De nieuwe editie van de brochure waarin massa’s cijfergegevens over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te vinden zijn, werd dinsdag gepubliceerd door het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA). Ontwikkeling, demografie, financiën, gezondheid en werkgelegenheid van de Brusselaars staan tot in de details vermeld in de Mini-Bru 2016.

Deze jaarlijks uitgegeven brochure bevat een schat aan informatie over het Gewest. Uit het document blijken de grote troeven van het gewestelijk grondgebied maar ook de grote uitdagingen waarmee het te maken krijgt.

Want in tegenstelling tot de beide andere Gewesten kent Brussel nu al 15 jaar een sterk groeiende bevolking. Een van de zwaarwegende elementen van deze bevolkingsgroei is het sterk positief natuurlijk saldo. Brussel blijft een dichtbevolkt en sterk verstedelijkt gebied. De drempel van 7.282 inwoners per km² werd overschreden in 2015.

Volgens de gegevens van het kadaster wordt een aanzienlijk deel van de Brusselse oppervlakte in beslag genomen door bebouwde percelen (47 % in 2015). Ter vergelijking : voor heel België bedraagt dit percentage slechts 13 %. Grond is daarmee een zeldzaam iets in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en vrije ruimten en terreinen die beschikbaar komen, moeten daarom zo goed als mogelijk benut worden. Daarom krijgen ze specifieke aandacht van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in weloverwogen en ambitievolle ontwikkelingsplannen.

« De brochure Mini-Bru biedt het statistisch bewijs van de rijkdommen waarop het Brussels Gewest prat kan gaan. En deze massa aan waardevolle gegevens bewijst hoe specifiek deze wel zijn » stelt Brussels Minister-President Rudi Vervoort tevreden vast.

Brussel is een groot aantal buitenlandse nationaliteiten rijk (33,9%), waarvan ruim twee derde burgers uit de Europese Unie. De Fransen zijn hierbij nog steeds veruit de grootste groep (15,2%).

Ook de jonge leeftijd van de bevolking blijkt uit de publicatie. Op 1 januari 2015 was de gemiddelde leeftijd in het Brussels Gewest 37,4 jaar, tegenover 40,9 in Wallonië en 42,3 in Vlaanderen. Vrijwel 23% van de Brusselaars is jonger dan 18 jaar. De cijfers leren ons bovendien dat zo goed als de helft van de gezinnen uit één enkele persoon bestaan, dat is een derde in de rest van het land.

Het beschikbaar inkomen van de Brusselaars blijkt tussen dat van de Walen en de Vlamingen in te liggen (17 327 euro voor de Brusselaars) en per gewest bekeken is de inkomensongelijkheid onder gezinnen groter in Brussel dan elders. Huisvesting en de inrichting van de woonruimte wegen zwaar door in het budget van de Brusselaar.

De Mini-Bru 2016 toont ook de attractiviteit van de Brusselse ziekenhuizen. Ongeveer 40% van de ziekenhuisverblijven op het grondgebied van het Gewest betreft niet-Brusselaars. Twee derde van de niet-Brusselaars die worden opgenomen in het Gewest is afkomstig uit de rand. De aantrekkingskracht van de Brusselse voorzieningen kan worden toegeschreven aan hun kwaliteit en goede reputatie en aan hun gespecialiseerd zorgenaanbod.

De waarneembare tewerkstellingscijfers bevestigen de daling van de werkloosheid bij jongeren en tonen een sterke aangroei van de zelfstandige activiteit binnen een Brusselse tewerkstelling die nog steeds beheerst wordt door de tertiaire sector (93%).  De Europese instellingen en de NAVO blijven grote werkgevers op het Brussels grondgebied, met meer dan 35.000 rechtstreekse en ongeveer 21.000 onrechtstreekse arbeidsplaatsen.

De fundamentele bijdrage van Brussel aan het nationaal BNP wordt ook ontleed, dit in het licht van de economische paradox dat de helft van de jobs in Brussel worden ingenomen door pendelaars uit de beide andere Gewesten.

Ook talloze andere feiten over onderwijs, technologie, onderzoek, mobiliteit, toerisme e.d. staan in het grootste detail vermeld in de nieuwe editie van de Mini-Bru. Deze is beschikbaar in het Frans, het Nederlands en het Engels op telefonisch verzoek (02/800.38.60) of na een e-mail (ibsa@sprb.brussels). De brochure kan eveneens gedownload worden op de website van het BISA (http://www.ibsa.irisnet.be/publications/publications-par-serie/mini-bru).

_____

Meer info?

Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rudi Vervoort herbevestigt met sterke nadruk het niet mis te begrijpen en voluntaristische standpunt van het Gewest in het dossier van de Studentenwijk.

De Minister-President wenst een precies en ondubbelzinnig antwoord te verstrekken op de vragen die de Rector van de ULB in de vrijdageditie van de krant Le Soir stelt bij de toekomst van de kazernes « Fritz Toussaint » in Elsene (en niet in Etterbeek zoals verkeerdelijk vermeld staat in het artikel). Er is immers geen vertraging in dit dossier, er bestaat geen twijfel over de intenties van het Gewest en er is geen gebrek aan overleg.

De planning van dit dossier – dat zoals bekend is opgestart op initiatief van het Gewest – wordt afgewerkt zoals voorzien. De programmastudie is zopas afgerond en heeft de steun gekregen van de volledige Regering. Bovendien is het EFRO-project door het Gewest gevalideerd. Alles is dus klaar om het terrein aan te kopen, waarvoor het prijsvoorstel besproken met de Regie der Gebouwen al verwacht wordt sinds 2013.

Het is belangrijk om aanstippen dat het project van de Studentenwijk van bij de aanvang is opgevat vanuit een internationaal oogpunt en dus moet openstaan voor alle Brusselse academische instellingen, zoals ook is bevestigd door de benchmarking van de programmastudie. Wij werken daarom aan de omschrijving van een vernieuwend en samenhangend beheersmodel in die zin.

Qua operationeel ontwikkelingsmodel liggen tot nog toe alle pistes open. Het Gewest hoopt de site spoedig te kunnen aankopen om hierop vervolgens een realistische strategie te ontplooien en concrete samenwerkingsvoorstellen te doen aan de universiteiten.

De Minister-President wenst ook zijn verontwaardiging te uiten over de tekenen van wantrouwen vermeld door de Rector van de ULB. De enige overheid die tot vandaag haar steun aan het project heeft toegezegd, is het Brussels Gewest, zowel via het EFRO-project als voor wat betreft de aanzienlijke investeringskosten die nodig zijn om de Studentenwijk te verwezenlijken en die vandaag worden geraamd op vrijwel 45 miljoen euro. En dan gaan we nog voorbij aan de aankoopkost van het terrein, wetende dat geen enkele academische instelling ook maar over de minste euro beschikt om de uitbouw van de Studentenwijk te financieren.

De tekenen van wantrouwen die de rector van de ULB in de mond neemt, zijn dan ook totaal onbegrijpelijk. De gewestelijke visie komt trouwens ten volle tegemoet aan de wens van de ULB en de VUB om te beschikken over nieuwe studentenwoningen waartoe hun studenten rechtstreeks toegang kunnen krijgen, onder meer door de keuze van deze locatie voor de internationale Studentenwijk.

Ten slotte verbaast de Minister-President zich erover dat Rector Didier Viviers van de ULB een gebrek aan overleg lijkt te betreuren, terwijl uit alle elementen van het artikel mag blijken dat zijn instelling bij alle stappen in de ontwikkeling van dit dossier betrokken werd.

_____

Meer info?