Algemene Beleidsverklaring door de Minister-President – 23 oktober 2020

dpg20

Algemene Beleidsverklaring door de Minister-President – 23 oktober 2020

persbericht

23 oktober 2020

Mijnheer de Voorzitter,

Waarde collega’s,

Dames en heren volksvertegenwoordigers,

Waarschijnlijk is nooit in de geschiedenis van het Gewest een Algemene Beleidsverklaring uitgesproken in zulke onzekere tijden. 

De Covid-19 pandemie stelt onze bedrijven, ons democratisch stelsel en de sociale band zwaar op de proef zoals nooit eerder is gebeurd. 

Ze hakt in op de gezondheid, de economie en het sociaal weefsel; ze vreet aan het leerproces van kinderen en studenten en heeft een impact op cultuur en sport, ze beperkt onze verplaatsingen, en dat alles niet alleen in België maar overal ter wereld.  Ze bedreigt ons vermogen om contacten te leggen, onze sociale betrekkingen, de solidariteit tussen individuen en generaties.   Levens zijn afgebroken.  De lichamelijke maar ook geestelijke gezondheid van de Brusselaars is aangetast. Velen onder hen zijn hun job kwijt en honderden bedrijven staan op omvallen.

Maar bovenop al die kwalen onderwerpt de pandemie onze maatschappij aan nog een bijkomende stress: de onzekerheid.  Niemand kan vandaag met zekerheid zeggen wanneer en hoe deze beproevingen zullen eindigen.  

En die onzekerheid is een uitdaging op zich.  De aanvaarding van het onzekere eigen lot is een filosofische beproeving voor de mens, maar voor onze postmoderne maatschappij is het een schok.  Ons politiek systeem, dat precies bestaat om te organiseren en te voorzien, komt hierdoor zwaar onder druk te staan.

De oefening die wij ritueel volbrengen in deze derde week van oktober is bedoeld om de krachtlijnen van de regeringsactiviteit uit te zetten voor het jaar dat volgt.  Een activiteit onderbouwd met een begroting, of anders gesteld, een vooruitblik op de inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.

Wij zijn ons bewust van de kwetsbaarheid, om niet te zeggen de ijdelheid van deze onderneming in de huidige situatie.  En nochtans ze is noodzakelijk.  Omdat we meer dan ooit doelstellingen moeten vastleggen en onszelf de middelen verschaffen om deze te verwezenlijken. 

De meerderheid heeft deze doelstellingen bepaald. En ondanks de vele onbekenden die wegen op de gezondheid, de economie en de maatschappelijke toestand hebben we nog een stap verder gezet, met een meerjarig begrotingstraject op schaal van de legislatuur en de grote lijnen die dit bepalen.

Een jaar geleden kondigde ik u aan dat deze werkzaamheden zouden gebeuren om te landen in het voorjaar van 2020, op basis van een volledige begrotingsanalyse voor het Gewest.  De werkzaamheden zijn onderbroken door de crisis en door het feit dat het werk bij de administraties grondig overhoop is gehaald.  Maar we hebben ze opnieuw op stapel gezet – zo goed en zo kwaad als dat kon – om te kunnen beschikken over deze meerjarige blauwdruk.  En we gaan hiermee verder om de administratieve organisatie van het Gewest te rationaliseren en de beste dienstverlening te bieden aan de burger, met een optimale benutting van de gewestelijke middelen.

De ambitie van de meerderheid sluit, gespreid over de komende vier jaar, uiteraard aan bij de prioriteiten aangegeven door de Algemene Beleidsverklaring voor de legislatuur.  Want de crisis die wij momenteel doormaken, heeft niets gewijzigd aan deze doelstellingen. 

Dat blijkt uit het diagnoseverslag opgesteld door Perspective als basis van het Relance- en Herontwikkelingsplan voor Brussel: de uitdagingen van de crisis kruisen de doelstellingen van de Algemene beleidsverklaring.  Er moet een antwoord geformuleerd worden op de vastgestelde uitdagingen: de sociale en economische gevolgen van de crisis tegengaan en de veerkracht voor volgende crisissen vrijwaren, in een beleid dat bepaald wordt door de vier grote gewestelijke prioriteiten: huisvesting, klimaat, mobiliteit, economie-werk.

(…)

Om het vervolg te lezen, download de algemene beleidsverklaring

De Brusselse Regering hecht haar goedkeuring aan de uitwerking van een nieuw stadsvernieuwingscontract “Rond Simonis” waarvan de uitwerkingsfase van start gaat in het voorjaar 2020

(c) Google Maps

De Brusselse Regering hecht haar goedkeuring aan de uitwerking van een nieuw stadsvernieuwingscontract “Rond Simonis” waarvan de uitwerkingsfase van start gaat in het voorjaar 2020

persbericht

9 mart 2020

Voor de levenskwaliteit van de Brusselaars is het essentieel dat wordt teruggegrepen naar een visie op Brussel die vertrekt vanuit de wijken. Op voorstel van Minister-President Rudi Vervoort hecht de Regering haar goedkeuring aan het onderzoeksgebied rondom Simonis voor de uitwerking van een nieuw stadsvernieuwingscontract. De uitwerkingsfase gaat van start in het voorjaar van 2020.

Het onderzoeksgebied rond Simonis ligt op het grondgebied van de gemeenten Koekelberg en Sint-Jans-Molenbeek. Deze wijk ligt in een zone voor stedelijke herwaardering (ZSH). De afbakening van de ZSH gebeurt op basis van statistische sectoren die voldoen aan drie sociaaleconomische basisindicatoren:

•      statistische gegevens in verband met het mediaaninkomen,
•      de bevolkingsdichtheid en de gemiddelde werkloosheidsgraad
•      en tot slot worden er ook grote braakliggende gronden in opgenomen die bijzondere aandacht krijgen van de Brusselse Regering.

De zone ‘rond Simonis’ heeft sterke punten om in te investeren. Ze biedt namelijk de mogelijkheid:

•       om de stadstoegang te verbeteren
•       om reeds geplande herwaarderingsoperaties of reeds aangevatte gewestelijke operaties in dit gebied voort te zetten (voetgangers- en fietsersverbinding, groen netwerk)
•       om buurt- en tewerkstellingsdiensten en grootstedelijke voorzieningen te ontwikkelen
•       om bij te dragen tot de ecologische transitie door de ontwikkeling van stedelijke productieactiviteiten
•        om de verbinding te vormen met SVC nr. 3 “Weststation”.

“Het stadsnetwerk is één van de prioriteiten van de stadsvernieuwingscontracten. Met het onderzoeksgebied « rond Simonis » krijgen we een kans om de stedelijke breuklijnen die verband houden met de spoorweg en de Leopold II-laan te verkleinen aan deze noordwestkant van Brussel, die nog niet aan bod is gekomen voor dit soort programma », aldus nog Rudi Vervoort.

Meer info ?
Zeynep BALCI Woordvoerder (NL)
Nancy NGOMA Woordvoerder (FR)

Er werd een kaderakkoord met de ict-sector in het Brussels Gewest gesloten

accord-cadre

Er werd een kaderakkoord met de ict-sector in het Brussels Gewest gesloten

persbericht

18 februari 2020

BRUSSEL, België – 18 februari 2020: Op dinsdag hebben de Ministers van de Brusselse Regering en van de Franse Gemeenschapscommissie en de vertegenwoordigers van de ICT-sector (Informatie- en Communicatie-technologieën) het ICT-kaderakkoord officieel gesloten door het in de gebouwen van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te ondertekenen. Dit akkoord brengt het aantal Kaderakkoorden dat via de Dienst Sectorale Facilitatie van de Raad tussen de Regering en de in Brussel actieve sectoren werd gesloten, op acht.

Het overleg ten dienste van de economische bedrijvigheid in Brussel

De Brusselse Regering heeft het overleg tussen de overheden en de verschillende beroepssectoren die in Brussel actief zijn, tot één van haar handelsmerken gemaakt. Dit overleg met de Brusselse economische sectoren krijgt concreet gestalte door het sluiten van kaderakkoorden. Deze akkoorden hebben tot doel het overleg tussen de overheden, ondernemingen en werknemers van een bepaalde sector te organiseren en te bestendigen, teneinde passende voorwaarden en oplossingen te vinden voor een betere opleiding van werknemers en werkzoekenden en voor de creatie van een kwaliteitsvolle tewerkstelling in Brussel. Bovendien hebben deze akkoorden tot doel in te spelen op de evoluties van de noden van ons gewest, om zo de bedrijvigheid van de ondernemingen die op ons grondgebied aanwezig zijn te kunnen ondersteunen.

Tijdens de vorige legislatuur had de Brusselse regering al 7 kaderakkoorden met zeer diverse sectoren gesloten (Transport & Logistiek, Bouw, Elektrotechniek, Metaalverwerkende en Technologische Nijverheid, Horeca en Uitzendarbeid).

De regering heeft het genoegen om vandaag aan te kondigen dat er een 8ste Akkoord, met de « Informatie- & Communicatietechnologieën » (ICT), wordt gesloten.

ICT, een sleutelsector in Brussel

Dit is een sleutelsector voor de toekomst van alle Brusselaars. De technologische revolutie heeft gevolgen voor alle beroepen in de samenleving. Daarom worden ICT-beroepen transversaal en vereisen ze steeds meer vaardigheden, die verder gaan dan het strikte kader van de technologie. Het is dus van fundamenteel belang om alle Brusselaars voor de beroepen van morgen te kunnen opleiden.

« Naast de niet te verwaarlozen tewerkstellingsperspectieven die dit gebied van digitale activiteit biedt, wil ik vooral benadrukken dat er moet worden geanticipeerd op de ontwikkelingen in deze sector, zodat ze op de ontwikkeling van ons gewest zouden kunnen worden afgestemd », verduidelijkt Minister-president Rudi Vervoort.

« Brussel is het grootste tewerkstellingsgebied van het land. Om meer Brusselaars toegang te geven tot arbeid, moeten we hun kwalificaties voortdurend verbeteren. Zodat ze niet alleen de banen van vandaag, maar ook die van morgen zouden kunnen invullen. En we weten dat de digitale technologie heel wat veranderingen op de arbeidsmarkt zal teweegbrengen. Dankzij dit akkoord zullen de overheden en de sector de juiste strategie bepalen om de tewerkstellingsgraad in het Brussels gewest te verhogen. Samen zullen we opleidingen ontwikkelen die aangepast zijn aan de noden van de ondernemingen, en zullen we voortdurend beoordelen of deze nog steeds relevant zijn. Dit zal met name de rol zijn van de Opleidings- en Tewerkstellingspool, die volledig aan digitale technologie is gewijd, DigitalCity », aldus Bernard Clerfayt, Brussels Minister van Tewerkstelling en Beroepsopleiding.

« Ik ben verheugd dat dit kaderakkoord de basis legt voor de digitale transitie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Onze doelstelling is dat deze zich ten dienste stelt van de economische transitie om de nieuwe technologieën in te zetten en zin te geven. Het komt er ook op aan om deze in te schrijven in een maatschappelijk project ten dienste van de Brusselaars en de veerkracht van ons gewest. Nu moeten we samen ervoor zorgen dat deze transitie de ondernemingen ondersteunt en hen in staat stelt om zich op de economie van de 21ste eeuw aan te sluiten », verklaart Barbara Trachte, Staatssecretaris voor Economische Transitie.

Een Opleidings- en Tewerkstellingspool wordt opgericht

Daarnaast zal er binnenkort een Opleidings- en Tewerkstellingspool (OTP) voor de digitale beroepen worden opgericht: « DigitalCity ». Deze OTP zal het mogelijk maken om de verschillende publieke en private actoren te coördineren, om zo de tewerkstelling, de aanpassing van de opleidingen aan de marktontwikkelingen en de beroepsopleiding te verbeteren. Deze OTP is bedoeld voor alle doelgroepen: werkzoekenden, werknemers, leerlingen,…

 « Ik ben verheugd over de sluiting van dit kaderakkoord en over de oprichting van de Opleidings- en Tewerkstellingspool DigitalCity. Het kaderakkoord en de OTP zijn essentiële instrumenten om de opleiding van de Brusselaars te verbeteren en om zich voortdurend aan de veranderingen in de samenleving aan te passen », besluit Jan De Brabanter, voorzitter van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer info ?
Zeynep BALCI Woordvoerder (NL)
Nancy NGOMA Woordvoerder (FR)

Een nieuwe “sterrenclassificatie” voor de Brusselse hotels

hotels étoiles

Een nieuwe “sterrenclassificatie” voor de Brusselse hotels

persbericht

6 februari 2020

Sinds 15 januari 2020 kunnen de Brusselse hotels gebruik maken van een nieuw systeem van comfortclassificatie. Deze maatregel kadert in de nieuwe reglementering die op voorstel van Minister-President Rudi Vervoort is goedgekeurd.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is door de zesde staatshervorming bevoegd gemaakt voor toerisme. Het Gewest had de comfortclassificatie van toeristische verblijven, die vroeger afhing van de Gemeenschappen, tot dusver nog niet wettelijk geregeld. Daarin is nu dus verandering gekomen.

De invoering van de comfortclassificatie is in de eerste plaats gericht op de verblijven die ingedeeld zijn als hotel. De hotels krijgen de mogelijkheid om hun vroegere classificatie te behouden of om zich niet meer te laten classificeren. In dat laatste geval mogen ze dus geen melding meer maken van een classificatie.

Deze maatregel is overigens afgestemd op de “hotelstars-indeling”, die toegepast wordt in de andere gewesten en gemeenschappen, maar ook in het buitenland. Deze nieuwe criteria zijn het resultaat van onderhandelingen tussen meerdere Europese landen waaronder ook België en werden opgesteld in samenspraak met de internationale afnemers van hoteldiensten.  Iedereen haalt voordeel uit deze noodzakelijke stroomlijning.

De sterren van de Brusselse hotels worden in ere hersteld. Dat is een goede zaak voor de toeristen die meteen een indicatie krijgen van het niveau van de dienstverlening, maar ook voor de hoteluitbaters die zich beter zullen kunnen positioneren op de markt”, volgens Minister-President Rudi Vervoort.

Hoteleigenaars kiezen vrijwillig of ze meedoen met het systeem. Dat kan hen stimuleren om hun infrastructuur en hun activiteit verder te ontwikkelen, zonder dat zij gebukt dreigen te gaan onder verplichte investeringen om aan deze criteria te voldoen.

De sterrenclassificatie blijft voor de hotels een belangrijk instrument om zich te positioneren en zich te onderscheiden. Het is ook een manier om de kwaliteit en de diversiteit van de dienstverlening in de sector in de kijker te plaatsen. De online audittool zal de mogelijkheid bieden om de toekomstige classificatie, met tussencategorieën gaande tot “vijf sterren superior”, te testen”, aldus nog Rodolphe Van Weyenbergh, secretaris-generaal van de Brussels Hotels Association.

Het gewestelijk bestuur Brussel Economie en Werkgelegenheid zal de aanvragen ontvangen en onderzoeken, audits uitvoeren en sterren toekennen op basis van een procedure waarbij ook de uitbater die wil toetreden tot het nieuwe classificatiesysteem, betrokken zal worden. Het zal ook instaan voor controles om ervoor te zorgen dat de geclassificeerde verblijven garant blijven staan voor kwaliteit.

Meer info ?
Zeynep BALCI Woordvoerder (NL)
Nancy NGOMA Woordvoerder (FR)

Algemene Beleidsverklaring door de Minister-President – 18 juli 2019

Algemene Beleidsverklaring door de Minister-President – 18 juli 2019

Mijnheer de Voorzitter,
Waarde collega’s,
Dames en heren Volksvertegenwoordigers,

Zij die mij kennen, weten dat ik een man met een methode ben.

Een methode die verenigt, die gericht is op het zoeken naar een compromis en die streeft naar synthese. Een methode die leidt tot overeenstemming zonder te morrelen aan de essentie en die het gemeenschappelijk belang vooropstelt.

Deze beproefde methode, die ik samen met mijn partners heb gevolgd, heeft haar vruchten afgeworpen. Ik ben blij dat ik u vandaag het resultaat mag komen voorstellen. Op basis van een ernstige en nauwgezette aanpak en vol optimisme hebben we belangrijk werk verricht voor ons Gewest, dat dit jaar zijn dertigste verjaardag viert.

Het Brussels Gewest is, ondanks zijn institutionele complexiteit, vandaag een toonbeeld door de stabiliteit en de continuïteit van zijn openbare instellingen.

Dertig jaar geleden maakte de bijzondere wet van 12 januari 1989 van Brussel een volwaardig Gewest. In de loop der jaren konden de Brusselse instellingen dankzij hun stabiliteit een transversaal en coherent beleid ontwikkelen. Daarbij stelden zij het belang van de Brusselaars steevast voorop.

We moeten echter verder kijken. Brussel staat voor drie uitdagingen: een sociale urgentie, een klimaaturgentie en de budgettaire autonomie in 2025. We moeten op verstandige wijze bepalen welke hefbomen we kunnen inzetten om concrete oplossingen aan te reiken voor de dagdagelijkse verzuchtingen van de meeste Brusselaars.

Klimaatbeheer

De klimaaturgentie en de uitdagingen op het vlak van milieu en volksgezondheid verplichten het politieke bestuur om concreet en collectief actie te ondernemen, op basis van een langetermijnvisie.

Een milieubeleid is in dat opzicht noodzakelijk, maar niet langer voldoende op zich.

De Regering wil met veel ambitie tegemoet komen aan de Europese doelstellingen en aan de verbintenissen van het Akkoord van Parijs door een rechtvaardig en proactief klimaatbeleid te voeren.

Om te kunnen inspelen op de uitdagingen voor het klimaat en de biodiversiteit, zal het Gewest een langetermijnstrategie met bindende doelstellingen uitwerken. Op die manier engageert Brussel zich als “koolstofarm” Gewest en werkt het toe naar de Europese doelstelling om tegen 2050 koolstofneutraal te zijn.

Een oplossing is pas mogelijk als zij gedeeld wordt door de Brusselaars. Daarom zal de Regering samen met de Brusselaars, de economische, sociale en institutionele spelers, de initiatieven die werken rond transitie en de plaatselijke besturen een maatschappelijk debat opstarten over de visie om van Brussel tegen 2050 een “koolstofarme” stad te maken. De Regering zal haar beleid ook baseren op wetenschappelijke expertise. De Raad voor het Leefmilieu krijgt een onafhankelijk interdisciplinair evaluatiecomité. Dat comité moet het Parlement jaarlijks een verslag bezorgen met een stand van zaken over de klimaatstrategie en de gewestelijke biodiversiteit.

Het Gewest zal tot slot een beleid voeren dat erop gericht is de levensomstandigheden in de wijken rustiger te maken en te verbeteren en een stedelijke adaptatiestrategie uittekenen om te anticiperen op de klimaatverandering en de economische, sociale en milieurisico’s die daaruit voortvloeien.

Sociaal-economisch en budgettair bestuur

Deze legislatuur wordt ook een cruciale periode voor alle gewesten in ons land, omdat zij hun begrotingsautonomie vorm moeten geven. In 2025 loopt namelijk het mechanisme van nationale solidariteit af.

Het is daarom van essentieel belang dat de Regering de gewestelijke economie versterkt, de tewerkstellingsgraad verhoogt, haar strategische investeringen voortzet en het openbaar bestuur versterkt.

We hebben een creatieve, innoverende en sterke gewestelijke economie nodig. Zo’n economie ondersteunt de creatie van werkgelegenheid voor de Brusselaars, verhoogt de aantrekkelijkheid van de stad en is een troef om de drijvende krachten in Brussel te houden en de talenten van morgen aan te trekken.

Door meer steun te geven aan kleine en middelgrote ondernemers en door een kringloopeconomie te ontwikkelen die gericht is op de nieuwe technologieën, zullen we bijdragen tot een grotere werkgelegenheid voor de Brusselaars. Daarbij richten we ons eveneens op beroepsopleiding en onderwijs in het algemeen. Zij leggen immers de basis voor sociale cohesie en emancipatie.

De zesde staatshervorming en de herfinanciering van de Brusselse instellingen zorgden voor een uitbreiding van de beheersautonomie en de investeringscapaciteit die noodzakelijk zijn om de structurele uitdagingen van ons Gewest op te vangen. Daarom is het essentieel dat de overheid tijdens deze legislatuur verdergaat met een ambitieus strategisch investeringsbeleid.

De Regering zal bij de uitwerking van de eerste begroting een Gewestelijk Plan voor Strategische Investeringen 2020-2025 vaststellen. Op basis daarvan blijft de mogelijkheid bestaan om een deel van die strategische investeringen buiten het begrotingstraject te houden. Die mogelijkheid zal jaarlijks geëvalueerd worden.

(…)

Om het vervolg te lezen, download de algemene beleidsverklaring

_____

Meer info?

 

Sociale Top – 28 februari 2019

sommet social 19

Sociale Top – 28 februari 2019

Persbericht

28 februari 2019

Vandaag 28 februari brengen Rudi Vervoort, Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Didier Gosuin, Brussels Minister van Economie, Tewerkstelling en Beroepsopleiding, alle leden van de Regering en van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ESR) samen om een tussentijdse balans op te maken van de Strategie 2025 en de perspectieven te bespreken die de sociale partners met de Strategie voor ogen hebben.

De nieuwe overlegdynamiek die Brussel sinds 2013 kent, haalt vandaag zijn grote gelijk.

Op basis van de ervaring met de Brusselse New Deal spraken de Regering en de sociale partners in 2015 af om samen een tienjaarsstrategie uit te tekenen voor Brussel. Dit was de start van de Strategie 2025.Op vier jaar tijd vond zesmaal een Sociale Top plaats waar samen de prioriteiten van het regeringsbeleid werden vastgelegd en de resultaten van het verstreken jaar tegen het licht werden gehouden.

De Sociale Top groeide zo op korte termijn uit tot het Brussels sociaal rendez-vous dat het leven van de hoofdstad ritmeert met steeds terugkerende rustpunten voor dialoog tussen beleidsverantwoordelijken en vertegenwoordigers van de sociale en economische krachten in Brussel.

Nu de Strategie halfweg de uitvoering is, toont deze methode haar deugdelijkheid met op zijn minst gezegd opmerkelijke resultaten.

Het aantal werkende Brusselaars neemt tweemaal sneller toe dan de interne Brusselse tewerkstelling. Als deze tendens zich doorzet, zal het aandeel van in Brussel wonende werknemers in de interne Brusselse tewerkstelling verder toenemen van 53,5 % in 2018 tot 54,4 % in 2023. Het gewicht van de Brusselaars in de tewerkstelling van de beide andere gewesten zou de komende jaren eveneens verder toenemen.

De arbeidsparticipatie in het Brussels Gewest stijgt opnieuw sinds 2016 en die trend zou ook de volgende jaren moeten doorzetten. Voor de periode 2018-2023 wordt verwacht dat dit cijfer toeneemt van 58,1 % tot 60,1 %.

In 2018 stonden er 90.203 niet werkende werkzoekenden (NWW) ingeschreven bij Actiris. Dit is een vermindering met 3,4 % vergeleken bij 2017 (-3.189 personen), waarmee we het vierde opeenvolgende jaar een daling van de Brusselse werkloosheid mogen inschrijven. Verhoudingsgewijs is het de jongerenwerkloosheid die in 2018 de sterkste daling kent (-7,2 %), gevolgd door de werkzoekenden tussen 25 en 49 jaar oud (-4,7 %). Het aantal DWW van 50 jaar en ouder kende daarentegen een lichte toename (+1,5 %). Dit recente cijfer moeten we in de toekomst van nabij opvolgen.

Bij een matige groei van de economische activiteit (1,3 % tussen 2018 en 2020) blijkt de toename van de investeringen bijzonder dynamisch. Tussen 2018 en 2023 zouden de investeringen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gemiddeld met 2,6 % per jaar toenemen.

Minister-President Rudi Vervoort:De Regering blijft weg uit ivoren torens. Het is met open vizier en een collectieve inspanning dat wij bouwen aan geloofwaardige en duurzame oplossingen voor de problemen die zich aandienen. Ik ben altijd onvoorwaardelijk voorstander geweest van dit soort dynamiek en ik zal ze ook na deze regeerperiode blijven verdedigen om onze ambitie te verwezenlijken om tot in 2025 alles in het werk te stellen voor de ontwikkeling van de economie en van waardig werk voor Brusselaars”.

Minister van economie, werkgelegenheid en opleiding Didier Gosuin: “Ik wil het specifieke karakter van Brussel benadrukken, dat van sociaal overleg een pijler van zijn sociaaleconomische beleid maakte: met de Strategie 2025 hebben we niet alleen het overleg (en de middelen ervoor) uitgebreid, maar ook geïnnoveerd door samen te werken tussen de regering en de sociale partners via het concept van gedeelde prioriteiten, dat intussen al zijn nut heeft bewezen”.

Het programma GO4Brussels (Strategie 2025) richt zich tot alle Brusselaars en heeft uitlopers in uiteenlopende domeinen zoals economie, onderwijs, beroepsopleiding, leefmilieu, mobiliteit, fiscaliteit voor burgers en bedrijven, toerisme, gezondheid en zelfs erfgoed en ruimtelijke ordening. Naar aanleiding van deze laatste Top van de legislatuur is een document verschenen met de titel: Van ambitie tot verwezenlijkingen, Strategie 2025 tussentijdse balans. Het document is op eenvoudige aanvraag beschikbaar.

Meer info?
Lidia GERVASI Woordvoerder (FR)
Jo DE WITTE Woordvoerder (NL)

Toerisme in Brussels Gewest doet het uitstekend

IMG_1957-2-site

Toerisme in Brussels Gewest doet het uitstekend

persbericht

19 april 2018

Gisteren vond de officiële ondertekening plaats van de eerste beheersovereenkomst tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Visit.Brussels. Die overeenkomst bepaalt welke opdrachten de instelling moet vervullen en welke middelen zij daarvoor krijgt.

Minister-President Rudi Vervoort, die bevoegd is voor toerisme, maakte van de gelegenheid gebruik om met de nieuwe voorzitter van Visit.Brussels, Ahmed Medhoune, een balans op te maken van deze sterke gewestelijke structuur, die het Gewest en zijn imago moet promoten.

Visit.Brussels is nog vrij jong, maar is geëvolueerd als een sneltrein en heeft al tal van uitdagingen het hoofd geboden. Zij is in 2015 ontstaan door de samenvoeging van drie vzw’s (Visit.brussels, BIP en het VBBE). Dat gebeurde met behoud van het oorspronkelijk aanwezige personeel. Vorig jaar ging ook het personeel van WBT er aan de slag, nadat Visit.Brussels het beheer van diens activiteiten had overgenomen. Visit.Brussels is inmiddels op kruissnelheid gekomen. Het is een structuur die werkt”, aldus een opgetogen Ahmed Medhoune.

De cijfers van het toerisme spreken voor zich. In 2017 telden we 6,65 miljoen overnachtingen (+21% in vergelijking met 2016). We mogen dus stellen dat de toeristen de weg naar Brussel hebben teruggevonden. Vooral de vrijetijdssector is sterk gegroeid (+31%), ook al blijft het zakentoerisme aan de kop staan. Ook het aantal overnachtingen van personen uit de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) neemt toe, en dan vooral Indiërs (+17%) en Russen (+11%).

De komende jaren streven we voor het toerisme de volgende prioriteiten na:

–      de kaap van 10 miljoen overnachtingen per jaar ronden. De beheersovereenkomst bevat alle elementen om daarin te slagen;

–      het imago van het Gewest versterken met campagnes zoals “Where will Brussels take you?“ en “MIXITY.Brussels 2017”;

–      het toeristisch en cultureel aanbod van de 19 gemeenten promoten om ervoor te zorgen dat de bezoekers zich spreiden over het volledige grondgebied van het Gewest en zo het hypercentrum te ontlasten;

–      de aanwezigheid van onze vertegenwoordigingskantoren in het buitenland consolideren om dicht bij de potentiële afnemers van het zaken- en vrijetijdstoerisme te staan.

Tot slot mogen we ook het cultuuraanbod niet vergeten. Dat is namelijk een van de grote pijlers van het toerisme, zeker in Brussel. “Het Gewest telt een honderdtal musea en elk jaar vinden er zo’n 23.000 culturele evenementen plaats, die opgenomen zijn in de databank agenda.brussels. Cultuur speelt dus een doorslaggevende rol voor het imago van ons Gewest en geeft gestalte aan een “Brusselse verbeeldingswereld”, die duidelijk herkenbaar is voor de bezoekers, toeristen, mensen uit de beroepswereld en de Brusselaars zelf. Die verbeeldingswereld is nooit zo sterk geweest als vandaag en dat stemt mij zeer tevreden”, besluit Rudi Vervoort.

_____

Meer info?

Een historisch akkoord voor Brussel

IMG1
IMG2

Een historisch akkoord voor Brussel

persbericht

28 februari 2018

Op woensdag 28 februari 2018 is het eerste sectoraal raamakkoord van het Brussels Gewest ondertekend. Het verbindt de Brusselse Regering en de Sector Transport en Logistiek.

« Voor mij was het essentieel dat we alle openbare actoren samen konden brengen die ook maar enigszins een rol spelen in de wereld van economie, werk en opleiding. Door voor het overleg een eenvoudige methode te hanteren, wordt het mogelijk om verandering te brengen in onze onderlinge betrekkingen en ons vermogen om een gemeenschappelijk project uit te bouwen dat de Brusselaars ten goede komt. Voortaan geldt het sociaal overleg als de rode draad in het beleid dat de Regering hieromtrent voert » verduidelijkt Minister-President Rudi Vervoort.

Dit akkoord legt de basis voor de organisatie en de verdere uitbouw van het overleg tussen de overheden, de ondernemingen van de sector en de werknemers. Het is een sociale dialoog die streeft naar nieuwe kwaliteitsjobs in Brussel, naar betere kwalificaties voor de Brusselaars en naar de ontwikkeling van de activiteit van bedrijven die aanwezig zijn op ons grondgebied.

Brussels Minister van Economie, Tewerkstelling en Beroepsopleiding Didier Gosuin preciseert : « Dit akkoord is concrete materie ! En het eerste concrete resultaat wordt de pool Opleiding-Werkgelegenheid specifiek voor de sector Transport en Logistiek. Deze pool omvat het bestaande Referentiecentrum, het centrum van Bruxelles Formation en het dienstenaanbod van Actiris en de VDAB Brussel. De intensievere coördinatie van deze spelers zal de tewerkstelling van werkzoekenden versnellen, maar ook de opleidingen scherper toespitsen op de evoluties in de sector. Ze moet de beroepsoriëntering en -opleiding vlotter laten verlopen, het aantal stages in de onderneming en competentievalideringsproeven verdubbelen, het aantal jobaanbiedingen bij Actiris opdrijven, met als gevolg dat de werknemers in de sector hun competenties verder kunnen ontwikkelen en werkzoekenden betere kansen krijgen om werk te vinden. »

« Ik ben blij met de ondertekening van dit akkoord dat duidelijk aantoont hoe belangrijk het is dat verder wordt ingezet op de samenwerking tussen de openbare sector en de beroepssectoren » aldus Fadila Laanan. « Als Minister-President van de Franstalige Brusselse Regering, bevoegd voor Begroting, verleen ik graag alle steun aan de verhoging van de middelen voor beroepsopleiding in Brussel. Dat komt ook zeer concreet tot uiting in bijvoorbeeld het nieuwe decreet van de Franstalige overheidsdienst voor beroepsopleiding in Brussel, dat in zijn herziening een groter gewicht legt bij de partnerwerking met zowel de openbare als privéspelers van de sector, die geacht worden meer middelen gemeenschappelijk te stellen met het oog op gedeelde doelstellingen. »

Dit overlegd initiatief is volkomen ongezien en zal in de toekomst nog dienst doen voor andere activiteitendomeinen.

De werking en het beheer van de toekomstige pool moeten onder meer garanderen dat de overheids- en privéfinancieringen gebruikt worden voor concrete initiatieven die zorgen voor meer jobs en/of een beter aangepaste en beroepsgerichte opleiding. Ik hoop van ganser harte dat iedere partner die meewerkt aan de uitbouw van de opleidings- en tewerkstellingspool bij de toekomstige onderhandelingen indachtig houdt dat wij allemaal ijveren voor het welzijn van de gemeenschap en voor de toekomst van de werkgelegenheid, het onderwijs en de opleiding in de transport- en logistieksector in het Brussels Gewest en dat dit maar kan lukken met een sterke, autonome en solidaire OTP“, aldus Jean-Claude Delen, voorzitter van het Sociaal Fonds Transport en Logistiek.

Jan De Brabanter, voorzitter van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, tot slot laat de volgende reactie optekenen: “De ondertekening van dit eerste Brusselse sectoraal raamakkoord stemt mij zeer tevreden. Ik ben er daarenboven van overtuigd dat de opgedane ervaring tijdens de onderhandelingen over dit raamakkoord ons nog van pas zal komen bij onze besprekingen met andere activiteitensectoren.

_____

Meer info?

Brussels brengt zijn talent naar Berlijn!

visu-CP-brussels-days-berlin-2

Brussels brengt zijn talent naar Berlijn!

persbericht

6 oktober 2017

Een belangrijke Brusselse delegatie zal deelnemen aan de Brussels Days die van zondag 8 tot woensdag 11 oktober 2017 plaatsvinden in Berlijn. Deze delegatie wordt begeleid door Minister-President Rudi Vervoort en Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel Cécile Jodogne en bestaat uit 20 toeristische operatoren en zestien ondernemingen.

Na Tokio vorig jaar doet het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nu Berlijn aan. En de keuze voor de Duitse hoofdstad is niet onbelangrijk: Berlijn is een historische en strategische partner van Brussel. Het is immers precies 25 jaar geleden dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn eerste internationale samenwerkingsakkoord ondertekende. En dat deed ze met het nieuwe Berlijn!

De 12de editie van de Brussels Days is dus de perfecte gelegenheid voor het Brussels Gewest om de banden met zijn oudste bondgenoot verder aan te halen en zijn economische uitwisselingen te versterken. Duitsland blijft immers de eerste economische partner van Brussel.

Minister-President Rudi Vervoort en Staatssecretaris Cécile Jodogne zullen de economische dynamiek van Brussel in de kijker plaatsen, zijn talenten en knowhow bekendmaken en zijn culturele rijkdom en typische ‘art de vivre’ in de verf te zetten. Tijdens de missie komen ook de thema’s toerisme, cultuur (hedendaagse kunst, muziek, gastronomie), stedenbouw en de creatieve industrieën (mode, design, film/audiovisuele sector) aan bod.

Visit.brussels, Brussels International en Brussels Invest & Export, de stuwende krachten van deze Brusselse dagen, hebben een veelzijdig en gevuld programma uitgewerkt. Drie dagen lang krijgen Duitse professionals en potentiële investeerders de kans om deel te nemen aan verschillende seminaries over de voorziene thema’s. Ook staan meerdere bezoeken en ontmoetingen met Duitse partners ingepland. Via officiële ontmoetingen met de burgemeester van Berlijn, de heer Müller, kunnen onder meer nieuwe gemeenschappelijke projecten worden opgestart, waaronder een City-to-City dialoog over de thema’s stedenbouw en huisvesting. Ten slotte worden de schatten van het Gewest tijdens B2B-vergaderingen en diverse evenementen in de kijker gezet.

Het ultieme doel bestaat erin een gunstig klimaat te creëren voor het leggen van contacten met plaatselijke gesprekspartners en het versterken van het imago van Brussel.

2017 is een symbolisch jaar voor onze beide hoofdsteden. We vieren immers het 25-jarig bestaan van onze vriendschap. We brengen verschillende Brusselse ondernemingen mee die ernaar uitkijken om hun Berlijnse collega’s te ontmoeten, met hen goede praktijken uit te wisselen en mooie projecten op te starten waar onze beide steden wel bij zullen varen. Het is ook dé gelegenheid om te tonen hoe dynamisch Brussel is op het vlak van hedendaagse kunst. Dat doen we met een prachtige Brussels-Berlijnse tentoonstelling die jonge Brusselse artiesten in de schijnwerpers zet”, aldus minister-president Rudi Vervoort.

Berlijn is de hoofdstad van de eerste economie van de Europese Unie. Duitsland is tevens de eerste leverancier en de tweede klant van het Brussels Gewest. Ik vind het dan ook heel belangrijk dat we de reputatie die we voor onze ondernemingen en het Gewest via de officiële en economische ontmoetingen tijdens deze Brussels Days ontwikkelen hoog houden. De evenementen die we organiseren vormen ontegensprekelijk een nieuwe fase in de versterking van de economische betrekkingen tussen Brussel en Berlijn. Dankzij deze initiatieven kunnen onze ondernemingen betrouwbare potentiële partners vinden”, besluit Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel Cécile Jodogne.

_____

Meer info?

De Brusselse Regering en de sociale partners zijn het eens geworden over de 69 sociaaleconomische beleidswerven voor het komende jaar

IMG_8272-B
IMG_8275-C
IMG_8277-B
IMG_8271-B

De Brusselse Regering en de sociale partners zijn het eens geworden over de 69 sociaaleconomische beleidswerven voor het komende jaar

persbericht

26 september 2017

Brussels Minister-President Rudi Vervoort en Brussels Minister van Economie, Werk en Beroepsopleiding Didier Gosuin hebben vandaag samen met alle leden van de Regering en de Brusselse Economische en Sociale Raad een sociale top gehouden om te bepalen welke prioritaire beleidswerven van de Strategie 2025 voor Brussel het komende jaar uitgevoerd moeten worden.

De start van het nieuwe parlementaire jaar vormt niet enkel de gelegenheid om een balans op te maken van de uitgevoerde initiatieven, maar ook om te bepalen welke beleidswerven voorrang moeten krijgen in 2017-2018. Op basis van de werkzaamheden van de verschillende gewestministers en de Brusselse sociale partners is een tabel opgesteld met 69 nieuwe prioriteiten die de Regering het komende jaar in samenwerking en in overleg met de sociaaleconomische actoren in de praktijk zal brengen.

De 69 prioriteiten die tijdens de Top zijn vastgelegd, omvatten onder meer:

       De goedkeuring van de eerste volledig Brusselse sectorakkoorden met de voornaamste sectoren die werk verschaffen en de economische dynamiek in het hoofdstedelijk gewest aanzwengelen

       De goedkeuring van een industrieplan voor Brussel

       De uitvoering van de conclusies van de audit van Finance.brussels, met onder meer de rationalisering van de dochtermaatschappijen

       De uitvoering van een nieuw schema voor handelsontwikkeling dat uitvoerig ingaat op de structuur van het handelsaanbod en de handelsgebieden in de stad definieert

       De ontwikkeling van een digitale technologie ten dienste van de klanten en handelszaken “Smart Retail City”

       De invoering van nieuwe innoverende maatregelen die kaderen in de jongerengarantie, waarbij nieuwe partnerschappen aangegaan worden met de gemeentelijke actoren en wijken

       Een actieplan om de allerjongsten warm te maken voor wetenschappen en innovatie

       De invoering van een Fonds voor de Kringloopeconomie

       De oprichting van het Brussels Observatorium voor Werkgelegenheid en Opleiding

       De invoering van een label “vormende onderneming” voor bedrijven die inzetten op de vorming van hun medewerkers

       De goedkeuring van een plan om het schoolverzuim in Brussel te bestrijden

       De uitvoering van “schoolcontracten” met als doel de schoolomgeving en de uitrusting van achtergestelde scholen te verbeteren

       Een verdere harmonisering en verlichting van de plaatselijke belastingen die een impact hebben op de economie

      

Nieuw dit jaar is de mobiliteit. Mobiliteit is het knelpunt voor de economische ontwikkeling van Brussel. Daarom hebben we voorgesteld om alle reglementaire teksten over het mobiliteitsbeleid in de toekomst ter advies voor te leggen aan de Economische en Sociale Raad. Ook gaan we manieren uitwerken om met de sociale partners overleg te plegen over de grote werven.

Beleidswerven die verband houden met de nieuwe doelstelling “mobiliteit” zijn onder meer:

          Het meerjarig investeringsplan voor de renovatie van de tunnels

          De aanleg van fietspaden

          De aanleg van overstapparkings

          De goedkeuring van een taxiplan

Ik meen te mogen stellen dat wij allen zeer gehecht zijn aan deze methode, die ik in 2013 heb ingevoerd met de eerste buitengewone sociale top.  In geen enkel ander gewest van ons land bestaat een soortgelijke dynamiek tussen de Regering en de stuwende krachten van vakbonden en werkgevers!  Dát is de kern van de Strategie 2025. Het is de taak van ons allemaal om die dynamiek structureel te versterken voor de komende acht jaar. Het slechtste wat kan gebeuren, is dat de immense verworvenheden die dit sociaal overleg mogelijk maakt, verloren zouden gaan. Sommige andere beleidsniveaus zien dit als een rem, maar wij niet! “ aldus Minister-President Rudi Vervoort.

Twee jaar nadat het startschot van de Strategie 2025 is gegeven, komt de kracht van het model dat gebaseerd is op overleg en samenwerking met de stuwende krachten van het Gewest, vertegenwoordigd door de sociale gesprekspartners, duidelijk tot uiting. Uit de goedgekeurde prioriteiten blijkt dat de meeste beleidswerven intussen in de landings- en uitvoeringsfase zitten: de Strategie 2025 levert resultaten op voor de Brusselse economie en tewerkstelling. We tellen 17.600 werkzoekenden minder dan in 2014 en het aantal ondernemingen neemt toe met 2,5%. Op deze sociale top is het overlegmodel nóg krachtiger gemaakt door te beslissen om de sociale gesprekspartners te betrekken bij de beslissingen over mobiliteit, die van zeer groot belang is voor de Brusselse bedrijven, aldus Didier Gosuin.

Nadat de sociale gesprekspartners met de Regering overeengekomen waren welke prioritaire dossiers zij tussen vandaag en juli 2018 zullen uitvoeren, heb ik aan de gewestelijke overheid voorgesteld om af te toetsen of de werkgevers en vakbonden geen nuttige inbreng zouden kunnen leveren voor de Brusselse hervorming van de kinderbijslag, een dossier dat vandaag muurvast zit. Ik heb de aandacht van de Regering ook gevestigd op het dossier van de Poelaertwijk. De sociale gesprekspartners zijn het erover eens dat alles in het werk gesteld moet worden om te voorkomen dat die wijk één grote stadskanker wordt“, aldus Philippe Van Muylder, voorzitter van de ESR.

Jan De Brabanter, Vice-Voorziter van de ESRBHG: “De Strategie 2025 blijkt een uitstekende werkmethode voor deze Regering te zijn. Vooral omdat duidelijk is in welke dossiers de sociale partners volledige medezeggenschap krijgen, biedt een sociale top de kans om een tussentijdse balans op te maken en de prioriteiten voor morgen af te bakenen. Voor werkgevers en werknemers zijn het uiteraard niet de objectieven die tellen, wel de resultaten van het beleid.”

Eind dit jaar gaan we ons kunnen richten tot de Brusselse bedrijven, werknemers en burgers om ruchtbaarheid te geven aan en uit te pakken met al die verwezenlijkingen. De Regering werkt namelijk aan een communicatieplan rond de Strategie 2025, zodat we kunnen bekend maken waartoe wij in Brussel in staat zijn” concludeert Rudi Vervoort.

_____

Plus d’infos ?

Meer info?