Het weekend van de Open Monumentendagen is ondertussen een niet te missen afspraak voor duizenden bezoekers, Brusselaars, Vlamingen, Walen en buitenlanders. Het evenement bekijkt Brussel ieder jaar weer vanuit een nieuw perspectief, met aandacht voor weinig bekende plekken en stijlen en plaatsen die doorgaans zelden te bezoeken zijn.

Deze 26^e editie kreeg als thema “Geschiedenis en herinnering” mee en wijst de weg naar ruim 98 plaatsen en een honderdtal activiteiten die herinneren aan grote en kleine feiten uit de geschiedenis van onze hoofdstad.

Gebouwen die getuigen van belangrijke historische gebeurtenissen, plaatsen van vooraanstaande figuren, pleisterplaatsen van bekende kunstenaars, schrijvers en filosofen, historische verenigingen, geschiedkundige musea openden dit weekend hun deuren!

Bij de drukst bezochte plaatsen waren onder meer centra van politieke besluitvorming door de eeuwen heen, zoals:

• het Egmontpaleis (bijna 2.800 bezoeken in twee dagen)

• het Paleis der Natie (ongeveer 1.500 bezoekers op één dag)

• het Brussels Parlement (tussen 1.300 en 1.500 personen op zondag)

• het Europees Parlement (meer dan 3.000 personen in één weekend)

• Hertoginnedal (meer dan 2.000 in één weekend)

Maar ook plaatsen waar beroemde kunstenaars, schrijvers en filosofen hebben verbleven:

• het voormalig atelier van Marcel Hastir (meer dan 400 in twee dagen)

• het Constantin Meuniermuseum ( meer dan 500 in twee dagen)

• het Ciamberlanihuis (650 bezoeken enkel op zaterdag)

• het Charliermuseum (350 voor de twee dagen)

• het Museum van Buuren (400 bezoekers tijdens twee voormiddagen)

Of plaatsen waar belangrijke historische gebeurtenissen hebben plaatsgevonden:

• de Munt (ongeveer 2.000 personen in één dag)

• de Sint-Jacob-op-Coudenbergkerk (meer dan 3.000 bezoekers tijdens het weekend)

• Basiliek van het Heilig Hart in Koekelberg (meer dan 750 bezoekers tijdens één namiddag)

Maar ook wetenschappelijke instellingen en musea kenden een groot succes bij de bezoekers:

• de Koninklijke Bibliotheek van België (bijna 800 voor het weekend)

• het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium ( bijna 500 zondag)

• de Wetenschappelijke Bibliotheek van de Nationale Bank van België (meer dan 1.000 bezoeken gedurende twee dagen)

• het Studie- en documentatiecentrum “Oorlog en hedendaagse maatschappij”/Directie-generaal oorlogsslachthoffers” (bijna 300 bezoekers in één dag)

• het Koninklijk Museum van het Leger en van de Krijgsgeschiedenis (meer dan 2000 in het weekend)

• het Jubelparkmuseum (bijna 1.000 bezoeken gedurende twee dagen)

• Museum van de Stad Brussel (meer dan 3.500 bezoekers in twee dagen)

• het Paleis van de Coudenberg (meer 1.500 bezoekers voor de twee dagen)

En ook niet te vergeten, plaatsen die normaal gezien zelden toegankelijk zijn, zoals :

• het Horta-Lambeauxpaviljoen ( meer dan 5.000 personen gedurende twee dagen)

• het Academiënpaleis (1.000 personen tijdens één dag)

• de crypte van het Martelaarsplein (meer dan 1.200 in twee dagen)

• de zetel van BNP Paribas Fortis (bijna 1.000 bezoekers enkel op zondag)

• de Société royale de Philanthropie ( bijna 500 bezoekers tijdens het weekend)

Een aantal cijfers die voor zich spreken:

• Pelgrimshuis (meer dan 1.000 personen tijdens het weekend)

• Koninklijke kapel –Protestantse kerk van Brussel (meer dan 600 bezoekers tijdens één dag)

• Koninklijke Militaire School (1000 voor het weekend)

Het publiek heeft ook in groten getale deelgenomen aan de zeer verscheiden animaties van de Open Monumentendagen, bijvoorbeeld rond de kerkhoven en de vele herdenkingsmonumenten van ons Gewest.

Het informatiepunt van de Sint-Gorikshallen, waar het hele weekend lang van ’s morgens tot ’s avonds een drukte van jewelste heerste, was het decor van talloze activiteiten, zoals de boekenverkoop van de Directie Monumenten en Landschappen en de tentoonstelling “Brussel. 1.000 jaar geschiedenis(sen)! “, die nog tot 27 november toegankelijk is.

“Eens te meer dank ik de verantwoordelijken van de deelnemende plaatsen van deze 26^e editie van de Open Monumentendagen, maar ook alle verenigingen, gemeentebesturen en personen die nu al jaren, van nabij of van ver, bijdragen aan het succes van dit evenement. Het zijn hun dagelijkse inspanningen die mogelijk hebben gemaakt dat we Brussel ook dit jaar in een buitengewone gedaante konden tonen aan het publiek”, aldus Rudi Vervoort.

Foto’s beschikbaar op https://picasaweb.google.com/mbhg.dml/JDP_OMD_14

_____

Plus d’infos ?

Meer info?

De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Rudi Vervoort en de Brusselse Minister van Financiën, Guy Vanhengel zijn verheugd dat de UEFA de kandidatuur van Brussel als gaststad voor het Europees Voetbalkampioenschap EURO 2020 aanvaard heeft.

Het is een primeur. In plaats van te opteren voor de gebruikelijke formule met een gastland, zal Euro 2020, dat nu al “het EURO van de Steden” wordt genoemd, plaatsvinden in 13 steden die gekozen werden uit 49 kandidaten. Zo kondigde de Europese Voetbalassociatie UEFA deze middag aan vanop haar hoofdzetel in Genève.

Dat ook de Europese hoofdstad erbij is, was een vanzelfsprekende keuze. Brussel zal dus drie groepswedstrijden krijgen en een achtste finale.

Daarnaast is Brussel nog altijd een belangrijke kandidaat voor de openingswedstrijd van het kampioenschap. Hierover zal de UEFA beslissen in 2016. De finale zal gespeeld worden in Londen.

Zoals geweten voldoet het huidige Koning Boudewijnstadion vanaf 2017 niet meer aan de UEFA-normen. Op initiatief van Rudi Vervoort en Guy Vanhengel had de Brusselse Regering zich in mei 2013 in Oostende uitgesproken voor de inplanting van het nieuwe nationale stadion op de site van de huidige Parking C aan de rand van de Heizelvlakte. Dit terrein is gelegen in Vlaanderen, maar is eigendom van de Stad Brussel.

Sinds deze beslissing heeft Minister-President Rudi Vervoort zich onophoudelijk ingezet om de contacten tussen alle belanghebbende partijen te bevorderen en iedereen rond de tafel te krijgen om de kandidatuur van Brussel te doen vorderen.

“Het was ondenkbaar dat de hoofdstad van België en Europa geen deel zou uitmaken van de 13 speelsteden voor EURO 2020!”, zo verklaart Rudi Vervoort. “De verschillende betrokken actoren moeten nu voortwerken om verder vooruitgang te boeken in dit dossier waartoe ik vorig jaar de aanzet heb gegeven, zodat de infrastructuur volledig klaar geraakt voor dit evenement en Brussel opnieuw beschikt over een stadion dat beantwoordt aan de normen van de UEFA”, aldus nog de Minister-President.

“Brussel mag vandaag zeer fier zijn dat wij, samen met alle politieke families, er in deze zeer korte tijd in geslaagd zijn om onze kandidatuur tot een goed einde te brengen. De politieke bereidwilligheid en samenwerking toont vandaag dat wij België verder op de kaart kunnen zetten op het internationale toneel”, zegt Guy Vanhengel, Brussels minister van Financiën van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

_____

Plus d’infos ?

Meer info?

Sinds wanneer staat Manneken-Pis er ? Wie bombardeerde de stad Brussel in 1695? Wie prijkt boven op het stadhuis? Wat stelt het Atomium eigenlijk voor?
Wilt u het antwoord op deze vragen, kom dan langs voor een wandeling doorheen de tijd op de tentoonstelling “Brussel 1000 jaar geschiedenis(sen)!” die tot 27 november plaatsvindt in de Sint-Gorikshallen.

Vanaf nu is de bovenverdieping van de Sint-Gorikshallen omgevormd tot een reusachtige tijdlijn die de geschiedenis van Brussel laat ontdekken aan alle kinderen van 10 … tot 110 jaar. Plaatsen, personages en beroemde of ongewone gebeurtenissen worden voorgesteld langs een parcours waarop elke periode, van de middeleeuwen tot vandaag, een aparte kleur heeft.
Dit atypische parcours is ludiek uitgewerkt en de scenografie doet onvermijdelijk denken aan een reusachtig hinkspel: de vloer is bezaaid met cirkelvormige tapijten en de bezoeker wandelt onder tientallen gekleurde lampions door. Deze sterk visuele en met humor doorspekte tentoonstelling stelt zich tot doel de geschiedenis van de duizendjarige stad voor iedereen toegankelijk te maken, en dan in de eerste plaats voor de kleinsten onder ons. De reis door de tijd eindigt met een spel waarbij iedereen die dat wenst zijn kennis kan testen door elementen op een miniatuur- tijdlijn te plaatsen.

De tentoonstelling sluit aan bij het boek “Brussel, het grote en het kleine verhaal” dat in februari al in het Frans en het Nederlands verscheen. Het succes van dit werk bracht de uitgever ertoe ook een Engelse versie uit te brengen, die vanaf nu in de boekhandel ligt.

Deze tentoonstelling is een initiatief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ze werd bedacht en uitgewerkt door de historici van de Association pour l’étude du Bâti (www.apeb-vsg.be), met een scenografie van Juliette de Patoul (Accolade), en geïllustreerd door Aline Baudet (Accolade) en Laurane Perche.

Praktisch
Gratis tentoonstelling, elke dag toegankelijk van 10 tot 18u, en dit tot 27 november in de Sint-Gorikshallen, Sint-Goriksplein 1, 1000 Brussel.
Voor meer informatie
Brigitte Vander Brugghen, Directie Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
T: + 32 2 204.24.49
bvanderbrugghen@sprb.irisnet.be

_____

Plus d’infos ?

Meer info?

Voor het eerste semester van 2014 geven de trafieken over de waterweg een toename aan van nagenoeg 180.000 ton, hetzij + 5%, waardoor de globale trafieken tot zowat 3,5 miljoen ton reiken.

Met meer dan 60 % van de eigen trafieken kent het bouwmateriaal een groei van 20% waardoor ze haar rol als topsector in de haven van Brussel nog versterkt.

Deze aanwinst met meer dan 229.000 bijkomende ton wordt voornamelijk verklaard door de afvoer van uitgegraven grond uit de Brusselse bouwwerven en van baggerslib: het is ook een teken van de inspanningen die het havenbestuur levert om de aanwending van de waterweg aan te moedigen.

De interne bewegingen binnen de haven van Brussel gaan er ook op vooruit en bevestigen trouwens dat de waterweg een duurzame oplossing is voor het Brusselse intragewestelijk verkeer.

De tweede sector in tonnenmaat blijft de oliesector die meer dan 20% van het verkeer vertegenwoordigt. Beide sectoren hebben voortaan 85 % van de Brusselse watergebonden haventrafieken op hun conto en bevestigen ontegensprekelijk de cruciale rol die de haven speelt in de bevoorrading van Brussel.

« Met 95 hectare nuttige oppervlakte, waar zowat 350 ondernemingen gevestigd zijn, is het havendomein van strategisch belang voor de ontplooiing van de kanaalzone en de ambitie van mijn Regering is dan ook er de echte ruggengraat van ons Gewest van te maken. De veranderingen van dit hele gebied, onder meer ten gunste van nieuwe plaatsen voor economische activiteiten, zal ook het belang van de waterweg doen toenemen voor de bevoorrading van ons Gewest », aldus minister-president Rudi Vervoort, voogdijminister van de Haven van Brussel.

_____

Plus d’infos ?

Meer info?

“Met de beslissing die we genomen hebben in het dossier van het Reyersviaduct, hebben we duidelijk uiting gegeven aan ons streven om de zaken anders aan te pakken. Het zal gedaan zijn in Brussel her en der werken uit te voeren of dezelfde straat drie keer open te leggen. Ik wil te allen prijze vermijden dat zonder enige coördinatie de ene werf na de andere wordt opgestart waar geen einde aan komt en die het leven van de Brusselaars verstoren. Daarom gaan we de zone Reyers – Meiser op een geïntegreerde en coherente wijze herzien.“ zo verklaarde Rudi Vervoort na afloop van de eerste Brusselse Ministerraad. 

“We moesten op zoek gaan naar een alomvattende oplossing die niet te duur zou uitvallen, maar die ook niet absurd is, wat het geval zou zijn indien we het viaduct zomaar afbreken zonder te beschikken over een totaalvisie en een mobiliteitsplan. Hierover heeft mijn Regering vanochtend beslist“, aldus nog Minister-President Rudi Vervoort.

De Regering van Rudi Vervoort kiest dus voor een duurzame oplossing die rekening houdt met de omwonenden en die de kwaliteit van de openbare ruimte in Schaarbeek sterk moet verbeteren.

In een eerste fase, die van start gaat in maart 2015, zal worden overgegaan tot de afbraak van het viaduct en de voorlopige wegherinrichting. Mobiel Brussel krijgt de opdracht om gedurende de tijdelijke heraanleg te onderzoeken wat de impact is op de levenskwaliteit van de omwonenden en welke oplossingen in dit verband getroffen moeten worden.

De Regering heeft op 4 september eveneens beslist om de volledige zone Reyers – Meiser te hertekenen op basis van een uniek project dat naast de reeds geplande auto- en tramtunnel onder het Meiserplein ook de mediapool zal omvatten. Zo zullen de definitieve aanleg van de Reyerslaan en de bovengrondse inrichting van de Meiser-rotonde kaderen in één enkel project, zowel voor wat betreft het ontwerp, de indiening van de stedenbouwkundige vergunningen als de uitvoering. De doelstelling bestaat erin de werken ter hoogte van Reyers uiterlijk in maart 2017 en de werken ter hoogte van Meiser uiterlijk in maart 2018 van start te laten gaan.

Het is de bedoeling om het volledige gebied te behandelen als één geheel, de hinder voor de omwonenden te beperken en uiteindelijk een duurzame en structurele oplossing vorm te laten krijgen die aansluit bij de visie van de Brusselse Regering op het Gewest.

_____

Plus d’infos ?

Meer info?

Er is formeel een internationaal team onder leiding van het bureau voor architectuur en stedenbouw François Leclercq aangesteld om gestalte te geven aan een nieuwe wijk en een Mediacity op de huidige VRT- en RTBF-site.

Deze aanstelling kadert in de nauwe samenwerking tussen het Brussels Gewest, de gemeente Schaarbeek, de VRT en de RTBF om de Reyers-site uit te bouwen tot een grootstedelijke pool die toegespitst is op de mediasector.

Nadat de VRT en de RTBF in 2012 hun vastgoedstrategie aangepast hadden, was de Regering met de verschillende hoofdrolspelers rond de tafel gaan zitten en stelde ze voor het Richtschema voor de Reyers-site uit 2010 te actualiseren om een ontwikkeling op grootstedelijke schaal mogelijk te maken waarin de VRT en de RTBF volledig tot hun recht zouden kunnen komen.

Deze denkoefening wees op het bestaan van een ontwikkelingspotentieel van maximaal 450.000 m² waarop de nieuwe hoofdzetel van de openbare TV-omroepen zou kunnen worden gebouwd, samen met 250.000 m² woningen en de infrastructuren die nodig zijn voor deze nieuwe wijk. Bovendien zou er ook een gewestelijk park aangelegd kunnen worden. Dit potentieel biedt ook de mogelijkheid om het project voor een Mediacity te verwezenlijken die plaats biedt aan mediagerelateerde bedrijven, onderwijsinstellingen en voorzieningen en hen in staat stelt samenwerkingen aan te knopen.

Het team dat door de vier partners is aangesteld, bestaat uit het bureau François Leclercq, dat vermaard is voor belangrijke projecten als Paris Nord-Est, Euro-méditerranée in Marseille en Le Bois habité in Lille, het architectenbureau BOB 361, het bureau voor landschapsarchitectuur Espinas i Tarraso uit Barcelona, het Spaanse bureau voor mediaprogrammatie NATEX, dat de mediapool Barcelona 22@BCN adviseerde, het Belgisch stedenbouwkundig bureau BUUR en de studiebureaus CITEC (mobiliteit), Alphaville (stadsplanning), Transsolar (duurzame ontwikkeling) en Mageo Morel Associés (infrastructuur).

Het team krijgt 24 maanden tijd om dit stadsproject te ontwerpen dat tegen 2019 de nieuwe hoofdzetel van de VRT en de RTBF moet verwelkomen.

Brussels Minister-President Rudi Vervoort zei dat hij ”blij was vast te stellen dat er een nieuwe stap was gezet in de ontwikkeling van deze strategische pool. Verder is het enorm bemoedigend te constateren hoe doeltreffend de verschillende partners die bij dit project betrokken zijn met elkaar samenwerken. Het welslagen van het project zal ongetwijfeld een belangrijk antwoord vormen op de uitdagingen inzake huisvesting en werk die Brussel kent en zal tezelfdertijd tegemoet komen aan de noden van de VRT en de RTBF.”

_____

Plus d’infos ?

Meer info?

In naam van de hele Brusselse Regering betuigt Minister-President Rudi Vervoort zijn oprechte deelneming aan het gezin en de naasten van Jean-Luc Dehaene.

Als Eerste Minister van 1992 tot 1999 hanteerde hij een bijzonder directe stijl, waarmee hij zich onderscheidde van zijn voorganger Wilfried Martens, bij wie hij kabinetschef was voor hij de federale Regering vervoegde als Minister.

Zijn mandaat aan het hoofd van de Regering werd evenzeer getekend door het overlijden van Koning Boudewijn en de troonsbestijging van Koning Albert II, als door de Sint-Michielsakkoorden die de structuur van de Belgische Staat ten gronde hebben gewijzigd.

“Het overlijden van een Staatsman van dit formaat is altijd een enorm verlies. Mijn gedachten gaan uit naar zijn vrouw en kinderen die vandaag een echtgenoot en een vader verliezen”, aldus Rudi Vervoort.

_____

Plus d’infos ?

Meer info?