Rudi Vervoort heeft gisterenavond kennis genomen van de brief waarin Ismaël Saidi zijn beslissing kenbaar maakt, na heftige uithalen tegen zijn persoon en tegen het project dat woensdag gezamenlijk was voorgesteld.

De Brusselse Regering had grote hoop gevestigd in het initiatief van de vzw Aviscène en haar partners die gespecialiseerd zijn in de bestrijding van radicalisme. Rudi Vervoort respecteert uiteraard de beslissing van Ismaël Saidi die zeer moedig zijn schouders had gezet onder dit project en in vertrouwen samenwerkte met het Brussels Gewest, zoals ook blijkt uit de brief die hij aan de Minister-President gericht heeft. Hij betreurt ten zeerste dat Saidi’s bedoelingen dermate onder vuur zijn genomen.

In tegenstelling tot de uitspraken die opgepikt zijn door de media, zonder te zijn nagetrokken bij het kabinet, is de steun voor dit project wel degelijk volgens de regels goedgekeurd door de Regering. Zij heeft deze beslissing genomen na een gunstig advies van de Inspectie van Financiën, waarna een overeenkomst werd gesloten en een stuurcomité werd opgericht, met inachtneming van de onafhankelijkheid van de partners. Het project kreeg pas steun na te zijn voorgelegd door Aviscène en haar partners, onder wie Rachid Benzine, een internationaal erkend deskundige.

Het ging hier dus geenszins om een vorm van cliëntelisme, noch favoritisme. We wilden gewoon ondersteuning bieden voor een initiatief dat uniek is in zijn soort. Het was daarenboven het enige dossier van die aard dat voorgelegd was aan de Regering en een gepast antwoord beoogde te bieden op een immense kwaal in onze maatschappij

“Ik veroordeel scherp de lichtzinnigheid waarmee bepaalde chagrijnige personen en politieke figuren zonder enige kennis van zaken een waardevol project onderuit wilden halen en daarbij hun pijlen richtten op een man met grote kwaliteiten als Ismaël Saidi, die ik andermaal wil bedanken voor zijn belangeloze, moedige en waardige inzet. Dit is zeer stuitend“, aldus een verontwaardigde Rudi Vervoort, die hoopt de dialoog met Aviscène te kunnen voortzetten.

“Ik vind het belangrijk om het debat met de jongeren over een prangende en splijtende kwestie als radicalisme te laten voeren door een Brussels figuur die een zekere weerklank bij hen geniet “, zo besluit hij.

_____

Plus d’infos ?

Meer info?

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft donderdag het licht op groen gezet om via twee op te richten fondsen in totaal vier en een half miljoen euro steun te bestemmen voor de audiovisuele industrie.

De audiovisuele sector is een belangrijk onderdeel van de culturele en creatieve industrie in het Brussels Gewest. De Regering wil deze perspectiefrijke sector, die uitgeroepen is tot een van de prioriteiten van de Strategie 2025, een duwtje in de rug geven.

“Samen met de Minister van Economie en Werk, Didier Gosuin, streef ik ernaar het economisch potentieel van de audiovisuele sector ten volle te benutten. Zij stelt immers zo’n 8.000 mensen tewerk en zorgt daarnaast voor nog eens 7.000 banen in de verwante communicatiesector. Goed voor een totaal van 15.000 jobs dus “, aldus Rudi Vervoort.

Om de efficiëntie te bevorderen, was het nodig om het Brussels audiovisueel aanbod voor alle betrokken partijen, zowel uit Brussel, uit België als uit het buitenland, overzichtelijker te maken.

Daarom heeft de Regering beslist een overkoepelend merk te ontwikkelen, genaamd screen.brussels, dat bestaat uit 4 onderdelen:

–        screen.brussels film commission (het huidige Brussels Film Office)

–        screen.brussels cluster (de huidige sectorcluster die ondergebracht is bij impulse.brussels en meer dan 120 leden telt)

–        screen.brussels fund (nieuw Brussels coproductiefonds dat in de plaats komt van Bruxellimage-Wallimage)

–        screen.brussels business (nieuwe specifieke financieringslijn van de GIMB)

De eerste twee initiatieven hebben hun nut al ruimschoots bewezen. Het Gewest wil het instrument nu aanvullen met enerzijds een specifieke financieringslijn en anderzijds een coproductiefonds voor content.

Het gemengde fonds Wallimage-Bruxellimage zal in samenspraak met de Waalse partner vanaf 1 januari 2016 worden stopgezet. In de plaats daarvan komt een 100 procent Brussels coproductiefonds, dat gespijsd wordt met een bedrag van drie miljoen euro en de naam « screen.brussels fund » krijgt. Het is de bedoeling om via die ingreep volledige controle te hebben over deze efficiënte hefboom en hem optimaal te kunnen afstemmen op de belangen van het Brussels Gewest en van de audiovisuele industrie die er gevestigd is. Het beheer ervan komt in handen van een aparte structuur onder het gezag van de Minister-President, die een bijkomende enveloppe van 500.000 euro zal uittrekken voor werkings- en promotiekosten.

Het nieuwe fonds moet ervoor zorgen dat een deel van de audiovisuele uitgaven die voortvloeien uit de federale tax shelter verricht worden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het beoogt tevens de competitiviteit van de Brusselse audiovisuele sector te versterken en de daarmee gepaard gaande werkgelegenheid in het Brussels Gewest te behouden en verder te ontwikkelen. Een deel van het toegekende budget is bestemd om in te spelen op de evolutie van de manier waarop content voor alle soorten schermen gemaakt, getoond en bekeken wordt. Het initiatief moet tevens het pad effenen om samen te werken met de economische instrumenten van de andere twee gewesten, alsook met de cultuurfondsen van de twee gemeenschappen. Op die manier zal het Gewest fungeren als verbindende metropool.

Naast de oprichting van het « screen.brussels fund » heeft de Brusselse Regering beslist meer middelen vrij te maken om te investeren in de bedrijven van de sector. Met het oog daarop zal de GIMB in 2016 een bijkomend budget van een miljoen euro krijgen onder de noemer « screen.brussels business ».

“Dankzij de invoering van een specifieke lijn voor de bedrijven in de audiovisuele sector beschikt het Brussels Gewest voortaan, net zoals de andere twee gewesten, over een aanvullend instrument naast het fonds voor investeringen in de productie van content. Deze financieringslijn komt bovenop de investeringen van de GIMB in de bedrijven van de sector. Het doel: meer ruimte vrijmaken om ook te investeren in bedrijven die binnen het Brussels Gewest actief zijn in ontluikende niches, zoals games en virtual reality”, aldus Didier Gosuin.

De steun die verleend wordt via deze enveloppe, zal de vorm aannemen van leningen of kapitaal voor Brusselse KMO’s die actief zijn in de audiovisuele sector (met andere woorden bedrijven die actief zijn op het gebied van geluid, beeld en informatica, de onderaannemers en de leveranciers van goederen en diensten voor de sector).

“Met deze nieuwe instrumenten willen we de middelen die de overheid inzet om de audiovisuele sector te steunen, verhogen en onze beleidsinspanningen op dat vlak zichtbaarder maken. Daarbij streven we ernaar elk dubbel gebruik en iedere overlapping van bevoegdheden te vermijden en rekening te houden met de statuten van de GIMB”, zo besluit de Minister-President.

_____

Plus d’infos ?

Meer info?

Brussels Minister-President Rudi Vervoort heeft maandag de aankoopakte voor een gebouw op de Poincarélaan ondertekend. De ruimte van 5.000m², die gelegen is aan de Poincarélaan 68-70 in Anderlecht, zal de verblijfscapaciteit voor daklozen zichtbaar verhogen.

Vanaf januari 2016 kan het gebouw dat het Gewest zopas heeft aangekocht, plaats bieden tot aan 500 personen die in moeilijkheden verkeren, en dat de klok rond en zeven dagen per week zolang de winteropvang duurt, hetzij tot eind april 2016.

Vanaf de maand mei zullen de structurele opvangplaatsen die door Samusocial beheerd worden dankzij de aankoop van dit gebouw verdubbelen. 110 mensen zullen het hele jaar door opgevangen kunnen worden in de Poincarélaan. Bovendien kan Samusocial haar maatschappelijke zetel, haar directie en de mobiele hulpverlening naar dit gebouw overbrengen, nadat eerst een aantal operationele voorwaarden worden geregeld.

Het Gewest zal dus gedurende het hele jaar 303 opvangplaatsen kunnen voorbehouden voor daklozen (220 plaatsen van Samusocial, 35 plaatsen van de vzw Hoeksteen, 48 plaatsen van het Centrum Ariane). In het Poincarégebouw wordt Samusocial ook actief met een aantal van haar sociale urgentieopdrachten.

Op de eerste twee van de zeven verdiepingen van het gebouw komen de gemeenschapsruimten, eetzalen, sociale en medische kantoren. De verblijfsruimten worden gespreid over de verdiepingen daarboven. Daklozen die vooraf hun nachtverblijf hebben gereserveerd, kunnen een beroep doen op de diensten van het gebouw elke avond vanaf 20u tot de volgende ochtend 8u. Naast gemeenschappelijke kamers, voldoende sanitair en maaltijden die worden verstrekt van 7u tot 8u ’s morgens en vanaf 20u tot laat op de avond, worden ook elke avond sociale permanenties georganiseerd. De medische permanenties worden twee tot drie keer per week verzorgd. Er wordt voorzien in onthaalpersoneel aan de toegangsdeur, dat ervoor moet instaan dat het toekomen en vertrekken van gebruikers vlekkeloos verloopt.

“Al vele jaren wijzen Samusocial en de hele associatieve sector op het feit dat er onvoldoende opvangplaatsen zijn om de daklozen ook buiten de winterperiode onderdak te verschaffen. De Regering heeft alles in het werk gesteld om deze nood te verhelpen en de opvangcapaciteit tijdens de rest van het jaar te vergroten”, aldus Rudi Vervoort, die erop wijst dat een dagelijkse samenwerking met de associatieve sector de sociale activiteiten en het herintegratiewerk zullen vervoegen.

“Eindelijk is de hardnekkige zoektocht naar een gebouw voor de winteropvang afgelopen. Met de aankoop van dit gebouw willen we het onthaal van de meest kwetsbaren globaal aanpakken en een duurzame oplossing bieden op de lange termijn voor de jaarlijkse winteropvang“, zegt minister Pascal Smet. “Voortaan is er een gebouw van het gewest, pal in het centrum van de stad, dat de diensten toelaat om zij die het nodig hebben het best te helpen. De Brusselse regering vindt het belangrijk om mensen van de straat te halen. We weten dat dit begint door hen een dak boven hun hoofd en sociale en medische hulp aan te bieden.“

“De Brusselse aanpak moet evolueren naar een geïntegreerde werking waarbij sterke operationele banden worden tot stand gebracht tussen de noodopvang en het structureel beleid dat mensen van de straat af helpt. Het opvangbeleid waarvan het Poincarégebouw een illustratie is,  moet verbonden zijn aan de structurele maatregelen die zich richten naar de toegang tot huisvesting en sociale inclusie. Daarom zijn we van start gegaan met een ambitieus programma van het type Housing-first en werken we aan een geïntegreerd actieplan waarin de dagcentra naast de andere spelers van de daklozensector een belangrijke rol krijgen” licht Minister van Welzijn Céline Fremault toe.

Een vertegenwoordiger van de gemeentelijke overheid van Anderlecht wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van het Wintercoördinatiecomité, en vóór de opening van de voorzieningen wordt een brief bezorgd aan omwonenden en nabijgelegen bedrijven om ze uit te nodigen voor een informatievergadering en een informeel contact.

_____

Plus d’infos ?

Meer info?

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kende donderdag een subsidie toe voor de restauratiewerken aan he Huis Devos, een beschermd monument gelegen in de Karrestraat te Sint-Lambrechts-Woluwe.

Het Huis Devos, waar het gemeentemuseum gevestigd is, ondergaat weldra een renovatie van de buitenzijde van het gebouw dank zij de bijdrage van het Brussels Gewest. De bakstenen gevels en de pannendaken worden de eerstkomende weken gerestaureerd.

Op grond van de stedenbouwkundige vergunning die de Directie Monumenten en Landschappen in december 2014 heeft uitgereikt, zal met de subsidie voor de restauratie van dit gebouw dat in 1886 en 1913 gebouwd werd door de Brusselaars Emile Devos, eveneens de wintertuin van de huidige ingang in zijn oorspronkelijke staat worden hersteld. Ook de elektrische installatie wordt vernieuwd.

“Het Brussels erfgoed is bijzonder rijk aan waardevolle bouwwerken. Het Gewest voert hiervoor een instandhoudingsbeleid om met dit soort restauraties de geschiedenis van Brussel in de kijker te plaatsen”, aldus een tevreden Minister-President Rudi Vervoort.

De collecties van het museum in het Roodebeekpark vertellen de lokale geschiedenis van Sint-Lambrechts-Woluwe aan de hand van archeologie, folklore en kunstleven.

_____

Plus d’infos ?

Meer info?

Op donderdag valideerde de Brusselse Hoofdstedelijke Regering het operationeel programma van twee Duurzame Wijkcontracten in Anderlecht en Sint-Gillis als deel van de zesde reeks DWC (2015-2019/2021). Met ruim 30 tot 40 operaties per gemeente geeft het Gewest een zeer sterke operationele invulling aan zijn ambities inzake ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing. Het gaat om een budget van 28,25 miljoen euro dat uiteindelijk zorgt voor een totale injectie van 40 miljoen euro in deze wijken.

In december 2014 selecteerde de Regering de kandidaturen « Biestebroek » voor de gemeente Anderlecht en « Voorplein – Morichar » voor Sint-Gillis. Na tien maanden intensief werken aan de wijkdiagnose, de vastlegging van prioriteiten in functie van die diagnose en de concrete invulling van de operaties hebben de gemeenten hun ontwerp van duurzaam wijkcontract afgeleverd. Voor elke gemeente zullen nu dertig tot veertig operaties ten uitvoer worden gebracht.

Met de goedkeuring van de ontwerpen van basisprogramma voor de beide Duurzame Wijkcontracten van de zesde reeks geeft de Brusselse Regering nu het startschot voor de echte uitvoeringsfase van de programma’s. De gemeenten hebben vanaf vandaag vier jaar de tijd om al de vastgoedoperaties, de openbare ruimten en de sociaal-economische en participatieprojecten te verwezenlijken die zij voor ogen hebben.

Anderlecht gaat van start met een ambitieus programma dat zich toelegt op 4 interventiepolen binnen de perimeter van het duurzaam wijkcontract « Biestebroek ». Naar de wijk van de Bronsstraat alleen al gaat zo goed als 35% van het beschikbaar budget voor de oprichting van een kinderdagverblijf, een uitbreiding van het Kunstenaarshuis en de aanleg van de openbare ruimten. Toch ligt het zwaartepunt van het contract in het streven om deze wijk opnieuw aansluiting te geven op de kanaaloever, waardoor de Wayezstraat via de Bronsstraat uitzicht krijgt op het Kanaal van Charleroi. De wijken worden letterlijk opnieuw met elkaar verbonden met de ontwikkeling van een samenhangend stedelijk perspectief. De andere grote ontwikkelingspool betreft de « Ysewynwijk », waar een gedeelde groene ruimte komt die de Frisonsquare verbindt met de Biestebroekkaai en -straat. De leefomgeving van de Rauter- en de Wayezstraat zal eveneens een grondige verbetering ondergaan. Daarnaast komen er eveneens een tiental sociaal-economische operaties voor een globaal budget van ruim 2 miljoen euro die zich in grote mate zullen richten op socioprofessionele inschakeling.

Zoals de naam van zijn DWC al aangeeft, spitst Sint-Gillis zijn operaties toe op de as « Sint-Gillisvoorplein / Moricharplein ». Het programma voorziet in drie grote werkgebieden : de « wandeling door Sint-Gillis », een zachte verbinding tussen beneden-Sint-Gillis en het Van Meenenplein met zeer verscheiden operaties in de openbare ruimte (groene en blauwe vermazing, ludieke elementen,…), de productie van woningen en infrastructuur, met interventies op en rond het Marie Jansonplein en ten slotte ingrepen in de openbare ruimte, maar ook in sociaal-economische en commerciële aspecten en de herontwikkeling van woningen rond de handelskernen « Waterloo – Fort ». De kinderen worden hierbij niet vergeten want zij krijgen de kans om hun eigen « mini duurzaam wijkcontract » uit te werken en zo zelf de handen uit de mouwen te steken voor hun gemeente.

Het Brussels Gewest maakt voor de beide operationele programma’s 28,25 miljoen vrij. Samen met de bijdragen van de gemeenten en andere programma’s, maar ook van de privé wordt zo een globaal bedrag van vrijwel 40 miljoen euro geïnjecteerd in de herwaardering van de stadswijken.

_____

Plus d’infos ?

De Brusselse Regering heeft vandaag haar goedkeuring uitgesproken om van start te gaan met de studies voor twee nieuwe duurzame wijkcontracten in Elsene en Schaarbeek, die deel uitmaken van de zevende reeks DWC. Zij maakt daarvoor een budget vrij van 28,25 miljoen euro en zet op die manier haar daadkrachtig beleid op het vlak van ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing onverminderd voort.

Elk jaar richt het Gewest een kandidatuuroproep tot de gemeenten die in aanmerking komen voor een DWC om op basis daarvan de nieuwe studieperimeters te selecteren. Die oproep is door Minister-President Rudi Vervoort uitgeschreven in mei van dit jaar. Na de ingediende dossiers onderzocht te hebben, besliste de Regering de keuze te laten vallen op de perimeter “Atheneum”  in de gemeente Elsene en op het dossier “Pogge” van de gemeente Schaarbeek.

De perimeter “Atheneum” bestrijkt een vrij uitgebreid studiegebied, dat zich uitstrekt van de Troonstraat aan de noordkant tot aan het grasperk van Vivaqua in het zuiden. Het dossier dat ingediend is door de gemeente Elsene, schuift een aantal werkpistes naar voor die de Regering interessant vond: de noodzaak om de wijk beter te laten aansluiten op de omgeving door werk te maken van de “onoverkomelijke barrières”, aandacht voor de gebrekkige verbindingen tussen de verschillende wijken in het bovendeel van Elsene en de Europese Wijk en de aanpak van 2 assen (N-O et Z-W). Ook het gebrek aan kwaliteitsvolle openbare ruimten en plaatsen waar jongeren terechtkunnen buiten de schooluren werd bestudeerd. Er zou in dat verband bijzondere aandacht kunnen uitgaan naar het huizenblok « Rabelais », dat vandaag onvoldoende benut wordt. De gemeente zal ook een deel van de middelen besteden aan het verbeteren van de woonkwaliteit en aan het toegankelijker maken van de woonmarkt voor de meest kansarme gezinnen.

Het kandidatuurdossier van de gemeente Schaarbeek is gericht op het Poggeplein en de Haachtsesteenweg. De 21 huizenblokken in kwestie bevinden zich volledig in de RVOHR (Ruimte voor Versterkte Ontwikkeling van de Huisvesting en de Renovatie). In het verleden is er al een eerste wijkcontract uitgevoerd (WC Jeruzalem– 2003/2006). Het is echter nodig deze dichtbevolkte en jonge wijk nogmaals aan te pakken om een vervolg te geven aan de eerste stadsvernieuwingsfase die er een tiental jaar geleden verwezenlijkt is. Het dossier dat de gemeente Schaarbeek heeft ingediend, is opgebouwd rond een aantal uitdagingen en kansen die onder te verdelen zijn in 4 hoofdthema’s: het evenwicht van de openbare ruimten herstellen op een manier die de buurtbewoners ten goede komt, het leven in de wijk aanzwengelen, inspanningen leveren op het vlak van stadshechting en veilige en kwaliteitsvolle huisvesting en tot slot aansluiting zoeken bij grote operaties (buiten de perimeter) waar ook de wijk wel bij vaart.

De twee gemeenten moeten nu een nauwkeurige diagnose uitwerken en een operationeel programma opstellen dat zij tegen uiterlijk 31 oktober 2016 dienen voor te leggen aan de Brusselse Regering. Vervolgens hebben ze vier jaar tijd om het programma uit te voeren. Dat omvat zeer uiteenlopende projecten, zoals de bouw of de renovatie van woningen en openbare voorzieningen, de aanleg van openbare ruimten, initiatieven met sociaal-economische doeleinden en acties gericht op het verbeteren van de milieukwaliteit. Daarnaast is er ook ruimte voor inspraak.

Verder gaat de Regering zich toeleggen op een grondige herschrijving van de regelgevende teksten in verband met dit beleidsdomein. Zo wil zij een nieuwe ordonnantie neerleggen die gewijd is aan de stadsherwaardering. De nieuwe tekst, die de Regering vorige week in eerste lezing heeft goedgekeurd, moet voor het begin van het parlementaire reces 2016 ingediend worden bij het Parlement.

_____

Plus d’infos ?

Meer info?