De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft haar goedkeuring gehecht aan de bescherming van een uitgestrekt deel van de begraafplaats van Elsene, die aan het einde van de negentiende eeuw werd aangelegd aan de Boondaalsesteenweg 478 in Elsene.

De begraafplaats van Elsene is een van de meest interessante in het Brussels Gewest. Het oudste gedeelte werd aangelegd in 1877, gelijktijdig met de (eveneens beschermde) Brusselse begraafplaats in Evere. Beide vonden hun inspiratie in het beroemde Père Lachaise in Parijs, dat in de negentiende eeuw gold als hét voorbeeld van de funeraire landschapsparken.

“De begraafplaats geeft een heel tijdvak van de menselijke en ornamentale geschiedenis van Brussel weer. Zo vonden vele illustere personen er hun laatste rustplaats. Daarnaast is er de grote verscheidenheid aan stijlen waarin de graven zijn uitgewerkt door tal van internationaal vermaarde kunstenaars“, aldus Rudi Vervoort, die als Minister-President bevoegd is voor Monumenten en Landschappen.

Het landschappelijk tracé komt in het bijzonder tot uiting in de uitbreiding van 1898. Typisch is de aanleg rond twee rotondes. Zowel de rechte als kronkelende lanen bieden boeiende vergezichten die uitnodigen tot een wandeling. De neoclassicistische portiek met twee symmetrisch opgestelde paviljoenen die het inkomhekken flankeren, verlenen deze locatie een opmerkelijk architecturaal karakter.

Dominique Dufourny, Burgemeester van Elsene, benadrukt de voordelen van de bescherming: “Het is vanzelfsprekend dat onze begraafplaats beschermd wordt. Het historische, artistieke en architecturale belang maken van deze plaats een erfgoedkundige parel in een waardevolle groene ruimte van meer dan 15 ha met een rijke geschiedenis”.

_____

Meer info?

Het Brussels parlement stemde maandag de nieuwe ordonnantie betreffende de stedelijke herwaardering, waarin voortaan alle instrumenten samenkomen die zowel de economische als sociale ontwikkeling en de opwaardering van het leefmilieu van het Gewest verhogen. Een historische rationalisering!

Deze ordonnantie verankert het onmiskenbaar complementair aspect van de verschillende stedelijke ontwikkelingstools en verbindt hieraan een eenvormiger beheer. Daarmee geeft ze de gewestregering en de gemeenten een coherent instrumentarium in handen om een voluntaristisch en samenhangend beleid te voeren om hun wijken grondig te renoveren en op te waarderen. Een kort overzicht van wijzigingen die op stapel staan :

De duurzame wijkcontracten

Het belang van de duurzame wijkcontracten is onomstreden. Dit succesvolle instrument wordt daarom niet alleen behouden maar verder verbeterd.  De nieuwe tekst is sterk geïnspireerd door de ervaringen uit het verleden en door een brede raadpleging van organen als de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ESRBHG) en de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie (GOC) en van meerdere instellingen met competentie op economisch of sociaal vlak, qua leefmilieu, huisvesting of mobiliteit en van de Raad van State.

“Het was titanenwerk, maar samen met mijn teams hebben we ervoor gekozen om al die beleidsmateries die bij elkaar aansluiten samen te brengen in één enkele ordonnantie en daarbij de lering die wij uit onze jarenlange ervaring hebben getrokken in de nieuwe regelgeving te verwerken. Daarbij hebben we maximaal de hinderpalen uit de weg geruimd waarmee de operatoren op het terrein in het verleden zijn geconfronteerd”, aldus de Minister-President

De Stadsvernieuwingscontracten

Anders dan de duurzame wijkcontracten werken de Stadsvernieuwingscontracten prioritair in op de openbare ruimte en op de infrastructuur van het stadsnetwerk. En aangezien ze zich uitstrekken op het grondgebied van meer dan één gemeente vereisen ze verhoogde aandacht van de Regering en interventie van het Brussels Planningsbureau (BPB).

De eerste vijf zones die de effecten van dit nagelnieuwe instrument zullen ondergaan, zijn de zone « Havenlaan – Citroën – Groendreef – Tour & Taxis » gelegen op het grondgebied van de Stad Brussel en van Molenbeek, de wijken van het « Noordstation –Brabantstraat – Sint-Lazaruslaan »  in de gemeenten Schaarbeek  en Sint-Joost, het gebied in volle mutatie rond het « Weststation –Ninoofsesteenweg – Brel » in Molenbeek en Anderlecht, de wijken aan weerszijden van de « Koningslaan » op het grondgebied van de gemeenten Vorst en Sint-Gillis en ten slotte de zone van de Poincarélaan en de Heyvaertwijk » die zich uitstrekt over delen van de gemeenten Brussel, Anderlecht en Molenbeek.

“Specifiek aan het stadsvernieuwingscontract is dat het kansen biedt die tot nog toe onbestaand waren, zowel voor de gemeenten als voor het Gewest, omdat zij voortaan kunnen inwerken op zones met een grotere complexiteit die verder strekken dan de grenzen van één enkele gemeente en op niet of nauwelijks bewoond braakland”, analyseert Rudi Vervoort.

De Zone voor Stedelijke Herwaardering

Sinds 2002 richtte de stadsherwaardering zich volledig op een perimeter voor prioritaire interventie, de « Ruimte voor Versterkte Ontwikkeling van de Huisvesting en de Renovatie » (RVOHR). Deze zone heeft de voorbije 14 jaar geen wijzigingen ondergaan omdat de wijzigingsprocedure expliciet onderworpen was aan het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO). Door te voorzien in een vijfjaarlijkse herziening van het GPDO (of sneller als dat nodig blijkt) laat de nieuwe ordonnantie toe dat de regelgeving wordt aangepast aan de werkelijke evolutie van de wijken. Dat zal gebeuren aan de hand van specifieke basiscriteria en van de steeds specifiekere kennis die men over deze ruimten verwerft.

“Voortaan wordt de eerste zone vastgelegd in functie van statistische sectoren – en dus niet langer op basis van huizenblokken – die beantwoorden aan drie sociaal-economische basiscriteria en komen ook de grote stedelijke braakgronden in aanmerking waarvoor de Brusselse Regering specifieke aandacht heeft”, aldus nog de Minister-President.

Het stadsbeleid

Als gevolg van de zesde staatshervorming is een deel van de middelen van het Grootstedenbeleid geregionaliseerd. Ook deze nieuwe dimensie is in de ordonnantie verwerkt en ze moderniseert en rationaliseert meteen ook de bestaande gewestelijke regels voor « Afzonderlijke woningen » en « Verlaten gebouwen », waarvoor de teksten nog dateren uit de jaren ’90 en een volledige herwerking vereisen ingevolge het rapport van het Rekenhof van november 2014.

Rudi Vervoort verduidelijkt de beide pijlers van dit beleid : “De eerste pijler van het Stadsbeleid heeft de fundamentele doelstelling het grondgebied in te richten via de productie of de renovatie van huisvesting gelijkgesteld met sociale woningen en met snelle ingrepen bij beschadiging van de openbare ruimte. De tweede pijler van het stadsbeleid is een herwaarderingsprogramma waarvan de operaties en acties zich toespitsen op de wijkontwikkeling. Dit komt tegemoet aan beleidsdoelen als een verbeterde leefomgeving in de wijken, armoedebestrijding en de aanpak van de dualisering.”

Besluiten en instrumenten

De vereiste uitvoeringsbesluiten (Duurzame Wijkcontracten / Stadsvernieuwingscontracten / Stadsbeleid / Zone voor Stedelijke herwaardering) worden eerstdaags aan de Regering voorgelegd, waarna de verschillende reglementair voorziene adviesorganen de teksten onder de loep zullen nemen. De werkzaamheden aan de verschillende besluiten zullen parallel verlopen om ervoor te zorgen dat de onderlinge samenhang tussen al deze teksten en de verschillende complementaire instrumenten gewaarborgd blijft.

Bijzondere aandacht blijft uitgaan naar de wisselwerking tussen deze ordonnantie Stedelijke Herwaardering en haar uitvoeringsbesluiten enerzijds en de bestaande planningstools van het Gewest, zoals het BRWO dat momenteel aan een modernisering wordt onderworpen maar ook de ontwikkelingsplannen zoals het GPDO, dat ondertussen in de valideringsfase is gekomen. Alle operaties en acties van de stedelijke herwaarderingsprogramma’s moeten dus worden uitgevoerd met toepassing van deze gloednieuwe gewestelijke instrumenten.

_____

Meer info?

Minister-President Rudi Vervoort heeft tot zijn grote woede vastgesteld dat het bedrijf ITC zijn verbintenissen niet is nagekomen, noch ten opzichte van de gelovigen, noch ten opzichte van het Brussels Gewest :  « Het is van bij de aanvang ons opzet geweest om onze islamitische medeburgers in staat te stellen een vreugdevol en sereen gezinsfeest te beleven, maar ik zie mij genoodzaakt vast te stellen dat het bedrijf ITC door zijn vele tekortkomingen deze grote jaarlijkse viering heeft bedorven. Ik vind de ongegeneerde houding van ITC ronduit schandalig. Ze hebben het vooropgestelde slachtritme niet kunnen waarmaken, de leveringen zijn niet verlopen zoals voorzien en de verbijsterde en terecht ontstemde gelovigen hebben zelfs niet de minst elementaire informatie gekregen. In naam van de Brusselse Regering bied ik mijn verontschuldigingen aan aan iedereen die deze situatie heeft moeten ondergaan. Ik heb de opdracht gegeven om onmiddellijk een advocaat te laten onderzoeken hoe de benadeelde mensen zo goed mogelijk kunnen worden vergoed en hoe schadeloosstelling kan worden verkregen bij ITC » aldus Rudi Vervoort.

De precieze balans van de editie 2016 van het Offerfeest zal pas over enkele dagen duidelijk worden na overleg met alle betrokken partijen : de gewestelijke diensten, de gemeenten en de moslimverenigingen.

Aangezien de wettelijkheid van de tijdelijke slachtvloeren die de gemeenten tot in 2015 organiseerden betwist wordt, schreef de Brusselse Regering in 2016 een overheidsopdracht uit met het oog op het opzetten van een modern mobiel slachthuis om de Brusselse moslims de mogelijkheid te bieden hun geloof te beleven binnen de perken van de wet en van de sanitaire regels.

Laureaat van de overheidsopdracht was het bedrijf ITC, gevestigd te Lokeren, dat gespecialiseerd is in vleesverwerking en kan bogen op een positieve ervaring met een mobiel slachthuis in Namen. De onderneming heeft bovendien een overeenkomst gesloten met moslimverenigingen op het terrein om het evenement op de gepaste wijze te omkaderen.

Er is een overeenkomst gesloten tussen ITC en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarin de plichten van de partijen worden vastgelegd. Het bedrijf ITC verzekerde daarbij dat het in staat was om in zijn mobiele slachthuis op 3 dagen tijd 2500 schapen te slachten (hetzij 833 schapen per dag). Er hebben zich echter slechts 655 personen ingeschreven om een dier te laten slachten door ITC. De 655 schapen hadden dus probleemloos geslacht moeten kunnen worden op de eerste dag van het Offerfeest.

_____

Meer info?

Minister-President Rudi Vervoort, voorzitster Faouzia Hariche, vicevoorzitster Pascale Pereita, en burgemeester Yvan Mayeur zijn verheugd met het nieuwe onthaalkantoor voor nieuwkomers van de Stad Brussel, dat vandaag werd ingehuldigd.

BAPA-BXL, een vzw onder leiding van de Stad Brussel en haar OCMW, zal zich bezighouden met het beheer van deze ruimte waarvoor de Franstalige Brusselse Regering anderhalf miljoen euro heeft uitgetrokken. Elk jaar zullen 2.000 nieuwkomers die zich op vrijwillige basis aanmelden en sinds meer dan 3 maanden en minder dan 3 jaar in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verblijven, kunnen worden onthaald.

“Dit kantoor kan een baken worden voor iedereen die hier komt wonen. Een onthaalkantoor is immers een openbare instelling die tot doel heeft nieuwkomers te helpen opdat ze zich op een zo vreedzaam mogelijk manier in Brussel kunnen vestigen“, aldus Rudi Vervoort.

Eerst wordt een volledige balans opgemaakt van de sociale situatie. Dan krijgt elke nieuwkomer een korte opleiding over de rechten en plichten van de burgers in België. Deze vorming zal verstrekt worden in de taal van de nieuwkomer of in een taal die hij begrijpt. Daarna kan de nieuwkomer gratis lessen volgen voor het aanleren van Frans als vreemde taal (FVT) naargelang zijn niveau en zijn behoeften. De cursussen inzake burgerschap kunnen ook gevolgd worden in een module van 50 uur.

“Met dit onthaalkantoor voor nieuwkomers zet de Stad Brussel een op het collectief en individueel plan gestructureerd kader op zodat de integratie plaatsvindt in de beste omstandigheden en met respect van de rechten en plichten van elkeen. Dit initiatief toont aan dat we bereid zijn om van onze stad, ons gewest, een open samenleving te maken die respect toont voor diversiteit en iedereen de kans geeft om zijn plaats in onze samenleving te vinden“, zegt Faouzia Hariche

Het onthaaltraject is een duwtje in de rug waarmee het mogelijk wordt voor nieuwkomers om een balans van hun situatie op te maken en met de nodige begeleiding vooruit te gaan. Ook de oriëntatie en het netwerk met de gespecialiseerde verenigingssector zal hen helpen in hun ontwikkeling.

Yvan Mayeur is van mening dat “we met de oprichting van dit kantoor onze verantwoordelijkheid nemen, want integratie is niet alleen een zaak van de migranten zelf maar ook van de onthalende samenleving. We moeten hen uitleggen hoe onze samenleving, onze sociale relaties en onze openbare instellingen werken zodat ze zich thuis kunnen voelen en vrij kunnen deelnemen aan ons maatschappelijke, culturele en verenigingsleven.”

Met de opening van dit nieuwe onthaalkantoor voert het Brussels Gewest een inclusief en dynamisch onthaaltraject in dat elke migrant of vluchteling de mogelijkheid biedt om kennis te maken met de werking van onze maatschappij. Alles samen heeft de Franstalige Brusselse Regering bijna 5,2 miljoen euro geïnvesteerd om nieuwkomers te onthalen en hen taalcursussen en cursussen inzake burgerschap aan te bieden.

_____

Meer info?

De Brusselse Gewestregering wenst in samenwerking met de Franstalige Brusselse Regering en met de Vlaamse Gemeenschapscommissie het samen-leven en samen-doen te stimuleren via rechtstreekse maatregelen die de interculturele dialoog verbeteren en de diversiteit en de maatschappelijke samenhang ondersteunen. In de praktijk zal het vaak gaan om culturele buurtinitiatieven.

“We moeten de inspanningen voor een beter samen-leven en samen-doen opvoeren. De uitdaging is dat we ervoor moeten zorgen dat burgers met elkaar samenleven, niet naast elkaar”, verduidelijkt Rudi Vervoort, Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Vandaag start een projectoproep voor het jaar 2017. De minimumsubsidie per project bedraagt hiervoor 10.000 €, met een maximum van 200.000 €. Die middelen moeten werkingskosten dekken, met inbegrip van personeelskosten en onkosten voor kleine infrastructuur.

De initiatieven moeten gesitueerd zijn op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en ten goede komen aan de inwoners op het niveau van een wijk of van meerdere wijken, van één of meerdere gemeenten of van heel het Gewest.

“Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar projecten met een vernieuwende aanpak of die gebruik maken van nieuwsoortige of tot nog toe nauwelijks toegepaste tools op het gewestelijk grondgebied. Het doel is om nieuwe praktijken aan te moedigen die voor een grotere dynamiek kunnen zorgen bij projecten in onze wijken”, aldus nog Rudi Vervoort. 

De projecten zelf worden geselecteerd door een jury van onafhankelijke deskundigen en vertegenwoordigers van elke Brusselse entiteit en moeten gestuurd worden door één of meerdere organen die op zijn minst over een exploitatiezetel in Brussel beschikken. Het gaat daarbij bijvoorbeeld over één of meerdere vzw’s, één of meerdere gemeenten, één of meerdere OCMW’s.

De kandidatuurdossiers moeten bestaan uit een intentienota (van ten hoogste 20.000 tekens), het volledig ingevulde inschrijvingsformulier dat beschikbaar is op de website www.recup.graphylabs.com en een gedetailleerde voorbegroting van het project (inkomsten en uitgaven). De dossiers moeten uiterlijk op 10 november 2016 per aangetekende zending worden toegestuurd aan het Kabinet van de Minister-President: Hertogsstraat 9 – 1000 – Brussel, met de vermelding « Antwoord op de projectoproep ».

Click hier om het dossier te downloaden. 

Click hier om het formulier te downloaden (pdf).

Click hier om het formulier te downloaden (.docx).

Opgelet: Om het formulier in te vullen, dient u het eerst te downloaden op uw computer door te klikken op “downloaden”. Deze knop bevindt zich bij het online lezen rechts van uw document. Als u het document invult tijdens het online lezen, worden de wijzigingen niet opgeslagen.

_____

Meer info?

Minister-President Rudi Vervoort heeft deze voormiddag op het Brussels Creative Forum officieel aangekondigd dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich kandidaat zal stellen om in 2030 culturele hoofdstad van Europa te zijn.

Voor een publiek van genodigden uit de creatieve en culturele industrie (CCI), die samengekomen waren in Bozar, bevestigde Rudi Vervoort dat het Gewest zijn kandidatuur zal indienen bij de volgende oproep waarop België kan intekenen. Dat is in 2024.

“Die deadline ligt weliswaar nog veraf, maar om een dergelijk omvangrijk project te kunnen laten slagen, moeten we heel wat voorbereidend werk verrichten. Bovendien kan het maar een succes worden als de hele sector in staat is zich achter deze doelstelling te scharen”, liet de Minister-President weten aan de beroepsmensen uit de Brusselse creatieve en culturele sector.

De titel van culturele hoofdstad van Europa houdt heel wat potentiële positieve gevolgen in. Zowel voor het imago van het Gewest op continentaal niveau, als voor de economische bloei dankzij de vele activiteiten en feestelijkheden die ermee gepaard gaan.

“Als hoofdstad van Europa en interculturele draaischijf is het niet meer dan normaal dat Brussel aanspraak wil maken op dit statuut “, aldus nog een enthousiaste Rudi Vervoort.

_____

Meer info?

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft vandaag besloten opnieuw steun te verlenen aan de horecasector die na de gebeurtenissen van 22 maart moeilijkheden ondervindt.

In de nasleep van de aanslagen had de Brusselse Regering de betaling van gemeentebelastingen voor hotels (City tax) gedurende een periode van 6 maanden opgeschort. Het gewest is zich bewust van de moeilijkheden waarmee de sector vandaag te kampen heeft en heeft besloten om deze opschorting te verlengen tot eind 2016.

“Het is onze taak om een aantal sectoren, die vooral de laatste maanden werden getroffen, steun te verlenen. We geven de Brusselse actoren uit de toeristische sector heel wat ademruimte door hun thesaurie te verlichten. De Brusselse Regering heeft zo gehoor gegeven aan de vragen van de sector ter zake“, aldus Rudi Vervoort, Minister-President.

Deze opheffing van de gemeentebelastingen met terugwerkende kracht zal door de gewestelijke Regering worden gecompenseerd tot een bedrag van bijna 27 miljoen euro. Om het efficiënt en eerlijk te laten verlopen, heeft de Regering aan deze maatregel een voorwaarde verbonden: alle 19 gemeenten moeten akkoord gaan met hun deelname aan dit mechanisme. Het Gewest wil de grote middelen inzetten om de sectoren die het zwaarst getroffen zijn door de recente actualiteit te ondersteunen.

Daartoe heeft de Brusselse Regering besloten om ook de restaurant- en caféhouders die gelegen zijn in een toeristische zone steun te verlenen, en kondigde ze daarbij aan dat zij gedurende de maanden juli, augustus en september zijn vrijgesteld van de belastingen op de terrassen.

Deze extra inspanningen van de Brusselse Regering tonen eens te meer dat ze haar dragende krachten niet onbenut laat en er alles aan doet om de economie van het Gewest te doen heropleven.

_____

Meer info?

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering nam vandaag donderdag akte van de definitieve bescherming van het hele herenhuis Danckaert en van een deel van de tuin, gelegen in de Meyerbeerstraat 29-33 in Vorst.

Het in 1922 door Jean-Baptiste Dewin (1873- 1948) opgetrokken Herenhuis Danckaert is een typische burgerwoning voor zijn tijd.  Het vormt een samenhangend geheel waarvan alle delen erfgoedwaarde hebben. Zowel de ruimten op de eerste verdieping en op de dakverdieping als het gelijkvloers dragen de stempel van de zin voor esthetiek van deze befaamde architect. Het gebouw is juist uitzonderlijk omwille van zijn globaal karakter en zijn authenticiteit.

« Het Hôtel Danckaert is representatief voor het werk van een architect die lange tijd het uitzicht en de geschiedenis van het Gewest heeft beïnvloed. Het gebouw is een originele en opmerkelijke getuige van de wijze waarop destijds de industriële bourgeoisie woonde die Brussel welvaart heeft gebracht » stelt Minister-President Rudi Vervoort.

De bescherming van dit herenhuis, gebouwd in opdracht van de industrieel Jean Danckaert, maakt dat opnieuw een parel van de Brusselse architecturale diversiteit uit het interbellum bewaard blijft.

_____

Meer info?