
Toespraak van Rudi Vervoort naar aanleiding van het Irisfeest 2025
Toespraak
8 mei 2025
Dames en Heren,
In 36 jaar tijd heeft het Irisfeest, het Feest van ons Brussels Gewest, nog nooit plaatsgevonden zonder een Regering met volle bevoegdheden. Tot nog toe kwamen de Brusselaars altijd tot een akkoord over de vorming van een Regering nog vóór de nationale feestdag.
De onderhandelingen over deze formatie zijn verlopen naar de geest van de Bijzondere Wet, zonder dat al te strikt aan de letter daarvan is vastgehouden. Ik bedoel daarmee dat er zowel informeel als formeel met elkaar is gesproken om in elke taalgroep een meerderheid te vormen en zo, samen, snel aan de slag te gaan om een regeerprogramma op te stellen. Ik kan mij niet herinneren dat de bijzondere wet ooit is gebruikt als verdedigingswal waar niemand overheen kan om de andere taalgemeenschap tegemoet te treden en een gemeenschappelijk project voor Brussel neer te zetten.
Hebben we de afgelopen maanden niet genoeg met elkaar gepraat? Wie ben ik om dat te beoordelen. Maar ik constateer en betreur wel een aantal dingen:
- In de eerste plaats het gevoel dat de Brusselse identiteit vandaag kunstmatig wordt teruggebracht tot de tegenstelling tussen twee taalgemeenschappen. Zo zit Brussel niet in elkaar. Ons Gewest is geen communautair strijdtoneel.
- Vervolgens is er de voortdurende bemoeienis van een aantal figuren buiten Brussel, die hun stempel willen drukken op het lot van een Gewest waar ze zelf geen enkele verantwoordelijkheid opnemen.
- En dan is er nog het verband dat sommigen leggen tussen de samenstelling van andere regeringen in ons land en wat – volgens hen – de samenstelling van de Brusselse Regering zou moeten zijn. Iedereen mag natuurlijk uiting geven aan zijn wensen. Maar het kan niet dat men in België de samenstelling van een Regering wil laten afhangen van die van een executieve elders in het land. Dat geldt voor Brussel net zo goed als voor elk ander gewest.
Omdat sommigen dit lijken te vergeten, wil ik er vandaag nogmaals op wijzen dat het Brussels Gewest volledig autonoom is. En deze autonomie werd verworven dankzij de steun van de Franstalige partijen. Het is dankzij het eensgezind Franstalig front op het federaal niveau dat de Brusselaars, ongeacht hun herkomst en ongeacht of ze Frans of Nederlands spreken, hun institutionele autonomie te danken hebben. Ik hoop dat dit engagement nog steeds leeft bij deze partijen.
Nu sommigen dreigen met wilde plannen om het Brussels Gewest onder curatele te plaatsen, wil ik ook herinneren aan een Belgische eerste minister, Guy Verhofstadt, die de Brusselaars tot een akkoord liet komen over een wijziging van de werking van de Brusselse instellingen – de zogenaamde Lombard-akkoorden – alvorens dit om te zetten in de bijzondere wet van 13 juli 2001.
Dames en Heren,
Dit Gewest, Ons Gewest, is niet minder speciaal dan de twee andere Belgische gewesten. Ten eerste omdat het een Stadsgewest is, natuurlijk. Maar vooral omdat het een Hoofdstedelijk Gewest is.
Deze rol als hoofdstad biedt voordelen, maar Brussel betaalt er een hoge prijs voor.
U kent de buitengewone bijdrage van Brussel aan de economie van ons land: 22% van het Belgische BBP voor 10 % van de inwoners van het land. Brussel is de voornaamste motor van de Belgische economische groei, maar ook van innovatie, met zijn universiteiten, duizenden bedrijven en meer dan 1300 start-ups die er jaarlijks worden opgericht… Het is een culturele smeltkroes, waarvan de bruisende creativiteit meermaals is vergeleken met die van Berlijn. Eén van de drie diplomatieke hoofdsteden van de wereld ook. “Brussel” is een van de meest genoemd steden in het wereldnieuws en zijn bekendheid straalt af op ons hele land.
Brussel is ook een gastvrije stad, rijk aan een diversiteit die bijna uniek is in de wereld. Het Brusselse model van samenleven in diversiteit wekt duidelijk irritatie op bij ultra’s, die blind geweld hebben gebruikt in een gemeente die model staat voor alles wat zij verafschuwen.
Ik veroordeel hier in de sterkste bewoordingen deze mensenjacht, die blijk geeft van een beangstigend en onbeschaamd racisme. Ik wil dat de daders worden geïdentificeerd en veroordeeld, en vooral dat ze een stadionverbod krijgen.
Diezelfde gemeente die het doelwit is van hun smerige aanvallen hebben wij, de Brusselse democratische partijen samen, uitgeroepen tot boegbeeld van de kandidatuur voor de titel van Culturele Hoofdstad van Europa in 2030. Dàt is ons antwoord op dat soort haat.
Ja, Brussel is dat allemaal omdat het de grootste stad van België is, maar ook omdat het de hoofdstad van het land en van Europa is en omdat er tal van internationale instellingen zijn gevestigd. Maar als we de troeven van deze hoofdstad naar waarde schatten, mogen we ook niet voorbijgaan aan het gewicht van deze rol.
In elk land zou de hoofdstad worden gesteund om dit gewicht te dragen, omdat het hele land er baat bij heeft. Op het Irisfeest 2024 heb ik al een aantal uitdagingen voor het Gewest aangehaald. Deze uitdagingen zijn helaas nog steeds brandend actueel.
De mobiliteit, waarvoor Brussel veel geld uitgeeft om alle werknemers te kunnen verwerken die naar het Gewest komen: alleen al voor zijn uitzonderlijk openbaar-vervoernetwerk besteedt het Brussels Gewest per inwoner 4 tot 5 keer meer dan de twee andere gewesten (974 euro per inwoner voor openbaar vervoer, tegenover 221 euro in Vlaanderen en 183 euro in Wallonië). Zelfs mèt Beliris krijgt Brussel niet genoeg ondersteuning voor zijn inspanningen.
En dan is er de veiligheid. Brussel wordt, net als veel andere grote steden, vandaag geteisterd door de drugsmaffia. Het antwoord op dit soort criminaliteit ligt uiteraard bij de federale overheid, in de eerste plaats bij de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie, die meer politiemensen en magistraten moeten inzetten om deze dreiging het hoofd te bieden. De schaamlap van een eengemaakte politiezone kan de jarenlange onderfinanciering van deze departementen niet verhullen.
De drugshandel voedt zich met duizend-en-één dingen, onder meer met menselijke ellende. Het vindt een vruchtbare bodem om zijn hulpjes te rekruteren onder de duizenden alleenstaande migranten die de wanhoop zijn ontvlucht en kansen zien in de hoofdstad van Europa, en die de Staat in onze straten laat rondzwerven, in weerwil van de Belgische wetgeving en de internationale verdragen.
Ook daar verandert niets.
Maar in plaats van het gebrek aan geïnvesteerde middelen te erkennen en hun politieke verantwoordelijkheid op te nemen daar waar zij aan de macht zijn, surfen sommigen al maandenlang op een golf van emoties en gooien daarbij de veiligheidssituatie, begrotingskwesties en de politieke situatie op één hoop om luid te kunnen verkondigen dat “Brussel in brand staat” en dat het gevaar om de hoek loert.
Er wordt gedaan alsof het gebrek aan een Brusselse Regering tot chaos leidt, om zo een welbepaalde meerderheid te kunnen opleggen en/of strenge bezuinigingen af te dwingen, en zelfs de autonomie van Brussel aan banden te leggen.
Er wordt, al dan niet opzettelijk, een verband gelegd tussen het begrotingstekort en de financieringscapaciteit op de markten, met het risico dat precies die situatie ontstaat waarvoor men zegt te vrezen.
Ik zeg tegen de Brusselaars dat ze niet moeten toegeven aan dat soort onheilsprofeten. Brussel is solide.
Maar het heeft natuurlijk een Regering nodig die haar bevoegdheden ten volle kan uitoefenen. Een Regering die vanuit haar democratische legitimiteit een politiek project voor Brussel ten uitvoer kan brengen. We hebben een Regering nodig die over een parlementaire meerderheid beschikt, dat is een evidentie.
Een Regering waarvan het beleidsproject vergezeld gaat van een begroting waarmee we de kloof tussen inkomsten en uitgaven kunnen verkleinen. Dat is een tweede evidentie.
Mijn Regering ziet er tijdens de lopende zaken op toe dat Brussel functioneert. Ze onderzoekt momenteel hoe we de uitgaven verder kunnen afremmen, zodat de begroting binnen het meerjarentraject blijft dat bij de opstelling van de initiële begroting 2024 werd uitgestippeld. Ze doet dit aan de hand van voorlopige twaalfden, waarbij de uitgaven nauwlettend worden opgevolgd.
Maar ik denk dat het vandaag de verantwoordelijkheid van mijn Regering is om een – weliswaar beperkte – begroting 2025 op te stellen, om het hoofd te kunnen bieden aan de begrotingsproblemen die zich tussen nu en het einde van het jaar kunnen voordoen en om de begroting binnen het meerjarentraject te houden. Deze ontwerpbegroting kan dan worden voorgelegd aan het Parlement, waar de verschillende politieke formaties hun verantwoordelijkheid zullen moeten nemen.
Ik verbind mij ertoe deze taak samen met de Minister van Begroting op mij te nemen.
Dames en Heren,
Om af te sluiten, wens ik dat ons Gewest eerstdaags een Regering met volle bevoegdheden krijgt. Ik wens het Gewest ook toe dat het de aandacht krijgt die het verdient van onze Federale Regering.
Ik wens alle Brusselaars een prettig Irisfeest!