Algemene Beleidsverklaring door de Minister-President – 18 juli 2019
Mijnheer de Voorzitter,
Waarde collega’s,
Dames en heren Volksvertegenwoordigers,
Zij die mij kennen, weten dat ik een man met een methode ben.
Een methode die verenigt, die gericht is op het zoeken naar een compromis en die streeft naar synthese. Een methode die leidt tot overeenstemming zonder te morrelen aan de essentie en die het gemeenschappelijk belang vooropstelt.
Deze beproefde methode, die ik samen met mijn partners heb gevolgd, heeft haar vruchten afgeworpen. Ik ben blij dat ik u vandaag het resultaat mag komen voorstellen. Op basis van een ernstige en nauwgezette aanpak en vol optimisme hebben we belangrijk werk verricht voor ons Gewest, dat dit jaar zijn dertigste verjaardag viert.
Het Brussels Gewest is, ondanks zijn institutionele complexiteit, vandaag een toonbeeld door de stabiliteit en de continuïteit van zijn openbare instellingen.
Dertig jaar geleden maakte de bijzondere wet van 12 januari 1989 van Brussel een volwaardig Gewest. In de loop der jaren konden de Brusselse instellingen dankzij hun stabiliteit een transversaal en coherent beleid ontwikkelen. Daarbij stelden zij het belang van de Brusselaars steevast voorop.
We moeten echter verder kijken. Brussel staat voor drie uitdagingen: een sociale urgentie, een klimaaturgentie en de budgettaire autonomie in 2025. We moeten op verstandige wijze bepalen welke hefbomen we kunnen inzetten om concrete oplossingen aan te reiken voor de dagdagelijkse verzuchtingen van de meeste Brusselaars.
Klimaatbeheer
De klimaaturgentie en de uitdagingen op het vlak van milieu en volksgezondheid verplichten het politieke bestuur om concreet en collectief actie te ondernemen, op basis van een langetermijnvisie.
Een milieubeleid is in dat opzicht noodzakelijk, maar niet langer voldoende op zich.
De Regering wil met veel ambitie tegemoet komen aan de Europese doelstellingen en aan de verbintenissen van het Akkoord van Parijs door een rechtvaardig en proactief klimaatbeleid te voeren.
Om te kunnen inspelen op de uitdagingen voor het klimaat en de biodiversiteit, zal het Gewest een langetermijnstrategie met bindende doelstellingen uitwerken. Op die manier engageert Brussel zich als “koolstofarm” Gewest en werkt het toe naar de Europese doelstelling om tegen 2050 koolstofneutraal te zijn.
Een oplossing is pas mogelijk als zij gedeeld wordt door de Brusselaars. Daarom zal de Regering samen met de Brusselaars, de economische, sociale en institutionele spelers, de initiatieven die werken rond transitie en de plaatselijke besturen een maatschappelijk debat opstarten over de visie om van Brussel tegen 2050 een “koolstofarme” stad te maken. De Regering zal haar beleid ook baseren op wetenschappelijke expertise. De Raad voor het Leefmilieu krijgt een onafhankelijk interdisciplinair evaluatiecomité. Dat comité moet het Parlement jaarlijks een verslag bezorgen met een stand van zaken over de klimaatstrategie en de gewestelijke biodiversiteit.
Het Gewest zal tot slot een beleid voeren dat erop gericht is de levensomstandigheden in de wijken rustiger te maken en te verbeteren en een stedelijke adaptatiestrategie uittekenen om te anticiperen op de klimaatverandering en de economische, sociale en milieurisico’s die daaruit voortvloeien.
Sociaal-economisch en budgettair bestuur
Deze legislatuur wordt ook een cruciale periode voor alle gewesten in ons land, omdat zij hun begrotingsautonomie vorm moeten geven. In 2025 loopt namelijk het mechanisme van nationale solidariteit af.
Het is daarom van essentieel belang dat de Regering de gewestelijke economie versterkt, de tewerkstellingsgraad verhoogt, haar strategische investeringen voortzet en het openbaar bestuur versterkt.
We hebben een creatieve, innoverende en sterke gewestelijke economie nodig. Zo’n economie ondersteunt de creatie van werkgelegenheid voor de Brusselaars, verhoogt de aantrekkelijkheid van de stad en is een troef om de drijvende krachten in Brussel te houden en de talenten van morgen aan te trekken.
Door meer steun te geven aan kleine en middelgrote ondernemers en door een kringloopeconomie te ontwikkelen die gericht is op de nieuwe technologieën, zullen we bijdragen tot een grotere werkgelegenheid voor de Brusselaars. Daarbij richten we ons eveneens op beroepsopleiding en onderwijs in het algemeen. Zij leggen immers de basis voor sociale cohesie en emancipatie.
De zesde staatshervorming en de herfinanciering van de Brusselse instellingen zorgden voor een uitbreiding van de beheersautonomie en de investeringscapaciteit die noodzakelijk zijn om de structurele uitdagingen van ons Gewest op te vangen. Daarom is het essentieel dat de overheid tijdens deze legislatuur verdergaat met een ambitieus strategisch investeringsbeleid.
De Regering zal bij de uitwerking van de eerste begroting een Gewestelijk Plan voor Strategische Investeringen 2020-2025 vaststellen. Op basis daarvan blijft de mogelijkheid bestaan om een deel van die strategische investeringen buiten het begrotingstraject te houden. Die mogelijkheid zal jaarlijks geëvalueerd worden.
(…)
Om het vervolg te lezen, download de algemene beleidsverklaring
_____