€ 1.300.000 om initiatieven voor tijdelijke bezetting met sociale doeleinden te ondersteunen door leegstaande gebouwen te mobiliseren

bruxelles en vacances

€ 1.300.000 om initiatieven voor tijdelijke bezetting met sociale doeleinden te ondersteunen door leegstaande gebouwen te mobiliseren

Persbericht

5 april 2022

Op voorstel van Minister-President Rudi Vervoort, de minister voor Gezondheid en Welzijn, Alain Maron, de staatssecretaris voor Huisvesting, Nawal Ben Hamou, en Elke Van den Brandt, voorzitter van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), hebben de Brusselse regering en het Verenigd College van de GGC op donderdag 31 maart beslist om in 2022 een budget van € 1.300.000 vrij te maken om initiatieven voor tijdelijke bezetting van leegstaande gebouwen voor sociale doeleinden te ondersteunen. Dat is een stijging met bijna 35% ten opzichte van 2021 (€ 965.000). 700 personen zullen baat hebben bij die beslissing en zullen een waardige en veilige woning kunnen vinden.

De tijdelijk bezetting van leegstaande gebouwen is de laatste jaren toegenomen in het Brusselse Gewest, met name als gevolg van het tekort aan betaalbare woningen, de migratiecrisis en de COVID-19-gezondheidscrisis. Die bezettingen vinden plaats in een context van armoede en onzekerheid, waar ook gezondheids- en zelfs veiligheidsproblemen bovenop komen, gezien de omstandigheden waarin die bezettingen plaatsvinden.

Tijdens de gezondheidscrisis zijn de tijdelijke bezettingen toegenomen mede door de lockdown en het inkomensverlies dat veel mensen hebben ondervonden, vooral degenen zonder verblijfsvergunning.

Om de welzijns- en gezondheidsrisico’s te beperken en de veiligheid van de bewoners te garanderen, heeft de Brusselse regering beslist om in 2022 een budget van € 1.300.000 vrij te maken om initiatieven voor tijdelijke bezetting van leegstaande gebouwen voor sociale doeleinden te ondersteunen.

Die gezamenlijke beslissing sluit aan bij het meerderheidsakkoord van de Brusselse regering waarin het volgende is bepaald: “De Regering zal initiatieven voor tijdelijke bezetting bevorderen en tegelijk voorzien in het voortbestaan van het sociaal woningenbestand op lange termijn.” en “De Regering zal het (reglementair en praktisch) gemakkelijker maken om plannen voor overgangsbeheer uit te werken en tijdelijke gebruiksbestemmingen te regelen door een loket “tijdelijke gebruiksbestemmingen” op te richten om vlotter informatie te verstrekken en de verantwoordelijken van tijdelijke gebruiksprojecten op weg te helpen.

De doelstelling van die beslissing is om initiatieven voor tijdelijke bezetting te ondersteunen. Die moeten voldoen aan bepaalde richtlijnen:

  1. Ze hebben betrekking op kwetsbare personen, met name op het gebied van hun administratieve situatie, met inbegrip van minderjarigen en gezinnen met minderjarige kinderen.
  2. De bezetting moet worden goedgekeurd door de eigenaar van het betrokken gebouw en moet worden geregeld door middel van een overeenkomst voor tijdelijk gebruik (kosteloos).
  3. De ondersteunde projecten zullen in de eerste plaats projecten zijn met een redelijke omvang (bij voorkeur tot 100 personen) om het interne beheer van de bezetting door de coördinerende verenigingen en de harmonieuze integratie van de projecten in hun omgeving te vergemakkelijken.

De financiële tussenkomst van het Brusselse Gewest en de GGC dekt de energie- en verzekeringskosten en, indien nodig, de kosten van de aanpassingswerken om de veiligheid van de bewoners te garanderen, conform de aanbevelingen van de DBDMH. Bovendien is er een versterking voorzien van de OCMW’s van de gemeenten waar de projecten worden uitgevoerd om de toegang tot rechten en hulp voor de gehuisveste personen te vergemakkelijken.

Het nastreven van die doelstelling vormt een aanvulling op de versterking van de opvangfaciliteiten voor kwetsbare personen (daklozen en zogenaamde ‘transmigranten’).

Gelijktijdig met dit mechanisme heeft de regering beslist om een loket ‘tijdelijke gebruiksbestemmingen’ op te richten. De ondersteunde projecten (7 projecten tot nu toe) kunnen voor methodologische en technische steun terecht bij Citydev, de BFUH en de betrokken gemeenten. 

Rudi Vervoort, Brussels minister-president: “Het Gewest heeft zijn deel van de verantwoordelijkheid op zich genomen om de uitdaging van de noodopvang aan te gaan en zich aan te sluiten bij de dynamiek van de mobilisatie van leegstaande gebouwen voor sociale doeleinden. Het betreft gerichte middelen die ons uiteraard niet mogen doen vergeten dat dringend verder moet worden gezocht naar structurele en permanente oplossingen. ”

Alain Maron, minister van Gezondheid en Welzijn in de Brusselse regering: “Deze beslissing versterkt alle maatregelen die de Brusselse regering heeft genomen om kwetsbare doelgroepen te kunnen blijven opvangen, naast de prioritaire doelstelling om zoveel mogelijk daklozen duurzaam te herhuisvesten. Samen met Rudi Vervoort, Nawal Ben Hamou en Elke Van den Brandt streven wij een dubbele doelstelling na: menswaardige huisvesting aanbieden en strijden tegen de leegstand van gebouwen, die in Brussel meer dan 6 miljoen m² vertegenwoordigt. [1] Deze beslissing is de concretisering van het verband tussen het welzijnsbeleid en huisvesting.

Staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou: “Het vergemakkelijken van de tijdelijke bezetting van gebouwen wanneer ze een thuis kunnen bieden aan de meest kansarmen is van essentieel belang om aan de groeiende vraag te voldoen. Die korte- of middellangetermijnoplossingen kunnen voorkomen dat de personen die ervoor in aanmerking komen op straat belanden en dat is van essentieel belang. Gebouwen leeg laten staan is dus geen optie. Wij rekenen op de publieke en private bereidheid om de strijd aan te gaan tegen deze extreme en onaanvaardbare onzekerheid in de hoofdstad van Europa.

Akkoord over overheidsprogramma voor de ontwikkeling van de slachthuissite in Anderlecht

abattoir

Akkoord over overheidsprogramma voor de ontwikkeling van de slachthuissite in Anderlecht

Persbericht

29 maart 2022

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft op voorstel van minister-president Rudi Vervoort en staatssecretaris Pascal Smet principieel ingestemd om op een deel van de slachthuissite in Anderlecht een overheidsprogramma te ontwikkelen.

 Met dit principeakkoord heeft de regering duidelijk gemaakt welke ambities zij voor de slachthuissite in Anderlecht voor ogen heeft. De site is de laatste jaren bezig aan een heuse gedaanteverandering mede door behulp van EFRO-middelen en door het toedoen van de nv Abattoir. Zo maken de Foodmet en de bijhorende stadsboerderij inmiddels al deel uit van het landschap. Binnenkort komt daar nog het project Manufakture bij en is het de bedoeling om op het dak op termijn een openluchtzwembad aan te leggen.

 De slachthuissite neemt omwille van haar verleden, ligging en grootte een belangrijke plek in in het Gewest. De site, heeft maar liefst een oppervlakte van 8 ha en is tevens strategisch goed gelegen, want ze bevindt zich vlakbij twee metrostations, het kanaal en niet ver van het Zuidstation.

 De nv Abattoir blijft eigenaar van een deel van de site, waarop onder meer de Foodmetis gelegen. Momenteel is de gemeente Anderlecht nog eigenaar van het andere deel van de site, maar zij zal haar terrein binnenkort overdragen naar het regionaal niveau (Maatschappij voor Stedelijke Inrichting). De nv Aattoir verlengt haar erfpacht tot 2088 op een deel van de gewestelijke eigendom, maar zal afstand doen van een strook gelegen langs het kanaal zodat deze in volle eigendom komt van het gewest.

De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de terreinen die aan het regionale niveau zullen worden overgedragen. Het is de bedoeling het terrein te ontsluiten en toegankelijker te maken voor de Brusselaars, het een meer stedelijke bestemming te geven door er volkshuisvesting te bouwen in het kader van een gemengd programma waarin respect voor het verleden en de toekomstige economische ontwikkelingen van Abattoir s.a. geïntegreerd zijn.

Sinds de goedkeuring van stadsvernieuwingscontract nr. 3 voor het gebied “rond het Weststation” werkte de overheid een gidsplan uit om deze site en dan vooral de openbare ruimten die er zich bevinden, te structureren. Daarvoor werd uitgegaan van het masterplan “de buik van Brussel”, dat op initiatief van de nv Abattoir werd uitgewerkt. Die plannen vormen de basis voor de studies die de MSI in opdracht van het Gewest, momenteel uitvoert om het programma voor de ontwikkeling van de site nader te bepalen.

Doordat de gewestelijke overheid, via de MSI, het grondbeheer van deze strategische locatie sterker in handen krijgt, zal zij er werk kunnen maken van de doelstellingen die zij nastreeft, namelijk huisvesting creëren, voorzieningen tot stand brengen, stedelijke productieactiviteiten behouden, stadsvernieuwing bevorderen, de toegankelijkheid voor zachte weggebruikers waarborgen en de milieu- en klimaatdoelstellingen verwezenlijken. Daarnaast zal het Brussels Gewest een aanzienlijke bijdrage leveren voor het renovatieproject van de Centrale Hal, een uitzonderlijk stuk industrieel erfgoed. De nv Abattoir blijft hiervan de erfpachthouder.

Ik ben zeer blij met de beslissing die de regering voor deze centraal gelegen site genomen heeft. Het Gewest brengt zichzelf in de positie om een ambitieus programma op te zetten, dat bovendien zal helpen om de doelstellingen van het Kanaalplan en het Beeldkwaliteitsplan (BKP) waar te maken en ook de sociaal-economische dynamiek die de nv Abattoir op de site op gang heeft gebracht, te versterken,” aldus minister-president Rudi Vervoort.

“We bepalen vandaag de stad van morgen en het is duidelijk dat hierbij de levenskwaliteit van álle Brusselaars centraal staat. De slachthuissite wordt een toekomstgerichte en een gemengde stadwijk, waar het goed zal zijn om te wonen, te werken, te leren en te ontspannen. Dat bewijzen we door in te zetten op kwalitatieve en betaalbare woningen én op hoogwaardige voorzieningen, zoals een openluchtzwembad met een schitterend zicht over de stad,” zegt Pascal Smet, Brussels Staatssecretaris voor Stedenbouw.

Gilles Delforge, directeur van de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting, is verheugd dat “de MSI, die bovendien aan het hoofd staat van grote stadsinrichtingsprojecten, andermaal haar veelzijdigheid ten dienste van het Gewest kan stellen voor de verwezenlijking van openbare voorzieningen met een gewestelijke uitstraling en van zeer uiteenlopende aard. De MSI geeft inderdaad al momenteel vorm aan projecten voor voorzieningen die culturele, media-, hulpdienst-, sport-, academische en sociale-sanitaire functies omvatten. Verschillende van deze projecten bevinden zich ook langs het kanaal.”

Door de verlenging van de erfpacht zijn voor Abattoir eindelijk de voorwaarden vervuld om de bouw van de Manufakture op te starten. Daarnaast liggen de plannen al klaar om door een innovatief warmtenet de verschillende economische activiteiten en woningen te koppelen, en zo op korte termijn tot een CO2 vrije site te evolueren.” Elke Tiebout, CEO nv Abattoir

De Heyvaertwijk krijgt een nieuw park

Sennette

De Heyvaertwijk krijgt een nieuw park

Persbericht

28 maart 2022

Op een boogscheut van de Ninoofsepoort en van het kanaal krijgt de erg dichtbevolkte Heyvaertwijk binnenkort een nieuwe groene ruimte waar nu oude industriegebouwen staan. Op initiatief van minister-president Rudi Vervoort en de minister van Leefmilieu, Klimaattransitie en Participatieve Democratie, Alain Maron, heeft Leefmilieu Brussel een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd om het eerste deel van het Kleine Zennepark in te richten, dat op termijn 1,8 ha groot zal zijn.

Het project is ontworpen door het architectenbureau Okra in het kader van Stadsvernieuwingscontract nr. 5 ‘Heyvaert – Poincaré’ en een groene promenade zal het Dauwpark, de Ninoofsepoort en de Slachthuizen van Anderlecht met elkaar verbinden. Halverwege het project zal een nieuwe groene ruimte worden ingericht met een grote beplante esplanade aan de kant van de Heyvaertstraat. Het zal een gezellige ontmoetingsplaats worden in een wijk waar heel weinig openbare ruimten zijn. Er zullen speel- en sportvoorzieningen komen voor alle leeftijden: fitnessmeubilair voor de oudsten en een hellend speelterrein met verschillende elementen om de verbeelding en sociale interactie bij de jongsten te stimuleren. Er zal ook ontspannen en uitgerust kunnen worden: er komen overal ligstoelen, banken, poefs, picknicktafels, enz.

In het verlengde van die esplanade komt een meer intimistische tuin, de tuin van de Alchemist, wat een soort van microbos zal zijn waarin de wandelaar wordt uitgenodigd om met al zijn zintuigen de stedelijke fauna en flora te observeren. Op verschillende plaatsen in het park zullen vochtige gebieden en een schaduwtuin worden ingericht om in de zomer voor afkoeling te zorgen. Tot slot zullen verschillende muren en gevels begroeid zijn met klimplanten, zowel in het park als in de wijk, zodat er meer groen en frisheid komt.

Het project kwam in overleg met de buurtbewoners tot stand. Er werden regelmatig verschillende workshops en vergaderingen georganiseerd om het project voor te stellen, en dat vanaf het moment waarop de studies in 2021 werden aangevat. Beliris en de gemeenten Anderlecht en Sint-Jans-Molenbeek hebben de aankoop van de terreinen die nodig zijn voor de aanleg van het park in het kader van het Stadsvernieuwingscontract voltrokken. Leefmilieu Brussel financiert de uitvoering van het project en zal op termijn de nieuwe groene ruimte beheren. De werken zullen in 2024 van start gaan.

Alain Maron, Brussels minister van Leefmilieu en Klimaattransitie: “Ik ben heel blij dat het Kleine Zennepark concrete vorm krijgt. Het terugbrengen van natuur, frisheid en ontspanning naar de dichtbevolkte centrumwijken is moeilijk gezien de stedelijke druk, maar het is een prioriteit. Dankzij het Kleine Zennepark wordt de Heyvaertwijk groener, aangenamer om in te leven en ook klimaatbestendiger. Alleen al in het eerste deel van het project zal 3.000 m² gebetonneerde bodem vergroend worden met nog 28 bomen en koelte-eilanden. Het park toont onze politieke wil om stad en natuur met elkaar te verzoenen, om er bondgenoten van te maken ten behoeve van de levenskwaliteit van Brusselaars en van de biodiversiteit.”

Rudi Vervoort, minister-president: “Het stadsvernieuwingscontract speelt hier ten volle zijn rol: door dit prioritaire project voor het nieuwe lineaire park in de dichtbevolkte Heyvaertwijk op te nemen in het programma van het SVC, kunnen ambitieuze operationele projecten worden uitgevoerd en kan er een antwoord geboden worden op de problematiek rond het aanleggen van nieuwe stedelijke en groene netwerken. Bovendien kan op die manier ook vorm worden gegeven aan een van de doelstellingen van het RPA ‘Heyvaert’. Ik ben blij dat deze nieuwe stap is gezet.”

“Dit mooie parkproject zal ten goede komen aan de inwoners van deze dichtbevolkte wijk van mijn gemeente, waar jammer genoeg allerlei vormen van overlast voorkomen. Naast het park zijn er nog verschillende projecten die lopen, zoals onze Libelcohal waar verschillende socio-culturele projecten zullen komen. Bovendien gaan wij een buurtsteunpunt inrichten, zodat er rechtstreeks gecommuniceerd kan worden met de burgers en om hun onder andere, maar niet uitsluitend, administratieve faciliteiten aan te bieden. Dankzij al die projecten zal er een frisse wind waaien door deze wijk, wat echt nodig is”, zegt Catherine Moureaux, de burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek.

Nadia Kammachi, schepen van Stadsrenovatie in Anderlecht: “Het Kleine Zennepark is echt nodig in een wijk waar er een schrijnend gebrek is aan groene ruimten. Het zijn de bewoners die ons er tijdens elke ontmoeting op wijzen. Dat gebrek werd tijdens de covidcrisis en tijdens de verschillende lockdowns de afgelopen twee jaar naar voren geschoven. De inwoners van Kuregem verdienen het om toegang te hebben tot gezellige groene ruimten die kwaliteitsvol en veilig zijn. Dat is een maatschappelijke en milieuvereiste!”

Enkele cijfers van het eerste deel van het project tussen de Heyvaertstraat, de Liverpoolstraat en de Zeemtouwersstraat

  • Een nieuwe groene ruimte van 5.000 m²
  • 28 geplante hoogstammige bomen
  • 3.281 m² ondoorlatende bodem omgevormd tot waterdoorlatende en begroeide oppervlakten
  • Geraamde kostprijs van de werken: 3,2 miljoen euro

Balans van de missie #BruKin2022: Brussel en Kinshasa halen hun banden aan

BruKin2022 bilan

Balans van de missie #BruKin2022: Brussel en Kinshasa halen hun banden aan

Persbericht

28 maart 2022

“De economische, politieke, culturele en academische missie die ik geleid heb, was een groot succes”, stelt Brussels minister-president Rudi Vervoort vast. “We vormen samen één familie. Onze banden zijn weer hechter geworden. Dankzij de vele contacten die er gelegd zijn, onder meer met de eerste minister van de Democratische Republiek Congo (DRC) en de gouverneur van Kinshasa, luidde deze missie een vruchtbare nieuwe start in. Zij heeft het pad geëffend voor een sterke samenwerking tussen onze beide bevriende landen”, aldus de Brusselse minister-president.

Vanuit economisch oogpunt is het nog te vroeg om conclusies te trekken en te weten welke resultaten de missie allemaal heeft opgeleverd. De vooruitzichten ogen alleszins zeer veelbelovend. Internationale handel is als een marathon. Daarom zullen de Belgische bedrijven in de komende maanden nog moeten teruggaan om verder besprekingen te voeren. Toch konden er al een paar eerste successen worden geboekt. Zo sloten enkele bedrijven die mee waren met de delegatie, in verschillende domeinen belangrijke overeenkomsten met hun gewaardeerde Congolese partners met name op het gebied van telegeneeskunde, textiel, bouw en milieu. Deze missie bood de bedrijven tevens de gelegenheid om hun ervaring te delen en hun behoeften kenbaar te maken tijdens allerlei leerrijke en boeiende seminaries over de toestand van de Congolese economie en de kansen die zich aandienen in de bouwsector, maar ook op het vlak van milieu en digitalisering.  

Eveneens werd de betrachting van Rudi Vervoort en Pascal Smet om de economische missies van hub.brussels aan te grijpen om de bevolkingen dichter bij elkaar te brengen, de voorbije dagen waargemaakt.

Zo was er naast het economische gedeelte, ook een academisch, cultureel en politiek luik aan de missie gekoppeld. In dat verband bezocht de delegatie verschillende projecten die gefinancierd worden via de projectoproep voor het zuiden van Brussels International. Daarbij maakte het project CIPROC, dat voortreffelijk werk levert voor het vrouwelijke ondernemerschap in Congo, veel indruk. Ook de ontmoetingen in het kader het project “Leaving no one behind” over de sociaal-economische empowerment van de LGBTQi+-gemeenschap, en de ontmoeting met de leerlingen van de school Kibunda de Nsele lieten niemand onberoerd. Dankzij het Wash-project van Unicef en met financiële steun van het Brussels Gewest kon voor deze school een waterput met een totale opslagcapaciteit van 2.000 liter worden geboord, waarop zeven kranen zijn aangesloten. Er werden ook zes nieuwe gescheiden toiletten voor jongens en meisjes geplaatst. Dat alles moet het onderwijs voor iedereen toegankelijker helpen maken.

Tot slot werd deze week de tentoonstelling “Kinshasa-(N)tonga : entre futur et poussière” geopend naar aanleiding van het project “Living Traces” van Kanal-Centre Pompidou, dat een brug slaat tussen Brussel en Kinshasa. Deze tentoonstelling, op initiatief van kunstenaar Sammy Baloji, loopt nog tot 22 april in de Académie des Beaux-Arts de Kinshasa alvorens naar Brussel te komen.

Tenslotte werd deze week de tentoonstelling Kinshasa-(N)tonga: tussen toekomst en stof ingehuldigd in het kader van het brugproject “Living Traces” van Kanal-Centre Pompidou. Deze tentoonstelling, op initiatief van de kunstenaar Sammy Baloji, loopt tot 22 april in de Academie voor Schone Kunsten in Kinshasa en wordt in september in Brussel voorgesteld.

“Deze eerste missie in Congo sinds 2016 is een nieuwe start en vraagt om een vervolg”, besluit Rudi Vervoort.

Het Brussels Gewest op officieel bezoek in Kinshasa om de bilaterale banden aan te halen

brukin2022

Het Brussels Gewest op officieel bezoek in Kinshasa om de bilaterale banden aan te halen

Persbericht

18 maart 2022

Minister-President Rudi Vervoort brengt van 19 tot 25 maart een officieel bezoek aan Kinshasa voor een politieke, economische en handelsmissie in het kader van het Samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Stadsprovincie Kinshasa en dat naar aanleiding van de Belgische Economische Week. Pascal Smet, staatssecretaris voor Buitenlandse Handel en Internationale Betrekkingen, zou de missie aanvankelijk vergezellen, maar zal deze wegens een zeer recente infectie van het coronavirus niet meer kunnen bijwonen.

In 2019 ontmoetten Rudi Vervoort en Pascal Smet de President van de Democratische Republiek Congo, Félix Tshisekedi, bij diens officieel bezoek aan België. Tijdens deze ontmoeting wezen beide partijen op hun wil om opnieuw bilaterale betrekkingen aan te knopen en de bestaande banden te versterken, zowel op administratief als op economisch en cultureel vlak.

Het Brussels Gewest heeft sinds 2016 een samenwerkingsakkoord met de Stadsprovincie Kinshasa waarin beide partners hun intentie uitdrukken om onderlinge samenwerking te stimuleren en uit te breiden op het vlak van leefmilieu, informatica, cultuur, gender, bestuurlijke en institutionele capaciteitsopbouw.

In dat kader vindt de officiële missie van het Brussels Gewest naar Kinshasa van 19 tot 25 maart plaats tijdens de jaarlijkse Belgische Economische Week in de Democratische Republiek Congo. Het bezoek heeft de vorm van een handelsmissie van de drie gewesten, die geleid wordt door hub.brussels, het Brussels agentschap voor de ondersteuning van het bedrijfsleven. Maar er is ook ruimte voorzien voor een politiek en cultureel luik dat aansluit bij het bestaand bilateraal partnerschap. Minister-President Rudi Vervoort zal aan het hoofd staan van een delegatie bestaande uit verkozenen en hoge ambtenaren van het Brussels Gewest en de Stad Brussel. Beide Brusselse regeringsleden worden vergezeld door een groep Brusselse, Waalse en Vlaamse ondernemingen, universiteiten, culturele instellingen en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld.

Het programma is goed gevuld en legt de nadruk op een reeks thema’s die verband houden met digitalisering, circulaire economie, vrouwelijk ondernemerschap, gezondheid en cultuur.

Op politiek niveau gaat de Brusselse Minister-President met de Gouverneur van de Stadsprovincie Kinshasa een addendum bij het samenwerkingsakkoord ondertekenen waarin de prioritaire thema’s voor de volgende jaren staan omschreven. Ze zullen ook meerdere beleidsverantwoordelijken ontmoeten, waaronder de Eerste Minister en de Minister van Volksgezondheid.

Er staan verscheidene bezoeken op het programma, onder meer aan projecten in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Het gaat hierbij om projecten die steun krijgen van het Brussels Gewest via het door Brussels International gecoördineerde ‘Projectoproep Zuid’.

Zevenenzeventig ondernemingen hebben zich ingeschreven voor de eerste economische missie met de drie gewesten naar de Democratische Republiek Congo. Ruim honderd economische vertegenwoordigers maken zo de verplaatsing mee om in Congo partners te zoeken in uiteenlopende sectoren zoals de bouw, de digitale wereld, de gezondheids- en energiesector of consultancy. Velen onder hen beschikken al over ervaring met export naar Afrika of hebben er reeds contacten. Door de bevoorrechte relaties die bestaan tussen beide landen en tussen de twee hoofdsteden staat Congo op de eerste plaats in de lijst met landen waarnaar Brusselse goederen worden uitgevoerd op het Afrikaanse continent. Hub.brussels heeft de intensieve voorbereidingswerkzaamheden voor deze missie op zich genomen. Zij hebben een platform opgericht waarbij seminaries kunnen worden gehouden en een veelheid van B to B en B to G ontmoetingen en bezoeken op het terrein mogelijk zijn. Dit platform biedt de mogelijkheid om de banden aan te halen en de aandacht te vestigen op de kwaliteit van Belgische producten en diensten, maar ook op onze ervaring op het Afrikaanse continent.

Cultuur als vector van de hechte band tussen onze twee steden is eveneens een belangrijk thema van deze missie. Meerdere activiteiten en projecten zullen worden voorgesteld zoals die van de vzw Connexion met de KVS, Kanal-Centre Pompidou, de VUB en de vzw Brussel 2030, die een centrale plaats wil voorbehouden voor de band tussen Brussel en Kinshasa bij de voorbereiding van de kandidatuur van Brussel om Culturele Hoofdstad van Europa te worden in 2030.

Tenslotte biedt de missie ook op academisch niveau kansen om de aandacht te vestigen op onze universiteiten, de ULB en de VUB, die beiden erg actief zijn in de Democratische Republiek Congo. Zij gaan er hun activiteiten voorstellen en nieuwe samenwerkingspistes onderzoeken tijdens een symposium dat specifiek hieraan gewijd wordt.

Zwaarst getroffen sectoren: premies tot 15.000 euro

prime 15k nl copie

Zwaarst getroffen sectoren: premies tot 15.000 euro

Persbericht

15 maart 2022

Op voorstel van Barbara Trachte, staatssecretaris voor Economische Transitie, minister-president Rudi Vervoort en Sven Gatz, minister van Financiën en Begroting, heeft de Brusselse regering in eerste lezing haar goedkeuring gehecht aan twee ontwerpen van besluit ter ondersteuning van ondernemingen in het kader van de COVID-19-crisis.

Zoals al aangekondigd, is die nieuwe steun bestemd voor de zwaarst getroffen ondernemingen in de sectoren die de meeste moeilijkheden hebben ondervonden door de COVID-19-crisis. Daartoe behoren het uitgaansleven, de toeristische logiezen, de evenementen, de restaurants en cafés en sommige van hun toeleveranciers, de sport en het personenvervoer. Uiteindelijk wordt een budget van 63 miljoen euro voor hen uitgetrokken.

De bedoeling van die nieuwe maatregel is om steun te verlenen aan ondernemingen die eind 2021 en in het eerste kwartaal van 2022 moesten sluiten of in hun activiteiten werden belemmerd door de verschillende gezondheidsmaatregelen (volledige sluiting van discotheken, beperking van het aantal personen per tafel in restaurants en cafés, beperking van het aantal personen bij evenementen …). Hoewel het Overlegcomité heeft besloten om alles te heropenen, wordt het herstel nog steeds belemmerd door het gebrek aan kasmiddelen of de impact van telewerken, vooral in bepaalde Brusselse wijken.

Bijgevolg heeft de Brusselse regering een nieuwe economische steunmaatregel goedgekeurd in de vorm van twee premies:

  1. Een ‘Premie 2022’ voor de discotheken, de evenementen, de restaurants, cafés, en hun toeleveranciers, het toerisme, de sport en het personenvervoer. Budget: 45 miljoen euro.

De bedragen worden vastgesteld op basis van het percentage omzetverlies en het aantal VTE’s: het omzetverlies wordt berekend door een vergelijking van 2019 en 2021 en moet ten minste 60% bedragen.

Aantal VTE’s

Bedragen

Minder dan 10

5.000 euro

10 of meer

7.500 euro

Als de onderneming in dezelfde periode een verlies heeft geleden van meer dan 75%, zijn de bedragen de volgende:

Aantal VTE’s

Bedragen

Minder dan 10

11.000 euro

10 of meer

15.000 euro

Er is een forfaitair bedrag van 4.000 euro voorzien voor ondernemingen die in 2019, 2020 en 2021 zijn opgericht.

  1. Een ‘TL3-premie’ voor de toeristische logiezen, met een bedrag van 1.100 euro per accommodatie-eenheid. Budget: 18 miljoen euro. Bovendien zullen de jeugdherbergen opnieuw gewestelijke steun ontvangen.

Beide premies zullen voor ondernemers beschikbaar zijn na advies van de sociale partners (Brupartners), de Raad van State en de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA). Er zal ook worden verzocht om een kennisgeving aan de Europese Commissie in het kader van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun.

 

Brussels Gewest wil talenkennis in het beroepsgericht onderwijs extra duwtje geven

multilinguism

Brussels Gewest wil talenkennis in het beroepsgericht onderwijs extra duwtje geven

Persbericht

10 maart 2022

Brussels minister-president Rudi Vervoort lanceert een projectoproep om de talenkennis in het beroepsgericht onderwijs te bevorderen, digitale technologie in de scholen te stimuleren en het schoolverzuim te bestrijden. In het kader van het Brussels programma voor onderwijs en kinderopvang van de Strategie 2030 Go4Brussels.

 

Kennis van het Frans en het Nederlands, maar ook van het Engels, is een belangrijk troef om toegang te krijgen tot de Brusselse arbeidsmarkt. Dat geldt zeker ook voor het beroepsgericht onderwijs. Maar net in het beroepsgericht onderwijs is het moeilijker om de talenkennis bij te spijkeren. Heel wat scholen kampen met een gebrek aan leerkrachten voor de algemene vakken en dus ook voor de taalvakken. Dit gebrek aan leerkrachten (of hun absenteïsme) kan ertoe bijdragen dat jongeren de school voortijdig verlaten”.

Digitale technologieën kunnen een interessant hulpmiddel zijn om leerlingen weer warm te maken voor de school en het leren van talen. Daarom steunt het Gewest de Brusselse scholen in hun digitale transitie door via het (Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest)en met de steun van de Dienst Scholen van perspective.brussels te investeren in mobiele digitale apparatuur. Het gewest investeerde eerder al in het platform “Brulingua” van Actiris. Dit talenplatform, voor alle Brusselaars ouder dan 18, kan als voorbeeld dienen voor het verbeteren van de taalvaardigheid van leerlingen in Brusselse scholen.

Minister-president Rudi Vervoort heeft aan de Dienst Scholen de opdracht gegeven om een oproep te lanceren voor projecten in het beroepsgericht onderwijs. De projecten moeten aan drie voorwaarden voldoen: ze moeten het taalonderwijs Nederlands, Frans en eventueel ook Engels stimuleren; ze dienen het gebruik van digitale technologie in de scholen voor beroepsgericht onderwijs te bevorderen; en ze moeten de strijd tegen het schoolverzuim opvoeren, door oplossingen te bieden voor tijdelijke of langdurige afwezigheden van taalleerkrachten of door een zinvol kader aan te bieden tijdens de springuren die het gevolg zijn van zo’n afwezigheden.

De Brusselse regering maakt hiervoor een budget van € 150.000 vrij.

Alle Franstalige en Nederlandstalige scholen met een vzw-statuut die vakgericht taalonderwijs en onderwijs via digitale tools aanbieden, die beschikken over expertise op het vlak van Stem (sciences, technology, engineering and mathematics) en leerondersteuning kunnen een projectaanvraag indienen, net als onderzoekscentra met een vzw-statuut.

Brussels minister-president Rudi Vervoort: “Deze projectoproep heeft als doel om initiatieven rond het ondersteunen van het leren van talen, de versterking van het digitale gebruik op school en de bestrijding van schooluitval te combineren. In die zin draagt het bij tot meer gelijke kansen voor jongeren in het beroepsgericht onderwijs, die vaak uit minder bevoorrechte buurten komen en in hun huidige of toekomstige loopbaan meer blootstaan aan het risico van schooluitval.” 

Brussels minister Sven Gatz voor de Promotie van meertaligheid en VGC-collegelid bevoegd voor Nederlandstalig onderwijs: “Ik steun dit initiatief omdat het meertaligheid promoot. Een goede talenkennis is ook voor leerlingen in de beroepsgerichte onderwijsinstellingen in het Brussels Gewest van cruciaal belang. Zeker omdat vooral het beroepsgericht onderwijs een groot lerarentekort kent, dan nog vooral voor de algemene en taalvakken.”

Brussels minister van werkgelegenheid en Beroepsopleiding Bernard Clerfayt : “In Brussel vergroot het kennen van een tweede taal, voornamelijk Nederlands en Engels, de kansen op het vinden van een baan met 50%. Ook al investeren we in opleidingen en tools, zoals Brulingua, om werkzoekenden op te leiden, het leren van talen begint op school. Als projecten bovendien de nadruk leggen op digitaal leren, bereiken we een dubbele doelstelling. Want naast vakbekwaamheden zijn ook taal- en digitale vaardigheden zeer gewild bij werkgevers.

Het “vrijheidskonvooi” verboden in Brussel

manif

Het "vrijheidskonvooi" verboden in Brussel

Persbericht

10 februari 2022

Om het vrijheidskonvooi, dat tot nu toe nog geen toelating kreeg omdat er geen aanvraag werd ingediend, het hoofd te bieden, zetten de Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden, de Minister-President Rudi Vervoort en de Burgemeester van Brussel Philippe Close de federale, regionale en lokale middelen in om de blokkering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te voorkomen.

De Federale Politie zal aan de grens namelijk de gemotoriseerde voertuigen die komen betogen in België aan de Belgische hoofdwegen controleren. Het Gewest en de Stad Brussel zullen een Besluit nemen dat betogingen verbiedt voor gemotoriseerde voertuigen op hun grondgebied. In de praktijk zullen de politiezones van de hoofdstad met de hulp van de federale politie gemotoriseerde voertuigen die naar de hoofdstad komen ondanks het verbod omleiden naar Parking C.

Deze samenwerking tussen de drie bestuursniveaus heeft tot doel om de openbare orde in de hoofdstad zo min mogelijk te beïnvloeden.

Onder coördinatie van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden zitten de betrokken diensten samen om de aanpak te bespreken.

Goedkeuring van algemene visie over versterking open ruimte in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

open brussels

Goedkeuring van algemene visie over versterking open ruimte in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Persbericht

4 februari 2022

Op voorstel van de Minister-President, Rudi VERVOORT en Ministers Alain MARON en Elke VAN DEN BRANDT, keurt de Brusselse regering de globale visie voor de versterking van het open ruimte netwerk in Brussel goed en belast het perspective.brussels en Leefmilieu Brussel met de verdere uitvoering ervan.

De visie tot versterking van het open ruimte netwerk in en rond Brussel, is de vrucht van de studie ‘OPEN Brussels’, een initiatief van perspective.brussels en Leefmilieu Brussel, in samenwerking met de Vlaamse partners Departement Omgeving Vlaanderen, Agentschap Natuur en Bos en OVAM. De studie kadert binnen het interregionaal samenwerkingsprogramma met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkeling van de Noordrand “TOP Noordrand”.

De studie, die werd uitgevoerd door het studieconsortium BUUR, Antea en Hesselteer, had tot doel om samen met de Vlaamse partners een visie te ontwikkelen voor de versterking van een duurzaam en interregionaal samenhangend open ruimte netwerk met aandacht voor biodiversiteit, water, koelte, stilte, educatie, lokaal voedsel, recreatie en actieve mobiliteit.  Aan de basis van deze visie ligt de gedeelde overtuiging dat open ruimte een essentieel onderdeel vormt van de stad:  Een ecologische optimalisatie van het Brusselse open ruimte netwerk is de aangewezen manier om, in het bijzonder, een verdere verdichting van de stad op een kwalitatieve manier te laten verlopen. Daarnaast draagt het zowel bij tot de sociale cohesie, de leefkwaliteit en de gezondheid van de Brusselaar als tot de veerkracht, attractiviteit en de globale waarde van het grondgebied. 

De studie focust op de 20ste– eeuwse noordelijk rand en definieert naast de gekende concentrische structuren – zoals de Groene gordel, de grote, midden- en kleine ring –  ook radiale open ruimte structuren. Deze laatste zijn 12 “open ruimte corridors” die het centrum verbinden met de grotere open ruimtes in de rand : Dilbeek – Ninoofsepoort, E40-Elisabethpark, Vallei van de Molenbeek, Koninklijk Domein – Meise, Van Praetbrug – Tangebeek, Maalbeek – Kanaal, Zennevallei, Schaarbeek-Machelen, Josaphat-Zaventem, E40-Vuilbeek, Woluwedal, Trawool.

De algemene visie is bedoeld als hulpmiddel voor het toekomstige ruimtelijke beleid. Ze laat toe om de investeringen in open ruimte prioritair op de gedefinieerde zones te richten. De grootste troeven zullen gehaald worden uit het verhogen van de “ecosysteemdiensten” van de reeds bestaande open ruimte : de mate waarin een gebied koelte verschaft, water opvangt, biodiversiteit herbergt, luchtvervuiling afvangt of geluidsoverlast buffert,…

Het studieconsortium blijft de komende 4 jaar beschikbaar om concreet de handen uit de mouwen te steken.  Zij zullen in opdracht van gewestelijke instanties of gemeentes verschillende vervolgopdrachten kunnen uitvoeren die er bijvoorbeeld op gericht zijn, straten te ontharden, parken te “vernatten”, stadstoegangen te vergroenen of waterlopen terug open te leggen.

Via deze link heeft u toegang tot de studieresultaten.

Minister-president Rudi Vevoort: “De visie voor de versterking van het netwerk aan open ruimtes vertrekt vanuit het idee dat open ruimte een essentiële schakel vormt in het maken van de stad van de toekomst. Een ecologische optimalisatie van het Brusselse open ruimte netwerk is de aangewezen manier om, in het bijzonder, een verdere verdichting van de stad op een kwalitatieve manier te laten verlopen.”

Minister van mobiliteit en openbare werken Elke Van den Brandt“Hiermee toont de regering haar ambitie om water en natuur structureel haar plaats te geven in de stad, met name in de dichtst bevolkte wijken. Elke open plek -een straat, een plein, een park of een andere niet bebouwde zone- kan benut worden om het groene netwerk robuuster en veerkrachtiger te maken. Zo brengen we de natuur vanaf de groene rand tot in het hart van de stad, en geven we alle Brusselaars meer zuurstof.”

Minister van Leefmilieu Alain Maron: “Dankzij de studie en de opdrachtencentrale ‘Open Ruimte’ zal een hele reeks vergroende corridors tussen het Brussels Gewest en Vlaanderen gestructureerd kunnen worden. Dit ecologische en landschappelijke netwerk, dat in samenwerking met de lokale overheden en tussen de twee gewesten zal worden ontwikkeld, zal de biodiversiteit en onze veerkracht in het licht van de klimaatverandering versterken.”

Antoine de Borman, directeur-generaal van perspective.brussels: “Om een stad te realiseren die leefkwaliteit en gezondheid centraal stelt, wensen we het open ruimte netwerk te versterken, met een focus op de biodiversiteit en eco-systeemdiensten, en de voorwaarden te creëren voor een duurzame stedelijke groei. Dankzij een samenwerking met het Vlaams Gewest hebben we een coherente visie op grootstedelijke schaal ontwikkeld. De lancering van een opdrachtencentrale laat toe om deze visie de concretiseren en betekent een belangrijke stap in de implementatie ervan.”

De Brusselse Regering keurt het nieuwe meerjarenprogramma voor gewestelijke ontwikkeling EFRO 2021-2027 goed

bruxelles en vacances

De Brusselse Regering keurt het nieuwe meerjarenprogramma voor gewestelijke ontwikkeling EFRO 2021-2027 goed

Persbericht

3 februari 2022

Op initiatief van Minister-President Rudi Vervoort keurde de Brusselse Regering vandaag donderdag het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling programma (EFRO) voor de nieuwe programmeringsperiode 2021-2027 goed. Dit meerjarig gewestelijk ontwikkelingsprogramma, dat voor 121 miljoen euro steun geniet van de Europese Unie, beschikt over een globale omslag van vrijwel 300 miljoen euro en tekent een solide roadmap uit voor de ondersteuning en de ontwikkeling van projecten en investeringen van gewestelijk belang die uiterlijk tegen 2029 moeten zijn verwezenlijkt.

Net zoals in het programma 2014-2020 is aanzienlijke steun voorzien voor KMO’s en de circulaire economie. In het nieuwe programma gaat de Gewestregering echter, in overeenstemming met de door de EU vastgestelde prioriteiten, ook voluit voor investeringen in de digitalisering van openbare diensten, voor de energierenovatie van woningen en overheidsgebouwen en voor gemeenschapsvoorzieningen in de wijken.

Op energievlak, zal het programma ertoe bijdragen dat de energieprestaties van de overheidsgebouwen dichter in de buurt komen van de energieprestaties die zijn vooropgesteld voor 2050 (Europese langetermijnstrategie) en biedt het intensievere ondersteuning aan overheden bij de uitvoering van de meest aangewezen renovaties. Qua investeringen in de wijken sluit het programma aan op het lopend gewestelijk beleid door de dynamiek die ter plaatse bestaat zelf te laten bepalen welke gemeenschapsvoorzieningen voor de bevolking van prioritair belang zijn.

Na een openbaar onderzoek onder de bevolking en de adviezen van de gewestelijke adviesorganen wordt het programma in het voorjaar bijgestuurd en tegen de zomer aan de Europese Commissie voorgelegd. De eerste projectoproepen staan gepland voor de tweede helft van 2022.

Minister-President Rudi Vervoort: “De middelen van het EFRO bieden het Brussels Gewest een uitstekende mogelijkheid om verder te investeren in de wijken en lokale projecten, maar ook in KMO’s en universiteiten. Bovendien kiest deze nieuwe programmering resoluut voor investeringen in duurzaamheid. Voor de eerste keer ook hebben we een aanzienlijk deel van de middelen voorbehouden voor de energierenovatie van sociale woningen. Dat lijkt ons een absolute noodzaak in de huidige en toekomstige sociale en ecologische context.