Sinds 2002 sloot het stadsherwaarderingsbeleid in het Brussels Gewest aan bij de prioritaire interventieperimeter van de “Ruimte voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting en de renovatie” (RVOHR). Deze perimeter bestreek het grootste deel van Brussel-Stad en de oude wijken van Anderlecht, Molenbeek, Koekelberg, Jette, Schaarbeek, Sint-Joost, Elsene, Etterbeek, Sint-Gillis en Vorst, en werd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering vastgelegd in het kader van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan.

Vandaag wordt de zone gezien als te definitief en moeilijk aan te passen om ze te laten aanleunen bij de realiteit. Daarom maakt de RVOHR plaats voor een nieuwe prioritaire interventiezone: de versoepelde zone voor stedelijke herwaardering (ZSH) die om de vijf jaar, of indien nodig zelfs vaker, kan worden herzien.

Dankzij het mechanisme dat in de stedelijke herwaarderingsordonnantie is voorzien, kan de ZSH dus niet alleen worden aangepast in functie van de evolutie van de wijken in het licht van de drie basiscriteria, maar ook in functie van de specifiekere kennis van de wijken die men zal verwerven.

De eerste ZSH wordt dus bepaald op basis van de statistische sectoren (en niet meer van de huizenblokken) die beantwoorden aan de 3 sociaaleconomische basisindicatoren (statistische gegevens met betrekking tot het mediaaninkomen, de bevolkingsdichtheid en de werkloosheidsgraad) en omvat tevens grote braakliggende terreinen die bijzondere aandacht krijgen van de Brusselse hoofdstedelijke regering.

Deze nieuwe zone, “ZSH 2016” genaamd, werd onlangs bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en legt het grondgebied vast waarop de realisatie van programma’s voor stadsherwaardering een activerende rol kan spelen of kan zorgen voor een versnelde ontwikkeling.

“Met de ZSH 2016 kunnen we onze Brusselse wijken voortaan op een beter aangepaste wijze en gerichter herwaarderen dankzij de criteria die we in aanmerking nemen voor de afbakening van de zones waar we prioritair moeten ingrijpen, zonder evenwel de voortdurend veranderende Brusselse realiteit vast te leggen“, aldus Minister-President, Rudi Vervoort.

____

Meer info?

Minister-president Rudi Vervoort bevestigde maandag de strategie die de Brusselse Regering heeft uitgetekend om de oostelijke toegang tot Brussel met behulp van een aantal maatregelen te herwaarderen. Die maatregelen omvatten de heraanleg van een deel van de E40 tot stadsboulevard, de inrichting van een evolutieve openbare ruimte langs de wegen en de geleidelijke bouw van woningen en uitrustingen.

“De doelstelling van het Gewest is niet gewijzigd: het wil dit belangrijke stuk stadsweg verbeteren door de contouren ervan te rationaliseren. De afmetingen van de E40 zijn op die plaats te groot. De beperking van het aantal rijstroken zal dus geen enkele negatieve weerslag hebben op de verkeersstroom en zal geenszins leiden tot een daling van de wegcapaciteit”, verklaart Rudi Vervoort in reactie op een artikel met foutieve informatie dat op zondag gepubliceerd werd door de RTBF.

Het verhaal begint in november 2010. Toen keurde de Regering een richtschema goed voor het gebied van gewestelijk belang nr. 12 (GGB). Dat bracht een uitvoerig debat op gang over de best mogelijke inrichting van de toegang tot de stad. Vandaag voorziet het masterplan E40 in de aanleg van twee maal vier rijstroken tegen 2022. In de eerste fase van het project, die gepland is voor eind 2017, zullen twee rijstroken voor het verkeer dat de stad binnenrijdt, worden verwijderd. De vrijgekomen oppervlakte krijgt dan een herbestemming als openbare ruimte.

Op 20 juli 2016 bevestigde de Brusselse Regering dat zij de stedelijke herinrichting van de E40 naar behoren wil coördineren met de heraanleg van de Reyerslaan.

Zodra dit stuk autosnelweg gedeklasseerd is, zal de eerste fase van de heraanleg ervan plaatsvinden. Concreet komt het erop neer dat de herinrichting van de stadstoegang van start zal gaan met een herschikking van het autoverkeer, met meer bepaald 4 rijstroken: drie rijstroken, één voor elk van de 3 tunnels die vanaf de E40 leiden naar Meiser, Montgomery en Schuman en een vierde rijstrook voor een vlotte afhandeling van het verkeer dat invoegt vanop de oprit “Gemeenschappenlaan” en de afrit Smaragd / Diamant.

“Er is dus nooit bevestigd dat de toegang tot Brussel herleid zou worden van twee maal zes rijstroken (op- en afrit) naar twee maal drie rijstroken. Het debat dat volgde op de goedkeuring van het richtschema, deed ons beslissen om op termijn twee maal vier rijstroken aan te leggen”, zo besluit de Minister-President.

_____

Meer info?

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering verlengde donderdag de vrijstelling van de City Tax tot 31 januari 2017. Met deze verlenging kan de hotelsector, die door de achtereenvolgende aanslagen zwaar is getroffen, rekenen op dertien maanden ononderbroken financiële ondersteuning.

“De Regering zag onmiddellijk de ernst van de situatie in waarin heel het toerisme in Brussel na de aanslagen is terechtgekomen. Ze nam een hele reeks beslissingen om aan toeristische spelers in Brussel ruggensteun te bieden, onder meer met financiële steun via de vrijstelling van de gemeentelijke belasting op hotels”, aldus Rudi Vervoort, Minister-President.

De Brusselse Regering nam in de nasleep van de aanslagen het initiatief om de gemeentelijke heffingen op hotels gedurende zes maanden op te schorten. Het Gewest is zich duidelijk bewust van de problemen waarmee de sector ook vandaag nog kampt en beslist daarom deze uitzonderlijke maatregel aan te houden tot 31 januari 2017.

De schrapping van gemeentebelastingen met terugwerkende kracht wordt door de Brusselse Regering gecompenseerd ten belope van 27 miljoen euro. Zij besliste destijds eveneens restaurant- en caféhouders in de toeristische zone te steunen door de belasting op terrassen op te schorten tijdens de maanden juli, augustus en september.

“Wij zijn blij met deze maatregel omdat de sector hiermee extra zuurstof krijgt, wat de economische leefbaarheid  stimuleert. De context is moeilijk maar het groeipotentieel van het toerisme in Brussel is onaangetast”, aldus Rodolphe Van Weyenbergh, secretaris-generaal van de Brussels Hotel Association.

“Naast de vrijstelling van de City Tax staan wij ook open voor andere noden, waaraan wij met uitzonderlijke crisismaatregelen trachten te verhelpen. Zo hebben we een begeleidingscel geïnstalleerd voor ondernemers die onder de toestand te lijden hebben en ondersteunen we met leningen de liquiditeit van ondernemingen met problemen. Via de projectoproep Make.Brussels werken we ook aan het herstel van het imago van Brussel en aan de versterking van de economische dynamiek in de tien voornaamste handelswijken”, verduidelijkt minister van economie en werkgelegenheid Didier Gosuin.

“Ons initiatief illustreert eens te meer het belang dat wij hechten aan werkgelegenheid en aan toerisme in het Brussels Gewest. De snelheid waarmee wij tewerk zijn gegaan en de bedragen die wij hieraan besteden, tonen ons engagement voor de Brusselaars en de inspanningen waartoe wij bereid zijn om de economische activiteit te handhaven”, besluit Rudi Vervoort, die zich ook bijzonder verheugd toont over het feit dat de 19 burgemeesters in dit mechanisme zijn meegestapt.

_____

Meer info?

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft donderdag haar goedkeuring gegeven om de prestigieuze site van het voormalige cementbedrijf C.B.R., gelegen aan de Terhulpsesteenweg 185 in Watermaal-Bosvoorde, in te schrijven op de bewaarlijst.

Het gebouw, dat tussen 1968 en 1970 werd opgetrokken door de architecten Constantin Brodzki en Marcel Lambrichs, geniet wereldwijde erkenning in de architecturale geschiedschrijving. Het was het enige Belgische bouwwerk in een selectie van tweehonderd gebouwen van over de hele wereld die het prestigieuze Museum voor Moderne Kunst in New York in 1980 gemaakt had voor een tentoonstelling over de « Transformaties in de moderne architectuur tussen 1960 en 1980 ».

“Het pand is niet alleen van grote architecturale en technische waarde, maar heeft ook onmiskenbare esthetische kwaliteiten die al heel wat filmmakers hebben kunnen bekoren. Het gebouw heeft een vaste plaats verworven in het Brusselse landschap en in het collectief geheugen”, aldus Minister-President Rudi Vervoort.

Het ontwerp van het gebouw steunt op een totaalconcept, dat ook alle benodigdheden en uitrustingen aan de binnenkant omvat. Het bedrijf dat het gebouw heeft opgetrokken, heeft het al die tijd gevrijwaard en in ere gehouden. De authenticiteit en de architecturale kenmerken van zowel de binnen- als de buitenzijde zijn intact gebleven.

Daarbuiten geeft de landschapsinrichting van René Pechère het geheel een extra kwaliteitstoets. Het grondplan en de gebruikte technieken waren destijds al bijzonder vernieuwend en bewijzen vandaag nog steeds hun waarde.

“De procedure om het goed in te schrijven op de bewaarlijst maakt het mogelijk regels vast te leggen voor eventuele aanpassingen van het gebouw, dat dankzij zijn polyvalentie bewaard is gebleven in zijn oorspronkelijke ontwerp, met behoud van de grote architecturale lijnen”, licht Rudi Vervoort toe in reactie op de plannen die blijkbaar bestaan om de hoofdzetel van het bedrijf CBR te verhuizen naar een andere locatie.

_____

Meer info?

Tijdens het staatsbezoek aan Japan woonden hare Majesteit Koningin Mathilde en Brussels Minister-President Rudi Vervoort donderdag de plechtigheid bij die plaatsvond naar aanleiding van de eerste verjaardag van de verbroedering tussen Matsuzakaya, het historische handelscentrum van de stad Nagoya, en de Brusselse Louizawijk.

Ter gelegenheid van de 150^ste verjaardag van de diplomatieke betrekkingen tussen België en Japan zijn verscheidene beroemde merkketens uit ons land gehuldigd in de Japanse winkelgalerij die opgericht werd in 1611.

Bij de traditionele uitwisseling van geschenken overhandigde de Minister-President aan de voorzitter van de handelswijk, dhr. Tsubio, een nieuw kostuum voor het Manneken-Pisbeeld, dat in de galerij opgesteld staat. Bij de ondertekening van de verbroedering had de Belgische delegatie een replica van de beroemdste aller Belgen geschonken.

Rudi Vervoort koos niet zomaar voor een smurfenpak. De Brusselse Regeringsleider kondigde tijdens het evenement immers aan dat hij Japan graag zou willen uitnodigen als eregast op een volgend Stripfeest.

“Japan en België halen hun banden met dit soort ontmoetingen nog steviger aan. Ik stel ook vast dat de Belgische producten erg geliefd zijn bij de Japanners“, aldus Rudi Vervoort.

_____

Meer info?

Hare Majesteit Koningin Mathilde, Brussels Minister-President Rudi Vervoort en de Minister-President van de Federatie Wallonië-Brussel Rudy Demotte waren op dinsdag 11 oktober aanwezig bij de ondertekening van nieuwe partnerships tussen modescholen uit België en Japan. Dat gebeurde in de marge van een tentoonstelling met als titel “Stop Terrorizing our World”.

Deze tentoonstelling is uitgewerkt door de studenten van de nationale hogeschool voor beeldende kunsten La Cambre en die van de koninklijke academie voor schone kunsten in Antwerpen. Zij vormde voor beide scholen een uitgelezen decor om een samenwerkings- en uitwisselingsakkoord te sluiten met de modefaculteit van de Bunka Gakuen University in Tokio.

Het akkoord tussen Bunka Gakuen en La Cambre, vertegenwoordigd door haar directrice, Caroline Mierop, heeft betrekking op een periode van vijf jaar. Het stelt uitwisselingen van studenten, docenten, materiaal en publicaties in het vooruitzicht en plant naast gezamenlijke onderzoeksprogramma’s ook ontmoetingen tussen de scholen.

“De Belgische mode is bekend en erkend over de hele wereld. Onze uitmuntende opleidingen dragen bij tot die wereldfaam. Door samen te werken, zullen deze drie scholen, die behoren tot de wereldtop 10, hun aantrekkingskracht nog verder vergroten”, verklaarde een opgetogen Rudy Demotte.

Het initiatief voor de samenwerking gaat uit van MAD Brussels, het Brusselse Centrum voor mode en design dat volledig gewijd is aan de promotie en de economische ondersteuning van de twee sectoren waarin het actief is. Die extra steun zorgt ervoor dat de Brusselse en Belgische reputatie buiten onze landsgrenzen almaar verbetert. Vandaag voeren bijna 40 designers hun producten uit naar Japan.

“Mode is een belangrijke economische activiteitensector voor België. Deze samenwerking zal ongetwijfeld positieve gevolgen hebben voor onze beide landen”, aldus een tevreden Rudi Vervoort.

De modefaculteit van La Cambre – een van de 18 departementen van de hogeschool – bracht al gauw na haar oprichting in 1986 talenten voort die aan de slag gegaan zijn bij de meest prestigieuze haute-couturehuizen. Het Bunka Fashion College maakt deel uit van de Bunka Gakuen University, gesticht in 1923, en is de Japanse nummer 1 in het modeonderwijs. Sinds de oprichting vonden al meer dan 300.000 studenten hun weg naar deze faculteit.

_____

Meer info?

Minister-President Rudi Vervoort en de voorzitter het Centre Pompidou, Serge Lasvignes, kondigden donderdag op een gezamenlijke persconferentie de ondertekening van een protocolakkoord aan dat de vroegere Citroëngarage moet omvormen tot een cultuurpool van wereldformaat.

Om dit streven concrete vorm te geven, kocht het Gewest het gebouw van de voormalige Citroëngarage aan het IJzerplein aan om het te laten herleven als emblematische cultuurplek waar onder meer een nieuw museum voor moderne en hedendaagse kunst onderdak moet vinden. Voor het wetenschappelijk project dat aan de basis hiervan moet liggen, wordt een samenwerking opgezet tussen het Gewest en het Centre Pompidou, alsook met het CIVA (Internationaal Centrum voor de Stad, de Architectuur en het Landschap).

“Dit project plaatst een hefboom op de herwaardering van ons grondgebied, niet enkel omdat het de beide kanaaloevers opnieuw bij elkaar brengt, maar omdat het alles in zich draagt om uit te groeien tot cultureel vlaggenschip van het Brussels Gewest “, aldus Rudi Vervoort.

Voor deze onderneming heeft de gewestelijke overheid gekozen voor het Centre Pompidou als partner, dat werken uit zijn bijzonder rijke collectie ter beschikking zal stellen. Dit cultuurinstituut met een catalogus van meer dan 120 000 werken geniet wereldwijde erkenning en de collectie van het Centre Pompidou is daarmee de voornaamste verzameling van moderne en hedendaagse kunst in Europa. Ze geldt als referentiegeheel voor kunst uit de twintigste en eenentwintigste eeuw. De verzameling beschikt zowel over grote historische kunstschatten als recentere aanwinsten uit de beeldende kunst, tekeningen, fotografie, nieuwe media, experimentele film, architectuur, design en industriële vormgeving.

Het Brussels Gewest wenst ook gebruik te maken van de internationaal befaamde knowhow van de instelling. “Het Centre Pompidou zal meewerken aan de cultuurprogrammatie en brengt daarvoor zijn deskundigheid en ervaring binnen met cultuurengineering. Het zal advies en ondersteuning verstrekken voor de aankoopstrategie van de permanente collecties en bij de uitbouw van het museum”, bevestigt Voorzitter Serge Lasvignes.

De samenwerking tussen het Gewest en het Centre Pompidou zal in twee fasen verlopen. De anticipatiefase is vervat in het protocolakkoord dat vandaag is ondertekend en moet de lijnen uitzetten voor het project. In de tweede fase wordt concrete invulling gegeven aan het geheel aan de hand van de regels die in de eerste fase zijn vastgelegd.

In de loop van het laatste kwartaal van dit jaar schrijft het Gewest een architectuurwedstrijd uit voor de inrichting van de site. De anticipatiefase onder leiding van Yves Goldstein, die is aangesteld als zaakgelastigde van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, moet leiden tot conclusies eind juli 2017.

Op grond hiervan ondertekenen het Gewest en het Centre Pompidou eind 2017 een structurele samenwerkings­overeenkomst. De opening van het museum is ten laatste voorzien voor 2020, met alvast een eerste tentoonstelling in 2018.

Click hier om het dossier te downloaden. 

_____

Meer info?