De Minister-President geschokt door de tekortkomingen van het privébedrijf dat verantwoordelijk is voor de slachtoperaties voor het Offerfeest
persbericht
14 september 2016
Minister-President Rudi Vervoort heeft tot zijn grote woede vastgesteld dat het bedrijf ITC zijn verbintenissen niet is nagekomen, noch ten opzichte van de gelovigen, noch ten opzichte van het Brussels Gewest : « Het is van bij de aanvang ons opzet geweest om onze islamitische medeburgers in staat te stellen een vreugdevol en sereen gezinsfeest te beleven, maar ik zie mij genoodzaakt vast te stellen dat het bedrijf ITC door zijn vele tekortkomingen deze grote jaarlijkse viering heeft bedorven. Ik vind de ongegeneerde houding van ITC ronduit schandalig. Ze hebben het vooropgestelde slachtritme niet kunnen waarmaken, de leveringen zijn niet verlopen zoals voorzien en de verbijsterde en terecht ontstemde gelovigen hebben zelfs niet de minst elementaire informatie gekregen. In naam van de Brusselse Regering bied ik mijn verontschuldigingen aan aan iedereen die deze situatie heeft moeten ondergaan. Ik heb de opdracht gegeven om onmiddellijk een advocaat te laten onderzoeken hoe de benadeelde mensen zo goed mogelijk kunnen worden vergoed en hoe schadeloosstelling kan worden verkregen bij ITC » aldus Rudi Vervoort.
De precieze balans van de editie 2016 van het Offerfeest zal pas over enkele dagen duidelijk worden na overleg met alle betrokken partijen : de gewestelijke diensten, de gemeenten en de moslimverenigingen.
Aangezien de wettelijkheid van de tijdelijke slachtvloeren die de gemeenten tot in 2015 organiseerden betwist wordt, schreef de Brusselse Regering in 2016 een overheidsopdracht uit met het oog op het opzetten van een modern mobiel slachthuis om de Brusselse moslims de mogelijkheid te bieden hun geloof te beleven binnen de perken van de wet en van de sanitaire regels.
Laureaat van de overheidsopdracht was het bedrijf ITC, gevestigd te Lokeren, dat gespecialiseerd is in vleesverwerking en kan bogen op een positieve ervaring met een mobiel slachthuis in Namen. De onderneming heeft bovendien een overeenkomst gesloten met moslimverenigingen op het terrein om het evenement op de gepaste wijze te omkaderen.
Er is een overeenkomst gesloten tussen ITC en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarin de plichten van de partijen worden vastgelegd. Het bedrijf ITC verzekerde daarbij dat het in staat was om in zijn mobiele slachthuis op 3 dagen tijd 2500 schapen te slachten (hetzij 833 schapen per dag). Er hebben zich echter slechts 655 personen ingeschreven om een dier te laten slachten door ITC. De 655 schapen hadden dus probleemloos geslacht moeten kunnen worden op de eerste dag van het Offerfeest.
_____