Toespraak van Rudi Vervoort naar aanleiding van het Irisfeest 2017

18121649_10155147415111000_7759243507209322043_o

Toespraak van Rudi Vervoort naar aanleiding van het Irisfeest 2017

persbericht

6 mei 2017

Mijnheer de Eerste Minister,

Dames en heren Vice-Eerste Ministers,

Heren Voorzitters van de Gewest- en Gemeenschapsparlementen

Heren Ministers-Presidenten

Dames en Heren Ambassadeurs

Dames en Heren Volksvertegenwoordigers

Dames en Heren,

Waarde Collega’s

Beste Vrienden,

Bij het vorige Irisfeest verkeerden we in shock na de verschrikkelijke terroristische aanslagen die ons land net hadden getroffen. Ook vandaag wil ik hulde brengen aan de onschuldige slachtoffers van deze afschuwelijke terreurdaden en opnieuw een woord van dank richten tot de vele mensen die een reddende, verzorgende, helpende, ondersteunende en troostende hand hebben toegestoken.

Ik wil ook alle Brusselaars danken die blijk gegeven hebben van een ongelooflijke solidariteit in deze bijzonder moeilijke momenten. Samen hebben we ons schrap gezet en getoond waartoe wij in staat zijn. En dat in alle werkgebieden, zowel internationaal als binnen ons Gewest. Parallel daarmee zijn wij uiting blijven geven aan onze openheid, onze wil om te dialogeren en samen te leven in een maatschappij waar iedereen de andere respecteert.

Een jaar later neem ik hier graag opnieuw het woord. Want als ik vandaag bij de Brusselaars de nooit geziene eendracht zie, dan weet ik dat zij het pleit hebben gewonnen. We zijn erin geslaagd ons Gewest opnieuw levensvreugde in te blazen, een aantal kleine kantjes bij te sturen en onze talloze troeven nóg beter in de verf te zetten.

U weet dat ik nogal een realist ben. Toch stemmen de recentste cijfers over het aantal toeristische bezoekers mij optimistisch. In maart 2015 bedroeg de bezettingsgraad van de hotels 73%. Na de aanslagen viel het cijfer terug tot 59%. Vandaag zitten we opnieuw aan 71%. En dat geldt ook voor de musea en attracties, die een toename optekenen van 11% ten opzichte van 2016.

Deze opleving is het resultaat van de initiatieven die de Regering heeft genomen om van Brussel opnieuw een aantrekkelijke bestemming te maken : Zo hebben we de opheffing van de gemeentelijke belasting op toeristisch logies gecompenseerd ; we hebben de belasting op terrassen afgeschaft ; We hebben een begeleidingscel in het leven geroepen voor ondernemers in moeilijkheden ; we hebben promotiecampagnes gelanceerd om Brussel opnieuw op de kaart te zetten ; een projectoproep make.brussels, enz. De voorbij week heb ik nog het startschot gegeven voor een internationale campagne om het imago van ons Gewest te bevorderen op onze prioritaire markten : Frankrijk, Engeland, Spanje, Duitsland, Italië en Nederland.

Ik ben er mij natuurlijk van bewust dat we deze inpanningen moeten aanhouden. Want Brussel verdient steeds beter. Brussel verdient steeds meer.

Uiteraard heeft mijn Regering in de loop van dit jaar ook belangrijke beslissingen genomen voor de veiligheid. Voor het welzijn van onze medeburgers, maar ook voor een betere uitrusting van alle betrokken diensten.

img001Wij hebben hieraan gewerkt zonder veel ruchtbaarheid, zonder grote aankondigingen, zonder maatregelen te nemen die onze vrijheden beknotten. Wij zijn eendrachtig blijven werken en zijn steeds de dialoog aangegaan met de Brusselaars en met de beleidsoverheden, met inspanningen zowel gericht op ons veiligheidsbeleid als op ons preventie- en sociale cohesiebeleid.

Want voor ons blijven die drie elementen nauw verbonden. Want voor ons groeit uit het « samen-leven » het « samen-doen ». Wij willen dat ons Gewest, waar vrijwel 200 nationaliteiten samenleven, over de hele wereld bekendstaat als de regio die van zijn diversiteit zijn grootste troef heeft gemaakt en de basis van zijn gemeenschappelijke identiteit.

Vandaag staat Brussel Preventie & Veiligheid op de sporen. Het gewestelijk communicatie- en crisiscentrum is zo goed als operationeel en de maatregelen voor de videobescherming vorderen goed.

Het Geïntegreerd Globaal Preventieplan is door de Regering en de negentien gemeenten afgerond. Het voorziet in de versterking van de buurtantennes, de strijd tegen het radicalisme, tegen diefstal, het uitrollen van een drugsbeleid, de versterking van de veiligheid op het openbaar vervoer, de prioritaire behandeling van zaken die verband houden met partner- en gezinsgeweld, een verbeterde opvang van slachtoffers van mensenhandel…

 Wij zijn ook goed gevorderd met een ander project dat mij nauw aan het hart ligt : de Gewestelijke School voor Veiligheidsberoepen. Het is een school waar de vorming in de verschillende veiligheidsberoepen wordt samengebracht, zoals de opleiding van onze gemeenschapswachten, onze parkwachters, onze politiemensen, onze brandweerlieden, onze medische urgentiediensten, en ze opent weldra de deuren. De gronden en gebouwen zijn aangekocht. Bovenop de onmiskenbare weerslag die zij zal hebben op de professionalisering van al onze veiligheidsberoepen wordt deze school ook van strategisch belang bij het vrijmaken van tewerkstellings­mogelijkheden specifiek voor Brusselaars !

Ten slotte wenst mijn Regering, in de continuïteit van ons streven om rechtstreeks met Brusselaars te werken, ondersteuning te bieden aan een reeks opleidingen onder de noemer « Reageren bij noodgevallen », die ingericht worden door de Brandweer, de ambulanciersopleiding en het Rode Kruis.

Bovendien wordt Brussel inzake verkeersveiligheid dankzij creatieve campagnes en financiële steun van de politiezones geleidelijk aan een veiliger gewest.

Ook op economisch vlak mogen de Brusselaars trots zijn op wat ze bereikt hebben. Ook dit is het resultaat van een bewuste keuze voor permanent overleg en een kwalitatief hoogstaand sociaal overleg.

De Strategie 2025 is een succes ! Voor een grotere efficiëntie en een maximale weerslag op het leven van de Brusselaars hebben wij alle tewerkstellingssteun gerationaliseerd ! Voor de Brusselse KMO’s hebben we een Small Business Act onderhandeld. Voor ondernemingen en handel hebben we het Brussels Agentschap voor de Begeleiding van ondernemingen in het leven geroepen, waar in één enkel expertisecentrum alle diensten zijn samengebracht waaraan een bedrijf behoefte kan hebben in de loop van zijn levenscyclus, zowel bij de oprichting en de groei als met het oog op internationalisering.

En we hebben het inschakelingscontract ingevoerd. Aan alle ondernemingssteun verbinden wij doelstellingen inzake tewerkstelling, opleiding en stages !

In totaal is voor 216 miljoen overheidssteun voorbehouden voor de Brusselaars. Met de verzekering van een ècht concurrentievoordeel voor zwakkere doelgroepen zoals jonger-dan-30-jarigen, laaggeschoolden, langdurig werklozen en oudere werknemers.

Brussel beschikt nu ook over een « Opleidingsplan » waarin 44 concrete maatregelen staan uitgewerkt die rechtstreeks samenhangen met werk, onderwijs en economische ontwikkeling. Het gaat om een hele batterij maatregelen die leiden naar gepersonaliseerde trajecten met gewaarborgde tewerkstelling. Daartoe zijn al samenwerkingsverbanden uitgewerkt met de ondernemingen, de KMO-vorming, de onderwijswereld en het volwassenenonderwijs.

Aan de hand van het « Gewestelijk innovatieplan » en de ondersteunende instrumenten die op grond van de nieuwe ordonnanties over « Onderzoek » ingevoerd zullen worden, kunnen we het spectrum van de Brusselse steun nu ook verbreden tot onderzoeksinstellingen en –bedrijven, en zelfs tot de non-profit, die voortaan ook in aanmerking komt voor innovatietoelagen.

En iets wat in de steigers staat: ik heb onze teams de opdracht gegeven een ambitieus « Brussels Industrieplan » uit te schrijven. Want het is eindelijk tijd om het waanbeeld te ontkrachten dat Brussel een diensteneiland zou zijn waar voor de nijverheid en de maakindustrie geen plaats meer is.

Ten slotte hebben wij, gelet op de mogelijke gevolgen van de Brexit voor de Brusselse economie, een actieplan opgestart om Britse instellingen te overtuigen zich in Brussel te vestigen. Daarbij worden sectoren in de kijker geplaatst waarin ons Gewest uitmunt (financiële diensten, juridisch advies, de geneesmiddelen- en gezondheidsindustrie, de audiovisuele sector). Zeer binnenkort zal ook een specifieke promotiecampagne onze inspanningen ondersteunen.

In de loop van dit jaar hebben wij ons ook toegelegd op de fiscaliteit om deze minder complex en rechtvaardiger te maken.

In een eerste luik werd al de gewestbelasting van 89 euro afgeschaft die ieder Brussels gezin en elke Brusselse onderneming sinds 1992 betalen.

Het tweede luik voorziet hoofdzakelijk in financiële steun bij de aankoop van de eerste woning voor gezinnen met een bescheiden en middelgroot inkomen. Bovendien hoeven de Brusselaars sinds dit jaar geen registratierechten meer te betalen op de eerste schijf van 175.000 euro.

Ook zullen de Brusselaars dit jaar op hun belastingbrief vaststellen dat de opcentiem voor de agglomeratie van 1% op de personenbelasting niet wordt aangerekend. En ook volgend jaar wordt een korting van een halve procent toegekend.

Om de toename van de onroerende voorheffing op te vangen, kan een Brusselse eigenaar die zijn eigen woning betrekt voortaan aanspraak maken op een Be Home premie van 120 euro.

Al die initiatieven maken Brussel uiteraard aantrekkelijker.

Tegelijk moeten we ook het leven in ons Gewest verbeteren, voor hen die er gebruik van maken, maar ook en vooral voor hen die er wonen. Daarom moeten we grote inspanningen blijven leveren op het vlak van stadsherwaardering en ruimtelijke ordening.

U herinnert het zich vast nog. In het begin konden we dankzij de wijkcontracten inwerken op gebieden met een kleine omvang. Zij vormden het “vooraanstaande” instrument om onze wijken te vernieuwen. Dat instrument hebben we vandaag aangevuld met de stadsvernieuwingscontracten, die niet stoppen aan de gemeentegrenzen. Zij zijn bedoeld voor gebieden waar op het vlak van stedelijke herwaardering nog maar weinig gebeurd is.

In de komende weken vindt een openbaar onderzoek plaats over de eerste vijf ontwerpprogramma’s voor de stadsvernieuwingscontracten. Het gaat om programma’s voor Tour en Taxis, het Noordstation, het Weststation, de Koningslaan en de Heyvaertwijk.

Tegen eind 2017 zullen we in die wijken niet minder dan 110 miljoen euro investeren.

Naast de duurzame wijkcontracten en de stadsvernieuwingscontracten ontwikkelen we ook projecten met de steun van de Europese Unie, die via de structuurfondsen van het EFRO bijna 195 miljoen euro toekent.

We pakken niet alleen bestaande wijken aan, maar we zetten ook de nodige stappen om nieuwe wijken uit te bouwen. Ik verwijs onder meer naar de uitvoering van het Kanaalplan aan de oevers van het Vergotedok. Zo is er de ontwikkeling van T&T, waar u niet naast kunt kijken ! Ik denk ook aan het Biestebroekdok en aan de vele initiatieven die zowel de overheid als de privésector hebben opgestart langs het 14 kilometer lange kanaal dat dwars door Brussel stroomt.

We besteden aandacht aan het volledige grondgebied van ons Gewest. Zo hebben we bijvoorbeeld plannen voor de kazernesite in Elsene. De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting stelt op dit ogenblik alles in het werk om tegen het einde van dit jaar de opdrachten voor de ontwikkeling van de site te kunnen uitschrijven. Zij werkt daarvoor nauw samen met de betrokken universiteiten en met de gemeente.

We vorderen ook snel met de opmaak van een richtplan van aanleg voor de omgeving van het Weststation en het gebied rond Hermann-Debroux. We willen op een nieuwe manier en zonder enig taboe nagaan hoe we de stadstoegang ter hoogte van de autosnelweg E411 rustiger kunnen maken.

Nog vóór de zomer zal de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) een concurrentiedialoog opstarten voor de eerste ontwikkelingsfase van het Josaphat-terrein. Er zijn 65.000 vierkante meter woningen en voorzieningen gepland. Daarnaast zal met de steun van Beliris een groot park worden aangelegd.

Mijn Regering heeft de krachtlijnen voor de uitbouw van het Mediapark goedgekeurd. Zij heeft ook beslist om tegen het einde van de legislatuur de E40 bij het binnenrijden van de stad te versmallen.

En dan is er ook nog de ontwikkeling van de Heizelvlakte. Na een paar strubbelingen kan de eerste ontwikkelingsfase uiteindelijk toch van start gaan.

In al die programma’s is huisvesting uiteraard steevast één van de grote uitdagingen. De snelle bevolkingsgroei, de grondschaarste, de verarming van de bevolking en de voortdurende stijging van de vastgoedprijzen maken het voor de Brusselse gezinnen met een laag of gemiddeld inkomen steeds moeilijker om een degelijke woning te vinden.

Naast de renovatie en de bouw van woningen, binden we ook volop de strijd aan met de leegstand van gebouwen. Daarbij gaat bijzondere aandacht naar de verbouwing van leegstaande verdiepingen om ze een woonbestemming te geven. De resultaten zijn bemoedigend. Zo heeft mijn Regering inmiddels al groen licht gegeven voor 15 operaties, die samen 829 nieuwe woningen kunnen opleveren.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is ook het eerste Gewest dat de huurovereenkomsten heeft geregionaliseerd. Momenteel ligt een ontwerpordonnantie voor ter bespreking in het Parlement. Nieuwe woonvormen die typisch voorkomen in ons Gewest, zoals samen een woning huren, het huren van een studentenkot en intergenerationeel wonen worden voortaan beter geregeld.

Om een kwaliteitsvol leven in de stad mogelijk te maken, moeten we ook het stadscomfort verbeteren, het leefmilieu beschermen en de zachte of niet-vervuilende mobiliteit verbeteren. 2017 is in Brussel trouwens het jaar van de “Natuur in de stad”.

Zorgen voor een kwaliteitsvol stadsleven staat ook voorop in de voorstellen die opgenomen zijn in het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO). Het openbaar onderzoek over dat Plan was een enorm succes.

Bijna 3.000 personen hebben hun mening kenbaar gemaakt. We zijn nu bezig alle inzendingen van naderbij te bekijken. Dat enthousiasme toont aan hoezeer de Brusselaars begaan zijn met de toekomst van hun Gewest. Dat stemt mij zeer tevreden.

img002Verder heeft mijn Regering een beroep gedaan op de stuwende krachten van de Brusselse samenleving (de beroepsfederaties en het verenigingswezen) om samen de “Good Food Strategie” en het “Gewestelijk Plan voor de Kringloopeconomie” uit te werken. Dat plan beschouwt het efficiënte beheer van hulpbronnen en afval als een sector die kwaliteitsvolle banen kan opleveren voor de Brusselaars.

Begin dit jaar zijn we van start gegaan met een hervormde afvalophaling. Zo zijn er voortaan geen ophalingen ‘s avonds meer en hebben we een einde gemaakt aan de afwisselende ophaling van gele en blauwe zakken. Dat maakt het leven voor de Brusselaars een stuk eenvoudiger. We hebben ook de sortering versterkt door de algemene invoering van de oranje zakken. Om onze wijken netter te maken, hebben we ook 300 personen aangeworven bij het Agentschap Net Brussel.

Brussel wil verder ook opkomen voor de gezondheid van haar inwoners:

  • door het gebruik van pesticiden te bestrijden,
  • door vanaf 2018 een “lage emissiezone” in te voeren,
  • door met de federale overheid een constructieve dialoog aan te gaan om concrete oplossingen te vinden voor de geluidshinder van het vliegverkeer boven ons Gewest,
  • door in te zetten op zachte mobiliteit, met onder meer de aanleg van afgescheiden en beveiligde fietspaden op de Kleine Ring,
  • door wegen op een welbepaalde manier herin te richten, zoals de Elsensesteenweg, om te zorgen voor een beter evenwicht tussen de buurtbewoners, voetgangers en fietsers,
  • door projecten te voeren zoals “Ping if you Care”, waarmee fietsers kunnen aangeven op welke plaatsen zij beter beschermd willen worden.

De voorbije twee jaar hebben we 2,4 miljoen euro steun verleend voor 49 gemeentelijke sportuitrustingsprojecten. De Regering heeft onlangs een derde projectoproep afgesloten, waarmee zij 1,6 miljoen euro extra zal pompen in het sportbeleid, dat essentieel is voor de gezondheid en de sociale samenhang.

Tot slot zou ik willen benadrukken dat we bij alles wat we ondernemen nooit het hoofddoel uit het oog mogen verliezen. En dat is ervoor zorgen dat alle Brusselaars een beter leven kunnen leiden in hun Gewest.

Zoals u weet, heeft de bijzondere wet van 6 januari 2014 over de zesde staatshervorming geleid tot een ingrijpende wijziging van de bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en de gemeenschappen. In het bijzonder op het Brusselse grondgebied.

Zo heeft Brussel er nieuwe bevoegdheden bijgekregen in een paar belangrijke beleidsdomeinen, zoals gezondheidszorg, welzijn, jeugdzorg en kinderbijslag.

Die nieuwe bevoegdheden maken ons Gewest sterker. We bouwen momenteel een volledig nieuw sociale zekerheidsmodel uit. Daarom hebben we binnen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie een instelling van openbaar nut (ION) opgericht. Maar bovenal dient zich een kans aan voor het welzijn van alle Brusselaars. Een kans die we moeten grijpen.

Door de zesde staatshervorming is het budget van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, een instelling die tot voor kort amper bekend was, wettelijk opgetrokken van 92 miljoen euro naar 1,2 miljard euro. Drie vierde van dat bedrag gaat naar het beheer van de kinderbijslag, dat ons voor een heuse uitdaging stelt. In dat verband ijveren we trouwens voor een rechtvaardiger systeem dat zorgt voor een correcte herverdeling.

Daarenboven neemt de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in alle domeinen waarvoor het Gewest bevoegd is, krachtige beslissingen om de armoede te bestrijden.

Er gaat heel veel schuil achter de afkorting GGC, die voorlopig nog te weinig bekendheid geniet. We moeten goed beseffen hoe deze bicommunautaire instelling haar symbolische waarde concreet vertaalt op institutioneel vlak. De GGC is de belichaming van iets wat wij vanzelfsprekend en noodzakelijk vinden. Zij staat voor de solidariteit onder de Brusselaars en beoogt van daaruit te voldoen aan de behoeften van alle inwoners van ons Gewest, zodat iedereen er een waardig leven kan leiden. Dan heb ik het over een inclusieve en genereuze solidariteit en het besef, zoals Victor Hugo het verwoordde, dat “iedere vorm van lijden een aanklacht is en wanneer het individu huilt, de samenleving bloedt… ” en dat “in het recht van de zwakken de plicht van de sterken schuilt”.

Het is onze plicht een solidariteit te bouwen die berust op stevige fundamenten en zonder onderscheid tegemoet te komen aan de behoeften van alle Brusselaars, en in het bijzonder aan die van de minst bedeelden onder hen.

Vanuit onze dadendrang en de trots op wat we doen, verwerpen wij resoluut het confederale model met twee deelstaten, dat ontsproten is aan het brein van enkele bekrompen figuren uit het noorden van het land. In zo’n systeem zou iedere Brusselaar moeten kiezen of hij tot Vlaanderen of Wallonië wil behoren.

Wij zetten ons met klem af tegen een model dat berust op een gezamenlijk beheer – of confederalisme zoals men het noemt, al maakt die andere naamgeving geen wezenlijk verschil uit. Een model dat gebaseerd is op nefaste en achterhaalde subnationaliteiten, waarbij in Brussel meerdere solidariteitssystemen naast elkaar zouden bestaan.

Net zoals voor de kinderbijslag, zullen wij niet toelaten dat een kunstmatige opdeling wordt gemaakt van een bevolking die de achterhaalde communautaire breuklijnen overstijgt en die zich enkel kan vereenzelvigen met haar eigen dieper liggende identiteit. Een bevolking met een open blik op de wereld en gekenmerkt door een rijke diversiteit en een multiculturele achtergrond, die zowel tot uiting komen in haar wijken als in haar geschiedenis.

Verder verwijs ik naar de opmaak van een “Brussels gezondheidsplan“, dat de patiënt centraal stelt in de zorgverstrekking, de herfinanciering van de ziekenhuizen die vergeten zijn door de federale overheid en innoverende projecten om ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen.

Andere zeer belangrijke beleidswerven zijn uiteraard de opvang van daklozen, de ontwikkeling van housing first en de opvang en integratie van Roma-gezinnen en woonwagenbewoners.

Nooit eerder hebben we zoveel aandacht geschonken aan achtergestelde, kansarme en kwetsbare doelgroepen. Nooit eerder hebben we zoveel hulp geboden aan de meest kwetsbare Brusselaars, die soms helemaal aan ons zicht onttrokken zijn.

Nu de winteropvang net is afgelopen, wil ik in dat verband graag twee veelzeggende cijfers aanhalen. In de winter van 2011-2012 werden 75.000 nachtverblijven aangeboden. De voorbije winter waren dat er 160.000…

Binnenkort gaan we een projectoproep uitschrijven om 15 miljoen euro te investeren in de infrastructuur voor daklozen. Daarnaast hebben we een jaarbedrag van 1.350.000 euro vrijgemaakt om via de OCMW’s maatschappelijke bijstand te verlenen aan migranten, daklozen, Roma en woonwagenbewoners.

Zoals u merkt, zetten we onze inspanningen onverdroten verder. We laten niemand aan de kant staan. En ik zal er mij met hart en ziel voor inzetten. In de eerste plaats voor alle Brusselaars, maar ook voor het imago en de uitstraling van ons Gewest.

Ik dank u voor uw aandacht.

Prettige feestdag Brussel.

Prettig Irisfeest iedereen.

Rudi Vervoort

Lancering van de internationale campagne #takemetobrussels

18238732_10155159373776000_1380586620113022642_o
18278716_10155159373596000_7766462850620168125_o
18319306_10155159373601000_6258390113647509570_o
18319363_10155159373591000_2872909614511701217_o
18192727_10155160267266000_3727723982685572724_o
18238576_10155160267226000_8529224394667640274_o
18278201_10155160267151000_7299957767126639222_o

kevinsan revient a bruxelles du 8 au 15 fevrier

persbericht

2 mei 2017

Lancering van de internationale campagne ter herwaardering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en op weg naar Parijs om er de vele troeven van ons Gewest voor te stellen! Dankzij Peyo zullen de rijkdom en generositeit van Brussel de komende maanden her en der in Europa worden gevierd! #takemetobrussels

 

In Parijs voor de campagne ter herwaardering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Onze smurfen hebben het Trocadéro veroverd en de eerste gelukkige winnaars die de kans krijgen om ons Gewest te bezoeken zijn al bekend. #takemetobrussels

 

Meer info : www.takemeto.brussels

De Brusselse Regering start met de editie 2017 van “Be.Exemplary” haar 2de projectoproep voor Brusselse voorbeeldgebouwen

be-exemplary

De Brusselse Regering start met de editie 2017 van "Be.Exemplary" haar 2de projectoproep voor Brusselse voorbeeldgebouwen

persbericht

25 april 2017

Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rudi Vervoort en minister van Huisvesting, Leefmilieu en Energie Céline Fremault hebben vandaag samen “Be.Exemplary” gelanceerd, een nieuwe projectoproep voor vernieuwende en ambitievolle projecten voor Brusselse voorbeeldgebouwen.

Na een eerste succes in 2016 zet de Gewestelijke Regering haar ambitie voort om projecten die beantwoorden aan de uiteenlopende alternatieven van een geïntegreerde duurzame ontwikkeling te stimuleren en op te zetten. Zo zal ze de voorstellen belonen waarin de uitdagingen van Brussel op voorbeeldige wijze worden samengevat.

De doelstellingen op het vlak van stedelijke ontwikkeling kunnen slechts relevante antwoorden bieden wanneer er wordt nagedacht over de 4 grootste uitdagingen: de stedenbouwkundige en architecturale kwaliteit, sociale actie, kringloopeconomie en de milieudimensie“, aldus Minister-President Rudi Vervoort.

In Brussel zijn de gebouwen verantwoordelijk voor 62% van de uitstoot van broeikasgassen. Door het bouwen en renoveren vanuit een logica van circulaire economie en met gebruik van duurzame materialen te bevorderen, kunnen hoge energieprestaties worden verkregen. Zo kunnen we tegemoetkomen aan de klimaatuitdaging door de verbintenis die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tijdens de COP21 heeft aangegaan na te komen. Be.Exemplary is ook een ware hefboom voor innovatie voor veel bouwondernemingen in hun transitie naar duurzaam bouwen waarbij ze de mogelijkheid krijgen om nieuwe competenties te verwerven en innovatieve technieken uit te proberen“, aldus minister van Huisvesting Céline Fremault

Be.Exemplary wil alle openbare en private actoren aanmoedigen om de gewestelijke ambities inzake duurzame stedelijke ontwikkeling mee waar te maken. De wedstrijd stimuleert ook vernieuwende ideeën.

Be.Exemplary staat open voor alle bouwheren die in Brussel bouwen of renoveren: particulieren, overheden, parastatale instellingen en privéondernemingen (vastgoedpromotoren, bedrijven, vzw’s, enz.), maar het kandidaat-project moet door een team worden gedragen.

De projecten moeten op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn gelegen. De door de projectoproep beoogde gebouwen kunnen om het even welke bestemming hebben (scholen, sportvoorzieningen, woningen, enz.). De jury zal de geschiktheid van het programma evalueren op basis van de beoordelingscriteria.

De kandidaatstellingen worden tegen 15 september 2017 verwacht bij de gewestelijke administratie “Brussel Stedenbouw en Erfgoed (BSE)”, die belast is met de uitvoering van “Be.Exemplary” in samenwerking en met de steun van Leefmilieu Brussel (LB), de Stadswinkel en de Bouwmeester (bMa).

Voor verdere informatie kan u terecht op de website www.be.exemplary.brussels. Alle geïnteresseerden zijn van harte uitgenodigd op de infosessie die op  9 mei plaatsvindt in de Sint-Gorikshallen.

_____

Meer info?

Vliegverkeer: de Brusselse regering zal de wet toepassen en wil verder onderhandelen

aircraft-464296_1280

Vliegverkeer: de Brusselse regering zal de wet toepassen en wil verder onderhandelen

persbericht

20 april 2017

Sinds het begin van de legislatuur in 2014 heeft de Brusselse regering zich eensgezind constructief opgesteld om de uitwerking van een structurele oplossing voor het vliegverkeer te bevorderen. De regering streeft ernaar een akkoord te bereiken dat de leefkwaliteit van iedereen waarborgt, maar geen schade toebrengt aan de economische activiteit van de luchthaven.

Met die ingesteldheid heeft de Brusselse regering actief deelgenomen aan de dialoog en de werkgroepen die opgestart waren door de federale minister van mobiliteit, François Bellot. De Brusselse regering wil benadrukken dat de voorbije weken met minister Bellot positief werk verricht is. Dankzij het geleverde werk konden de verschillende betrokken partijen hun standpunten verduidelijken. Jammer genoeg heeft dat nog niet geleid tot concrete beslissingen, hoewel uit wat verschenen is in de pers blijkt dat de federale overheid mogelijke openingen en voorstellen aan het bestuderen is. De Brusselse regering wil de dialoog op een bereidwillige en constructieve manier voortzetten.

Omdat zij echter wil dat de wet wordt nageleefd, zal zij vanaf 22 april het besluit over de lawaaihinder volledig toepassen. Dat betekent dus dat er vanaf zaterdag geen tolerantie meer geldt en de boetes conform de vastgelegde procedure geïnd zullen worden.

De Brusselse regering wil uiteraard het werk volhardend en constructief voortzetten om te komen tot een duurzame oplossing waarin iedereen zich kan vinden.

_____

Meer info?

De Brusselse Regering maakt 100.000 € vrij voor ‘Hongersnood 12-12’

B1212BannerFR336x280

De Brusselse Regering maakt 100.000 € vrij voor ‘Hongersnood 12-12’

persbericht

3 april 2017

Op initiatief van staatssecretaris Bianca Debaets, die bevoegd is voor ontwikkelingssamenwerking, hebben alle ministers en staatssecretarissen van de Brusselse Regering beslist om noodhulp toe te kennen aan het initiatief ‘Hongersnood 12-12’. Deze solidariteitsactie, die opgestart is door het Consortium 12-12, is erop gericht geld in te zamelen om hulp te bieden aan meerdere landen (Zuid-Soedan, Somalië, Jemen en Nigeria) waar de bevolking te kampen heeft met acute ondervoeding en bedreigd wordt door hongersnood. Om trouw te blijven aan haar engagement op het vlak van internationale solidariteit trekt de Brusselse Regering een budget uit van 100.000 euro.

In Zuid-Soedan hebben de Verenigde Naties onlangs een hongersnood uitgeroepen. Meer dan 270.000 kinderen lijden aan acute ondervoeding. Indien er geen dringende voedselhulp komt, kan de voedselcrisis bijna de helft van de 11 miljoen inwoners van het land treffen. In Noord-Nigeria dreigt er hongersnood voor ruim 400.000 mensen. Gelijkaardige problemen doen zich voor in Somalië en Jemen, waar honderdduizenden kinderen ernstig acuut ondervoed zijn, grotendeels als gevolg van burgeroorlog.

Om iets te doen aan die dramatische toestanden, is het Consortium 12-12 (de groepering van Handicap International, Unicef België, Caritas International, Dokters van de Wereld, Oxfam-Solidariteit en Plan België) van start gegaan met de campagne ‘Hongersnood 12-12’ om zoveel mogelijk geld in te zamelen bij de Belgische bevolking en instellingen. Alle ministers en staatssecretarissen van de Brusselse regering hebben beslist bij te dragen tot de inspanning om samen in totaal 100.000 € aan hulp te kunnen bieden.

“We moeten alles in het werk stellen om te vermijden dat zich menselijke drama’s voltrekken in die gebieden die bedreigd worden door hongersnood. De toestand van honderdduizenden kinderen baart ons grote zorgen. In die context is het essentieel dat het Brussels Gewest zich solidair toont. Ik ben blij dat al mijn collega’s ermee ingestemd hebben een bijdrage te leveren tot dit humanitaire initiatief”, aldus Brussels staatssecretaris Bianca Debaets, die bevoegd is voor ontwikkelingssamenwerking.

In deze rampzalige situatie zijn intentieverklaringen onvoldoende. We moeten concreet actie ondernemen, en dat is wat de Brusselse Regering zal doen”, aldus Minister-President Rudi Vervoort.

In het regeerakkoord is bepaald dat de Brusselse ontwikkelingssamenwerking erop gericht is de levensomstandigheden van de bevolking van ontwikkelingslanden te verbeteren en bij te dragen tot een rechtvaardige en solidaire consolidatie van de internationale gemeenschap.

_____

Meer info?

Wedstrijd “fotografeer uw erfgoed!”

affiche

Wedstrijd “fotografeer uw erfgoed!”

persbericht

30 maart 2017

Hebt u een originele kijk op het Brusselse erfgoed? Houdt u van fotograferen? Wil u graag uw liefde voor Brussel delen? Neem dan uw fototoestel en laat ons uw erfgoed zien, het erfgoed dat u raakt, beroert, blij maakt of inspireert.

In het begin van dit voorjaar organiseert het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de wedstrijd “Fotografeer uw erfgoed!”.

De wedstrijd kadert in “2018, Europees jaar van het erfgoed” en biedt de deelnemers de kans om, door middel van de fotografie, hun visie te tonen op het erfgoed van het Gewest. De foto’s mogen overdag of ‘s nachts worden genomen, met of zonder mensen, in breedbeeld of inzoomend op een detail enz.

Dit erfgoed kan zowel het Justitiepaleis zijn als de laatste kiosk van de buurt, een opmerkelijke boom in een park, een geplaveid straatje of een laan met herenhuizen, een sgraffito, een muurschildering, een glas-in-loodraam, een standbeeld…

Kortom, een uitnodiging om deel te nemen aan de erkenning van het erfgoed dat de burgers dagelijks om zich heen zien.

De kijk van de burger op zijn leefomgeving is de belangrijkste tool om mensen bewust te maken omtrent conservatie”, stelt Minister-President Rudi Vervoort. “Getuige zijn van het Brussels erfgoed doorheen de tedere, grappige, heldere, maffe en steeds passievolle lens van diegenen die ermee in aanraking komen, is niet alleen een ludieke en creatieve, maar ook een nuttige en verrijkende ervaring. De Brusselaars staan steeds klaar om deel te nemen aan onze fotowedstrijden en ik kijk er al naar uit om hun nieuwe foto’s te ontdekken in het kader van het Europees jaar van het erfgoed in 2018!

In de praktijk?

Elke deelnemer moet zich eerst inschrijven via de website www.erfgoed.brussels, waarna hij tot in januari 2018 maximaal vijf foto’s mag inzenden.

Een jury samengesteld uit vertegenwoordigers van het Gewest en professionals zal 25 foto’s selecteren die in de loop van 2018 zullen worden tentoongesteld op een publieke plaats in de hoofdstad. De bekroonde foto’s zullen eveneens als postkaart worden uitgegeven. Een andere manier om bekendheid te geven aan het Brussels erfgoed!

Reglement en inschrijving (vóór 15 december 2017) op  www.erfgoed.brussels.

_____

Meer info?

Het Brussels Gewest wil de Ommegang bij het werelderfgoed van de Unesco

Ommegang-bDEF

Het Brussels Gewest wil de Ommegang bij het werelderfgoed van de Unesco

persbericht

28 maart 2017

Op 9 maart 2017 sprak de Brusselse Regering zich uit voor de kandidatuur van dit vermaarde cultuurevenement met het oog op een inschrijving op de representatieve lijst van het immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid samengesteld door de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Unesco). Op maandag 27 maart verstuurde het Gewest officieel deze kandidatuur naar de zetel van de Unesco in Parijs.

De Ommegang is één van de meest achtenswaardige tradities van het Brussels Gewest die van generatie op generatie wordt overgedragen en een erkenning van dit grootse volksgebeuren zou voor de Brusselaars een bekroning zijn”, aldus een enthousiaste Rudi Vervoort, Brussels Minister-President.

De oorsprong van deze volkse optocht gaat terug tot de Middeleeuwen, maar de moderne Ommegang werd in 1930 in het leven geroepen op basis van beschrijvingen van de historische stoet waarin iedereen die enigszins naam had in de Brusselse maatschappij defileerde over de Grote Markt. De Ommegang is de oudste historische voorstelling van Brussel. Om en bij de 1.400 figuranten lopen mee in deze processie die het bestuur van Karel de Vijfde in de zestiende eeuw doet herleven. Keizer Karel was zelf trouwens één van de aandachtige aanwezigen van de Ommegang in 1549.

De kandidatuurakte, die is uitgewerkt door het verenigingsleven en ingediend door de Directie Monumenten en Landschappen, geniet de volle steun van het Brussels Gewest dat sinds de zesde staatshervorming bevoegd is voor het immaterieel cultureel erfgoed.

Rudi Vervoort verwacht u alvast op woensdag 5 en vrijdag 7 juli 2017 om de Ommegang te (her)ontdekken.

_____

Meer info?

De Brusselse Regering steunt het MIMA

Mima

De Brusselse Regering steunt het MIMA

persbericht

24 maart 2017

De Brusselse Regering kende vandaag donderdag een subsidie van 40.000 euro toe aan de vzw Millennium Iconoclast Museum of Art voor de organisatie van twee tentoonstellingen in 2017 in het gelijknamige Molenbeekse museum.

Het MIMA museum, dat sinds 16 april 2016 thuis is in de gebouwen van de voormalige brouwerij Belle-Vue legt zich toe op cultuur 2.0 en neemt zich voor de spiegel van onze tijd te zijn. Het kreeg onmiddellijk veel bijval bij publiek en kritiek. Met gemiddeld ruim 1.000 bezoekers per week van wie vrijwel 40% leerlingen van het lager en het secundair onderwijs overtreffen de bezoekersaantallen de verwachtingen van de directie.

« Het MIMA is één van de levende krachten van de nieuwe culturele ambitie in het Brussels Gewest. Opvoeding door cultuur is essentieel bij het ongedaan maken van sociaal isolement en het herstellen van het samenlevingsweefsel. Daarom vindt mijn Regering het van fundamenteel belang om initiatieven te steunen die werken aan de sociale mix » merkt Minister-President Rudi Vervoort op.

De eerste tentoonstelling is gewijd aan Boris Tellegen, een graffitikunstenaar die in de jaren ’90 internationale faam verwierf onder het pseudoniem Delta. Hij wordt in de geschiedenis van de graffiti beschouwd als een schakelfiguur tussen verschillende generaties en de installatie toont uitvoerig de veelzijdigheid van zijn werk.

De tweede tentoonstelling met als titel « Art is comic » sluit aan bij het stripverhaal. Het volume en de afwisseling in schaal en media in het MIMA staan garant voor een bonte verhaalstijl en een installatie in het spanningsveld tussen stripverhaal en pretpark. Het museum heeft als ambitie om aan de hand van een participatieve logica een humorbeladen esthetische ervaring te bieden.

« Onze steun voor dit soort tentoonstellingen met een maatschappelijke dimensie sluit aan bij de ondersteuning van andere projecten met een sterke uitstraling voor het Gewest in België en het buitenland die zo bijdragen aan de ontwikkeling van het toerisme in Brussel », aldus nog Rudi Vervoort.

_____

Meer info?

De Brusselse Regering zorgt voor een stadsvernieuwingskuur in Brussel, Jette en Vorst

bruxelless1

De Brusselse Regering zorgt voor een stadsvernieuwingskuur in Brussel, Jette en Vorst

persbericht

23 maart 2017

De Brusselse Regering selecteerde vandaag donderdag de laureaten 2017 van de nieuwe perimeters die in aanmerking komen voor de uitwerking van een duurzaam wijkcontract (DWC). Voor de achtste reeks viel de keuze van de Ministers op de wijken « Marollen » in de Stad Brussel, « Magritte » (Essegemwijk) in Jette en « Wielemans » in Vorst, die samen aanspraak kunnen maken op 42,375 miljoen euro gefinancierd door het Gewest en proportioneel verdeeld over de drie programma’s.

In november vorig jaar werd een kandidaatoproep uitgeschreven voor de achtste reeks duurzame wijkcontracten. Deze werd een groot succes. Negen gemeenten dienden een dossier in – Brussel, Jette, Vorst, Anderlecht, Etterbeek, Koekelberg, Molenbeek, Schaarbeek en Ukkel -, een recordaantal kandidaturen.

« Deze enthousiaste reactie toont eens te meer aan hoe belangrijk het duurzaam wijkcontract is als instrument voor stadsherwaardering en dat zowel voor de gemeenten als voor het Gewest. Ze illustreert ook het belang van dit geheel van maatregelen voor de stedelijke ontwikkeling en de verbetering van de leefomstandigheden voor de mensen die wonen in de zone voor stedelijke herwaardering » benadrukt Minister-President Rudi Vervoort, bevoegd voor territoriale ontwikkeling.

De kandidaturen voor de achtste reeks zijn onderzocht aan de hand van meerdere criteria die ook in de kandidatuuroproep vermeld stonden en in het licht van statistische indicatoren in verband met de beschikbaarheid van groene ruimten, de bezettingsgraad van de huizenblokken en de verhouding tussen het bestaande sociale of hiermee gelijkgestelde woningen en de vraag hiernaar in de gemeente.

Twee kandidaturen hebben het niet gehaald – Koekelberg en Ukkel – omdat ze een perimeter voorstellen die niet beantwoordt aan de geldende regels voor de duurzame wijkcontracten. Alle andere ingediende dossiers voldeden wel aan de voorschriften en de kwaliteitsnormen. De keuze voor de drie geselecteerde gemeenten houdt in hoofdzaak verband met het feit dat de aangehaalde uitdagingen, prioriteiten en opportuniteiten goed op elkaar zijn afgestemd.

Concreet beschikken de drie perimeters van de « Duurzame Wijkcontracten 2017-2022 » over de volgende troeven :

Brussel « Marollen » : De perimeter is gelegen aan weerszijden van de Hoog- en Blaesstraat en het Vossenplein en het grootste deel van het voorgestelde gebied heeft nooit deel uitgemaakt van een Wijkcontract. De Regering was bijzonder tevreden over de samenhang van het kandidatuurdossier dat de positie van de wijkbewoner versterkt, inzet op de aanleg van groene ruimten op schaal van de wijk en het herstellen van de breuklijnen in de wijk zelf en aan de zuidelijke toegang tot de wijk. Het project heeft als ambitie een tegengewicht te bieden tegen de toenemende druk die de Zavel uitoefent op de wijk. De perimeter biedt talloze mogelijkheden qua vastgoed, ook met openbare eigendommen (waardoor een snelle operationele uitvoering van de voorgestelde ingrepen gewaarborgd is).

Jette « Magritte » : Het project overspant het hele Jetse gebied dat in de zone voor stedelijke herwaardering in aanmerking komt, de  Essegemwijk, en vertoont een sterke samenhang tussen de prediagnose en de voorgestelde opportuniteiten. De prioritaire uitdagingen die met het contract moeten worden aangepakt, zijn enerzijds de grondige herstructurering van de perimeter door in te werken op de bestaande stedelijke breuklijnen en Essegem uit zijn isolement te halen dat het gevolg is van de aangrenzende spoorweg en stadskankers en anderzijds de opwaardering van het verloederde en leegstaande gebouwenbestand door braakliggende gronden een bestemming te geven.

Vorst « Wielemans » : Uit de kandidatur van Vorst blijkt duidelijk de complementariteit die mogelijk is tussen de verschillende programma’s en de wil van de gemeente om met diepgang en op meerdere niveaus tewerk te gaan : op gewestelijk niveau via de stadsvernieuwingscontracten (vooral openbare ruimten) en op lokaal niveau met de duurzame wijkcontracten (woningen gelijkgesteld met sociale woningen, buurtvoorzieningen, toegang tot behoorlijke woningen voor iedereen, buurtrecreatie e.d.). De voorgestelde perimeter is gelegen tussen een industriegebied – dat nooit een wijkcontract heeft gehad – en een woongebied dat wel ooit deel uitmaakte van een contract en overlapt met een deel van de perimeter van het stadsvernieuwingscontract in uitvoering.

« Op 1 april starten de drie gemeenten met hun procedures voor de openbare aanbesteding en de burgerparticipatie die leiden tot het operationeel programma dat ze ten laatste tegen 31 maart 2018 aan de Brusselse Regering moeten voorleggen » aldus nog Rudi Vervoort, die ook meegeeft dat Brussel, Jette en Vorst beschikken over 50 maanden om hun programma te verwezenlijken en 30 bijkomende maanden voor de voltooiing van de werven.

_____

Meer info?

De Brusselse Regering voorziet in de bewaring en de opwaardering van het Brussels architecturaal erfgoed

abbaye_coudenberg_2
Photo-2b

De Brusselse Regering voorziet in de bewaring en de opwaardering van het Brussels architecturaal erfgoed

persbericht

15 maart 2017

Naast de ambitieuze territoriale herontwikkeling met het oog op het ontstaan van nieuwe wijken in Brussel besteedt de Brusselse Regering eveneens aandacht aan de bewaring en de opwaardering van het architecturaal erfgoed. Zo loopt voor verscheidene delen van de voormalige abdij van Sint-Jacob op de Coudenberg en voor de vroegere apotheek Kusnick, respectievelijk in de Naamsestraat en de Leuvensestraat in Brussel, sinds donderdag een beschermingsprocedure.

De verschillende gebouwen van de voormalige abdij van de Coudenberg behoren tot het opmerkelijk erfgoed van het Ancien Régime en vormen een geheel van uitzonderlijke kwaliteit in het Brussels Gewest, stelde Minister-President Rudi Vervoort, belast voor Monumenten en Landschappen.

De oorspronkelijk twaalfde-eeuwse gebouwen langs de Naamsestraat zijn in 1776 vervangen door de huidige abdijwoning. De plannen van de Franse architect Barnabé Guimard moesten harmonie brengen in de abdij en deze esthetisch inpassen in de nieuwe Koninklijke Wijk (1775). De neoklassieke wijk werd gebouwd in een tijd toen Brussel nog sterk middeleeuws gestructureerd was en valt daarom op door zijn verbluffend modern karakter, zoals destijds enkel Parijs, Londen of Wenen dat konden bieden. De aanleg van de wijk geldt trouwens als een belangrijke mijlpaal in de stedenbouwkundige en architecturale geschiedenis van Brussel.

De apotheek Kusnick heeft steeds haar winkelraam en uitzonderlijk geheel van gebeeldhouwde lambrisering behouden. Het gaat om een imposante toonbank, uitstalramen en monumentale wandrekken versierd met gebeeldhouwde elementen in Vlaamse neorenaissance en neogotiek, een stijlenvermenging die eigen is aan de eclectische architectuur.

Het is een bijzonder opmerkelijk geheel van een grote verfijning en dit soort interieurs blijven zelden bewaard. Het Gewest beschikt slechts over twee andere voorbeelden – de vroegere apotheken Delacre en Bon Secours. Het is een waar juweel dat bescherming verdient”, aldus nog Rudi Vervoort.

De Dienst Monumenten en Landschappen neemt de beide procedures in onderzoek. Als uniek gebouw wordt de voormalige abdij Sint-Jacob op de Coudenberg beschermd als geheel. De vroegere apotheek Kusnick van haar kant wordt beschermd als monument.

 

_____

Meer info?