Het Gewest lanceert zijn eerste Brusselse plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen
persbericht
16 juli 2020
Het Brussels Gewest keurt het eerste gewestelijke Plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen goed. Het Plan omvat 56 concrete acties ter verbetering van de opvang, de voorlichting, de begeleiding en de bescherming van slachtoffers maar ook ter verbetering van de opleiding en bewustmaking van actoren op het vlak van preventie, gezondheid, veiligheid, stedenbouw en mobiliteit. Het is een in overleg opgesteld, evolutief en transparant plan, waarbij op ongeziene wijze alle gewestelijke actiehefbomen worden ingezet om deze problematiek op een gecoördineerde en transversale manier aan te pakken.
Geweld tegen vrouwen, een Brusselse realiteit
Het Brussels Gewest blijft niet gespaard van de problematiek van geweld tegen vrouwen: uit een studie van equal.brussels van 2016-2017 blijkt dat meer dan de helft van de Brusselse vrouwen tijdens hun leven met ten minste één vorm van geweld door hun partner te maken heeft gehad. 86% van de vrouwen werd al slachtoffer van seksuele intimidatie en 17% kreeg af te rekenen met stalking. Bovendien heeft geweld een zeer grote impact op het welzijn van vrouwen: 30% van de vrouwen die ooit te maken kregen met geweld geeft aan dat ze er tot op heden nog steeds de gevolgen van dragen, zelfs al dateren de feiten van jaren geleden.
In het licht van deze vaststellingen heeft de Brusselse regering haar verantwoordelijkheid genomen. In haar Gewestelijke Beleidsverklaring van juli 2019 heeft de regering er zich toe verbonden om “op gecoördineerde wijze tussen de verschillende diensten en in overleg met de andere gefedereerde entiteiten een globaal plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen op te stellen en uit te voeren.” Dat plan is nu, minder dan een jaar na het aantreden van de Staatssecretaris voor Gelijke Kansen, Nawal Ben Hamou, een feit.
Een in nauw overleg opgesteld plan
Dit eerste Plan 2020-2024 omvat 56 concrete maatregelen, die grotendeels gebaseerd zijn op de aanbevelingen van de verenigingssector. Deze sector werd tussen september en december 2019 door de Staatssecretaris voor Gelijke Kansen Nawal Ben Hamou geraadpleegd. “Het raadplegen van de verenigingen die actief zijn op het terrein was voor mij een absolute vereiste. Zij zijn de eerste deskundigen inzake de bestrijding van geweld tegen vrouwen. De verenigingssector heeft dus niet alleen bijgedragen aan de inhoud van dit Plan, maar zal ook nauw betrokken worden bij de uitvoering en de evaluatie ervan”.
Dit eerste Plan werd ook opgesteld in nauwe samenwerking met de Brusselse ministers en staatssecretarissen. Concreet betekent dit dat er maatregelen genomen en uitgevoerd zullen worden in alle betrokken bevoegdheidsdomeinen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, namelijk: preventie en veiligheid, huisvesting, werkgelegenheid en ambtenarenzaken, mobiliteit en openbare werken, opleiding, statistiek, stedenbouw, ruimtelijke ordening en, uiteraard, gelijke kansen. “Ik kon rekenen op de volledige en onverkorte medewerking van mijn regeringscollega’s, die elk voor hun bevoegdheidsdomein zeer concrete acties hebben voorgesteld. De hele Brusselse regering zet zich in voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen. Dankzij deze gecoördineerde aanpak kunnen we het probleem in Brussel voor het eerst in al zijn vormen aanpakken”, verduidelijkt Nawal Ben Hamou.
Een evolutief en transparant plan
Ter wille van de transparantie is elke maatregel in het Plan gepland, begroot en gekoppeld aan opvolgingsindicatoren.
Het volledige plan zal ook tussentijds geëvalueerd worden, waarbij de Brusselse Raad voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zal worden betrokken en waarbij elke minister een tussentijdse evaluatie zal voorleggen aan de Commissie voor Gelijke Kansen en Vrouwenrechten van het Brussels Parlement. “Dat is voor mij een essentiële garantie voor efficiëntie”, benadrukt Staatssecretaris Nawal Ben Hamou, “het is ook de bedoeling dat het Plan verder evolueert: door de tussentijdse evaluatie kunnen we bepaalde maatregelen op punt stellen of nieuwe maatregelen nemen, als dat nodig blijkt. ”
“Door het intrafamiliaal geweld te becijferen en te objectiveren, halen we dergelijk geweld uit de privésfeer en maken we er een publieke aangelegenheid van, een zaak van iedereen. Het observatorium van Brussel Preventie en Veiligheid heeft een belangrijke studie gepubliceerd die ook vandaag werd toegelicht. Het is een zeer waardevol instrument voor ons toekomstig beleid. Wij verbinden er ons vandaag toe om samen op alle niveaus middelen in te zetten voor een meer rechtvaardige en gelijke maatschappij” aldus Minister-President Rudi Vervoort.
Voor Minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid Elke Van den Brandt: “De stad anders inrichten en ze toegankelijk maken voor alle gebruikers en gebruiksters is een belangrijke uitdaging. We focussen zowel op de openbare ruimte in het algemeen, als op het openbaar vervoer. We willen zowel de effectieve veiligheid als het subjectieve veiligheidsgevoel verhogen. Dat doen we door grondig onderzoek naar de problematiek van seksuele intimidatie op het openbaar vervoer. Dat doen we door van seksuele intimidatie een aparte categorie van veiligheidsincident te maken, zodat slachtoffers gehoord worden, zodat de feiten duidelijker gerapporteerd worden en zodat er een adequate opvolging komt. En dat doen we ook door het veiligheidsgevoel te verhogen, met betere verlichting in de openbare ruimte, met bewegingssentoren, met open metro’s in plaats van gesloten metrostellen.”
Sven Gatz, minister van Financiën, Begroting en Ambtenarenzaken: “De gewestelijke overheidsdienst Brussel draagt actief bij tot de preventie van geweld tegen vrouwen. Talent.brussels neemt concrete maatregelen: zo maken we van dit thema een belangrijk aandachtspunt in de opleidingen die Talent organiseert voor medewerkers van gewestelijke overheden en organisaties.”
“Het is moeilijk om privé- en beroepsleven op elkaar af te stemmen. De werksfeer heeft onvermijdelijk een invloed op de privésfeer, en vice versa. Helaas geldt deze realiteit ook voor huiselijk geweld. Daarom wil ik in een vroeg stadium discriminatie op de arbeidsmarkt, waarvan vrouwen het eerste slachtoffer zijn, bestrijden. Ik heb Actiris Inclusive ontwikkeld en versterkt. Deze dienst ondersteunt de Brusselse werkgevers bij het opstellen van actieplannen om de diversiteit in ondernemingen te integreren en structureel te verbeteren. Deze plannen helpen om een duurzame cultuur van pariteit te creëren. Wij verlenen financiële steun voor de uitvoering van deze geplande acties, tot 50% voor een maximumbedrag van 10.000 euro. Diversiteit in ondernemingen ontwikkelen en systematisch rekening houden met de behoeften van vrouwen is de intelligente keuze van diegenen die alle talenten ten volle willen benutten”, zegt Bernard Clerfayt, Brussels Minister van Werk.
“Door vanaf het begin van de herontwikkelingsprojecten aandacht te besteden aan de realiteit van vrouwen in de openbare ruimte, kunnen we de situatie verbeteren. We hebben ons er dus toe verbonden om beter rekening te houden met de aspecten preventie, pesterijen en geweld in alle procedures die leiden tot de aanvraag en afgifte van een stedenbouwkundige vergunning”, concludeert Pascal Smet, Staatssecretaris belast met Stedenbouw.