegt Pascal Smet.

Het project om de voormalige showroom en werkplaatsen van de oude Citroëngarage een nieuwe toekomst te geven, ging reeds in 2016 van start onder de regering Vervoort. De plannen voor de site van 1,7 hectare werden in september voorgelegd voor openbaar onderzoek en na de overlegcommissie licht gewijzigd. Nu de stedenbouwkundige vergunning een feit is, komt de nieuwe bestemming, met musea en gemeenschappelijke ruimtes, een heel stuk dichterbij.

Concreet zal het museum voor moderne en hedendaagse kunst 12.000 m² innemen en is het internationaal architectuurcentrum goed voor 7000 m². 13.000 m² gaat naar een interne openbare ruimte die plaats zal bieden aan cultuur, ontspanning, animatie en educatie. Tevens zal de ruimte  dienst  doen als ontmoetingsplek voor de inwoners van Brussel en haar bezoekers. Tot slot gaat 9000 m² naar gemeenschappelijke ruimtes zoals kantoren, werkplaatsen, auditoria, voorraadplaatsen, leveringsruimtes, technische lokalen en een parking.

Bij de werken gaat veel aandacht naar de restauratie en herbestemming van de belangrijkste erfgoedelementen van de site, namelijk van de showroom en de werkplaatsen. De laureaat van de architectuurwedstrijd legde er de nadruk op om de elementen uit het verleden te behouden. Zo wordt de showroom in zijn oorspronkelijke staat hersteld. De tussenvloeren uit de jaren ’50 worden weggenomen en de aluminiumgevel uit de jaren ’70 maakt plaats voor een glazen en stalen gevel, op basis van het oorspronkelijk model.

Omdat het beschermde gebouw niet aan alle functies plaats kan bieden, zullen er drie volumes bijkomen, namelijk voor het museum voor moderne en hedendaagse kunst, het museum van het Internationaal Centrum voor de Stad, de Architectuur en het Landschap en tot slot voor de gemeenschappelijke activiteiten, ter vervanging van het voormalige kantoorgebouw. Dat laatste zal de naam “Rassembleur” dragen.

KANAL beschikt nu over alle nodige machtigingen om Brussel een 21e-eeuws museum te bezorgen dat, in een resoluut multidisciplinaire geest, gewijd is aan moderne kunst en hedendaagse creatie, evenals aan de uitgebreide collectie architectuur en stedenbouw van de Stichting CIVA. Dit is een belangrijke stap om deze voormalige garage verder te transformeren tot een plaats van kunst, cultuur en uitwisseling, die de culturele aantrekkingskracht van de hoofdstad zal versterken.
​Yves Goldstein, voor de stichting KANAL.

Overigens wordt het hellend gedeelte van het dak een plat dak, wat plaats geeft aan een publiek toegankelijk dakterras. Onder een inspringend volume komen er nog een bar en een overdekt terras.

Tot slot brengen het kleurenpalet en de materiaalkeuze Kanal binnen in de 21ste eeuw. Door de jaren heen zijn de kleuren enorm geëvolueerd. Ze gingen van donkerbruin naar het huidige wit. Nu worden de structuurelementen van het gebouw via het kleurgebruik herbekeken. Ze zullen donkergrijze tint krijgen, wat herinnert aan het kleurenpalet van 1934.

De Brusselse Regering keurt de actie- en investeringsprogramma’s goed van 4 nieuwe schoolcontracten voor de periode 2020 -2024

contrats ecole 20-24

De Brusselse Regering keurt de actie- en investeringsprogramma's goed van 4 nieuwe schoolcontracten voor de periode 2020 -2024

persbericht

11 december 2020

De Brusselse regering keurde deze donderdag de actie- en investeringsprogramma’s van 4 nieuwe schoolcontracten goed voor de periode 2020-2024. Het schoolcontract is een gewestelijke programma voor stadsvernieuwing en wil schoolbuurten in Brussel opwaarderen door de relatie tussen scholen en hun buurt te versterken.

De school is de ideale plek voor contacten tussen culturen en generaties. De opwaardering van schoolbuurten en een betere integratie van de school in haar omgeving zijn dan ook prioriteiten van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) en van Strategie Go4Brussel 2030  van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het schoolcontract biedt zowel de school als de wijk tal van voordelen: scholen krijgen namelijk gewestelijke steun om hun omgeving aangenamer en veiliger te maken (bijv., groene ruimten, een veilige omheining van de school,..). Daarnaast kunnen buurtbewoners en verenigingen en buiten de schooluren meegenieten van de schoolinfrastructuur (bijv. sportzaal, theaterzaal, speelplaats, …).

Het studiebureau City Tools werd in december 2019 aangesteld om diagnoses en actie- en investeringsprogramma’s op te stellen voor de 4 schoolcontracten van de eerste reeks (2020-2024).

De Dienst Scholen van perspective.brussels heeft vier begeleidingscomités opgericht om het uitwerkingsproces van de programma’s van de schoolcontracten op te volgen. Deze comités zijn samengesteld uit een vertegenwoordiger van het kabinet van de minister-president, verschillende departementen van perspective.brussels, het studiebureau City Tools, Brussel Mobiliteit, de Federatie Wallonië-Brussel (directoraat-generaal gesubsidieerde schoolinfrastructuur), de VGC (departement Onderwijs en Vorming), de inrichtende machten en de directies van de geselecteerde scholen, alsook de betrokken gemeentelijke diensten en sociale actoren.

De actie- en investeringsprogramma’s van elk schoolcontract werden voor advies voorgelegd aan de begeleidingscomités van de schoolcontracten die een positief advies hebben uitgebracht.

De vier geselecteerde scholen zijn: School nr. 1 in Schaarbeek, VBS Champagnat in Schaarbeek, Uilenspiegel in Sint-Gillis en het Instituut Marius Renard in Anderlecht.

In totaal wordt er 5 miljoen euro vrijgemaakt voor de schoolcontracten over een uitvoeringsperiode van 4 jaar. 

Het schoolcontract is een gewestelijk beleidsinstrument waar ik zeer trots op ben. We zorgen voor betere stedelijke integratie door middel van stadsvernieuwing. We investeren in scholen die zich in kwetsbare wijken bevinden. Meestal hebben deze scholen een gebrekkig imago. Dat willen we net ombuigen door te investeren in de infrastructuur. Dit kan bijvoorbeeld door het hernieuwen van de fietspaden in de omgeving van de school tot het opknappen van de sporthal in de school zelf. Buurtbewoners krijgen op die manier toegang tot groene ruimte én buiten de schooluren  kunnen ze tevens gebruik maken van een vernieuwde sporthal. Met deze vier nieuwe contracten herwaarderen we niet enkel  de buurt, maar zorgen we eveneens voor meer sociale cohesie tussen de wijken en haar inwoners.”, zegt Rudi Vervoort, Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Brusselse maatregelen tegen verspreiding van het virus verlengd

mesures jan21 NL

Brusselse maatregelen tegen verspreiding van het virus verlengd

persbericht

10 december 2020

Vanuit de vaststelling dat de epidemiologische situatie in het Brussels Gewest, net zoals in heel België, nog altijd ernstig en precair is en op basis van het overleg in de Gewestelijke Veiligheidsraad* dat vorige week plaatsvond, heeft minister-president Rudi Vervoort beslist om de Brusselse maatregelen tegen het virus tot en met 15 januari 2021 te verlengen. Zij vormen een aanvulling op de federale maatregelen die het overlegcomité op vrijdag 27 november jongstleden heeft genomen.

De volgende maatregelen worden dus verlengd:

  • de avondklok van 22u tot 6u ‘s morgens;
  • de verplichting om een mondmasker te dragen (dat de neus en de mond bedekt);
  • de sluiting van alle winkels om 20u, behalve van 14 tot 31 december. In die periode mogen de winkels open blijven tot 21u;
  • en het verbod om alcohol te drinken in de openbare ruimte.

Wat kerstavond betreft (24 tot 25 december) zal er nog overleg plaatsvinden met de 19 gemeenten en het federale niveau.

Daarnaast is ook beslist om bij politiebesluit het tijdelijke verbod op uithuiszettingen tot en met 15 januari 2021 te verlengen.

Deze maatregelen zijn genomen om een heropflakkering van het aantal besmettingen met Covid-19 te vermijden, de druk op het zorgpersoneel te verkleinen, een normale werking van de ziekenhuizen en de verzorging van alle patiënten veilig te stellen, maar ook om de winkels die dat willen, een extra uur te geven om hun klanten te kunnen spreiden en zo een te grote toeloop te vermijden.

Het hoofddoel is om de gezondheid van iedereen te beschermen en te allen prijze te vermijden dat er een derde golf komt, want dat zou zowel op gezondheidsvlak als vanuit sociaal en economisch oogpunt een ramp zijn.

 

*Deze raad die voorgezeten wordt door de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is samengesteld uit de Procureur des Konings van Brussel, de Bestuurlijk Directeur-coördinator, de

Gerechtelijke Directeur en de Korpschefs van de zes lokale politiezones die op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigd zijn. De samenstelling ervan wordt uitgebreid tot de burgemeesters van alle 19 gemeenten en de Hoge Ambtenaar.

Lioncity: een nieuwe toekomst voor de vroegere Delhaize-site

lioncity
lioncity2

Lioncity: een nieuwe toekomst voor de vroegere Delhaize-site

persbericht

10 december 2020

Op donderdag 10 december 2020 keurde de Brusselse regering op voorstel van minister-president Rudi Vervoort de studie en de krachtlijnen voor de inrichting van de vroegere Delhaize-site in Molenbeek goed.

In februari 2019 kondigde het bedrijf Delhaize zijn plannen aan om de site van 4,4 ha op de hoek van de Jules Delhaizestraat en de Ossegemstraat, waar het al sinds 1883 gevestigd was, te verlaten. Al snel na die aankondiging ondernam het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een aantal stappen om de herinrichting van deze site met strategisch potentieel af te stemmen op de uitdagingen in Brussel. Toen de site in november 2019 via citydev.brussels werd aangekocht, gaf de Brusselse regering citydev.brussels en perspective.brussels de opdracht om een verkennende stedenbouwkundige studie uit te voeren.  

De doelstellingen en resultaten van de stedenbouwkundige studie:

De site ligt voor een deel in ondernemingsgebied in een stedelijke omgeving en voor een deel in sterk gemengd gebied. Hij biedt een reeks reconversiemogelijkheden en een groot potentieel voor een nieuwe indeling, die meer gericht en afgestemd is op de wijk, en waarbij het industriële erfgoed bewaard blijft.

De ontwikkeling van de site moet gebeuren in overeenstemming met de huidige stedenbouwkundige programma’s voor de buurt en voor de omgeving rond het Weststation (richtplan van aanleg, stadsvernieuwingscontracten en wijkcontracten) en moet tegelijk beantwoorden aan de territoriale ontwikkelingsstrategie van het gewest en dus aan de stedelijke projectvisie die vastgelegd is in het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling.

Daarom worden in de studie de volgende principes voorgesteld:

  • verschillende polen inrichten om het gebied aantrekkelijk te maken: een pool rond een openbare voorziening voor onderwijs en voor opleiding en werk, diensten voor de omwonenden, handelszaken, …;
  • een verticale mix met productieactiviteiten en openbare woningen ontwikkelen en tegelijk de benedenverdiepingen verlevendigen en actief gebruiken;
  • de productiegerichte activiteiten behouden en verder uitrollen en bijzondere aandacht schenken aan de logistieke toegankelijkheid van het binnenterrein van het bouwblok;

Om een goede levenskwaliteit voor de inwoners van de wijk en de buurt daarrond te garanderen, wordt in de studie geopperd om:

  • in het ontwikkelingsproject nieuwe groenvoorzieningen met een oppervlakte van ongeveer 1 hectare aan te leggen. Tevens zou in de richting van het dichtbijgelegen metrostation Beekkant een zachte groene as tot stand worden gebracht.
  • voorrang te geven aan een zachte mobiliteit met zo kort mogelijke logistieke stromen die verband houden met de productieactiviteiten, ondergrondse parkeerplaatsen voor het project en eventueel voor de omwonenden zodat de site en zijn omgeving vrijgemaakt worden van autoverkeer en ten slotte voldoende fietsenstallingen.
  • innovatieve praktijken op het vlak van kringloopeconomie en grondstoffenbeheer te stimuleren. Er dient eveneens aandacht uit te gaan naar de duurzaamheid van de site door te zorgen voor een efficiënt regenwaterbeheer, gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen en de koolstofuitstoot te compenseren.

Verder zal ook participatie centraal staan in het project. De stakeholders en de omwonenden zullen worden geraadpleegd. Het is de bedoeling om met behulp van tijdelijke projecten de site tot leven te wekken, gebruiksvormen uit te proberen en een participatieve dynamiek op gang te brengen.

“Door deze strategische site, die van oudsher dienst deed voor industrie en voor de activiteiten van Delhaize, aan te kopen, zetten we een beslissende stap met het oog op de herinrichting ervan. Bovendien past de aankoop in de ambities van het gewest om in deze wijk een stadsvernieuwing door te voeren. Het gewest is van plan om er een gemengde wijk met openbare woningen tot stand te brengen, waarin er ook plaats zal blijven voor duurzame en productiegerichte economische functies. Door grootschalige gewestelijke en lokale voorzieningen die tegemoetkomen aan de behoeften van de wijk uit te bouwen, bomen aan te planten en groene ruimtes aan te leggen, bijzondere aandacht te hebben voor de zachte en de logistieke mobiliteit en de parkeergelegenheid zullen alle ingrediënten worden samengevoegd om deze site op een voorbeeldige wijze in samenwerking met de gemeente te herontwikkelen. De omwonenden zullen worden geraadpleegd om ook hen bij het project te betrekken. Delhaize zal de hoofdsite in principe nog tot in 2023 blijven gebruiken, maar er wordt overwogen om de vroegere drukkerij vanaf 2021 een tijdelijke bestemming te geven teneinde deze ruimte in afwachting van de werken voor de wijk al tot leven te brengen.”, aldus minister-president Rudi Vervoort.

“Deze studie sterkt ons in onze overtuiging dat de Delhaize-site veel voordelen biedt voor de ontwikkeling van gemengde activiteiten. Er zal onder andere ruimte zijn voor productieve activiteiten die zo goed mogelijk in de wijk geïntegreerd zullen worden. Ik ben ook blij met de aandacht die wordt besteed aan de duurzaamheid van de site, met name op het gebied van biodiversiteit en mobiliteit. Over het geheel genomen is deze herontwikkeling een grote kans in het kader van de economische transitie die door de Brusselse regering wordt uitgevoerd.”, zegt Staatssecretaris voor Economische transitie Barbara Trachte.

“Dit is een belangrijke stap in het herwaarderingsproces van deze symbolische site van de gemeente.  De aanbevelingen om de Delhaize-winkel te behouden en de groene ruimte te vergroten voldoen aan onze wensen. Bovendien wilden we van bij het begin een belangrijke pool van productieve economische activiteit bewaren. Het is een goede zaak dat dit in de studie is opgenomen. We zullen er ook nauw op toezien dat de bouw van publieke en financieel toegankelijke woningen, vooral voor grote gezinnen, in het definitieve project zijn opgenomen.”, zegt Catherine Moureaux, burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek.”

“Perspective is bijzonder tevreden met het resultaat van deze verkennende studie die het mogelijk maakte om, in nauwe samenwerking met citydev.brussels, de stedelijke inzichten en operationele beperkingen voor de site te vatten. De herontwikkeling van de Delhaize-site biedt de gelegenheid om een gemengde wijk te ontwikkelen, volgens de principes in het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) : het is een nieuw deel van de stad dat zich met de omliggende wijken zal verbinden dankzij nieuwe openbare ruimten, maar ook een zachte mobiliteit mogelijk maakt en een evenwicht voorstelt tussen woonfuncties, werkplekken en openbare voorzieningen.” verklaart Tom Sanders, Directeur Territoriale Strategie van perspective.brussels.

“LionCity is alweer een belangrijke stap in de concrete uitvoering van het stadsconcept waaraan citydev.brussels meewerkt. LionCity ligt naast het Weststation, waarvan citydev.brussels ook de ontwikkeling coordineert. We streven ernaar op wijkniveau te werken en diverse activiteiten duurzaam en kwaliteitsvol te laten samenleven: productieactiviteiten, onderwijs en ontspanning, in symbiose met woningen.”, zegt Benjamin Cadranel, administrateur-generaal van citydev.brussels.

De studie kan gedownload worden op de volgende link: https://perspective.brussels/fr/actualites/site-delhaize-principes-cles-pour-une-reconversion-ouverte-sur-le-quartier

De studie werd uitgevoerd door het consortium Architectuurplatform Terwecoren Verdickt bvba, Duss BV, Cultureghem vzw en Mark Brearley’s office. Dat consortium werd gekozen na een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling die in juni 2019 was uitgeschreven.

Het opvolgingscomité is samengesteld uit het kabinet van de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de gemeente Molenbeek, citydev.brussels en perspective.brussels.

De Gewestelijke Veiligheidsraad past zijn maatregelen aan naar aanleiding van de beslissingen van het Overlegcomité

bruxelles en vacances

De Gewestelijke Veiligheidsraad past zijn maatregelen aan naar aanleiding van de beslissingen van het Overlegcomité

persbericht

1 december 2020

De minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rudi Vervoort, heeft vandaag (dinsdag 1 december) de Gewestelijke Veiligheidsraad* bijeengeroepen. Op de agenda stonden onder meer de briefing van de lokale autoriteiten over de maatregelen die afgelopen vrijdag door het Overlegcomité werden genomen. Bedoeling is om de vertaling van die maatregelen en hun praktische uitwerking te verzekeren met het oog op een zo consistent mogelijke uitvoering in het Brussels gewest. Ook een aanpassing van de avondklok werd besproken.

Het Overlegcomité heeft afgelopen vrijdag 27 november bijkomende maatregelen genomen om de strijd aan te binden tegen de verspreiding van het coronavirus in België. En vandaag is de Gewestelijke Veiligheidsraad samengekomen om deze beslissingen en de praktische modaliteiten ervan op het Brusselse grondgebied te verzekeren.

Ter herinnering: de andere maatregelen die enkel op het grondgebied van Brussel gelden, blijven van toepassing tot13 december:

  • De avondklok van 22:00 tot 06:00;
  • het verplicht dragen van een mondmasker;
  • de sluiting van de winkels om 20.00 uur;
  • een verbod op alcoholgebruik in openbare ruimtes.

Het is nog te vroeg om uitspraken te doen over een eventuele aanpassing of opheffing van die maatregelen. De Gewestelijke Veiligheidsraad zal dus nog verder afspreken en te gepasten tijde opnieuw samenkomen om dat punt te behandelen. De Minister-President zal, vanuit zijn hoedanigheid en zijn bevoegdheden, op basis van het gepleegde overleg en van de epidemiologische toestand een beslissing nemen.

 

 

*Deze raad die voorgezeten wordt door de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is samengesteld uit de Procureur des Konings van Brussel, de Bestuurlijk Directeur-coördinator, de

Gerechtelijke Directeur en de Korpschefs van de zes lokale politiezones die op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigd zijn. De samenstelling ervan wordt uitgebreid tot de burgemeesters van alle 19 gemeenten en de Hoge Ambtenaar.

Het Brussels Gewest verbouwt voormalig politiebureau tot opvangcentrum voor daklozen

commissariat 1030

Het Brussels Gewest verbouwt voormalig politiebureau tot opvangcentrum voor daklozen

persbericht

27 november 2020

Op voorstel van minister-president Rudi Vervoort heeft de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op donderdag 26 november een opdracht voor openbare werken gegund voor de renovatie van het voormalige politiebureau in 1030 Schaarbeek met het oog op de omvorming van dit gebouw tot een plaats voor onthaal en de sociale re-integratie van rondtrekkende gezinnen en daklozen.

Dit is een nieuw toonaangevend project van het Brussels Gewest dat deel uitmaakt van de wens om steeds concretere en waardigere oplossingen te bieden op het vlak van huisvesting en opvang van kwetsbare groepen die op het grondgebied van het Brussels Gewest wonen.

Wat de planning en de kosten betreft, zullen de werkzaamheden onder toezicht staan van de Directie Facilities van de Gewestelijke Overheidsdienst. De werken starten begin februari 2021 en zullen vermoedelijk worden afgerond tegen eind 2021.

Het budget voor de opdracht voor werken bedraagt 3.398.647 euro.

Het gebouw beschikt over 29 kamers met telkens 1 tot 4 plaatsen. In totaal kunnen er 84 mensen terecht. Daarnaast zal het gebouw over talrijke voorzieningen beschikken: verschillende sanitaire voorzieningen (19 douches en 15 toiletten), een keuken met een grote eetkamer, een bibliotheek, een wasruimte, een ruimte voor kinderwagens, twee multifunctionele ruimtes en een ziekenboeg. Een centrale ontvangstruime met receptie moet ervoor zorgen dat de mensen in de best mogelijke omstandigheden ontvangen kunnen worden.

Tot nu toe werd het gebouw tijdelijk bewoond door ‘La Maison des Migrants vzw’, dat onderdak biedt aan een twaalftal personen. De datum van de aanvang van de werkzaamheden zal uiteraard rekening houden met het einde van deze tijdelijke bezetting en de Directie Facilities van de Gewestelijke Overheidsdienst is door de regering gevraagd om een oplossing te vinden voor de tijdelijke herhuisvesting van de vzw. Er worden momenteel verschillende concrete wegen verkend.

Minister-president Rudi Vervoort is tevreden: “Voor ons is het essentieel dat alle burgers van ons gewest op een zo volwaardige manier worden opgevangen. Met de verbouwing van dit pand bieden we een concreet antwoord op de behoefte aan opvangplaatsen en accommodatie voor daklozen en rondzwervende gezinnen. Naast de primaire behoeften zoals slaapkamers, doucheruimtes en een eetzaal, voorziet de ruimte ook voldoende mogelijkheden om te ontspannen. Het leven op straat is bijzonder moeilijk. In dit nieuwe gebouw kunnen ze – al is het maar voor even – tot rust komen terwijl de bevoegde diensten alles in staat stellen om te werken aan de re-integratie in de maatschappij.”

Het Brussels Gewest kent een gewestelijke aanmoedigingspremie toe aan het personeel van de hulp- en zorgsector

maisons de repos

Het Brussels Gewest kent een gewestelijke aanmoedigingspremie toe aan het personeel van de hulp- en zorgsector

persbericht

26 november 2020

De Brusselse Regering keurde vandaag de toekenning van een gewestelijke premie goed als steun voor het personeel van de hulp- en zorgsector van wie momenteel enorm veel gevraagd wordt en dat hierdoor zwaar onder druk staat bij de bestrijding van het coronavirus.  

Na een veeleisende eerste golf in de gezondheidscrisis wordt het zorgstelsel de voorbije weken opnieuw zwaar getroffen door de verspreiding van Covid-19. Net als het personeel van de ziekenhuizen hebben ook de werknemers van de gewestelijke associatieve sectoren zich onvermoeibaar ingezet voor de gezondheid van de burgers en om de bevolking te helpen bij het bestrijden van deze crisis. Na de beslissing van de Federale Regering om een premie toe te kennen aan het ziekenhuispersoneel mag niet worden voorbijgegaan aan de inspanningen van het personeel van de Brusselse hulp- en zorgsector. Het is belangrijk dat zij erkenning krijgen voor hun inzet en voor het vak dat zij uitoefenen.

Daarom heeft de Brusselse Regering beslist hen te steunen met een aanmoedigingspremie die overeenstemt met het bedrag dat in de federale ziekenhuissector wordt toegekend. Deze premie van 985€ bruto geldt voor alle werknemers van de sector, ook dus voor studenten en interimpersoneel, die op de payroll staan van een organisatie die deel uitmaakt van de Brusselse  (openbare, privé- of associatieve) hulp- en zorgsector.

Na een uitputtende eerste en tweede golf is het essentieel dat we de werknemers van de hulp- en zorgsector steunen en onze waardering tonen voor deze beroepen die beantwoorden aan de basisbehoeften van onze medeburgers. Deze premie komt bovenop andere begeleidings- en opwaarderingsmaatregelen waartoe de Regering enkele weken geleden reeds beslist heeft. Omdat wij bewust zijn van het maatschappelijk en economisch belang van deze eerstelijnssectoren die in deze crisis de schok opvangen voor de hele bevolking hebben wij een totaal bedrag van 23.000.000 € vrijgemaakt,” stelt Minister-President Rudi Vervoort.  Hij voegt eraan toe “dat het overleg met de sociale partners wordt voortgezet om constructieve oplossingen te vinden die deze sectoren naar behoren kunnen opwaarderen, nieuwe werknemers aantrekken en de werkomstandigheden van al deze vakmensen verbeteren.”

“Het Brusselse hulp- en zorgpersoneel heeft sinds het begin van de gezondheidscrisis hard gewerkt om de verspreiding van Covid-19 tegen te gaan en de bevolking te ondersteunen. Het is dankzij hun vastberadenheid en zelfopoffering dat het mogelijk was om de gevolgen van het virus onder de Brusselse bevolking te beperken. Deze premie, die een aanvulling vormt op de andere onlangs genomen steunmaatregelen, draagt bij tot de versterking van de status van een essentiële sector waarvan de arbeidsomstandigheden de afgelopen maanden bijzonder ingewikkeld zijn geweest”, verklaren Barbara Trachte, minister-president van de COCOF.

Brussels Gewest toont toekomstige brandweerkazerne met sportzaal in Kuregemwijk Brussel, 24 november 2020

caserne pompiers2

Brussels Gewest toont toekomstige brandweerkazerne met sportzaal in Kuregemwijk

persbericht

25 november 2020

Minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rudi Vervoort en staatssecretaris voor brandbestrijding, dringende medische hulp en stedenbouw Pascal Smet presenteerden woensdag 25 november het ontwerp van de nieuwe brandweerkazerne en sportvoorziening die de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) zal bouwen aan het kanaal in Anderlecht. Het architectenbureau Bogdan & Van Broeck won samen met een multidisciplinair team de openbare aanbesteding die de MSI had uitgeschreven voor het ontwerp. Het bijzondere van dit project aan de Bergensesteenweg 409 in de Kuregemwijk is dat de grote sportzaal wordt gedeeld door de Dienst Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (DBDMH) en de wijk, met aparte ruimtes voor de brandweerlieden en de sporters. De gemeente Anderlecht neemt het beheer op zich van deze sportvoorziening die toegankelijk is voor de wijk.

De nieuwbouw heeft een bruto-oppervlakte van ongeveer 5.700 m², waarvan circa  1.300 m² voor de sporthal. Het Brussels Gewest voorziet de opening eind 2024. Als opdrachtgever van dit project ontving de MSI 59 kandidaturen voor de openbare aanbesteding met Europese bekendmaking die ze had uitgeschreven. Hieruit werden vijf groepen geselecteerd, die elk een offerte van hoge kwaliteit indienden (Atelier 229, Bogdan & Van Broeck- Bas, Dhooge & Meganck – HCVA, HUB-Tractebel en Label-Bovenbouw). Een jury bestaande uit toekomstige gebruikers, betrokken administraties en experts selecteerde het voorstel van het bureau Bogdan & Van Broeck, omdat dit het beste beantwoordde aan de diverse verwachtingen, onder meer over de werking van het project en over de architecturale en stedelijke kwaliteiten.

Duurzaam project dat openstaat naar de wijk 

Minister-president Rudi Vervoort zegt hierover: “Het gewest heeft de ambitie om op deze plaats een voorziening te realiseren die enerzijds de brandweer in staat stelt om haar opdrachten zo efficiënt mogelijk uit te voeren en die anderzijds een nieuwe voorziening creëert voor de Kuregemwijk die openstaat voor de stad en voor de bewoners en de gebruikers van de wijk. Het project gaat uit van drie principes. Een: de modernisering van de kazernes van de DBDMH binnen het Brussels Gewest, zodat deze optimaal beantwoorden aan de huidige normen voor dienstverlening aan de bevolking, voor het comfort van de medewerkers en voor de duurzaamheid van gebouwen. Twee: de dynamiek die voortvloeit uit de diversiteit van functies en de optimalisering van het vastgoed die het Kanaalplan voorstaat en het invullen van de behoeften die naar boven kwamen bij de uitwerking van het Stadsvernieuwingscontract. Drie: het streven om de beschikbare gronden en financiële middelen te optimaliseren.”

Pascal Smet, staatssecretaris bevoegd voor de Brusselse Brandweer en Urbanisme benadrukt dat “het bouwen van nieuwe brandweerkazernes voor onze brandweerlui een prioriteit is voor deze regering. We werken aan het verhuis van de hoofdkazerne naar Tour & Taxis, maar dit project is tot nu toe het meest gevorderd. Het zal voorbeeldig zijn. We wilden absoluut een connectie met de Kuregemwijk die nu volop wordt heringedeeld. De Brusselse Brandweer is hier eigenaar en wij maken gebruik van de bouw van deze nieuwe kazerne om de bewoners en de wijk nieuwe faciliteiten aan te bieden. Zo is er een grote sporthal ontworpen om bijvoorbeeld basketbal te kunnen spelen. Bovendien zal het, buiten de uren dat de brandweer de kazerne gebruikt, toegankelijk zijn voor alle Brusselaars.” 

De burgemeester van Anderlecht Fabrice Cumps onderstreept dat “het college van Anderlecht verheugd is met dit project, dat tegemoetkomt aan een duidelijke operationele behoefte van de pompiers en tegelijk voorziet in de bouw van een sportzaal die openstaat voor de wijk en die de gemeente zal beheren. Dat is een voorbeeld van het gemengd gebruik dat wij aanmoedigen, vooral in de strategische zone rond het kanaal.”

Tanguy du Bus de Warnaffe , Directeur-generaal van de SIAMU stelt: “De vernieuwing van onze kazernes is een van onze hoofdprioriteiten. Met de huidige kazerne van Anderlecht worden we geconfronteerd met een dubbel probleem van bouwvalligheid  en plaatsgebrek. De kazerne is goed gelegen, in het hart van een van de zones waar we het meest interveniëren, maar het was niet mogelijk om de noodzakelijke renovaties uit te voeren zonder de activiteiten tijdelijk stop te zetten. Dit is moeilijk denkbaar, aangezien het de op één na belangrijkste kazerne van het Gewest is, na die van de Helihavenlaan. We hebben dit terrein dus kunnen aankopen, dat net zo goed gelegen is en bovendien groter is. Zo kunnen we een kazerne bouwen die aangepast is aan de ontwikkelingen van het beroep, met bijvoorbeeld de integratie van specifieke ontsmettingszones en lokalen voor vrouwen. Een andere uitdaging is het versterken van de goede verankering van onze dienstverlening in de gemeenschap die we beschermen, een idee dat hier heel concreet wordt verwezenlijkt door de bouw van een gemeenschappelijke sportzaal, toegankelijk voor de buurt. » 

Bogdan & Van Broeck: bijzonder evenwichtig project

Gilles Delforge, directeur van de MSI, legt uit dat “het project van het winnende team, Bogdan & Van Broeck, het beste beantwoordt aan de functionele vereisten van het project, die met name bepalend waren voor de kazerne. Bovendien bood dit voorstel een hoge kwaliteit voor het gebruik van de verschillende ruimtes, de integratie van het project in de dichtbebouwde stedelijke context van de wijk en de circulaire aanpak van de bouw. Ik ben de teams van de DBDMH, van de bouwmeester van het gewest, van urban.brussels, perspective.brussels, de gemeente Anderlecht en Leefmilieu Brussel zeer erkentelijk voor hun samenwerking. De MSI zal haar opdracht voortzetten om dit mooie project te realiseren, waarvoor ik de ontwerpers feliciteer. De MSI is verheugd dat het haar steentje kan bijdragen aan de operationalisering van het Kanaalplan door namens de toekomstige gebruikers een openbare voorziening te realiseren die zal beantwoorden aan de vereisten van functionele diversiteit, architecturale kwaliteit en lokale dienstverlening aan de burgers binnen het kanaalgebied. De MSI vervult hier opnieuw haar rol van coördinator van de Brusselse territoriale ontwikkeling, die verantwoordelijk is voor de realisatie van zeer diverse openbare voorzieningen voor het hele gewest (hulpdiensten, sport, media, cultuur, ontspanning …) en grote gemengde stedenbouwkundige projecten (met onder meer woningen, bedrijven en groen).”

Emilie Bechet, project architect Bogdan & Van Broeck:  “De brandweerkazerne is een interventietempel waar tijd en beweging in dienst staan van de urgentie. Bovenop deze tempel ontwikkelt zich een dorp waar huiselijkheid en rust heersen. De wachtposten verbinden deze verschillende werelden. Het is een geoliede machine op menselijke schaal.

Interventietempel, dorp en ‘wachtposten’. In een brandweerkazerne zijn tijd en beweging belangrijk: het op tijd uitrukken van de brandweer, de brandweeroefeningen, professionele, maar ook recreatieve bewegingen… Maar een  brandweerkazerne is ook een plaats waar mannen en vrouwen wonen, werken, eten, studeren, slapen, en wachten op het volgende alarm… Het ontwerpteam vertaalt dit naar een architectuur met 3 protagonisten: de interventie tempel, het dorp en de poortgebouwen. De interventietempel of basis bevat de garage en de technische zones. Ze ondersteunen een snel vertrek en een vlotte terugkeer van de brandweerwagens. Efficiëntie staat voorop. Het dorp erbovenop is de thuisbasis van de brandweermannen en -vrouwen. De dynamiek is er heel verschillend. De menselijke maat heeft er de bovenhand. De tempel en het dorp zijn verbonden door de wachtposten, die, waar je je ook bevindt in het gebouw, zorgen voor een snelle route naar de vertrekzone. Onmisbaar voor een brandweerkazerne. Door de basis en het dorp echter van elkaar te scheiden, creëer je rust voor de ‘bewoner’. 

Een solide sokkel voor de interventietempel, een lichter leefgebied voor het dorp.
Het geheel heeft een dubbele structuur. Corresponderend met de aard van de activiteiten die er plaatsvinden, is de sokkel voor het interventieapparaat opgetrokken uit de ruwere materialen beton en baksteen. De bovenliggende structuur met het dorp is volledig in houtskeletbouw opgetrokken. De keuze voor deze structuur maakt grotere overspanningen mogelijk in de tempel en genereert een heel grote vrijheid in het dorp. De keuze laat ook een grote flexibiliteit toe voor de toekomst.

De Ecole Jules Verne en het LAB Marie Curie, de twee toekomstige middelbare scholen van de COCOF op de CERIA-campus, staan in de steigers!

Architectes V+ / MSA / 51n4e

De Ecole Jules Verne en het LAB Marie Curie, de twee toekomstige middelbare scholen van de COCOF op de CERIA-campus, staan in de steigers!

persbericht

24 november 2020

De Franse Gemeenschapscommissie gaat twee nieuwe scholen oprichten op de CERIA-campus. De eerste school, bestemd voor middelbaar onderwijs van de eerste graad, zal op 1 september 2021 haar deuren openen. De opening van de tweede school voor de tweede en derde graad volgt vanaf 2023.

Dit nieuw scholengeheel zal gelden als toonbeeld in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het nieuwe schoolcomplex zal bestaan uit:

  • twee scholen voor algemeen secundair onderwijs:
    • een school van de eerste graad;
    • een school van de tweede en derde graad;
  • een belangrijk gedeelte voor sportbeoefening met drie sportruimten; 
  • bijkomende uitrustingen, zoals educatieve serres, een refter, moestuinen en een kiosk;
  • een nieuw landschapspark.

Het onderwijs in beide scholen steunt op een actieve pedagogie. Dat systeem is erop gericht een omgeving tot stand te brengen waarin de leerling zowel acteur als auteur van zijn leerproces is. De leerling wordt ertoe aangezet zijn eigen traject uit te tekenen en daarbij in sterke mate samen te werken, waardoor de klas wordt omgevormd tot een soort van “leercollectief”. De scholen zullen een sterke focus hebben op talenkennis door o.a. te voorzien in een taalbad in het Nederlands en minstens twee uur Engels.

Voor het kiezen van een naam wilde minister-president Rudi Vervoort, die in het College van de COCOF bevoegd is voor onderwijs, vanuit een streven naar openheid en inspraak een stem geven aan de betrokken spelers uit het onderwijsveld. Zo werd in oktober 2020 een elektronische enquête gehouden bij het opvoedend personeel en de dienst Onderwijs van de COCOF en bij de gemeentescholen van Anderlecht en de buurgemeenten (Vorst, Molenbeek en Sint-Gillis) om een naam voor beide scholen te helpen kiezen. Meer dan 500 personen namen deel en de keuze viel op volgende twee namen:

  • Ecole Jules Verne voor de school van de eerste graad
  • Lycée Alternatif Bruxellois Marie Curie (het LAB-Marie Curie) voor de school van de tweede en derde graad

In de lijn van de opdracht van de twee nieuwe scholen en van de waarden die zij uitdragen, worden co-constructie-workshops georganiseerd. Die zijn bedoeld om, door de koppen bij elkaar te steken, concreet te bepalen wat er precies gedaan moet worden om het pedagogische project tot leven te brengen. In eerste instantie zijn er enerzijds workshops met de leerkrachten en de personeelsleden binnen de COCOF en anderzijds workshops met jongeren in samenwerking met de Anderlechtse vzw Couleur Jeunes. In tweede instantie zullen in de loop van het eerste trimester van 2021 bredere “gemengde” workshops met de verschillende stakeholders plaatsvinden waaraan ook gezinnen, buurtverenigingen, onderwijzers van andere inrichtende machten, toekomstige leerkrachten (hogeschool en studenten met een bewijs van pedagogische bekwaamheid), enzovoort zullen kunnen deelnemen.

Om de nieuwe scholen zo goed mogelijk te laten voldoen aan de pedagogische ambities van de COCOF, worden zij ingepast in een innovatief architecturaal en landschappelijk ontwerp, dat aansluit op de continuïteit van de hertekende campus en dat steunt op een architecturale vormgeving waarin verplaatsingen, activiteit, persoonlijke ontplooiing en de vrije tijd van de leerling centraal staan.

De werken gaan reeds van start in januari 2021.

Het project streeft duurzaamheid na, meer bepaald voor wat de energieprestatie van de gebouwen (EPB) en het waterbeheer betreft. Daarnaast is het de betrachting om het groene karakter van de site te versterken door de aanwezige biodiversiteit te bevorderen met een vochtige zone, moestuinen en een boomgaard.

Minister-president Rudi Vervoort is tevreden: “Met dit vernieuwende en ambitieuze project levert de Franse Gemeenschapscommissie als inrichtende macht haar deel van de gezamenlijke overheidsinspanning om een antwoord te bieden op de demografische druk en een oplossing aan te reiken voor het toenemende aantal schoolplichtige jongeren. Binnen dit en vijf jaar zullen er in het openbaar algemeen secundair onderwijs 1.200 plaatsen bijkomen. Deze nieuwe scholen zullen de jongeren in ons gewest een kwaliteitsvol en inclusief taalbadonderwijs bieden, dat gebaseerd is op een innovatieve pedagogische benadering.”

Het richtplan van aanleg Wet aangepast op grond van het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie

Pad-Loi2

Het richtplan van aanleg Wet aangepast op grond van het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie

persbericht

20 november 2020

De Gewestelijke Ontwikkelingscommissie (GOC) heeft een advies over het ontwerp van richtplan van aanleg (RPA) Wet uitgebracht. Perspective.brussels, het kenniscentrum dat zich bezighoudt met de territoriale ontwikkelingsstrategie voor het Brussels gewest, heeft er kennis van genomen. Alle opmerkingen van de verschillende instanties die over dit RPA werden geraadpleegd, zijn nu binnen.

Het advies van de GOC over het RPA Wet vervolledigt en voltooit de resultaten van het openbaar onderzoek dat vorig jaar plaatsvond. Het biedt een overzicht van de legitieme vragen die enkele actoren zich stellen in verband met de dichtheid, de bouwhoogte, de openbare ruimten en huisvesting. De minister-president geeft gehoor aan die bekommernissen en gaat het nodige doen om de volgende thema’s opnieuw onder de loep te nemen, zodat ze in het RPA op een betere manier worden geregeld:

  • de openbare ruimte en de mobiliteit om meer plaats voor te behouden voor de actieve weggebruikers en de verblijfsfuncties;
  • de bouwprofielen en inplantingen: de hoge gebouwen in de “centrale zone” van het ontwerp-RPA zouden verlaagd kunnen worden om de vastgestelde gevolgen op het vlak van bezonning en wind, zowel in de omtrek van het ontwerp-RPA als voor de omliggende wijken, zoveel mogelijk te beperken;
  • dichtheid en huisvesting: de bouw van woningen is essentieel om de ambitie van een gezellige en levendige wijk waar te maken. Om in de toekomst een sociale woonmix te garanderen, zal werk gemaakt worden van de doelstelling die opgenomen is in de gewestelijke beleidsverklaring, namelijk zorgen voor 15% sociale woningen in de wijken waar er daaraan een gebrek is. Dat is in de Europese Wijk het geval.

De Brusselse regering zal het op basis daarvan bijgewerkte plan binnenkort onderzoeken. Het is de bedoeling om een project dat zinvol is voor alle burgers, te kunnen voorleggen voor de buurt rond de Wetstraat.

Ter herinnering: het ontwerp-RPA steunt op een strategie waarmee het Brussels Gewest al meerdere jaren bezig is. Het richtschema voor de Europese Wijk, dat in 2008 werd goedgekeurd, schuift twaalf stedenbouwkundige en architecturale kernprogramma’s naar voor om deze buurt een nieuwe gedaante te geven. Een eerste programma beoogt de gebouwen van de Europese Commissie in de Wetstraat te herstructureren. Het richtschema bepaalde om voor dat programma een internationale stedenbouwkundige wedstrijd uit te schrijven, die in 2009 plaatsvond. Het “stadsproject Wet” van het atelier Christian de Portzamparc kwam destijds bij die wedstrijd als winnaar uit de bus. Dat project vormt al sinds 2009 tot nu de rode draad voor de heraanleg van de Wetstraat.

We zijn er ons uiteraard van bewust dat de visie op de stad tussen 2008 en vandaag geëvolueerd is. Dat heeft het Gewest ertoe aangezet om de eerder genomen beslissingen in verband met de bebouwde ruimte en de dichtheid naar beneden toe bij te stellen. Niemand trekt echter de stedelijke mix die het RPA beoogt in te voeren, in twijfel“, laat minister-president Rudi Vervoort verstaan.

Een gebied dat bijzonder goed toegankelijk is, maar dat ook vooralsnog onbenutte mogelijkheden biedt 

Het hoofddoel van dit grootschalige stadsproject voor het Brussels gewest bestaat erin de leefomgeving en de openbare ruimte te verbeteren, huisvesting te creëren en dus vooral een sociale en functionele mix tot stand te brengen in dit stadsdeel dat er na de kantooruren grotendeels verlaten bijligt.

Dit plan werd vaak ten onrechte aanzien als een instrument dat de ontwikkeling van hoge kantoorgebouwen mogelijk moet maken, maar ik wil er toch op wijzen dat de voorgestelde verdichting betrekking heeft op woningen, voorzieningen en lokale handel. De kantoordichtheid zal net verlagen”, aldus nog Rudi Vervoort. “De crisis die we vandaag meemaken en de doorbraak van telewerk die daarvan het gevolg is, worden soms aangegrepen om een sceptisch beeld te schetsen over de toekomst van de kantoren, maar ik denk persoonlijk dat het nog te vroeg is om conclusies te trekken”, merkt hij ook op.  

Ten slotte is het belangrijk om te benadrukken dat de oppervlakte voor kantoren die het RPA toelaat, wel degelijk een maximumoppervlakte is, terwijl de drempelwaarden voor huisvesting en voorzieningen dan weer minima zijn. Die drempelwaarden bieden bijgevolg oneindig veel mogelijkheden op het vlak van ontwikkeling en kunnen afgestemd worden op de context, zodra de gevolgen van en de lessen uit de crisis grondig onderzocht zijn. Een van de basisfuncties van een plan is trouwens dat het aangepast kan worden aan de stedelijke context en realiteit.