© sau-msi.brussels (Simon Schmitt - www.globalview.be)

De hippodroom van Bosvoorde krijgt een nieuwe toekomst

persbericht

9 november 2020

Op voorstel van minister-president Rudi Vervoort en minister van leefmilieu Alain Maron keurde de Brusselse Hoofdstedelijke Regering het bijgewerkte project voor de vroegere hippodroom van Bosvoorde goed. Ook de rolverdeling werd herzien: Leefmilieu Brussel neemt het beheer van de groene ruimtes en de ontwikkeling van de natuureducatie over. De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting, die de globale ontwikkeling coördineert, zal op haar beurt de restauratie van de historische gebouwen voortzetten.

Dankzij deze beslissing zal het project om de site te renoveren, een actieve bestemming te geven, te beheren en uit te baten uitgevoerd kunnen worden conform de doelstellingen van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO)(1), het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) en de Structuurvisie van het Zoniënwoud(2), met inachtneming van de stedenbouwkundige regelgeving.

Rudi Vervoort en Alain Maron benadrukken dat ”dankzij deze beslissing, de site van de hippodroom zijn rol van toegangspoort tot het Zoniënwoud zal kunnen vervullen en tegelijk zal kunnen uitgroeien tot een bruisende locatie. Daarbij hebben we rekening gehouden met de opmerkingen die geformuleerd zijn door de omwonenden, het verenigingswezen en de gemeenten. We zijn zeer tevreden met het globale evenwicht van het heziene project en met de grotere rol die toebedeeld is aan de openbare instellingen, die onder meer garant moeten staan voor het behoud van de natuurlijke omgeving van de site. We zijn ook zeer verheugd over het werk dat in samenspraak met alle betrokken partijen werd verricht om tot dit resultaat te komen. Dat de ontwikkeling van de vroegere hippodroom van Bosvoorde ten gunste van alle Brusselaars van algemeen belang is en het openbaar nut dient, is de voorbije maanden definitief bevestigd tijdens de lockdownfase die naar aanleiding van de coronapandemie was ingesteld. Veel burgers die geen grote woning of geen tuin hebben, vonden er de nodige ruimte om een luchtje te scheppen, zich te ontspannen, wat lichaamsbeweging te hebben, een wandeling te maken, enz. Dit is het soort ruimte dat we absoluut nodig hebben in de bijzondere periode die we meemaken, maar ook in normale tijden is deze plaats van vitaal belang voor het welzijn van de mensen. Bij de ontwikkeling van de site zal dan ook worden ingespeeld op die behoefte aan een groene ruimte die voor iedereen toegankelijk is.”

Concreet is het volgende beslist:

–        Het Gewest blijft zijn oorspronkelijke doelstellingen nastreven: het historisch patrimonium herwaarderen; zorgen voor het behoud van de biodiversiteit in het bos door een “sluis” tussen de stad en het bos in te richten; de gezinnen een groene ruimte bieden waar zij een leuke bezoekerservaring kunnen beleven, met een aanbod van recreatieve, educatieve en culturele activiteiten; en de zachte mobiliteit (te voet, met de fiets, met het openbaar vervoer) stimuleren. 4,3 miljoen euro wordt door het EFRO-programma (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van een hoogwaardige groene ruimte voor de inwoners.

–        Leefmilieu Brussel staat in voor de ontwikkeling, het beheer en de uitbating van het gewestelijk speelplein, het Woudhuis, de piste die ingericht wordt als lineair park, de bosrand, de ontspanningsweide en de pedagogische activiteiten om het publiek te sensibiliseren voor de natuur en het bos. In een tweede fase zal een uitkijktoren worden gebouwd.

–        De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI), die als erfpachter door het Gewest belast werd met de ontwikkeling van de site, zal verder instaan voor de restauratie van de patrimoniale gebouwen. Zij zal ook de nutswerken (water, gas en elektriciteit) uitvoeren en de parking heraanleggen. Nu het Gewest herbevestigd heeft dat de site volop zijn rol als toegangspoort tot het Zoniënwoud moet kunnen spelen, krijgt die hertekende parking een algemeen belang en openbaar nut.

–        De private concessiehouder Drohme, die zijn project sinds 2014 al meerdere keren heeft aangepast, blijft verantwoordelijk voor de ontwikkeling, het beheer en de uitbating van het boomtoppenparcours, het golfterrein, de minigolf en het Gokdorp (met inbegrip van de brasserie Le Pesage), evenals voor het beheer en de uitbating van de hoofdparking.

Door dit nieuwe taakbeheer zal de overheid een sterkere rol opnemen bij de herontwikkeling van de vroegere hipodroom. De MSI blijft namelijk erfpachter van de site met een oppervlakte van ongeveer 32 hectare en behoudt de verantwoordelijkheid voor de algemene coördinatie van de ontwikkeling ervan, terwijl de uitbating voortaan nagenoeg gelijk verdeeld wordt tussen Leefmilieu Brussel (15,9 hectare) en de private concessiehouder Drohme (16,4 hectare).

Gilles DELFORGE, directeur van de MSI, is zeer blij dat “de beslissingen van de Brusselse regering, de betrokkenheid van Leefmilieu Brussel en de heronderhandelde overeenkomst met de private concessiehouder Drohme het mogelijk maken om met dit project dezelfde algemene koers aan te houden die het Gewest had vastgelegd en die de MSI van bij het begin mee heeft gevolgd. En dat op een manier die rekening houdt met alle elementen op basis waarvan het in de loop van de voorbije jaren is geëvolueerd. De MSI zal nu in alle sereniteit kunnen verdergaan met de volgende fase van de restauratie van het historische gebouwenpatrimonium op de site, waarvan zij de eerste fase in 2016 had afgerond.” 

Michel Culot, Voorzitter van de Raad van Bestuur van Drohme: “Wij zijn van mening dat deze herschikking in het belang is van de burgers en de gebruikers van het park, evenals de versterking van de vrijetijdsinfrastructuur aan de poort van het bos van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ten voordele van zoveel mogelijk mensen. Wij juichen het toe dat het oorspronkelijke project kan worden bestendigd door middel van een evenwichtig akkoord. Deze gecombineerde investeringen en nieuwe synergiën zullen het mogelijk maken om alle Brusselse gezinnen het plezier van een ideale ontspanningsruimte te bieden.”