Brusselse toeristische logies: Herinnering van de nieuwe regelgeving en van de limietdatum 23 juli 2016

hebergtourist1

Brusselse toeristische logies: Herinnering van de nieuwe regelgeving en van de limietdatum 23 juli 2016

persbericht

5 juli 2016

Sinds 24 april 2016 moet elk toeristisch logies in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich registreren bij Brussel Economie en Werkgelegenheid. Voor de uitbaters van bestaande zaken zijn er overgangsmaatregelen.

Voor logies die niet erkend waren door de Franse Gemeenschapscommissie of de Vlaamse Gemeenschap, moet de exploitant tegen uiterlijk 23 juli het bestaan van zijn zaak bewijzen, om dan een jaar de tijd te krijgen om zich naar alle vereisten van de regelgeving te schikken. Er moet nu inderdaad aan een aantal verplichtingen worden voldaan om een gastenkamer, een studio, een toerismeverblijf, een gemeubileerde vakantiewoning, een jeugdherberg, een kampeerterrein, een hotel of gelijk welk ander type toeristisch logies te mogen uitbaten. Zo moet de uitbater een aangiftedossier indienen bij Brussel Economie en Werkgelegenheid, met het oog op zijn registratie.

Hoe het bestaan van zijn toeristisch logies te bewijzen?

De exploitanten moeten vóór 23 juli volgende documenten naar Brussel Economie en Werkgelegenheid sturen:

–         een bewijs dat al vóór 24 april 2016 een logiesactiviteit in de zaak werd uitgeoefend,

–         een uittreksel uit het strafregister,

–         een bewijs van de aangifte van de inkomsten uit de exploitatie

–         een brandveiligheidsattest of conformiteitsattesten (gas, elektriciteit en verwarming), afgeleverd door een erkend organisme.

Ze hebben daarna nog twaalf maanden om hun volledig dossier in te dienen.

_____

Meer info?

122 extra manschappen om de veiligheid in de metro- en premetrostations te verbeteren

A1O6B

122 extra manschappen om de veiligheid in de metro- en premetrostations te verbeteren

persbericht

1 juli 2016

Brussels Minister-President Rudi Vervoort en Minister van Vervoer Pascal Smet hebben donderdag beslist de MIVB de nodige middelen toe te kennen voor de aanwerving, de werking en de omkadering van 107 ‘veiligheidsagenten in stations’ en 15 supervisors om de veiligheid in de meest gevoelige stations te verbeteren.

De Brusselse Regering zal in 2016 meer dan drie miljoen euro spenderen voor het versterken van preventie en veiligheid in de metro- en premetrostations met een hoog risico en een groot aantal gevallen van fysieke agressie.

« Het is van wezenlijk belang om de menselijke aanwezigheid op het Brussels openbaar vervoer te verhogen. Zij heeft immers een positief effect op het veiligheidsgevoel van de reizigers », aldus Rudi Vervoort.

De getroffen maatregel maakt deel uit van een meer omvattend veiligheidsplan voor het openbaar vervoer. Dat plan wordt momenteel gezamenlijk uitgewerkt door de federale politie en Brussel Preventie & Veiligheid. Er komt ook een overeenkomst met de verschillende partners rond de coördinatie van deze maatregelen. Dit om te waarborgen dat het Gewest het strategisch en operationeel leiderschap over de ingezette capaciteiten heeft.

Pascal Smet : “Net zoals in andere steden investeren we in preventie en veiligheid door te zorgen dat er agenten aanwezig zijn in de metrostations. Deze maatregelen zullen een positieve uitwerking hebben, zeker omdat ze de komende jaren worden uitgebreid tot het hele net.”

De MIVB, Actiris, Bruxelles Formation en VDAB Brussels hebben een samenwerkingsprotocol op tafel gelegd voor de aanwerving en de opleiding van dit personeel. Dit moet als basis dienen voor de selectie van de zeer specifieke profielen die we zoeken.

Om deze nieuwe maatregel ter bevordering van de veiligheid op het openbaar vervoer in de praktijk te brengen, zal de Brusselse Regering bovenop de drie miljoen euro die zij vrijmaakt in 2016, vanaf 2017 meer dan acht miljoen euro uittrekken op volledige jaarbasis.

_____

Meer info?

Eerste verjaardag van de Strategie 2025: al een hele weg afgelegd!

CP-1an-2025-copie2

Eerste verjaardag van de Strategie 2025: al een hele weg afgelegd !

persbericht

21 juni 2016

Brussels Minister-President Rudi Vervoort en Minister van Economie en Werk Didier Gosuin hebben dinsdag een eerste balans opgemaakt van de grote resultaten die één jaar na de ondertekening van de Strategie 2025 verwezenlijkt zijn. Zij deden dat in aanwezigheid van de Brusselse Regering, de Regering van de Federatie Wallonië-Brussel, de colleges van de gemeenschapscommissies en de Brusselse sociaaleconomische actoren.

Eerst kon het Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité (BESOC) kennis nemen van de zeer bemoedigende resultaten die kaderen in de eerste pijler van de Strategie 2025. Die bundelt de gewestelijke beleidsdoelstellingen. Vervolgens kwam het BESOC samen in uitgebreide samenstelling om een overzicht te krijgen van de resultaten binnen de tweede pijler, die steunt op een samenwerking met de Gemeenschappen. Om de Brusselse economie een nieuwe dynamiek te bezorgen, waren voor het eerste uitvoeringsjaar 97 prioritaire beleidswerven vooropgesteld die verband hielden met tewerkstelling, economie, opleiding, onderzoek en onderwijs in Brussel. Daarvan zijn er al 52 voltooid en zijn er 39 volop in uitvoering.

Eerste pijler

De voorbije twaalf maanden is heel wat vooruitgang geboekt. Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is een herwerkte regeling bekrachtigd voor de Brusselse dienstencheques. Verder zullen vóór de zomer aan de Regering voorstellen geformuleerd worden om het doelgroepenstelsel – een met de sociale partners gedeelde prioriteit – te hervormen en af te stemmen op de Brusselse sociaal-economische realiteit.

Nog vóór de zomer zal de Brusselse Small Business Act, het allereerste Brusselse KMO-plan, goedgekeurd worden. Dat plan zal een aantal maatregelen bevatten die het ondernemingsklimaat in het gewest moeten bevorderen. De rationalisering van de instellingen die ondersteuning bieden aan bedrijven is deels afgerond. Zo heeft de Regering het juridisch statuut goedgekeurd van het nieuwe agentschap dat Atrium, Impulse en Brussels Invest & Export tegen het einde van dit jaar moet samenbrengen in één gebouw.

Verder is in overleg met de sociale partners het Brussels Planningsbureau (BPB) opgericht om het territoriaal beheer van het Gewest te versterken. Vanuit een gezamenlijk streven om de bestaande structuren en de geldende wetgevingen te optimaliseren, is tevens een omvangrijke fiscale hervorming doorgevoerd. De harmonisering tussen het Gewest en de gemeenten, een verregaande vereenvoudiging, de versterking van het Compensatiefonds en de afschaffing van de onroerende voorheffing op materiaal en uitrusting zijn één voor één van zeer grote waarde om de KMO’s en bedrijfsinvesteringen te steunen.

We hebben ook onze beleidsinspanningen om de export te versterken en buitenlandse investeringen aan te trekken een nieuwe wending gegeven door ons netwerk van economische en handelsattachés bij te sturen en onlangs een samenwerkingsakkoord te sluiten met Marokko om Brussel sterker te positioneren in Afrika.

De Regering is vastberaden om Brussel te laten uitgroeien tot een voortrekker op het vlak van innovatie en heeft daarom in eerste lezing het Gewestelijk Innovatieplan (GIP) goedgekeurd. Daarin zijn vijf strategische pijlers uitgetekend waarin een reeks maatregelen zijn ondergebracht die strekken tot een slimme specialisatie. We hebben eveneens (in eerste lezing) een herziening goedgekeurd van de ordonnantie die gewijd is aan onderzoek, waarbij we het arsenaal aan gewestelijke steun hebben uitgebreid.

Tot slot zet de Regering ook sterk in op de ontwikkeling van de digitale economie, met onder meer aandacht voor open data, zodat het Gewest zich volop kan profileren als smart city.

Ook de audiovisuele sector mocht niet achterblijven. Zo is onder de algemene noemer Screen.brussels een nieuwe structuur opgericht om financiële steun te verlenen aan projecten die werkgelegenheid garanderen voor Brusselaars. Ook in de sector van de gezondheidszorg is een grote stap vooruit gezet met de invoering van het e-gezondheidsplan, dat het mogelijk moet maken vlotter gegevens uit te wisselen tussen alle gezondheidswerkers in Brussel en België, en binnenkort ook over Europa en zelfs de hele wereld.

Tweede pijler

Ook in deze pijler zijn heel wat beleidsresultaten geboekt. Vanaf 15 juli worden de eerste inschakelingscontracten ondertekend. Het Gewest subsidieert die overeenkomsten voor een periode van 12 maanden. Daarnaast loopt via allerlei kanalen een grootschalige campagne om het reeds bestaande initiatief van de jongerengarantie te promoten. Verder is begin 2015 een task force werk – opleiding – onderwijs – ondernemen in het leven geroepen. Het is de bedoeling dat daarin alle Brusselse institutionele en politieke actoren die bevoegd zijn voor onderwijs, opleiding en tewerkstelling samenkomen om op grond van gedeelde prioriteiten beslissingen voor te stellen aan de Regeringen en de sociale gesprekspartners.

Op de scholen zijn in samenwerking met de actoren uit de onderwijswereld en de sector van de jongerenbijstand 31 projecten opgestart om de strijd aan te binden tegen het schoolverzuim. Meer dan 150 partners (PMS-centra, scholen, diensten voor hulpverlening in de eigen leefomgeving, diensten voor schoolherinschakeling) verlenen hun medewerking aan deze projecten die erop gericht zijn de leerlingen beter te begeleiden binnen de schoolmuren.

Er zijn verscheidene maatregelen getroffen om Brusselaars aan de slag te helpen in het openbaar ambt. Zo zijn middelen vrijgemaakt om diversiteitssubsidies toe te kennen. Dat moet de weg vrijmaken voor de aanwerving van zo’n 500 werkzoekenden die afkomstig zijn uit wijken met een hoger dan gemiddelde werkloosheidsgraad. Dankzij de invoering van de Selor-instapkaart voor betrekkingen van niveau C kunnen personen zonder getuigschrift hoger secundair onderwijs (GHSO) voortaan deelnemen aan de wervingsexamens voor niveau C.

Sinds maart van dit jaar beschikt het Gewest over een ambitieus programma voor de kringloopeconomie. Dat programma omvat 111 maatregelen die onderverdeeld zijn in vier segmenten (een gunstig overheidskader voor de ontwikkeling van de kringloopeconomie, een sectorale benadering, het mobiliseren van de actoren op het grondgebied en de ontwikkeling van een vernieuwend beheer). Om meteen de juiste toon te zetten, hebben we op 11 april een oproep uitgeschreven voor het indienen van innoverende economische projecten. Die oproep zal afgesloten worden op 14 juli.

In het kader van onze inspanningen voor het onderwijs hebben we binnen het BPB de schooldienst opgericht. De taak van die dienst bestaat erin de vraag naar en het aanbod van schoolplaatsen in het gewest volledig te monitoren. Daarnaast moet zij hulp bieden bij het zoeken van een locatie voor en de uitvoering van schoolprojecten. Inmiddels hebben al meer dan 80 projectdragers er een beroep op gedaan.

Verder hebben we geijverd voor een sterkere omkadering van de klassen door de nodige financiële middelen uit te trekken om tegen de start van het nieuwe schooljaar in 2016 35 extra kinderverzorgsters aan te werven voor de onthaalklassen. Het Gewest zorgt dus in totaal voor 214 extra voltijdse omkaderende personeelsleden om de kwaliteit van de omkadering op de scholen van de Federatie Wallonië-Brussel te verbeteren.

De Federatie Wallonië-Brussel besteedt jaarlijks een budget van 6,3 miljoen euro aan de modernisering van de pedagogische uitrusting van de scholen voor beroepsgericht onderwijs over de hele Federatie. Het Brussels Gewest wil daar ook financieel zijn steentje toe bijdragen. Zo heeft het in 2015 en 2016 een budget uitgetrokken van respectievelijk 560.000 en 700.000 euro voor de 7 beoogde scholen in het gewest.

Tot slot gaat ook bijzondere aandacht uit naar de strijd tegen sociale dumping. Met het oog daarop is binnen de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een werkgroep opgericht, die gecoördineerd wordt door het Observatorium van de referentieprijzen voor de overheidsopdrachten.

De aanzet voor de Strategie 2025 werd gegeven op de sociale top in oktober 2014. Op 16 juni 2015 werd de basistekst ondertekend, die opgevat was als een gigantisch toekomstgericht plan met 160 concrete beleidswerven om de economische uitdagingen voor ons Gewest aan te pakken. Een jaar later worden aan een indrukwekkend tempo resultaten geboekt. De Gewestregering, haar gemeenschapspartners en de Brusselse sociaaleconomische actoren zijn zeer tevreden dat dankzij de uitmuntende samenwerking talrijke samen geplande projecten op gang zijn gebracht. De Strategie 2025 staat meer dan ooit stevig op de rails en moet alle Brusselaars ten goede komen.

 

Voor alle verdere informatie kan u terecht op de volgende website: http://strategie2025.brussels

_____

Meer info?

De Brusselse Regering kondigt verschillende essentiële maatregelen aan voor het bevorderen van de jongerentewerkstelling

garantie-jeunes

De Brusselse Regering kondigt verschillende essentiële maatregelen aan voor het bevorderen van de jongerentewerkstelling

persbericht

16 juni 2016

De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Rudi Vervoort, en zijn Regering hebben vandaag verschillende maatregelen op lokaal niveau goedgekeurd voor de tewerkstelling van jongeren. Dankzij de oprichting van individuele pedagogische workshops, de steun aan het alternerend onderwijs en de statutaire aanwerving in de gemeenten zullen meer dan 1.300 Brusselaars ondersteuning krijgen.

Overeenkomstig de Gewestelijke Beleidsverklaring is tewerkstelling een absolute prioriteit voor de Regering. Aan de hand van de bemoedigende resultaten met betrekking tot de daling van de jeugdwerkloosheid, heeft het Gewest besloten om, ter aanvulling op de maatregelen die met de minister van Tewerkstelling, Didier Gosuin, werden bepaald, drie nieuwe hefbomen in werking te stellen die aansluiten bij de ambitieuze Strategie 2025 die net een jaar geleden werd opgesteld“, bevestigt Rudi Vervoort, bevoegd voor Plaatselijke Besturen.

Ook stel ik het op prijs dat de maatregel waarbij de gemeentelijke administraties jongeren uit het alternerend onderwijs kunnen opleiden, en waarvan het succes buiten kijf staat, vandaag wordt verruimd tot alle operatoren van de sector. Verder mogen we het “inschakelingscontract” niet vergeten, dat elke jongere onder de 25 die reeds 18 maanden bij Actiris staat ingeschreven en ondanks zijn of haar inspanningen geen werk heeft gevonden, de kans biedt om een eerste werkervaring op te doen”, aldus Didier Gosuin, Brussels minister belast met Economie en Tewerkstelling.

Oprichten van individuele pedagogische workshops

Gedurende twee jaar zullen 6 Brusselse OCMW’s deelnemen aan een nieuw initiatief rond individuele pedagogische workshops in samenwerking met het Onderwijs voor Sociale Promotie van de Franse Gemeenschap. In Anderlecht, Brussel-Stad, Molenbeek, Sint-Gillis, Sint-Joost en Schaarbeek zullen meer dan 600 jongeren onder de 25 die steun krijgen van het OCMW, worden aangemoedigd om deel te nemen aan een kwalificerende opleiding of zelfs hun studies te hernemen om een certificaat van het beroeps- of algemeen onderwijs te behalen.

De kracht van dit project, dat mogelijk werd gemaakt dankzij de medefinanciering van het werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren (YEI) van het operationeel ESF-programma Wallonië-Brussel 2014-2020, ligt in de combinatie van de troeven van de OCMW-raadsleden (kennis van het publiek en van de economische en sociale beperkingen die de positieve impuls van de jongeren kan belemmeren) en van de leraars uit het volwassenenonderwijs (flexibiliteit en pedagogische soepelheid, kennis van de onderwijsstructuren en van de Brusselse opleidingen). Dat zorgt ervoor dat alternatieve leermethoden die een socio-professionele en pedagogische begeleiding nastreven op punt kunnen worden gesteld.

Steun aan de CEFA/CDO

Volgens de Minister-President “spannen de instituten voor alternerende opleiding zich dagelijks in voor de inschakeling van hun jongeren in het werkmilieu. Het is van essentieel belang om meer samen te werken met de overheidssector, en meer bepaald een bijzonder partnerschap met de Brusselse gemeenten op touw te zetten. Dankzij ons initiatief zal een honderdtal jongeren bij de gemeenten worden aangeworven.

De subsidie die de Regering toekent, stelt de gemeenten in staat een maximale financiële stimulans van 10.000 euro te ontvangen per jongere die op basis van een Startbaanovereenkomst van het Type 2 (SBO type 2) in de gemeenteadministratie wordt opgenomen voor de periode van 1 september 2016 tot 31 augustus 2017. De SBO type 2 bestaat uit een deeltijdse arbeidsovereenkomst gelinkt aan een onderwijsonderdeel dat georganiseerd wordt door een instituut voor alternerende opleiding (dat per jaar minstens 240 uren moet omvatten). De overeenkomst bezorgt de jongere dus een voltijdse bezigheid en stelt hem of haar in staat om de opleiding in het centrum te koppelen aan de gepresteerde periodes bij zijn werkgever.

Steun bij statutaire aanwerving in de gemeenten

De Regering overweegt om, in overleg met de sociale partners, de premie van 1.000 euro die wordt toegekend aan de gemeenten als zij een statutaire ambtenaar aanwerven, te verdubbelen. De premie wordt gebracht op 3.000 euro wanneer de geselecteerde kandidaat op het ogenblik van zijn benoeming een gesubsidieerd contractueel personeelslid is.

De doelstelling is tweeledig: enerzijds worden de gemeenten die onderworpen zijn aan het responsabiliseringspercentage “pensioen” aangezet tot statutarisering, en anderzijds, worden de gemeenten verzocht om posten voor contractuele personeelsleden vrij te maken zodat de gewestelijke middelen gekoppeld aan die posten kunnen worden aangewend in het kader van nieuwe inschakelingscontracten voor jongeren“, aldus Rudi Vervoort.

Men dient eraan te herinneren dat er na een projectoproep 655 betrekkingen werden opengesteld. Het is de bedoeling van de Regering om jonge Brusselaars koste wat het kost aan werk te helpen.

Het Brussels Gewest zal meer dan 6 miljoen euro investeren in deze drie initiatieven, die nogmaals het bewijs zijn van haar onverzettelijke vastberadenheid in de strijd tegen werkloosheid. Ze geven eveneens blijk van het gewicht van de steun die de Brusselse gemeenten krijgen van het Gewest.

_____

Meer info?

Vluchten over Brussel: Brussel gaat in de aanval via het gerecht

avion1

Vluchten over Brussel: Brussel gaat in de aanval via het gerecht

persbericht

9 juni 2016

9 juni 2016 – Minister-president Rudi Vervoort en minister van Leefmilieu Céline Fremault hebben vandaag, op donderdag 9 juni, bevestigd dat de regering verschillende rechtszaken zal aanspannen in het dossier van de vluchten boven Brussel. Dat doen ze om de levenskwaliteit van de Brusselaars te beschermen.

De intensief gebruikte vliegroutes boven de hoofdstad blijven maand na maand het leven van de Brusselaars zuur maken. “We kunnen enkel vaststellen dat er op het federale niveau niets beweegt en er een gebrek aan medeleven heerst wat betreft de vluchten boven Brussel.  Het is dringend tijd dat dit dossier afgehandeld wordt en dat er een einde wordt gemaakt aan de talloze overtredingen van de geluidsnormen,” verklaart de minister-president.

Gezien het immobilisme van de federale regering rest er mij geen andere keuze dan mijn toevlucht te nemen tot het gerecht.  Ondanks de verzoeken tot overleg die ik nu al bijna twee jaar stelselmatig heb gedaan, werd er op het federale niveau niets ondernomen. Er werd geen enkele werkgroep samengeroepen,” betreurt minister Céline Fremault.

Het is vooral van cruciaal belang om een evenwichtige en structurele oplossing te vinden vóór 13 juni 2016, datum waarop de Europese Verordening 598/2014 in werking treedt. Die zal het bereiken van elk intra-Belgisch akkoord namelijk een stuk ingewikkelder maken.

Dit is des te meer zo aangezien de Brusselse regering vandaag heeft vernomen dat de Vlaamse gemeenten uit de Noordrand gerechtelijke stappen ondernemen om de vliegtuigen die boven hun grondgebied richting Brussel vliegen om te leiden!

In deze context leidt de Brusselse minister van Leefmilieu voor de Rechtbank van Eerste Aanleg van Brussel drie vorderingen tot staking inzake leefmilieu in:

1.      een vordering waarin voor alle Brusselaars een verlenging van de nacht (van 6u ‘s avonds tot 7u ‘s morgens) geëist wordt;

2.      een tweede vordering waarin het schrappen van de Kanaalroute voor het noorden en het centrum van Brussel geëist wordt;

3.      een laatste vordering die het oosten van Brussel moet ontlasten door met name een verscherping van de “bocht naar links” te eisen.

Deze rechtsvorderingen zijn gegrond in het respecteren van een evenwichtige aanpak wat betreft het beheer van geluidsoverlast. “We kunnen boven de dichtst bevolkte gebieden niet langer vluchten toelaten en zo de geluidsnormen en de evenwichtige aanpak, die nochtans door Europa worden opgelegd, met de voeten treden,” vindt minister van Leefmilieu, Céline Fremault.  “Deze duidelijke schendingen van het recht van de Brusselaars op een gezond leefmilieu moeten ophouden, zodat zij terug een leefomgeving kunnen vinden dat die naam waardig is,” voegt minister-president Rudi Vervoort daaraan toe. 

Minister-president Rudi Vervoort en minister van Leefmilieu Céline Fremault roepen op vrijdag 10 juni aanstaande de 19 Brusselse burgemeesters en de verenigingen van de buurten waarboven vluchten plaatsvinden samen voor een vergadering. Hierop zullen de dagvaardingen met vordering tot staking worden toegelicht en zal aan de aanwezigen worden voorgesteld zich bij de zaak aan te sluiten. Het is door elke partij die met het vluchtendossier te maken heeft te betrekken dat we erin zullen slagen om een structurele oplossing te vinden in dit dossier en dat de levenskwaliteit van alle Brusselaars zullen verbeteren.

_____

Meer info?

Verklaring van Minister-president Rudi Vervoort – persconferentie over klimaat van 2 juni 2016

DSC00297-copie

Verklaring van Minister-president Rudi Vervoort - persconferentie over klimaat van 2 juni 2016

persbericht

3 juni 2016

Dames en Heren,

De wil om het Gewest op het pad van de duurzame ontwikkeling te brengen, is een constante van mijn Regering en staat duidelijk ingeschreven in de Gewestelijke Beleidsverklaring.

Wij hebben duidelijk ons engagement voor het leefmilieu bevestigd op de internationale scène tijdens de COP21, de wereldmilieutop die eind 2015 plaatsvond in Parijs en die heeft geleid tot een ambitieus internationaal akkoord.

Ik weersta ook niet aan de verleiding om u te herinneren aan het feit dat het onder Brussels Voorzitterschap was dat de Nationale Klimaatcommissie tot een akkoord kwam over de intra-Belgische verdeling van de energiedoelstellingen en de vooropgestelde vermindering van de uitstoot van broeikasgassen zoals die op Europees niveau zijn vastgesteld.

Het Lucht-Klimaat-Energieplan dat vandaag door mijn Regering is goedgekeurd en dat het resultaat is van lange inspanningen, is naast alle maatregelen die wij ter zake al hebben getroffen de weg die wij vrijmaken naar de verwezenlijking van onze doelstellingen, zowel voor onze medeburgers als op internationaal vlak.

Het houdt een geïntegreerde visie in die is opgebouwd rond 10 grote pijlers met 64 maatregelen, uitgesplitst in 144 acties. De Regering beschikt hiermee over een structurerend instrument voor heel het toekomstig beleid verbonden aan de territoriale ontwikkeling van het Gewest.

Deze visie vertrekt uiteraard van de drie basisbegrippen van de duurzame ontwikkeling – het economisch aspect, het leefmilieu en het sociaal element– en daarom stelt het Plan, naast de aspecten die verband houden met « gebouwen » of « hernieuwbare energiebronnen », ook pijlers voorop met betrekking tot de kringloopeconomie en de sociale dimensie van ons Gewest.

Vóór ik het woord geef aan mijn Collega‘s van de Regering wil ik even kort ingaan op de specifieke problematiek van de luchtkwaliteit, en dan specifiek in Brussel, die recent sterk in de aandacht stond.

De afbakening van een lage-emissiezone is uiteraard een pijler van het beleid dat ons op weg zet naar een aanzienlijke verbetering van de toestand en komt tegemoet aan de verwijten die de Europese Unie onlangs maakte aan het adres van het Gewest.

Het is een sterke beleidsdaad die ons in het spoor brengt van steden als Londen, Berlijn en recent ook Parijs.

Mijn Regering heeft vanmorgen een lage-emissiezone goedgekeurd voor het gewestelijk grondgebied, waar ernaar gestreefd om de meest vervuilende voertuigen uit het verkeer te bannen. Wij voorzien een geleidelijk verbod op basis van de Euronormen dat verschilt in functie van de brandstof en dus strenger is voor diesel.

Deze beslissing sluit aan bij het voluntaristisch mobiliteitsbeleid dat de Regering deze legislatuur ten uitvoer brengt met het oog op een vlottere mobiliteit binnen Brussel :

Enerzijds de 10.000 nieuwe parkeerplaatsen waartoe wij hebben beslist om het pendelaarsverkeer te verminderen, waarvan 8.500 voor overstapparkings van grootstedelijk belang, met onder meer ook de aanleg van een grote parking op de site van Parking C (3.000 plaatsen), hetzij aan een intensief knooppunt van het wegennet en van het metronet.

Anderzijds de promotie van een andere mobiliteit dan de auto, zoals

  • de omslag van 5,2 miljard euro voor onze projecten inzake openbaar vervoer tot in het jaar 2025 ;
  • het 80 km lange fietspadennet dat moet worden vastgelegd (voor een kost van 60 miljoen euro), bovenop de reeds goed ontwikkelde bestaande toestand ;
  • de voortzetting van het beleid voor de hernieuwing van het voertuigenbestand van de MIVB, via de aankoop van schone bussen (hybride- of volledig elektrische voertuigen).

We mogen rustig stellen dat geen enkele vorige Regering zich zo sterk geëngageerd heeft getoond, zo vastbesloten om alternatieven voor het autoverkeer te promoten, en dat moet alle Brusselaars ten goede komen. Toch mag het Plan ook niet worden teruggebracht tot enkel deze maatregelen. Ze zijn uiteraard essentieel en expliciet, maar het zijn in de eerste plaats bouwstenen van de globale logica die aan de grondslag ligt van de toekomstige en duurzame ontwikkeling van ons Gewest.

Ik geef nu het woord aan mijn Collega Céline Frémault

_____

Meer info?

Het gemeenteplein van Molenbeek wint de Prix ]PYBLIK[ Prijs 2016

Molenbeek_PlaceCommunale_CopyrightAPractice

La Place communale de Molenbeek remporte le Prix ]pyblik[ Prijs 2016

persbericht

24 mei 2016

De Prix ]pyblik[ Prijs wil voorbeeldige Brusselse publieke ruimteprojecten in de kijker zetten. Op 23 mei werd de tweede Prix ]pyblik[ Prijs uitgereikt aan het project voor het Gemeenteplein van Molenbeek.

Als eerste echte gedeelde ruimte in Brussel kenmerkt het Gemeenteplein van Molenbeek een opmerkelijke mentaliteitsverandering in de cultuur van de publieke ruimte in Brussel. Een parking maakte plaats voor een publieke ruimte waar bewoners samenkomen. Het project onderscheidt zich door een kwalitatief proces waarbij de ontwerper en de bouwheer nauw samenwerkten aan een heraanleg met een veelheid van toe-eigeningen.

Deze ingreep in een dichtbevolkte wijk verbindt een netwerk van publieke ruimtes in het centrum van Molenbeek. De eenvoudige inrichting vertaalt zich in een geraffineerd en goed afgewerkt project waar de auto plaats maakte voor de actieve weggebruiker, voornamelijk voetgangers en fietsers. Het Gemeenteplein geeft een nieuw elan aan de toekomst van de Brusselse publieke ruimtes.

In totaal werden 3 projecten voor de prijs genomineerd: naast het Gemeenteplein van Molenbeek (A.Practice) waren dat het Verboeckhovenplein in Schaarbeek (MSA) en Parckfarm in Molenbeek (Taktyk & Alive Architecture). Samen vormen deze projecten een veelzeggende staalkaart van de specifieke ruimtelijke, politieke en administratieve uitdagingen in de Brusselse context.

Brussel toont zich vandaag ambitieus op het vlak van stadsvernieuwing. De lat voor de toekomstige Brusselse publieke ruimtes ligt dus hoog!

]pyblik[, de cultuur van de publieke ruimte, is een project dat gedragen wordt door de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Rudi Vervoort, de Minister van Leefmilieu, Céline Fremault, de Staatssecretaris bevoegd voor Openbare Netheid, Fadila Laanan en de Minister van Mobiliteit, Pascal Smet. Alle informatie vindt u op www.pyblik.brussels

_____

Meer info?

Het Brussels Gewest op « roadshow » in Japan tijdens de Brussels Days 2016

tokyo-1121870_12801

Het Brussels Gewest op « roadshow » in Japan tijdens de Brussels Days 2016

persbericht

13 mei 2016

Onder leiding van Minister-President Rudi Vervoort trekt van 16 tot 20 mei een delegatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar Tokio en Yokohama voor de Brussels Days 2016. Het bezoek staat in het teken van 150 jaar diplomatieke betrekkingen tussen Japan en België en zal de gelegenheid bieden om de ondertekening van allerlei samenwerkingsakkoorden voor te bereiden, maar ook om de reputatie van Brussel in ere te herstellen na de recente gebeurtenissen die er hebben plaatsgevonden.

Ieder jaar organiseert het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de Brussels Days om zijn positie op het wereldtoneel te verstevigen, zijn economische en toeristische dynamiek te bevorderen, zijn talenten en know-how bekend te maken of te bevestigen en zijn culturele rijkdom en typische ‘art de vivre’ in de verf te zetten. Er zal ook bijzondere aandacht uitgaan naar het heroveren van de Japanse publieke opinie.

Er zijn heel wat ontmoetingen gepland met toplui uit de politiek en de industrie, met daarnaast een aantal seminaries waarop de Brusselse creativiteit, territoriale visie en de vele investeringsmogelijkheden in de kijker geplaatst zullen worden.

Rudi Vervoort zal in Tokio ook een bloementapijt ter ere van het Brussels Gewest inhuldigen, volgend op een bilaterale ontmoeting met de gouverneur van de grootstad om de ondertekening van een transversaal samenwerkingsakkoord voor te bereiden. In Yokohama zal de Minister-President het startschot geven voor het Belgian Beer Weekend, een evenement dat in Japan zeer bekend is en waarnaar telkens reikhalzend wordt uitgekeken.

Enkele maanden na het opstarten van de rechtstreekse vliegverbinding tussen Tokio en Brussel door de luchtvaartmaatschappij All Nippon Airways (ANA), zullen beide hoofdsteden tijdens de Brussels Days 2016 hun banden nog nauwer aanhalen. Die banden zullen verder versterkt worden bij het staatsbezoek dat het koningspaar in dit najaar zal brengen aan het land van de rijzende zon en waaraan ook de Minister-President zal deelnemen.

_____

Meer info?

Toespraak van Rudi Vervoort naar aanleiding van het Irisfeest 2016

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Toespraak van Rudi Vervoort naar aanleiding van het Irisfeest 2016

persbericht

7 mei 2016

Mijnheer de Eerste Minister,

Dames en heren Vice-Eerste Ministers,

Heren Voorzitters van de Gewest- en Gemeenschapsparlementen,

Heren Minister-Presidenten,

Dames en heren Ambassadeurs,

Dames en heren Volksvertegenwoordigers,

Dames en heren,

Waarde collega’s,

Beste vrienden,

 

Dit jaar heeft het Irisfeest voor ieder van ons een totaal andere weerklank.

We maken momenteel ontegensprekelijk een van de meest kwellende momenten door van onze collectieve Brusselse geschiedenis.

Eerst en vooral zou ik op deze symbolische plechtigheid die gewijd is aan het feest van alle Brusselaars, hulde willen brengen aan de slachtoffers, hun familie en hun naasten. Wij delen hun pijn en ik wens hen onze solidariteit te betuigen. In deze moeilijke tijden staan wij aan hun zijde.

Zoals ik daarnet al zei, beleeft Brussel een van de meest verschrikkelijke momenten uit zijn geschiedenis.

Binnenkort, op 25 mei, is het twee jaar geleden dat we voor het eerst te maken kregen met een aanslag die gericht was tegen het Joods museum in onze stad. En binnenkort zijn er twee maanden verstreken sinds op 22 maart andermaal werd toegeslagen en de luchthaven en de metro het doelwit waren van fanatiekelingen die dood en terreur wilden zaaien.

Eerder hadden we al vernomen dat verscheidene daders van de aanslagen die in november vorig jaar gepleegd waren in Parijs, afkomstig waren uit onze wijken, daar waren opgegroeid, daar hadden geleefd en er zich allicht nog schuil hielden.

Tot onze grote ontsteltenis moesten we vaststellen dat zij er hier bij ons op een dag voor gekozen hadden te breken met al datgene wat ons mens maakt, elk ontzag voor de andere overboord te gooien en het leven te verwerpen.

De bloedige waanzin die in het Joods museum en het metrostation Maalbeek zoveel dodelijke en gewonde slachtoffers heeft gemaakt, heeft heel Brussel geraakt en een zware slag willen toedienen aan al datgene wat Brussel is en waar het voor staat.

Een slag die gericht was tegen de beloftevolle perspectieven en de hoop die zij biedt als open, gastvrije, kosmopolitische en multiculturele stad, waar vrouwen en mannen van allerlei herkomsten en geloofsovertuigingen door elkaar leven, zonder dat zij daarvoor elkaar hoeven te kennen.

Het is die toekomstrijke smeltkroes die zij met behulp van bommen wilden doen barsten.

Zij wilden onze manier van samen leven, waar wij voortdurend aan bouwen, ten onder doen gaan door bloed te vergieten.

We moeten er ons allemaal bewust van zijn dat we vandaag niet alleen strijden voor onze veiligheid.

We strijden niet alleen voor de vrijheid van leven die ons zo dierbaar is.

We strijden als Brusselaars voor alles wat we zijn en wat we niet willen opgeven, voor onze levensvreugde die zich uit in de manier waarop wij van Brussel houden.

 

Dames, Heren,

Ik wil van dit ogenblik gebruik maken om mijn bijzondere dank te betuigen aan het personeel van de MIVB, dat ook zwaar getroffen werd door die verschrikkelijke aanslag.

Ik heb het grootste respect voor de inzet die zij getoond hebben en die er mee voor gezorgd heeft dat ons Gewest ondanks de wrange beproeving snel terug kon opstaan. Daags na de aanslag reed ons openbaar vervoer immers al opnieuw uit.

Dát is het ware gelaat van ons Gewest en van het personeel van onze openbare diensten!

Ik wil ook het personeel van de brandweer en onze hulpdiensten bedanken voor het werk dat zij op de dag van de aanslagen geleverd hebben, maar ook daarvóór, zodat ze klaar stonden om op te treden wanneer datgene waarvoor we zó vreesden, zich zou voordoen. Ik weet dat zij zich sinds 22 maart onverdroten blijven inzetten om onze burgers te beschermen.

En ook de Brusselse bevolking heeft de rug gerecht.

Ik herinner me nog hoe tijdens de rampzalige “lockdown” in november vorig jaar een onwezenlijke stilte hing over de lege straten van Brussel.

Nu zal voor altijd het beeld van ‘het volk aan de Beurs’ in mijn geheugen gegrift staan.

De Brusselaars hebben gereageerd op de mooist mogelijke manier: met opgeheven hoofd!

Duizenden mensen gaven blijk van solidariteit. Dat was de mooiste manier waarop we die haat- en terreurzaaiers van antwoord konden dienen.

Dames, Heren,

De Brusselaars zijn weliswaar overeind gebleven, maar we kunnen niet verhullen dat ons hoofdstedelijk gewest met één knie op de grond zit    .

De economische en sociale gevolgen van de aanslagen van 22 maart zijn enorm. Ik besef ten volle de ernst van de situatie waarin we ons bevinden.

Daarom roep ik alle Brusselaars op om meer dan ooit blijk te geven van eenheid, en dat uiteraard binnen alle sociale geledingen, maar ook en vooral op politiek vlak.

In deze tijden van ontreddering verwachten onze burgers met recht en reden een zo coherent mogelijk overheidsoptreden, op lokaal, gewestelijk én federaal niveau.

Ik zou erop willen aandringen dat onze instellingen de zaken op gepaste wijze aanpakken.

De toestand is te ernstig en de belangen zijn te groot om toe te laten dat de huidige debatten een voedingsbodem vormen voor al dan niet communautair geladen polemieken of oude onenigheden aanwakkeren.

Het is niet het moment om politieke spelletjes te spelen, naar elkaar te wijzen met een beschuldigende vinger of kort door de bocht te gaan redeneren. Onze burgers verdienen meer en beter dan louter politieke en institutionele spanningen.

Ze zouden het ons zeer kwalijk nemen. En terecht.

Dit is misschien de grootste uitdaging waar ons Gewest ooit heeft voorgestaan. We moeten dan ook een standvastig engagement aan de dag leggen.

Als we ons niet in staat tonen tegemoet te komen aan deze legitieme eis, dan dreigt onze legitimiteit op alle beleidsniveaus verloren te gaan.

 

Dames, Heren,

De Gewestregering heeft alvast haar verantwoordelijkheid genomen en een omslag van vrijwel 70 miljoen euro vrijgemaakt voor een pakket noodmaatregelen om de veiligheid te versterken, de economie te hulp te komen, het imago van het Gewest te herstellen en het samenleven te onderbouwen.

Na breed overleg met alle actoren van het leven in Brussel heeft mijn Regering, die zich onmiddellijk bewust was van de ernst van de toestand, daarom ongeziene middelen vrijgemaakt om de activiteit over het hele grondgebied een nieuwe dynamiek te geven.

Ik zeg het vandaag plechtig naar aanleiding van ons Irisfeest : gezien het economisch belang van de hoofdstad zal heel de natie voordeel halen uit deze uitzonderlijke maatregelen.

Als u dat goed vindt, ga ik wat dieper in op heel de inspanning die het Gewest levert inzake veiligheid.

Vandaag is Brussel Preventie & Veiligheid een feit, en de gewestelijke bevoegdheden inzake veiligheid en preventie krijgen stuk voor stuk een passend kader.

Dat is één van de grote zwaartepunten van de zesde staatshervorming en het eerste antwoord op de enorme uitdagingen die zich vandaag stellen.

Brussel moet aantonen dat het samenhang en eenheid kan brengen. Wij moeten aantonen hoe we de maatregelen van de zesde staatshervorming ten uitvoer kunnen brengen.

Deze administratie gaat de komende weken en maanden dan ook daadkrachtig de vele projecten tot ontplooiing brengen die sinds het begin van de legislatuur zijn opgestart.

Ik denk daarbij aan de invoering van een gewestelijk communicatie- en crisiscentrum, aan de omvorming van de Gewestelijke Politieschool tot een school voor veiligheidsberoepen en aan het versneld doorvoeren van het project voor videobescherming.

Als aanvullend element in de nieuwe veiligheidsarchitectuur is ook de Gewestelijke Veiligheidsraad ingesteld.

De Raad wordt op regelmatig basis samengeroepen en moet taken opnemen in het opvolgen van de uitvoering van het gewestelijk veiligheidsplan.

Dit nieuwe bestuursorgaan heeft een belangrijke rol gespeeld tijdens de crisissen die we hebben meegemaakt in november en maart. De vergaderingen die toen hebben plaatsgevonden, brachten overleg en samenhang in de maatregelen die zijn genomen voor het hele gewestelijke grondgebied.

Ons Gewest heeft daarnaast ook een orgaan in het leven geroepen dat zich toespitst op de coördinatie en de preventie van radicalisering.

Dit werd versterkt door de aanwerving van een gewestelijke coördinatrice, die ermee belast is een breed netwerk te activeren in de gemeenten en met verenigingen op het terrein.

De intentie is eenvoudig : we willen deskundigheid, projecten, specifieke opleidingen delen en deze problematiek aanpakken via een netwerk dat bouwt op onze grootste troef : de rijkdom en de pluraliteit van iedereen die meebouwt aan het samenleven in Brussel en die zich openstelt voor de realiteit in onze wijken, en onze bevolking.

Dàt is ons antwoord : werken op het terrein, en niet blijven steken in groots opgezette plannen.

Voor de periode 2016-2019 ten slotte maakt het Brussels Preventie- en Buurtplan, beheerd door de ION Veiligheid samen met Brussel Plaatselijke Besturen, het mogelijk om de gemeenten ondersteuning te bieden voor de taken die van hen worden verwacht door middel van een gewestelijke bijdrage van 125 miljoen euro.

Het Gewest neemt dus zijn deel van het werk voor zijn rekening. En ik zeg het zonder omwegen : de veiligheid in Brussel wordt goed beheerd !

En al even duidelijk kan ik u meedelen dat ik bij de Federale Regering van haar kant onder meer een niet-mis-te-verstane wil verwacht om de Brusselse politiezones van middelen te voorzien op schaal van de behoeften.

Er ontbreken ons ruim 500 manschappen in Brussel om de veiligheid te verzekeren op het terrein.

Wij hebben ze nodig ! En we hebben ze NU nodig !

 

Dames, Heren,

Op economisch vlak en qua tewerkstelling hoeft onze Regering niet te blozen bij de inspanningen die zijn verricht.

De werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers weten het : sinds mei 2013 is sociaal overleg het handelsmerk van mijn Regering ! Voluit, volledig en zonder taboes om ervoor te zorgen dat de Brusselse economische dynamiek niet in ademnood komt.

Op een ogenblik waarop dit begrip stilgevallen lijkt in een land dat hierdoor nochtans is kunnen uitgroeien tot een economische grootmacht en een sociaal model, is de Brusselse Regering niet vergeten hoezeer het sociaal overleg ons rijker heeft gemaakt.

Ik ben ervan overtuigd dat ditzelfde inzicht van de Brusselse stuwende krachten ons in staat zal stellen om ons aan de sombere uren te onttrekken die wij nu beleven.

Maar er is méér dan dat : bij heel de actualiteit lijkt het wat op de achtergrond beland, maar ik verzeker u dat u hierover zal horen : Brussel beschikt sinds een jaar over een groot strategisch plan voor de economie en de tewerkstelling.

De Strategie 2025 is een ambitieus plan voor de volgende tien jaar.

Deze strategie brengt niet alleen de sociale partners samen, maar ook de actoren van de Gemeenschappen, zodat alle stuwende krachten en beleidsverantwoordelijkheden gezamenlijk naar één enkel doel toewerken : de economische dynamiek van onze hoofdstad hernieuwen en stimuleren en de werkgelegenheid en de kwaliteit van de jobs in onze hoofdstad versterken.

In 2016 al wordt 90 miljoen euro besteed aan de eerste maatregelen van deze strategie, die stuk voor stuk zijn vastgelegd in nauw overleg met de Brusselse vakbonden en werkgevers.

Ik zal u enkele voorbeelden geven van grote maatregelen in deze context :

  1. We hebben dit jaar het inschakelingscontract ingevoerd, dat vanaf de maand juli geldt in de openbare sector en de non-profit voor alle min-vijfentwintigjarigen, de prioritaire doelgroep van de Jongerenwaarborg. Volgend jaar wordt deze maatregel na de eerste evaluaties tot alle sectoren uitgebreid. In april 2013 bedroeg de werkloosheidsgraad 20,1%. Vandaag is dat 18,0%. De jongerenwerkloosheid daalt voor de vijfendertigste opeenvolgende maand van 29,8% in april 2013 naar 26% in april 2016. Wij gaan er alles aan doen om deze tendens aan te houden, ondanks de moeilijkheden waarmee de Brusselse economie te kampen heeft.
  1. De Brusselse belastinghervorming is beslist en voor een deel al gestemd. De Brusselaars gaan hun belastingfactuur zien dalen. Zoals beloofd : de forfaitaire heffing van 89 € wordt afgeschaft, en wel vanaf 2016 (één jaar vroeger dus dan voorzien in het regeerakkoord !), en de belasting op inkomen uit werk zal progressief dalen met 1% in 2016 tot 1,5% in 2017. En daar bovenop : ook de Brusselaars die slechts één huis bezitten, gaan erop vooruit : zij krijgen een premie van 120 euro per jaar om ze te helpen bij het betalen van de belastingen op hun gebouw ! Zij zullen de verhoging van de onroerende voorheffing dus niet voelen.
    Ook Brusselaars die een huis kopen, helpen wij. Zij betalen geen registratierechten meer op de eerste 175.000 euro van hun huis ! Dat is 27.000 euro minder die ze moeten lenen bij de bank of bij hun familie om het recht te krijgen eigenaar te worden !
    Het gaat om een rechtvaardige hervorming voor de Brusselaars, waarbij we de eigenaars van buiten Brussel en meervoudige eigenaars een bijdrage laten leveren. Deze hervorming is ook gunstig voor de jonge Brusselse gezinnen die wij oproepen in Brussel te werken en te wonen en samen met ons bij te dragen tot de Brusselse rijkdom.
  1. Het gewestelijk innovatieplan wordt momenteel geleidelijk uitgevoerd en vormt een almaar steviger onderdeel van de steunmaatregelen waarmee we onze bedrijven nu en in de toekomst een nieuwe dynamiek willen bezorgen.
  1. De uitwisselingen over het onderwijs in Brussel zijn intenser dan ooit tevoren en de twee gemeenschappen streven er meer dan ooit naar in een goede verstandhouding samen te werken: de schooldienst is van start gegaan, we zijn bezig met de hervorming van het programma voor de preventie van het schoolverzuim en de schoolfacilitator helpt ons samen met de gemeenten en de gemeenschappen de bouw van de nodige extra scholen te plannen.
  1. Met het gewestelijk plan voor de kringloopeconomie willen we de overgang inluiden van een lineaire economie naar een kringloopeconomie door de economische activiteit te verleggen via korte ketens: hoe kunnen we beter consumeren, hoe moeten we ons afval en onze energiebronnen beheren, hoe moeten we onze lokale bedrijven ondersteunen en het aantal tussenschakels beperken. Daarbij willen we volledige economische sectoren mee tot ontwikkeling helpen brengen door inspanningen te leveren rond milieu-educatie voor burgers en structuren op te richten om deze toekomstgerichte sectoren te financieren.
  1. Met de sectorale facilitator beschikken we voortaan over iemand die een nieuwe en in ons land unieke rol vervult. Samen met de sociale gesprekspartners hebben we een persoon aangesteld wiens taak erin bestaat in elke sector grote structurele overeenkomsten uit te werken voor de toekomst.

 

Op basis van die overeenkomsten moeten samen met de werkgevers en de vakbonden alle hefbomen ingeschakeld worden om onze jongeren op te leiden voor toekomstgerichte beroepen in perspectiefrijke sectoren (beroepen in de gezondheidszorg, in de toeristische sector en de horeca, veiligheidsberoepen, de nieuwe technologieën, …). Het is de bedoeling om in elke sector de vertegenwoordigers van de werknemers en de werkgevers, maar ook alle spelers uit de onderwijswereld, de onderzoeksector, de opleidingssector en het bedrijfsleven bij die inspanningen te betrekken. Het komt erop aan alle schakels van de ketting te activeren om met succes het hoofd te bieden aan de uitdagingen die gepaard gaan met de werkgelegenheid en de economische slagkracht van Brussel.

Deze voorbeelden tonen aan dat het Gewest het niet alleen zal kunnen bolwerken. En niemand is beter geplaatst dan ik om dat te zeggen.

Net zoals het Gewest niet alleen kan zorgen voor de veiligheid, kan het uiteraard ook niet alles alleen doen om Brussel economisch te doen heropleven en ons imago te promoten.

Ik verwacht daarom ook van het federaal niveau eens sterk gebaar ten gunste van het Brussels Gewest !

Mijn credo is altijd duidelijk geweest.

Alleen als we de handen in elkaar slaan, kunnen we vooruitgaan.

Met de Gemeenten. Met de Gemeenschappen. Met de andere Gewesten. Met de Federale Staat.

Binnen ons Gewest.

Heel mijn politieke loopbaan al heb ik er alles aan gedaan om te verenigen.

Wel, het ogenblik van het verenigen is nu aangebroken.

Nooit is deze behoefte actueler geweest, na die moorddadige aanslagen die ons zo zwaar hebben getekend.

We leven in tijden van identitair isolement, met een opkomst van intolerantie en ongeremde vreemdelingenhaat.

Tijden waarin de haat van de ene botst op de verwerping van de andere.

Het zijn tijden van een steeds breder wordende kloof, wat bruggen slaan steeds moeilijker maakt.

Toch is dat precies onze grote doelstelling : banden tot stand brengen. De stap zetten van samen-leven naar samen-doen.

Ik kan het niet vaak genoeg herhalen; we moeten onze verantwoordelijkheid nemen.

Brussel is een “wereldstad”.

Mensen met meer dan 181 verschillende nationaliteiten komen er met elkaar in contact.

De kernvraag luidt dus als volgt: hoe kunnen we deze buitengewone diversiteit inzetten als troef om een samenleving op te bouwen waarin iedereen zich thuis voelt, een gedeelde samenleving, een echte gemeenschappelijke Brusselse identiteit?

Met andere woorden, hoe “maken” we Brussel samen?

Na de dramatische gebeurtenissen van 22 maart moeten we nog meer streven naar sociale gemengdheid en moeten we rekening houden met bevolkingsgroepen die zeer uiteenlopende sociale en culturele behoeften hebben.

Vandaag is des te meer duidelijk dat de rechtvaardige ontwikkeling van ons Gewest moet worden voortgezet.

Het is vanuit dit opzicht dat het Gewest zijn beleid voor een beter evenwicht tussen de wijken en voor meer gemengde wijken verder zal voeren.

Vanuit hetzelfde opzicht zal het Gewest erop blijven toezien dat iedereen toegang heeft tot kwaliteitsvolle huisvesting, openbare diensten en buurtvoorzieningen.

In zijn visie op territoriale ontwikkeling zal het Gewest dan ook maatregelen nemen voor de scholing, beroepsopleiding, inclusie en veiligheid van alle inwoners.

Het beleid inzake “stadsherwaardering” dat sinds het ontstaan van het Gewest wordt gevoerd, kwam reeds tegemoet aan dit streven naar een rechtvaardige territoriale ontwikkeling.

Door de leefomgeving in achtergestelde buurten te verbeteren en “de stad te herstellen” met kleine ingrepen van “stadshechting”.

Maar vandaag neemt de inkomensongelijkheid tussen de Brusselse wijken, ongeacht de geleverde inspanningen, nog steeds toe.

Er blijft een sociale en ruimtelijke tweedeling bestaan tussen de kansarme wijken, die vooral gelegen zijn in de kanaalzone en het westen van Brussel, en de meer welgestelde buurten in het oosten en het zuiden van het Gewest.

Daarom is het van essentieel belang om eerst en vooral in te grijpen in de centrale stadsgebieden en om de stadsvernieuwingsstrategieën “bij te sturen”.

Dát is onze prioriteit voor de herontwikkeling van de Kanaalzone – dáárom moeten we van dit gebied de nieuwe centrale as van ons Gewest maken.

Deze prioriteit komt enerzijds tot uiting in onze nieuwe instrumenten voor stadsvernieuwing: de Stadsvernieuwingscontracten.

Anderzijds werd voor de heropleving van dit gebied via het Kanaalplan een bestuur ingesteld.

Om er kwaliteitsvolle openbare ruimten te creëren, zoals het Becopark, het park van Tour & Taxis, de nieuwe openbare groene ruimte aan de Ninoofsepoort, enz.

Om er belangrijke voorzieningen te vestigen die een hefboom zijn voor de herstructurering, zoals het Museum voor Moderne en Hedendaagse Kunst.

Om er woningen te bouwen die voor iedereen toegankelijk zijn.

Om er meer economische activiteiten op te zetten die banen scheppen, zoals het Bouwmaterialendorp waarvan we de werf zopas hebben gestart of Greenbizz dat we onlangs hebben ingehuldigd.

Onze actie inzake territoriale ontwikkeling is dus duidelijk.

We willen de transversaliteit van de stadsvernieuwingsacties versterken en tegelijkertijd inzetten op huisvesting, lokale economische en commerciële bedrijvigheid, openbare ruimte, voorzieningen en milieu.

We willen met andere woorden sociale, functionele en ruimtelijke gemengdheid creëren voor een rechtvaardige ontwikkeling van ons grondgebied.

Deze gemengdheid beperkt zich dus niet tot de Kanaalzone.

Ze vormt de rode draad doorheen de ontwikkeling van de prioritaire wijken waaraan we werken.

Ze vormt het uitgangspunt in al onze grootschalige projecten.

Door overal levenskwaliteit te bieden en de functionele gemengdheid te stimuleren, bevestigen we de duurzame ontwikkeling van ons Gewest.

En een duurzame stad is een “stad die zich in de loop van de tijd staande weet te houden”.

Door de duurzaamheid van ons Gewest te bevestigen, durf ik te zeggen dat Brussel – in deze moeilijke tijden – de middelen heeft om na te denken over haar stedelijke veerkracht en om te handelen.

Handelen naar de werkelijkheid.

Handelen naar ons Gewest zodat het meer dan ooit gericht is op “samen doen”.

Dames, Heren,

Ik weet dat Brussel deze proef zal doorstaan. Ik wil dat ze er sterker, eengemaakter en zelfzekerder uitkomt.

Dat hangt van ons af. We moeten nu actie ondernemen.

We moeten alle krachten van ons Gewest bundelen om de succesvolle ontwikkeling van Brussel te verzekeren.

We hebben alle Brusselaars nodig.

Alleen samen bouwen we aan het Brussel van morgen!

Leve Brussel!

Een gelukkige verjaardag voor Brussel!

En een prettig Irisfeest voor iedereen!

 

Rudi Vervoort

_____

Meer info?

De Brusselse Regering gaat van start met « Be.Exemplary », een grote projectoproep voor Brusselse voorbeeldgebouwen

be-exemplary

De Brusselse Regering gaat van start met « Be.Exemplary », een grote projectoproep voor Brusselse voorbeeldgebouwen

persbericht

3 mei 2016

Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rudi Vervoort en Minister van Huisvesting, Leefmilieu en Energie Céline Fremault hebben vandaag dinsdag « Be.Exemplary » boven de doopvont gehouden, een nieuwe projectoproep gericht op vernieuwende en ambitievolle projecten voor Brusselse voorbeeldgebouwen.

Na het succesvolle verloop van de Batexprojecten tussen 2007 en 2013 heeft de Brusselse Regering in haar nieuwe projectoproep het kader van de vooropgestelde thema’s aanzienlijk verbreed om tegemoet te komen aan de talloze uitdagingen waarmee ons Gewest wordt geconfronteerd. Daarbij gaat meer aandacht naar initiatieven die zich toestpitsen op het welzijn van de Brusselaars, op de stedenbouwkundige en architecturale kwaliteit, op de kringeconomie en de milieudimensie.

Be.Exemplary staat open voor alle opdrachtgevers die in Brussel bouwen of renoveren: particulieren, overheden, parastatale instellingen en privé-ondernemingen (vastgoedpromotoren, bedrijven, vzw’s, enz). Be.Exemplary steunt niet alleen de opdrachtgever maar ook de ontwerper die door de opdrachtgever werd aangesteld : het kandidaatproject moet dus door een team worden gedragen.

De projecten moeten zijn gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De door de projectoproep beoogde gebouwen kunnen om het even welke bestemming hebben. De jury zal de geschiktheid van het programma evalueren op basis van specifieke beoordelingscriteria.

Het Gewest beoogt met Be.Exemplary initiatieven te steunen en in de kijker te plaatsen die een hoogstaande architectuur koppelen aan zeer goede energie- en milieuprestaties. Maar steeds in de context van een waardevolle stedenbouwkundige benadering. En ook de sociale en vernieuwende dimensie van de kringeconomie is voor Be.Exemplary een belangrijk uitgangspunt. Deze projectoproep heeft zeer uitdrukkelijk een inclusief doel. Van zodra het project op het Brussels grondgebied gelegen is, kan het in aanmerking komen, ongeacht wie de initiatiefnemer is of welke bestemming het initiatief nastreeft “,aldus Rudi Vervoort.

In Brussel zijn de gebouwen verantwoordelijk voor 62% van de uitstoot van broeikasgassen. Door het bouwen en renoveren binnen een logica van kringloopeconomie aan te moedigen en daarbij gebruik te maken van duurzame materialen waardoor hoge energieprestaties kunnen worden verkregen, komen we tegemoet aan de klimaatuitdaging en geven we concrete vorm aan de belofte die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tijdens de COP21 heeft gedaan. Naast de milieukwestie wil Be.Exemplary ook het sociale aspect in de architectuurprojecten centraal plaatsen”, aldus Céline Fremault.

De initiatiefnemers van de projecten worden verzocht hun belangstelling kenbaar te maken bij Brussel Stedelijke Ontwikkeling (BSO), dat belast is met de uitvoering van « Be.Exemplary » in samenwerking en met de steun van Leefmilieu Brussel (LB), de Stadswinkel en de Bouwmeester (bMa). De teams kunnen hun interesse om deel te nemen meedelen tot 16 augustus 2016. Er is voorzien in een begeleidingsdienst door de Stadswinkel van 2 mei tot 15 september 2016.

_____

Meer info?