Het gewestelijk project voor een Studentenwijk ontbreekt niet aan duidelijkheid
persbericht
5 februari 2016
Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rudi Vervoort herbevestigt met sterke nadruk het niet mis te begrijpen en voluntaristische standpunt van het Gewest in het dossier van de Studentenwijk.
De Minister-President wenst een precies en ondubbelzinnig antwoord te verstrekken op de vragen die de Rector van de ULB in de vrijdageditie van de krant Le Soir stelt bij de toekomst van de kazernes « Fritz Toussaint » in Elsene (en niet in Etterbeek zoals verkeerdelijk vermeld staat in het artikel). Er is immers geen vertraging in dit dossier, er bestaat geen twijfel over de intenties van het Gewest en er is geen gebrek aan overleg.
De planning van dit dossier – dat zoals bekend is opgestart op initiatief van het Gewest – wordt afgewerkt zoals voorzien. De programmastudie is zopas afgerond en heeft de steun gekregen van de volledige Regering. Bovendien is het EFRO-project door het Gewest gevalideerd. Alles is dus klaar om het terrein aan te kopen, waarvoor het prijsvoorstel besproken met de Regie der Gebouwen al verwacht wordt sinds 2013.
Het is belangrijk om aanstippen dat het project van de Studentenwijk van bij de aanvang is opgevat vanuit een internationaal oogpunt en dus moet openstaan voor alle Brusselse academische instellingen, zoals ook is bevestigd door de benchmarking van de programmastudie. Wij werken daarom aan de omschrijving van een vernieuwend en samenhangend beheersmodel in die zin.
Qua operationeel ontwikkelingsmodel liggen tot nog toe alle pistes open. Het Gewest hoopt de site spoedig te kunnen aankopen om hierop vervolgens een realistische strategie te ontplooien en concrete samenwerkingsvoorstellen te doen aan de universiteiten.
De Minister-President wenst ook zijn verontwaardiging te uiten over de tekenen van wantrouwen vermeld door de Rector van de ULB. De enige overheid die tot vandaag haar steun aan het project heeft toegezegd, is het Brussels Gewest, zowel via het EFRO-project als voor wat betreft de aanzienlijke investeringskosten die nodig zijn om de Studentenwijk te verwezenlijken en die vandaag worden geraamd op vrijwel 45 miljoen euro. En dan gaan we nog voorbij aan de aankoopkost van het terrein, wetende dat geen enkele academische instelling ook maar over de minste euro beschikt om de uitbouw van de Studentenwijk te financieren.
De tekenen van wantrouwen die de rector van de ULB in de mond neemt, zijn dan ook totaal onbegrijpelijk. De gewestelijke visie komt trouwens ten volle tegemoet aan de wens van de ULB en de VUB om te beschikken over nieuwe studentenwoningen waartoe hun studenten rechtstreeks toegang kunnen krijgen, onder meer door de keuze van deze locatie voor de internationale Studentenwijk.
Ten slotte verbaast de Minister-President zich erover dat Rector Didier Viviers van de ULB een gebrek aan overleg lijkt te betreuren, terwijl uit alle elementen van het artikel mag blijken dat zijn instelling bij alle stappen in de ontwikkeling van dit dossier betrokken werd.
_____