De Brusselse Regering steunt het MIMA

Mima

De Brusselse Regering steunt het MIMA

persbericht

24 maart 2017

De Brusselse Regering kende vandaag donderdag een subsidie van 40.000 euro toe aan de vzw Millennium Iconoclast Museum of Art voor de organisatie van twee tentoonstellingen in 2017 in het gelijknamige Molenbeekse museum.

Het MIMA museum, dat sinds 16 april 2016 thuis is in de gebouwen van de voormalige brouwerij Belle-Vue legt zich toe op cultuur 2.0 en neemt zich voor de spiegel van onze tijd te zijn. Het kreeg onmiddellijk veel bijval bij publiek en kritiek. Met gemiddeld ruim 1.000 bezoekers per week van wie vrijwel 40% leerlingen van het lager en het secundair onderwijs overtreffen de bezoekersaantallen de verwachtingen van de directie.

« Het MIMA is één van de levende krachten van de nieuwe culturele ambitie in het Brussels Gewest. Opvoeding door cultuur is essentieel bij het ongedaan maken van sociaal isolement en het herstellen van het samenlevingsweefsel. Daarom vindt mijn Regering het van fundamenteel belang om initiatieven te steunen die werken aan de sociale mix » merkt Minister-President Rudi Vervoort op.

De eerste tentoonstelling is gewijd aan Boris Tellegen, een graffitikunstenaar die in de jaren ’90 internationale faam verwierf onder het pseudoniem Delta. Hij wordt in de geschiedenis van de graffiti beschouwd als een schakelfiguur tussen verschillende generaties en de installatie toont uitvoerig de veelzijdigheid van zijn werk.

De tweede tentoonstelling met als titel « Art is comic » sluit aan bij het stripverhaal. Het volume en de afwisseling in schaal en media in het MIMA staan garant voor een bonte verhaalstijl en een installatie in het spanningsveld tussen stripverhaal en pretpark. Het museum heeft als ambitie om aan de hand van een participatieve logica een humorbeladen esthetische ervaring te bieden.

« Onze steun voor dit soort tentoonstellingen met een maatschappelijke dimensie sluit aan bij de ondersteuning van andere projecten met een sterke uitstraling voor het Gewest in België en het buitenland die zo bijdragen aan de ontwikkeling van het toerisme in Brussel », aldus nog Rudi Vervoort.

_____

Meer info?

De Brusselse Regering zorgt voor een stadsvernieuwingskuur in Brussel, Jette en Vorst

bruxelless1

De Brusselse Regering zorgt voor een stadsvernieuwingskuur in Brussel, Jette en Vorst

persbericht

23 maart 2017

De Brusselse Regering selecteerde vandaag donderdag de laureaten 2017 van de nieuwe perimeters die in aanmerking komen voor de uitwerking van een duurzaam wijkcontract (DWC). Voor de achtste reeks viel de keuze van de Ministers op de wijken « Marollen » in de Stad Brussel, « Magritte » (Essegemwijk) in Jette en « Wielemans » in Vorst, die samen aanspraak kunnen maken op 42,375 miljoen euro gefinancierd door het Gewest en proportioneel verdeeld over de drie programma’s.

In november vorig jaar werd een kandidaatoproep uitgeschreven voor de achtste reeks duurzame wijkcontracten. Deze werd een groot succes. Negen gemeenten dienden een dossier in – Brussel, Jette, Vorst, Anderlecht, Etterbeek, Koekelberg, Molenbeek, Schaarbeek en Ukkel -, een recordaantal kandidaturen.

« Deze enthousiaste reactie toont eens te meer aan hoe belangrijk het duurzaam wijkcontract is als instrument voor stadsherwaardering en dat zowel voor de gemeenten als voor het Gewest. Ze illustreert ook het belang van dit geheel van maatregelen voor de stedelijke ontwikkeling en de verbetering van de leefomstandigheden voor de mensen die wonen in de zone voor stedelijke herwaardering » benadrukt Minister-President Rudi Vervoort, bevoegd voor territoriale ontwikkeling.

De kandidaturen voor de achtste reeks zijn onderzocht aan de hand van meerdere criteria die ook in de kandidatuuroproep vermeld stonden en in het licht van statistische indicatoren in verband met de beschikbaarheid van groene ruimten, de bezettingsgraad van de huizenblokken en de verhouding tussen het bestaande sociale of hiermee gelijkgestelde woningen en de vraag hiernaar in de gemeente.

Twee kandidaturen hebben het niet gehaald – Koekelberg en Ukkel – omdat ze een perimeter voorstellen die niet beantwoordt aan de geldende regels voor de duurzame wijkcontracten. Alle andere ingediende dossiers voldeden wel aan de voorschriften en de kwaliteitsnormen. De keuze voor de drie geselecteerde gemeenten houdt in hoofdzaak verband met het feit dat de aangehaalde uitdagingen, prioriteiten en opportuniteiten goed op elkaar zijn afgestemd.

Concreet beschikken de drie perimeters van de « Duurzame Wijkcontracten 2017-2022 » over de volgende troeven :

Brussel « Marollen » : De perimeter is gelegen aan weerszijden van de Hoog- en Blaesstraat en het Vossenplein en het grootste deel van het voorgestelde gebied heeft nooit deel uitgemaakt van een Wijkcontract. De Regering was bijzonder tevreden over de samenhang van het kandidatuurdossier dat de positie van de wijkbewoner versterkt, inzet op de aanleg van groene ruimten op schaal van de wijk en het herstellen van de breuklijnen in de wijk zelf en aan de zuidelijke toegang tot de wijk. Het project heeft als ambitie een tegengewicht te bieden tegen de toenemende druk die de Zavel uitoefent op de wijk. De perimeter biedt talloze mogelijkheden qua vastgoed, ook met openbare eigendommen (waardoor een snelle operationele uitvoering van de voorgestelde ingrepen gewaarborgd is).

Jette « Magritte » : Het project overspant het hele Jetse gebied dat in de zone voor stedelijke herwaardering in aanmerking komt, de  Essegemwijk, en vertoont een sterke samenhang tussen de prediagnose en de voorgestelde opportuniteiten. De prioritaire uitdagingen die met het contract moeten worden aangepakt, zijn enerzijds de grondige herstructurering van de perimeter door in te werken op de bestaande stedelijke breuklijnen en Essegem uit zijn isolement te halen dat het gevolg is van de aangrenzende spoorweg en stadskankers en anderzijds de opwaardering van het verloederde en leegstaande gebouwenbestand door braakliggende gronden een bestemming te geven.

Vorst « Wielemans » : Uit de kandidatur van Vorst blijkt duidelijk de complementariteit die mogelijk is tussen de verschillende programma’s en de wil van de gemeente om met diepgang en op meerdere niveaus tewerk te gaan : op gewestelijk niveau via de stadsvernieuwingscontracten (vooral openbare ruimten) en op lokaal niveau met de duurzame wijkcontracten (woningen gelijkgesteld met sociale woningen, buurtvoorzieningen, toegang tot behoorlijke woningen voor iedereen, buurtrecreatie e.d.). De voorgestelde perimeter is gelegen tussen een industriegebied – dat nooit een wijkcontract heeft gehad – en een woongebied dat wel ooit deel uitmaakte van een contract en overlapt met een deel van de perimeter van het stadsvernieuwingscontract in uitvoering.

« Op 1 april starten de drie gemeenten met hun procedures voor de openbare aanbesteding en de burgerparticipatie die leiden tot het operationeel programma dat ze ten laatste tegen 31 maart 2018 aan de Brusselse Regering moeten voorleggen » aldus nog Rudi Vervoort, die ook meegeeft dat Brussel, Jette en Vorst beschikken over 50 maanden om hun programma te verwezenlijken en 30 bijkomende maanden voor de voltooiing van de werven.

_____

Meer info?

De Brusselse Regering voorziet in de bewaring en de opwaardering van het Brussels architecturaal erfgoed

abbaye_coudenberg_2
Photo-2b

De Brusselse Regering voorziet in de bewaring en de opwaardering van het Brussels architecturaal erfgoed

persbericht

15 maart 2017

Naast de ambitieuze territoriale herontwikkeling met het oog op het ontstaan van nieuwe wijken in Brussel besteedt de Brusselse Regering eveneens aandacht aan de bewaring en de opwaardering van het architecturaal erfgoed. Zo loopt voor verscheidene delen van de voormalige abdij van Sint-Jacob op de Coudenberg en voor de vroegere apotheek Kusnick, respectievelijk in de Naamsestraat en de Leuvensestraat in Brussel, sinds donderdag een beschermingsprocedure.

De verschillende gebouwen van de voormalige abdij van de Coudenberg behoren tot het opmerkelijk erfgoed van het Ancien Régime en vormen een geheel van uitzonderlijke kwaliteit in het Brussels Gewest, stelde Minister-President Rudi Vervoort, belast voor Monumenten en Landschappen.

De oorspronkelijk twaalfde-eeuwse gebouwen langs de Naamsestraat zijn in 1776 vervangen door de huidige abdijwoning. De plannen van de Franse architect Barnabé Guimard moesten harmonie brengen in de abdij en deze esthetisch inpassen in de nieuwe Koninklijke Wijk (1775). De neoklassieke wijk werd gebouwd in een tijd toen Brussel nog sterk middeleeuws gestructureerd was en valt daarom op door zijn verbluffend modern karakter, zoals destijds enkel Parijs, Londen of Wenen dat konden bieden. De aanleg van de wijk geldt trouwens als een belangrijke mijlpaal in de stedenbouwkundige en architecturale geschiedenis van Brussel.

De apotheek Kusnick heeft steeds haar winkelraam en uitzonderlijk geheel van gebeeldhouwde lambrisering behouden. Het gaat om een imposante toonbank, uitstalramen en monumentale wandrekken versierd met gebeeldhouwde elementen in Vlaamse neorenaissance en neogotiek, een stijlenvermenging die eigen is aan de eclectische architectuur.

Het is een bijzonder opmerkelijk geheel van een grote verfijning en dit soort interieurs blijven zelden bewaard. Het Gewest beschikt slechts over twee andere voorbeelden – de vroegere apotheken Delacre en Bon Secours. Het is een waar juweel dat bescherming verdient”, aldus nog Rudi Vervoort.

De Dienst Monumenten en Landschappen neemt de beide procedures in onderzoek. Als uniek gebouw wordt de voormalige abdij Sint-Jacob op de Coudenberg beschermd als geheel. De vroegere apotheek Kusnick van haar kant wordt beschermd als monument.

 

_____

Meer info?

Strijd tegen sociale dumping: de gunning van overheidsopdrachten is voortaan beter geregeld

bruxelless

Strijd tegen sociale dumping: de gunning van overheidsopdrachten is voortaan beter geregeld

persbericht

10 maart 2018

De Brusselse Regering heeft, op voorstel van Minister-President Rudi Vervoort en Minister van Economie en Werk Didier Gosuin, een plan goedgekeurd met 7 concrete maatregelen om de risico’s op sociale fraude bij overheidsbestellingen te beperken.

Sociale dumping bij overheidsopdrachten leidt nog altijd tot aanzienlijk banenverlies, in het bijzonder in de bouwsector, die in ons land de belangrijkste bron van werkgelegenheid is. Zo zijn er in de bouw op drie jaar tijd 17.000 banen verloren gegaan. Voor het Brussels Gewest, dat ondanks de grote inspanningen van de voorbije twee jaar nog steeds kampt met een hoge werkloosheid, is het van prioritair belang betere middelen in te zetten tegen sociale fraude”, aldus Minister Gosuin.

Algemeen beschouwd is het de bedoeling om de risico’s op lokale werkonzekerheid door de huidige economische mondialisering te verminderen. De werknemers van een omvangrijke Brusselse arbeidsreserve krijgen immers meer en meer af te rekenen met concurrentie.

In 2016 is een werkgroep samengesteld met de sociale partners, de Regering en deskundigen uit de verschillende openbare diensten. De werkgroep heeft een hele reeks aanbevelingen uitgewerkt die het risico op sociale dumping bij overheidsbestellingen moeten beperken. Aansluitend bij die werkzaamheden heeft de Brusselse Regering 7 concrete maatregelen goedgekeurd die tot een actieve dynamiek moeten leiden op weg naar kwaliteitsjobs in heel het Brussels economisch weefsel.

Maatregelen :

  1. Goedkeuring van een nieuwe wetgeving inzake sociale clausules ;
  2. Invoering van een aanbod aan specifieke opleidingen “sociale dumping” in de context van de opleidingen over overheidsopdrachten, met name voor de werftoezichters ;
  3. Bredere toepassing van de ordonnantie van 2014 met betrekking tot de prijzencontrole, die nu wordt uitgebreid naar nieuwe soorten opdrachten en geldt voor plaatselijke besturen ;
  4. Bevordering van een gids van goede praktijken bestemd voor de Brusselse aanbestedende overheden ;
  5. Uitwerking van een register voor attesten van goede uitvoering voor alle soorten opdrachten ;
  6. Terbeschikkingstelling van een volledig nieuwe analysetool voor de financiële en economische toestand van bedrijven die hebben ingeschreven op een overheidsopdracht, waarmee aan de hand van de balans geïdentificeerd kan worden of zij een risico inhouden op sociale dumping of fraude ;
  7. Oprichting van een platform voor gegevensuitwisseling over overheidsopdrachten.

Met dit document beschikken we eindelijk over een bundel zeer concrete en efficiënte maatregelen om de sociale dumping in Brussel aan te pakken. De tijd van de bezweringsformules is voorbij. Er was nood aan praktijkinstrumenten. En die zijn er nu”, besluit Rudi Vervoort.

_____

Meer info?

De projectoproep Samenleven in Brussel is een groot succes!

cohésion-sociale

De projectoproep Samenleven in Brussel is een groot succes!

persbericht

9 februari 2017

In september 2016 schreven Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rudi Vervoort, Minister-President van de COCOF Fadila Laanan en Voorzitter van de VGC Guy Vanhengel een projectoproep uit gericht op de verbetering van de interculturele dialoog en ter ondersteuning van diversiteit en sociale samenhang. 

Enkel gemeenten, OCMW’s, vzw’s en stichtingen van openbaar nut kwamen in aanmerking om de oproep te beantwoorden. Het dossier zelf moest bestaan uit het ingevuld oproepformulier, een intentienota en een beschrijving van het project en zijn budget en vervolgens zowel per aangetekend schrijven als per e-mail worden teruggestuurd.

De projectoproep werd afgesloten op 10 november 2016. Er zijn meer dan 430 projecten ingediend.

De dossiers zijn vervolgens geanalyseerd door een jury bestaande uit vertegenwoordigers van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van de Minister-President van de COCOF en van de Voorzitter van de VGC, samen met drie deskundigen aangesteld door de respectieve regeringen.

De jury werkte twee dagen lang aan de selectie die zij aan de verschillende Regeringen heeft voorgesteld. De selectie gebeurde op basis van een strikte procedure in meerdere fasen. Alle projecten zijn afgetoetst op hun vormelijke ontvankelijkheid, op de basiscriteria van de projectoproep en op een reeks parameters om te komen tot een kwalitatieve selectie.

Gezien het grote aantal ontvangen projecten zag de jury zich na analyse van de gewenste budgetten genoodzaakt de bedragen in functie van de uitvoerbaarheid van elk project en van de beschikbare middelen aan te passen.

In totaal zijn 434 projecten ingediend voor een globaal budget van ruim 27 miljoen euro. Daarbij bevonden zich 78 projecten die niet ontvankelijk waren omdat het dossier niet reglementair bleek (in aanmerking komen als operator – vzw, stichting van openbaar nut, gemeente of OCMW) of omdat het niet vóór 10 november per aangetekend schrijven en per e-mail werd ingediend met een intentienota, een volledig ingevuld formulier en een projectbegroting).

Er zijn 168 projecten afgewezen, omdat zij niet voldeden aan de basiscriteria (de voorgestelde initiatieven moesten volledig nieuw en vernieuwend zijn, een partnerschap in het vooruitzicht stellen, gebaseerd zijn op een deskundige aanpak, een interculturele invulling hebben).

Zo bleven er 188 projecten over, waarvoor in totaal 12,6 miljoen euro gevraagd werd. De jury heeft elk van die projecten een score toegekend. Op basis van die score besliste zij dan om enkel de projecten te behouden die zwaar genoeg doorwogen.

Dat bracht het aantal overblijvende projecten op 62, goed voor in totaal 4,3 miljoen euro aan gevraagde middelen. Vervolgens werd voorgesteld om het gevraagde budget voor ieder project af te stemmen op zijn plaats in de rangschikking.

Daarna werd een analyse verricht op basis van de dossiers, de projecten en de budgettaire haalbaarheid ervan. In sommige aanvragen was het benodigde budget veel te hoog ingeschat en een aantal projecten bleken ook met minder dan het gevraagde budget nog uitvoerbaar te zijn. Ieder project is uiteraard anders. Daarom heeft de jury de dossiers geval per geval beoordeeld. Er is beslist om voor geen enkel project het maximumbedrag van 200.000 € toe te kennen. Dat moet het mogelijk maken om met het beschikbare budget van 2 miljoen euro meer projecten te steunen.

De uiteindelijke selectie omvat 62 projecten, waarvoor een totaal budget van 2 miljoen euro is uitgetrokken. Op 2 februari is zij door de verschillende regeringen goedgekeurd.

Rudi Vervoort, Fadila Laanan en Guy Vanhengel zijn zeer verheugd dat weldra 62 projecten van start zullen gaan om de noodzakelijke interculturele dialoog in ons Gewest te versterken. Zij feliciteren de meer dan 430 initiatiefnemers voor de kwaliteit van de ingediende dossiers en hun niet aflatende toewijding om alle culturen die dagelijks samen leven en samen werken in ons Gewest, met elkaar in gesprek te brengen.

Click hier om de tabel met de weerhouden en de niet weerhouden projecten te downloaden.

_____

Meer info?

Rudi Vervoort ontmoet Brusselaars om van gedachten te wisselen over het GPDO

titrebist

Rudi Vervoort ontmoet Brusselaars om van gedachten te wisselen over het GPDO

persbericht

2 februari 2017

De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Rudi Vervoort, zal deelnemen aan het eerste van vijf burgerfora over het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO), dat op dinsdag 7 februari om 19:30 uur zal plaatsvinden in het MIMA-museum in Sint-Jans-Molenbeek.

Na maandenlange werkzaamheden heeft de Brusselse Regering een zeer uitgebreide en eigentijdse tekst opgesteld met daarin verschillende projecten die bedoeld zijn om de leefomgeving van de Brusselaars te verbeteren. We willen deze reële ambitie voor ons Gewest nu aan iedereen voorstellen en haar stap voor stap, samen met de burgers, via realistische en weldoordachte projecten concreet waarmaken, aldus Rudi Vervoort.

Het GPDO is gebaseerd op vier hoofdpijlers en wil een antwoord bieden op de nakende demografische uitdaging door een groot aantal aangepaste woningen te bouwen, de bewoners en hun directe omgeving dichter bij elkaar te brengen, nieuwe sectoren te ontwikkelen die kansen bieden op tewerkstelling en de mobiliteit te verbeteren door haar te laten aansluiten op een duurzame stadsontwikkelingsdynamiek.

Van 7 februari tot 8 maart organiseert het Brussels Gewest vijf burgerfora om hierover te debatteren. Het eerste forum wordt door de Minister-President gelanceerd op 7 februari om 19:30 uur in het MIMA (Henegouwenkaai 41 in Sint-Jans-Molenbeek). De andere mogelijkheden om ideeën uit te wisselen en de projecten te bespreken zijn voorzien op 15 februari in de raadzaal van het vroegere gemeentehuis op het Emile Bockstaelplein in Laken, op 20 februari in het gemeenschapscentrum De Kriekelaar in Schaarbeek, op 22 februari in het restaurant L’Architecte op het Flageyplein in Elsene en, ten slotte, op 8 maart in La Tricoterie in Sint-Gillis.

Ik kijk ernaar uit van de Brusselaars te horen hoe zij de territoriale ontwikkeling en de stedenbouwkundige groei in ons Gewest zien. Het is een nieuwe gelegenheid om meer te weten te komen over de belangstelling van onze medeburgers voor hun gewest en voor het doel dat we samen nastreven, zo besluit de Minister-President.

Alle informatie over het GPDO vindt u terug op de website: http://www.gpdo.brussels/

_____

Meer info?

Een eerste veiligheidsplan voor het Brussels Gewest

IMG_4583

Een eerste veiligheidsplan voor het Brussels Gewest

persbericht

2 february 2017

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft donderdag het globaal veiligheids- en preventieplan (GVPP) goedgekeurd. Dat strategische document omschrijft een preventie- en veiligheidskader voor Brussel, dat gebaseerd is op een actuele, ambitieuze en vernieuwende visie. Het sluit aan bij de nieuwe bevoegdheden die het Gewest verworven heeft bij de hertekening van het institutioneel landschap.

Het plan vormt de grondslag voor een nieuwe veiligheidsaanpak in ons Gewest. Zo bevat het een hele reeks maatregelen die elkaar aanvullen. Daarenboven regelt het een complementair en overkoepelend optreden van de verschillende hoofdrolspelers.

Complementariteit

« Complementariteit is een essentiële voorwaarde om een succesvol veiligheids- en preventiebeleid te kunnen voeren, maar moet ook vooropstaan in onze contacten met de andere beleidsniveaus. We hebben gezorgd voor een betere onderlinge afstemming tussen de verschillende instanties die instaan voor onze veiligheid, met als doel het onveiligheidsgevoel te verminderen en een aangename leefomgeving voor de Brusselaars te waarborgen », aldus Rudi Vervoort.

Het GVPP legt een algemeen strategisch referentiekader vast voor de periode 2017-2020. Het gaat vooraf aan de goedkeuring van de zonale veiligheidsplannen (ZVP) en houdt rekening met het Nationaal Veiligheidsplan (NVP) en de Kadernota Integrale Veiligheid (KIV). Bovendien bevat het maatregelen die al deel uitmaken van sommige zonale plannen en dus nu in voege treden in een ruimer gebied. Ook de zes politiezones zijn dus betrokken bij het proces. Zij moeten hun ZVP’s inpassen in het voorgelegde algemene kader.

« Het gaat hier niet om een louter politioneel plan; het beoogt een integraal en versterkt stedelijk veiligheidsbeleid vast te leggen voor alle schakels van de veiligheidsketen, gaande van preventie tot reactie. Brussel Preventie & Veiligheid zal de uitvoering van het GVPP coördineren en aan de bevoegde overheden verantwoording afleggen over de uitgevoerde maatregelen », verduidelijkt Rudi Vervoort.

Om een gecoördineerde aanpak mogelijk te maken en alle betrokken partijen op één lijn te brengen, is het nieuwe beleidsinstrument voorgelegd aan de Gewestelijke Veiligheidsraad, dat bestaat uit het parket van Brussel, de bestuurlijke directeur-coördinator, de gerechtelijke directeur, de voorzitters van de politiecolleges en de korpschefs van de politiezones van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad.

 

Overkoepelende benadering

Bij de opmaak van het ontwerpplan is steevast bijzondere aandacht geschonken aan de geïntegreerde en overkoepelende invulling ervan. Brussel Preventie & Veiligheid hanteerde een werkwijze die erop gericht was alle spelers van de preventie- en veiligheidsketen bij het plan te betrekken. Daarbij is ook rekening gehouden met eenieders voorrechten en doelstellingen.

Na de voornaamste betrokken gewestelijke, gemeentelijke, politionele en gerechtelijke instellingen te hebben geraadpleegd, is vergaderd in thematische werkgroepen om concrete en operationele maatregelen voor te stellen. Al die maatregelen zijn gebundeld in tien hoofdstukken, die een duidelijke weerspiegeling zijn van de prioriteiten van het globaal veiligheids- en preventieplan.

Het plan versterkt reeds bestaande initiatieven en stelt voor elk van de prioriteiten ook nieuwe acties voor. Zo is onder meer bepaald om:

  • onder het hoofdstuk “aantasting van de menselijke integriteit” prioritaire aandacht te besteden aan echtelijk en intrafamiliaal geweld;
  • de opvolging van de mogelijke daders en slachtoffers van polarisering en radicalisering te harmoniseren door een gemeenschappelijk analyserooster op te stellen;
  • de opvang 24u/24 te verbeteren en aangepaste lokalen in te richten die geschikt zijn voor het verhoren van slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel;
  • de inzet van de gemeenschapswachten en de lokale politie in tijd en ruimte te optimaliseren om te zorgen voor een ontradende aanwezigheid en zichtbaarheid ter bestrijding van diefstal, inbraak, vandalisme en allerlei vormen van afpersing, zoals racketeering van jongeren rond de scholen, zakkenrollers op het openbaar vervoer en wagendiefstal;
  • onder het hoofdstuk “mobiliteit en verkeersveiligheid” in overleg met de lokale en federale politie het netwerk van ANPR-camera’s uit te rollen en een gewestelijk verwerkingscentrum voor verkeersinbreuken op te richten;
  • onder het hoofdstuk “milieu en overlast” te zorgen voor een zichtbare en aangepaste aanwezigheid van de verschillende openbare diensten die belast zijn met veiligheid: avondteams om risicogedrag te voorkomen en de geluidshinder te beperken; zomerteams van park- en boswachters die gespecialiseerd zijn in preventie en/of animatie; in de metrostations;
  • de opsporingscapaciteiten op het darknet te versterken om de ontwikkeling van verscheidene vormen van cybercriminaliteit (drughandel, wapenhandel, preventie van en strijd tegen terrorisme en radicalisering) proactief te bestrijden en samen met de universiteiten een kennis- en partnerschapscentrum uit te bouwen voor bepaalde gespecialiseerde opleidingen rond cyberveiligheid;
  • onder het hoofdstuk “georganiseerde misdaad en goederensmokkel” de wapenhandelaars te sensibiliseren om personen die laders of munitie in grote hoeveelheden kopen te identificeren en een beter beeld te vormen van de wapenhandel;
  • de Brusselse burgers EHBO-opleidingen te bieden, in het bijzonder bij het behalen van hun rijbewijs, maar hen ook leren gepast te reageren en nuttige eerste handelingen te stellen in geval van noodsituaties, met als doel het vermogen om tegenslagen te boven te komen (veerkracht) te vergroten.

Geïntegreerd gewestelijk communicatie- en crisiscentrum

Het globaal veiligheids- en preventieplan bevestigt verder ook de oprichting van een geïntegreerd gewestelijk communicatie- en crisiscentrum, dat plaats zal bieden aan de noodcentrale voor dringende medische hulp en de brandweer (HC 100), het communicatie- en informatiecentrum (CIC 101) en verschillende gewestelijke operatoren op het gebied van veiligheid en mobiliteit, waaronder de DBDMH, MOBIRIS en de MIVB.

Om de preventie- en veiligheidsinstanties verder te professionaliseren en te zorgen voor een wisselwerking (delen van goede praktijken, uitwisselen van werkwijzen, enz.), zal het Brussels Gewest ook een geïntegreerde school voor de veiligheidsberoepen in het leven roepen. In die school zullen de opleidingen voor gemeenschapswachten, parkwachters, brandweerlieden, politieagenten en andere beroepen samengebracht worden.

« Het Brussels Gewest heeft deze voorzieningen absoluut nodig. Ik ben tevreden dat we vandaag, na veel denkwerk en overleg, een coherent en volledig instrumentarium kunnen voorstellen, waar alle Brusselaars baat bij zullen hebben », zo besluit Rudi Vervoort.

De website van het globaal veiligheids- en preventieplan: www.veiligheid.brussels

_____

Meer info?

Het Gewest kondigt drie maatregelen aan gericht op transparantie en behoorlijk bestuur

bruxelless

Het Gewest kondigt drie maatregelen aan gericht op transparantie en behoorlijk bestuur

persbericht

26 januari 2017

De Brusselse Regering heeft donderdag beslist drie maatregelen te valideren betreffende de beperking van het aantal mandatarissen, de hervorming van de bestuursvormen in de gemeenten en de plafonnering van de bezoldigingen in pararegionale en paracommunale instellingen om de transparantie en het behoorlijk bestuur in een groot aantal overheidsstructuren te versterken.

In september 2016 al stond de Regering op grond van de Beleidsverklaring doortastende maatregelen voor om de bestuurspraktijk te rationaliseren en deze een welomschreven wettelijk kader te geven. Een aantal van deze maatregelen stonden reeds in de de Gewestelijke Beleidsverklaring, maar vandaag gaat de Brusselse Regering een stap verder :

Beperking van het aantal gemeentelijke mandatarissen en harmonisering van de bezoldigingen van plaatselijke mandatarissen :

Zoals Minister-President Rudi Vervoort al had aangekondigd, is beslist aan het aantal gemeenteraadsleden een bovengrens te verbinden. Van zodra we beschikken over de CEVIPOL studie zal overlegd worden over een beperking van het aantal gemeenteraadsleden en schepenen. Daarnaast stelt de Regering dat komaf gemaakt moet worden met de verschillen in de verloning van gemeentelijke mandaten, aangezien dit mensen in de verleiding brengt om op zoek te gaan naar “aanvullende inkomsten” via de uitoefening van afgeleide mandaten. Daarom worden de bezoldigingen voor alle gemeenten geharmoniseerd.  Ten slotte worden kosten en voordelen van burgemeesters en schepenen omkaderd.

Hervorming en omkadering van de gemeentelijke bestuursvormen :

De Minister-President stelt zeer binnenkort een eerste voorontwerp van ordonnantie voor waarin de strekking van de beheersvormen in de gemeenten, het behoorlijk gemeentelijk bestuur en het toezicht hierop worden verduidelijkt. Zo zal worden voorzien in een duidelijk kadaster van intercommunale structuren, paracommunales, gemeentelijke regieën en eventuele filialen hiervan. Het meerderheidsakkoord bepaalde al dat de uitoefening van het toezicht op gemeentelijke vzw’s, intercommunales en autonome gemeentelijke regieën zou worden verduidelijkt, ook voor de filialen van die laatste twee categorieën. Dat is weldra het geval. De hervorming moet bovendien het aantal intergemeentelijke beheersorganen en autonome gemeentelijke regieën en hun respectieve filialen beperken. En ten slotte moeten ook beheerscontracten worden gesloten voor bepaalde paragemeentelijke entiteiten die gedelegeerde opdrachten uitoefenen (gemeentelijke vzw’s en autonome gemeentelijke regieën).

Plafonnering van de bezoldigingen in pararegionale structuren : 

In de eerste ontwerpordonnantie zal elke vergoeding van zodra deze is goedgekeurd verbonden worden aan een effectieve aanwezigheid in de bestuursorganen. De bedragen worden voor heel het Brussels Gewest begrensd als volgt :  

–        120 € bruto/bestuurder per vergadering van de Raad van Bestuur en maximaal 20 vergaderingen per jaar (hetzij hoogstens 2400 euro per jaar) ;

–        120€ bruto/bestuurder die tevens zetelt in een beperkt beheersorgaan (bureau) en maximaal 10 vergaderingen per jaar (1200 euro per jaar) ;

–        240 € bruto per vergadering voor Regeringscommissarissen ;

–        300 € bruto voor voorzitters en ondervoorzitters van Raden van Bestuur, en dit per vergadering van de Raad van Bestuur, van het beperkt beheersorgaan of per voorbereidende vergadering met de administratieve diensten van de instelling, beperkt tot 40 vergaderingen per jaar waarvoor een vergoeding geldt (hetzij maximaal 12.000 euro per jaar).

Zo spoedig mogelijk zal de Regering een aanvulling op dit besluit indienen die voorziet in dezelfde beperkingen maar dan voor alle openbare structuren van de gemeenten en intercommunales.

Daarnaast beoogt de Regering dat de gewestelijke ordonnantie  erin zou voorzien dat vanaf de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 afgeleide mandaten uitgeoefend door gemeentelijke mandatarissen op geen enkele wijze meer worden vergoed en dat voor de uitoefening van deze mandaten geen voordelen in natura mogen worden toegekend.

Alle controles verbonden aan de naleving van deze wettelijke beschikkingen die zowel de gemeentelijke als de gewestelijke structuren betreffen, zullen uitgeoefend worden door het Rekenhof.

De Minister-President en zijn Regering voegen hiermee de daad bij het woord en nemen concrete beslissingen die geen twijfel laten bestaan over de hoge eisen die zij stellen inzake behoorlijk bestuur.

_____

Meer info?

De Brusselse Regering stemt in met de progressieve herinrichting van de toegang tot het Gewest ter hoogte van de E40/Reyers

mediapark

De Brusselse Regering stemt in met de progressieve herinrichting van de toegang tot het Gewest ter hoogte van de E40/Reyers

persbericht

20 januari 2017

De Brusselse Regering wil de levenskwaliteit van de inwoners van ons Gewest verbeteren. Gisteren gaf ze haar goedkeuring voor het Masterplan E40 – Parkway in Brussel. Doelstelling: de progressieve en kwalitatieve omvorming van de Reyerswijk door in het kader van de ontwikkeling van het Mediapark onder meer een aangename stadsingang, een echte stadsboulevard, een nieuwe wijk en een park aan te leggen.

De Reyerswijk vervolgt haar weg naar een brede progressieve herkwalificatie. Enkele maanden geleden besliste de Brusselse Regering dat er op de plaats van het Reyersviaduct een echte stadsboulevard zou komen. Op dat ogenblik was reeds duidelijk dat men ook anticiperend moest werken en dat een progressieve herinrichting van de toegang tot het Gewest ter hoogte van de E40 moest worden overwogen.

Er werden dan ook verschillende studies gelanceerd. In 2010 toonde een studie reeds de mogelijkheden aan voor de herinrichting van deze stadsingang. Maar die gegevens moesten natuurlijk gecontroleerd en bijgewerkt worden en alle mogelijke opties moesten worden overwogen. Uiteindelijk kwam uit al deze studies naar voren dat, rekening houdend met de huidige verkeersstroom, de E40 op die plaats kan worden heringericht. De Brusselse Regering heeft zich donderdag dus gunstig uitgesproken over een omvorming van de E40 tot stadsboulevard met 2×4 rijstroken (tegenover 2×6 op dit ogenblik).

Deze omvorming zal gepaard gaan met de aanleg van een nieuwe openbare ruimte van grootstedelijke omvang op de vrijgemaakte verkeersstroken, die zal fungeren als de ruggengraat van een nieuw netwerk van openbare ruimten dat doorheen de wijken loopt.

Deze optimalisering van de stadsingang en de aanleg van de Mediaparkwijk met een eigen park, op de huidige site van de RTBF en de VRT, moeten dit deel van ons Gewest – één van de tien prioritaire ontwikkelingspolen die de Regering heeft geïdentificeerd om de levenskwaliteit in Brussel te verbeteren en in te spelen op de aangekondigde bevolkingsgroei – een nieuwe aanblik geven“, aldus de Minister-President, Rudi Vervoort.

Hij stelt dat deze transformaties uiteraard geleidelijk moeten gebeuren en dat men systematisch rekening zal moeten houden met de evolutie en het ritme van de werven die hiervoor nodig zijn.De inwoners van deze wijk moeten op termijn opnieuw in een aangename stadsomgeving kunnen wonen.”

Parkway is een territoriaal ontwikkelingsproject waarbij een bijzondere aandacht wordt besteed aan de mobiliteitssituatie in dit gebied. De werkzaamheden zullen natuurlijk pas na de renovatie van de Reyerstunnels, hetzij normaal gezien in de zomer van 2018, van start gaan.

Alle simulaties en tellingen tonen aan dat de E40 vandaag té groot is en té weinig gebruikt wordt. We stellen eenvoudigweg voor om het volume van de weg af te stemmen op het gebruik dat er dagelijks van wordt gemaakt en we nemen natuurlijk ook de nodige voorzorgen om te vermijden dat het verkeer zich verplaatst naar de omliggende wijken. Het is niet de bedoeling dat de verkeersomstandigheden verslechteren“, benadrukt Rudi Vervoort.

De aanpassing van het profiel van de E40 gaat gepaard met een betere begeleiding van de gebruikers op de weg, het verminderen van de verkeerssnelheden en een permanente monitoring van de mobiliteit om het succes van het project te waarborgen en het indien nodig bij te stellen. Het project voorziet bovendien in de uitbouw van een nieuw aanbod van stedelijke mobiliteit. Zo worden ook nieuwe eigen banen voor de bussen in de wijken aangelegd en staat het optimaliseren van het fietsnetwerk en de voetgangerswegen op het programma.

De Minister-President herinnert er evenwel aan dat, los van dit project, het fileprobleem door pendelverkeer nog steeds het best kan worden opgelost door een reëel grootstedenbeleid (RER, transitparkings, intergewestelijk openbaar vervoer, etc.) uit te bouwen waardoor pendelaars gebruik kunnen maken van een aantrekkelijk alternatief.

Zodra deze ruimte opnieuw bijdraagt tot het wijkleven kunnen we nieuwe horizonten verkennen: nieuwe vastgoedontwikkelingen, uitbouw van voorzieningen, etc. Het team dat belast is met het Masterplan zal het Gewest daarin bijstaan.

Het masterplan stelt voor om deze nieuwe ruimte in twee opeenvolgende fases aan te leggen zodat de openbare ruimte snel beschikbaar is, door tegelijkertijd het overleg te organiseren, een definitief kwaliteitsvol ontwerp vast te leggen en alle nodige vergunningen voor de uitvoering ervan te verkrijgen“, aldus nog Rudi Vervoort, die eraan toevoegt dat dit alles gebeurt in samenwerking met de verschillende strategische besturen van het Vlaams Gewest.

_____

Meer info?

Het Gewest geeft de Brusselaars inspraak om hun leefomgeving te verbeteren via zijn Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO)

titrebist

Het Gewest geeft de Brusselaars inspraak om hun leefomgeving te verbeteren via zijn Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO)

persbericht

13 january 2017

Nadat de Brusselse Regering de mogelijkheden van haar grondgebied heeft bestudeerd en haar Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) heeft goedgekeurd, lanceert ze een breed burgerparticipatieproces. Vanaf vandaag kan iedereen de voorstellen van het GPDO inkijken via een breed proces van openbaar onderzoek, en dat nog tot 13 maart.

We willen de beste oplossingen aanreiken om ons Gewest de komende 25 jaar zo goed mogelijk te ontwikkelen, en daarbij de Brusselaars een betere levenskwaliteit in de stad garanderen. Via het GPDO willen we oplossingen voorstellen die tegemoetkomen aan allerlei uitdagingen zoals de verdichting die nodig is om de bevolkingsgroei op te vangen, het waarborgen van de Brusselse mix, het verbeteren van de gelijkheid en de samenhang tussen de verschillende partijen van het Brusselse grondgebied“, aldus Minister-President Rudi Vervoort.

Na maandenlange werkzaamheden, gegevens actualiseren en ideeën, visies en ambities uitwisselen, werd een zowel krachtige als eigentijdse tekst opgesteld rond vier hoofdpijlers.

1) Een ambitieuze productie van aangepaste woningen:

Ons Gewest gaat gebukt onder het tekort aan woningen. Het GPDO voorziet dan ook om het grondgebied zo goed mogelijk te benutten om nieuwe wijken te ontwikkelen en bijkomende woningen te bouwen. Door dieper in te gaan op het grondpotentieel dat in Brussel aanwezig is, beoogt het GPDO immers de bebouwing op het Brusselse grondgebied gecontroleerd te verdichten.

De échte uitdaging bestaat erin op een geïntegreerde manier na te denken over de plaatsen waar die woningen moeten komen. We willen het Brusselse stadsweefsel gecontroleerd verdichten door onder meer de Gewestelijke Stedenbouwkundige verordening (GSV) te herzien en daarbij rekening te houden met het gemengde karakter“, aldus Rudi Vervoort. Hij benadrukt ook de prioritaire criteria van de kwaliteitsvolle leefomgeving volgens het GPDO.

Naast het Kanaalgebied, waaraan bijzondere aandacht wordt besteed, zijn er nog tien prioritaire ontwikkelingszones afgelijnd, die kunnen rekenen op voorrang en massale inspanningen vanwege de overheid. Het gaat om Reyers, Josaphat, Heizel, Schaarbeek-Vorming, de gevangenissen van Sint-Gillis en Vorst, de NAVO-site, de Europese Wijk, het Weststation, Delta en de kazernes in Elsene en Etterbeek.

2) De ontwikkeling van voorzieningen en van een aangename, duurzame en aantrekkelijke leefomgeving:

Het Gewest wil ook een stad op mensenmaat ontwikkelen die georganiseerd is rond een hoogstaand openbaar vervoersnet en waarin talrijke culturele, educatieve, school- en sportvoorzieningen gelijk verdeeld zijn over heel het grondgebied.

Het is ons leidmotief om alles wat de Brusselaars verbindt met hun directe omgeving en bijdraagt tot de kwaliteit van hun dagelijkse leven, te versterken“, verklaart Rudi Vervoort. Hij wijst ook op de voorzetting van de Duurzame Wijkcontracten (DWC) en de Stadsvernieuwingscontracten (SVC) als onmisbare instrumenten om de stad op te knappen en verbetering te brengen in de wijken.

3) De uitbouw van sectoren en diensten met een groot werkgelegenheidspotentieel, goede economische vooruitzichten en opleidingsperspectieven:

Het is de bedoeling om bedrijven en KMO’s aan te moedigen zich bij voorkeur te vestigen in bepaalde gebieden, afhankelijk van het soort activiteiten dat zij ontwikkelen“, aldus de Minister-President.

Zo werden er zes prioritaire zones afgebakend waar de tewerkstelling kan worden herontwikkeld. Bijzondere aandacht werd besteed aan de lokale tewerkstelling – via de zone voor economische uitbouw in de stad (ZEUS) – maar ook aan de ontwikkelingspolen met een concentratie van economische actoren.

Maar Rudi vervoort gaat nog verder: “Het GPDO benadrukt ook de noodzakelijke uitbreiding van de economische activiteiten met internationale uitstraling die bevorderlijk zijn voor de naamsbekendheid van Brussel: toerisme, internationale congressen, grote evenementen, export, onderzoek en innovatie.”

4) Verbetering van de mobiliteit als factor van duurzame stadsontwikkeling:

Het GPDO bevat krachtige maatregelen om de verkeersopstoppingen aan te pakken. Sommige maatregelen zijn gepland voor 2025, andere voor 2040. Een eerste belangrijke concrete doelstelling bestaat erin de druk van het inkomend en uitgaand verkeer op onze wegen tegen 2025 met 20% te verminderen.

Daartoe voorziet het GPDO om de zes belangrijkste invalswegen om te vormen tot stadslanen en die vermindering van de wegcapaciteit gepaard te laten gaan met de aanleg van 25.000 parkeerplaatsen (P+R) binnen het hoofdstedelijk gebied.

Hoewel de Brusselaars hier duidelijk al grote inspanningen hebben geleverd, krijgen ze alternatieve oplossingen aangeboden om zich met het openbaar vervoer of als actieve weggebruiker te verplaatsen. Het is de bedoeling om het gebruik van de wagen binnen de stad tegen 2025 met 15% te verminderen door ervoor te zorgen dat verplaatsingen gemakkelijker verlopen“, aldus de Minister-President.

Een andere grote doelstelling van het project bestaat erin een verdere modal shift te bewerkstelligen. De Brusselaars hebben die trend al een tiental jaar geleden ingezet. Nieuwe metrolijnen, uitbreidingen op het tramnetwerk, het optimaal gebruik van het bestaande netwerk, zijn allemaal ontwikkelingen waarin het nieuwe gewestelijk plan voorziet.

Andere projecten waartoe werd besloten ten voordele van de zachte vervoersmiddelen zijn de aanleg van fietspaden en meer voetgangerszones.

In deze tekst hebben we besloten om de lotsbestemming en de toekomst van de Brusselaars in de handen te leggen van de Brusselaars zelf. Maar Brussel ligt centraal op het strategische schaakbord en het heeft de medewerking van heel wat actoren nodig als het zijn ambities wil verwezenlijken“, aldus nog Rudi Vervoort aan de gemeenten, de federale Regering en Europa.

Het openbaar onderzoek

De inspraak van alle Brusselaars is essentieel. De openbare raadpleging, die de Minister-President zo breed mogelijk wil maken, zal plaatsvinden van 13 januari tot 13 maart 2017.  Gedurende deze 2 maanden worden publieke fora georganiseerd.

Er is een aparte ruimte gewijd aan het GPDO in elk van de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bij perspective.brussels, bip.brussels en in het CCN-gebouw (Noordstation)

Al deze informatie is beschikbaar op de websites: www.prdd.be en www.gpdo.be. Hierop is ook een verzoekformulier te vinden waarmee alle Brusselaars hun suggesties kenbaar kunnen maken. Met de meest relevante suggesties zal rekening worden gehouden bij de definitieve goedkeuring van de tekst.

_____

Meer info?