De Brusselse Regering gaat van start met « Be.Exemplary », een grote projectoproep voor Brusselse voorbeeldgebouwen

be-exemplary

De Brusselse Regering gaat van start met « Be.Exemplary », een grote projectoproep voor Brusselse voorbeeldgebouwen

persbericht

3 mei 2016

Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rudi Vervoort en Minister van Huisvesting, Leefmilieu en Energie Céline Fremault hebben vandaag dinsdag « Be.Exemplary » boven de doopvont gehouden, een nieuwe projectoproep gericht op vernieuwende en ambitievolle projecten voor Brusselse voorbeeldgebouwen.

Na het succesvolle verloop van de Batexprojecten tussen 2007 en 2013 heeft de Brusselse Regering in haar nieuwe projectoproep het kader van de vooropgestelde thema’s aanzienlijk verbreed om tegemoet te komen aan de talloze uitdagingen waarmee ons Gewest wordt geconfronteerd. Daarbij gaat meer aandacht naar initiatieven die zich toestpitsen op het welzijn van de Brusselaars, op de stedenbouwkundige en architecturale kwaliteit, op de kringeconomie en de milieudimensie.

Be.Exemplary staat open voor alle opdrachtgevers die in Brussel bouwen of renoveren: particulieren, overheden, parastatale instellingen en privé-ondernemingen (vastgoedpromotoren, bedrijven, vzw’s, enz). Be.Exemplary steunt niet alleen de opdrachtgever maar ook de ontwerper die door de opdrachtgever werd aangesteld : het kandidaatproject moet dus door een team worden gedragen.

De projecten moeten zijn gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De door de projectoproep beoogde gebouwen kunnen om het even welke bestemming hebben. De jury zal de geschiktheid van het programma evalueren op basis van specifieke beoordelingscriteria.

Het Gewest beoogt met Be.Exemplary initiatieven te steunen en in de kijker te plaatsen die een hoogstaande architectuur koppelen aan zeer goede energie- en milieuprestaties. Maar steeds in de context van een waardevolle stedenbouwkundige benadering. En ook de sociale en vernieuwende dimensie van de kringeconomie is voor Be.Exemplary een belangrijk uitgangspunt. Deze projectoproep heeft zeer uitdrukkelijk een inclusief doel. Van zodra het project op het Brussels grondgebied gelegen is, kan het in aanmerking komen, ongeacht wie de initiatiefnemer is of welke bestemming het initiatief nastreeft “,aldus Rudi Vervoort.

In Brussel zijn de gebouwen verantwoordelijk voor 62% van de uitstoot van broeikasgassen. Door het bouwen en renoveren binnen een logica van kringloopeconomie aan te moedigen en daarbij gebruik te maken van duurzame materialen waardoor hoge energieprestaties kunnen worden verkregen, komen we tegemoet aan de klimaatuitdaging en geven we concrete vorm aan de belofte die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tijdens de COP21 heeft gedaan. Naast de milieukwestie wil Be.Exemplary ook het sociale aspect in de architectuurprojecten centraal plaatsen”, aldus Céline Fremault.

De initiatiefnemers van de projecten worden verzocht hun belangstelling kenbaar te maken bij Brussel Stedelijke Ontwikkeling (BSO), dat belast is met de uitvoering van « Be.Exemplary » in samenwerking en met de steun van Leefmilieu Brussel (LB), de Stadswinkel en de Bouwmeester (bMa). De teams kunnen hun interesse om deel te nemen meedelen tot 16 augustus 2016. Er is voorzien in een begeleidingsdienst door de Stadswinkel van 2 mei tot 15 september 2016.

_____

Meer info?

De Brusselse Regering laat de audiovisuele beroepswereld kennis maken met het nieuwe platform “screen.brussels”, dat steun en impulsen moet geven aan deze sector in Brussel

IMG_1049

De Brusselse Regering laat de audiovisuele beroepswereld kennis maken met het nieuwe platform "screen.brussels", dat steun en impulsen moet geven aan deze sector in Brussel

persbericht

2 mei 2016

Brussels Minister-President Rudi Vervoort en Minister van Economie en Werk Didier Gosuin hebben vandaag een volle zaal met bijna 200 beroepsmensen uit de filmwereld kennis laten maken met het nieuwe platform “screen.brussels”, dat steun en impulsen moet geven aan de Brusselse audiovisuele sector.

Met de oprichting van het volledig Brusselse coproductiefonds « screen.brussels fund » wil het Gewest tegemoetkomen aan een vraag vanwege de Brusselse beroepssector en vaart het voortaan een eigen koers, zonder echter de deur te sluiten voor toekomstige samenwerkingen, hetzij met Vlaanderen of Wallonië, hetzij met andere regio’s in de wereld.

Het fonds, dat jaarlijks voor 3 miljoen euro financiële middelen zal krijgen, moet ervoor zorgen dat een deel van de audiovisuele uitgaven die voortvloeien uit de federale tax shelter verricht worden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het beoogt tevens de competitiviteit van de Brusselse audiovisuele sector te versterken en de werkgelegenheid die zij biedt in het Brussels Gewest te behouden en verder te ontwikkelen.

« Met deze economische steunmaatregel beogen we een stimulans te geven aan de Brusselse filmindustrie en audiovisuele sector, die maar liefst 8.000 mensen tewerk stelt en daarnaast nog eens zorgt voor 7.000 banen in de verwante communicatiesector. Goed voor een totaal van 15.000 jobs dus », zo liet Rudi Vervoort zijn genodigden weten.

Met de nieuwe organisatiestructuur streven we een tweeledige doelstelling na: enerzijds willen we het Brusselse audiovisuele aanbod overzichtelijker maken voor alle stakeholders en anderzijds kadert dit initiatief in een vorm van territoriale marketing.  De ambitie van « screen.brussels fund » is dat voor elke toegekende euro 4 euro geïnvesteerd wordt in de Brusselse economie.

Om in aanmerking te komen voor steun, gelden er bepaalde criteria. Zo moeten zowel de maatschappelijke zetel als de exploitatiezetel zich bevinden in het Brussels Gewest. Daarnaast moeten projecten voor langspeelfilms of televisiereeksen minstens 250.000 euro spenderen aan technische of artistieke diensten in Brussel. Tot slot zullen projecten die Brussel op de een of andere manier in de kijker plaatsen, met bijzondere belangstelling onderzocht worden.

We wilden de audiovisuele sector versterken door aanzienlijke financiële middelen uit te trekken, enerzijds voor de bedrijven die erin actief zijn en anderzijds voor de werken en producties die zorgen voor een heuse economische return. Zo steunt screen.brussels op het gecoördineerde optreden van meerdere actoren, die elk een eigen opdracht vervullen. Screen.brussels business zal uiteraard handelen in volmaakte samenhang met de andere spelers die deel uitmaken van screen.brussels, maar zal ook samenwerken met andere partners, zoals Innoviris voor alles wat te maken heeft met onderzoek en ontwikkeling“, aldus Didier Gosuin.

Naast « screen.brussels fund » omvat het nieuwe merk nog drie andere aparte structuren: « screen.brussels film commission » helpt productieteams in de zoektocht naar opnamelocaties, « screen.brussels cluster » is een bedrijvencluster en « screen.brussels business » kent steun toe in de vorm van leningen of kapitaal aan Brusselse KMO’s die actief zijn in de audiovisuele sector (met andere woorden bedrijven die actief zijn op het gebied van geluid, beeld en videogames, evenals de onderaannemers en de leveranciers van goederen en diensten voor de sector).

_____

Meer info?

Belangrijke stap gezet voor kwaliteitsvolle voetgangerszone

Anspachlaan2

Belangrijke stap gezet voor kwaliteitsvolle voetgangerszone

persbericht

11 januari 2016

Op maandag 11 januari heeft het Brussels Gewest aan Brussel-Stad de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor de definitieve inrichting van de voetgangerszone in het stadscentrum.

Minister-President Rudi Vervoort, de burgemeester van Brussel-Stad Yvan Mayeur en Beliris, dat de vergunning had ingediend, zijn zeer tevreden met deze belangrijke stap voor de verwezenlijking van een kwaliteitsvolle voetgangerszone in het hart van Brussel.

Zodra alle geplande inrichtingen voltooid zijn, zullen de Brusselaars en de vele toeristen die Brussel dagelijks bezoeken, de voetgangerszone op een nieuwe manier kunnen beleven. Ik zou graag hebben dat andere Brusselse gemeenten een voorbeeld nemen aan dit initiatief om de openbare ruimte te verbeteren en te herverdelen op een manier die ten goede komt aan iedereen die er gebruik van maakt, aldus Rudi Vervoort.

Met de uitreiking van deze vergunning is een belangrijke stap gezet in de concrete uitvoering van een project dat van essentieel belang is voor de ontwikkeling van de stad, voegt Yvan Mayeur eraan toe.

De afgeleverde vergunning stelt voor om de as rond de Anspachlaan oordeelkundig op te splitsen. Het is de bedoeling haar opnieuw een menselijk gelaat te geven, waarbij groene promenades, plaatsen voor evenementen en ruimte voor actief verkeer samen moeten zorgen voor een gemoedelijke en bruisende dynamiek in het hart van onze hoofdstad.

Het project voorziet verder in de plaatsing van kwaliteitsvol en coherent stadsmeubilair, dat mee vorm moet geven aan de nieuwe identiteit van de voetgangerszone, die zodoende moet uitgroeien tot een volwaardige gedeelde ruimte.

De Minister-President looft tot slot de ambitieuze invulling en de kwaliteit van het project en de plannen die hem met het oog op de uitreiking van deze vergunning zijn voorgelegd.

_____

Plus d’infos ?

Meer info?

Ninoofsepoort: De Regering gaat in op de vraag van de burgers en vergroot het park. Ze bevestigt tevens de bouw van 107 sociale woningen binnen de perimeter

Layout1

Ninoofsepoort: De Regering gaat in op de vraag van de burgers en vergroot het park. Ze bevestigt tevens de bouw van 107 sociale woningen binnen de perimeter

persbericht

17 december 2015

Op voorstel van Minister-President Rudi Vervoort en de Ministers Céline Fremault en Pascal Smet, keurde de Brusselse Regering vandaag donderdag 17 december de laatste aanpassingen goed aan het heraanlegproject voor de Ninoofstepoort. Zij verhoogt hiermee verder de kwaliteit van de operatie en komt tegemoet aan het standpunt van de buurtbewoners.

Als eerste aanpassing wordt het tramtracé verplaatst naar de Ninoofsesteenweg en loopt dus niet langer dwars door het park. Dit verkleinde de groene ruimte en deed afbreuk aan de leefbaarheid van het park. De aanpassing is opgenomen in de vergunning die werd uitgereikt voor de renovatie van de openbare ruimten die dankzij Beliris van start kan gaan in de eerste helft van 2016 met de afbraak- en saneringsoperaties. De werf in zijn geheel zou twee jaar moeten duren.

De andere fundamentele wijziging waartoe de Regering donderdag besliste, is het feit dat het BGHM-project op een andere plaats wordt ingeplant. Voor een betere kwaliteit van de 107 sociale woningen die er gebouwd zullen worden en om het park nog wat meer ruimte te geven, worden de woningen –  als een retrocessie niet vereist is – nu opgetrokken op het perceel dat het College van de Stad Brussel aan het project ter beschikking stelt ter hoogte van het huizenblok ‘Arts & Métiers’. Volgens Minister van Huisvesting Céline Fremault “ zorgt deze aanpassing ervoor dat voor het toekomstige park de maximale beschikbare ruimte kan worden benut, wat de sociale huurders alleen maar ten goede komt aangezien hun leefomgeving nog rustiger wordt, op ruime afstand van het verkeer. De bewoners krijgen hierdoor uitzicht op een zeer groene wijk. Dat maakt het geheel nog evenwichtiger omdat de gebouwen beter ten opzichte van elkaar en in hun stedelijke omgeving zijn ingepast “.

De heraanleg van de Ninoofsepoort is een van onze prioritaire projecten. We willen opnieuw leven blazen in deze stadskanker. Met het nieuwe park wil Brussel de komende jaren fors investeren in de levenskwaliteit in deze buurt. De nieuwe wijk moet een ontmoetingsplek zijn voor haar huidige en toekomstige bewoners”, zegt Pascal Smet, minister van Mobiliteit en Openbare Werken. “Tijdens een bewonersvergadering is er geluisterd naar vragen en wensen van omwonenden. We willen op die manier verder werken om tot een zo goed mogelijk project te komen. Aan de Ninoofsepoort zal zich een nieuwe groene wijk ontwikkelen, met een goede verbinding op het openbaar vervoersnetwerk en makkelijk en veilig bereikbaar voor fietsers en voetgangers”, aldus Pascal Smet.

Parallel daarmee begeleidt het Brussels Gewest de ontwikkeling van het project van BESIX, dat voorziet in de bouw van om en bij de 200 woningen.

De Regering heeft de Minister-President ermee belast de vastgoedontwikkeling op de site te omkaderen met een masterplan dat begin volgend jaar van start gaat en dat vervolgens wordt vertaald in verordenende bepalingen.

Ten slotte worden in de loop van de maand februari ook een ontmoetingsvergadering georganiseerd om de omwonenden persoonlijk te informeren over de geplande ontwikkelingen in de onmiddellijke omgeving van de Ninoofsepoort en als voortzetting van het overleg.

De Minister-President verheugt zich over de grote ambitie die de hele Regering aan de dag legt voor dit herontplooiingsproject aan de Ninoofsepoort. “De aanpassingen die zijn aangebracht, ook op vraag van de buurtbewoners, verbeteren aanzienlijk de kwaliteit van de openbare ruimten en van het park. Ze zorgen er ook voor dat de bouw van de sociale woningen in optimale omstandigheden kan verlopen. Het is heel erg motiverend om te zien hoe openbare en privé-operatoren hand in hand werken om dit project uit te bouwen tot een model van stadsrenovatie waar zowel de bewoners als de attractiviteit van Brussel wel bij varen”, aldus Rudi Vervoort.

_____

Plus d’infos ?

Meer info?

Het Brussels Gewest beschermt een herenhuis van architect Jean-Baptiste Dewin in Vorst

L’hôtel-Danckaert

Het Brussels Gewest beschermt een herenhuis van architect Jean-Baptiste Dewin in Vorst

persbericht

2 juli 2015

Op initiatief van Minister-President Rudi Vervoort heeft de Brusselse Regering op donderdag 2 juli beslist de beschermingsprocedure in te stellen voor het hotel Danckaert en het deel van de daaraan grenzende tuin, gelegen Meyerbeerstraat 29-33 in Vorst. De burgemeester van Vorst, Marc Jean Ghyssels en de schepen van Stedenbouw, Jean Claude Englebert, zijn samen met Rudi Vervoort zeer verheugd over deze beslissing.

Het hotel Danckaert is een typisch herenhuis uit de jaren ‘20 dat uitzonderlijk goed bewaard is gebleven. Het is ontworpen door architect Jean-Baptiste Dewin (1873-1948), wiens belangrijkste verwezenlijking ongetwijfeld het prachtige gemeentehuis van Vorst is, dat momenteel wordt gerestaureerd. Het hotel Danckaert is tekenend voor het werk van deze architect tijdens het interbellum en voor zijn vruchtbare samenwerking met de Kortrijkse binnenhuisinrichters, de gebroeders De Coene.

Op 14 mei 2014 stelde de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen voor het herenhuis en de bijhorende tuin te beschermen. De Regering nam op 11 december 2014 akte van dat voorstel.

Aansluitend op deze beslissing bracht het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Vorst op 12 februari 2015 een gunstig advies uit over het voorstel om het herenhuis te beschermen. Het bracht evenwel geen advies uit over de bescherming van de tuin “wegens gebrek aan relevante informatie”.

De Directie Monumenten en Landschappen ging in haar syntheseverslag dieper in op de erfgoedkundige waarde van zowel de villa als de bijhorende tuin. Zij wijst erop dat de tuin, die in de jaren ‘50 door de oorspronkelijke eigenaar is opgedeeld, voornamelijk belangrijk is als omgevingslandschap voor de villa, vooral langs de kant van de Meyerbeerstraat.

Om een passend omgevingskader voor het herenhuis te bewaren, heeft de Regering dus beslist om niet alleen het gebouw te beschermen, maar ook het deel van de tuin dat grenst aan het huis en ongeveer de helft van de oppervlakte van de oorspronkelijke tuin inneemt. Het deel van de oorspronkelijke tuin aan de Meyerbeerstraat 35 is dus niet inbegrepen. Dankzij dit voorstel blijft de tuin, met de rozentuin op de achtergrond, zichtbaar vanaf de openbare ruimte, wat aanvankelijk ook de bedoeling was. De bijzondere structuur van het eigendom aan de Meyerbeerstraat wordt op die manier behouden.

Het wijkcomité Meunier heeft actief zijn stem laten horen om duidelijk te maken dat het gehecht is aan het eigendom, zowel het hotel Danckaert en de aanhorigheden aan de Meyerbeerstraat als de tuin die zich langs de Onderlinge Bijstandstraat uitstrekt achter de omheiningsmuur.

De beschermingsprocedure laat overigens de mogelijkheid open om woningen te bouwen aan de Onderlinge Bijstandstraat. Er is bij het Gewest inderdaad een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag ingediend voor de bouw van een vijftigtal woningen. Bij dat onderzoek zal rekening gehouden worden met deze beslissing en met het streven van het Gewest om het aanwezige erfgoed tot zijn recht te laten komen.

Met deze beslissing om het historische deel van de tuin te beschermen laten we de mogelijkheid open voor een woonproject aan de Onderlinge Bijstandstraat. Momenteel loopt een onderzoek over een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag voor de bouw van een vijftigtal woningen. Bij dat onderzoek zal uiteraard rekening gehouden worden met deze beslissing en met het streven van het Gewest om het aanwezige erfgoed tot zijn recht te laten komen”, aldus Rudi Vervoort.

Wij zijn zeer tevreden dat de Brusselse Gewestregering, en in het bijzonder Minister-President Rudi Vervoort, de waarde van dit bouwkundig erfgoed in Vorst erkennen, aldus Marc-Jean Ghyssels en Jean-Claude Englebert. Deze laatste “bedankt het wijkcomité Meunier voor zijn initiatief en voor het geleverde werk en verzekert dat het gemeentecollege van Vorst zal waken over de stedenbouwkundige kwaliteit van het vastgoedproject op het aangrenzende terrein, waarvoor een bouwvergunningsaanvraag zal worden ingediend”.

_____

Plus d’infos ?

Meer info?

Rudi Vervoort : “Het Brussels Planningsbureau staat op de rails”

BBP-fr

Rudi Vervoort : “Het Brussels Planningsbureau staat op de rails”

persbericht

19 juni 2015

Vandaag vrijdag 19 juni heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in derde lezing de ordonnanties goedgekeurd waarmee het Brussels Planningsbureau (BPB) en de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) worden opgericht. Volledig volgens de aangekondigde kalender worden de beide teksten zeer binnenkort voorgelegd aan de leden van het Brussels Parlement.

Om het territoriaal ontwikkelingsbeleid van het Gewest verder te versterken, voerde de Regering een hervorming door van de administraties en openbare instellingen die actief zijn op het vlak van statistiek en ruimtelijke ordening zodat zij een gedeeld en gecoördineerd gebruik kunnen maken van middelen en efficiënter samenwerken.

Zowel voor analyse en statistiek, territoriale kennis, strategische planning en verordenende planning als voor de meer operationele aspecten noopt de behoefte aan een transversaal optreden en soepelheid in de beleidsinitiatieven tot een rationalisering van de verschillende openbare actoren die belast zijn met deze materies.

Deze hervorming bestaat er enerzijds in binnen het Brussels Planningsbureau de verschillende administraties en cellen samen te brengen die zich toeleggen op statistiek, sociaal-economische kennis en territoriale planning in Brussel en anderzijds een volwaardige openbare ontwikkelingsoperator in het leven te roepen die de strategische ontwikkelingskeuzes ten uitvoer moet brengen door terreinen te verwerven en te bebouwen. En dat is de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting. Het Planningsbureau staat in voor de voorbereiding en de uitwerking van de projecten die de MSI ten uitvoer moet brengen. De beide structuren moeten een permanente samenwerking uitbouwen, zowel voor de uitwerking als voor de verwezenlijking van de 10 prioritaire ontwikkelingspolen en de Kanaalzone.

Concreet betekent dit dat het Planningsbureau zal bestaan uit :

        het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) ;

        de Directie Studies en Planning (DSP) van het Ministerie, samen met haar observatoria rond specifieke thema’s ;

        een deel van de opdrachten van het Agentschap voor Territoriale Ontwikkeling (ATO) ;

        de cel van de Bouwmeester (BMA) ;

        de schoolfacilitator ;

        de Brusselse referentiepersoon voor huisvesting.

Om te zorgen voor een nauwere coördinatie tussen de instanties die werken rond de Brusselse territoriale ontwikkeling, wordt ook een Gewestelijk Comité voor Territoriale Ontwikkeling in het leven geroepen dat gemotiveerde adviezen moet uitbrengen over de planningsprojecten op gewestelijke schaal van administraties die vertegenwoordigd zijn in het Comité.

Ook wordt ervoor gezorgd dat de gewestelijke administraties, diensten en instellingen die betrokken zijn bij planning en gegevensverzameling nauw met elkaar samenwerken.

Het hele project moet rond zijn tegen 1 januari 2016 en vanaf dan kunnen de beide structuren, het BPB en de MSI, samengebracht worden op één enkele (weliswaar nog te bepalen) plaats die beantwoordt aan de ambitie van deze hervorming en die moet uitgroeien tot een emblematische plek voor de territoriale ontwikkeling van Brussel.

« We hebben keihard gewerkt aan deze rationalisering van onze instrumenten die de verdere ontwikkeling van Brussel moeten sturen. Morgen kunnen dank zij het BPB en de MSI de leefomgeving en de levenskwaliteit van de Brusselaars ingrijpend verbeteren. Ik ben ook zeer tevreden dat we de bijzonder strakke timing gerespecteerd hebben die we onszelf hiervoor hadden opgelegd », aldus nog Minister-President Rudi Vervoort.

_____

Plus d’infos ?

Meer info?

Voorstelling van de ontwikkeling van de pool ZUID in aanwezigheid van minister-president Rudi Vervoort en Djamel Klouche

Midi4

Voorstelling van de ontwikkeling van de pool ZUID in aanwezigheid van minister-president Rudi Vervoort en Djamel Klouche

persbericht

30 april 2015

Dames en heren van de pers,

Ik dank u voor uw aanwezigheid.

Zoals u weet, is de Zuidwijk in het Brussels meerderheidsakkoord uitgeroepen tot een van de prioriteiten van het territoriaal beleid van de Regering.

Ik kan u dan ook met vreugde meedelen dat vanochtend het richtschema voor de Zuidwijk in eerste lezing is goedgekeurd door de Ministerraad. Dat richtschema legt een duidelijke visie vast voor de ontwikkeling van dit gebied, die voor Brussel zo noodzakelijk is.

De Zuidwijk vormt als internationale toegangspoort tot de hoofdstad van Europa een complex geheel, dat echter ook een enorm potentieel biedt. Dat potentieel wordt nog versterkt door het feit dat op dit eigenste ogenblik al een aantal publieke en private bedrijven bereid zijn te investeren in de ontwikkeling van dit stadsdeel.

Dat is net wat deze studie zo bijzonder maakt: nog vóór ze van start ging, waren in dit gebied al initiatiefnemers van projecten neergestreken, vol ongeduld om er tegenaan te gaan. Wat er nog ontbrak, was een beleidsvisie, een door de overheid uitgetekend kader om de aanwezige dynamiek te laten aansluiten bij een gecoördineerde en coherente strategie die gestuurd wordt door het Brussels Gewest.

Wij zijn dan ook blij u deze visie vandaag voor te stellen samen met Djamel Klouche, de architect en stedenbouwkundige die wij in september 2013 hebben aangesteld. Ik wil hem en zijn teams graag van harte bedanken voor de zinvolle voorstellen die zij constant hebben aangereikt.

De Zuidwijk fungeert niet alleen als internationale toegangspoort, maar is ook en vooral een bewoonde omgeving die een globale aanpak verdient om de leefkwaliteit te bevorderen, de openbare ruimten te herwaarderen en de commerciële en culturele dynamiek te versterken.

Daarom is het nodig om samen te werken met alle belanghebbende partijen. Eerst en vooral met de gemeenten als voornaamste betrokkenen. Daarnaast ook met de NMBS en Eurostation, die zowel op het vlak van infrastructuur als op het vlak van gronden een vooraanstaande operator zijn in de wijk. En tot slot met de openbare en private projectontwikkelaars.

Al deze spelers werden op elk ogenblik betrokken bij het proces en bij de uitwerking van de strategie. Ik wil hen bedanken voor hun bereidwillige inzet.

Alvorens dieper in te gaan op de voorstellen, wil ik eerst nog een aantal zaken in herinnering brengen.

Ten eerste wil ik opmerken dat het richtschema al een aantal voorstellen bevat in verband met mobiliteit. Zo beoogt het onder meer al het doorgaand sluipverkeer, dat zorgt voor heel wat ongemak voor de voetgangers, te weren uit de onmiddellijke omgeving van het station. Die perimeter zou dus voorbehouden worden voor taxi’s, leveranciers, kiss and ridestroken enzovoort. Er zijn echter nog bijkomende studies nodig om deze voorstellen verder uit te diepen en te toetsen.

In het contract dat wij met Djamel Klouche hebben afgesloten, is bepaald dat de uitvoering van de strategie gedurende een periode van maximaal tien jaar begeleid zal worden. We beschikken dus op ieder moment over de waarborg dat alle ontwikkelingen van de perimeter beantwoorden aan de doelstellingen van het Richtschema dat door de Regering is goedgekeurd.

Ten slotte zal het Richtschema, van zodra het in tweede lezing is goedgekeurd, in de regelgevende vorm van een BBP worden uitgeschreven om zo alle noodzakelijke garanties te bieden voor de ontwikkeling van de projecten.

Ik laat het over aan Djamel Klouche om u over enkele ogenblikken de voorstellen van het Richtschema in detail toe te lichten.

Maar ik wil u eerst nog even de uitdagingen en de doelstellingen schetsen.

Eerst en vooral is er het beheer en de kwalitatieve opwaardering van de openbare ruimten. Van zodra de tram tegen 2018-2020 ondergronds rijdt in de zogenaamde Grondwettunnel kunnen de Europa-esplanade, het Grondwetplein en vooral de Overdekte Straat, die vandaag Brussel onwaardig zijn, opgewaardeerd worden binnen een globaal heraanlegproject voor de openbare ruimten dat wij voorbereiden voor 2016.

Deze openbare ruimten zullen onder meer tot leven worden gebracht dank zij de herbestemming van de vierhoeken (de ruimten onder de sporen met een oppervlakte van respectievelijk 10.000 en 5.000 m²) als fietsparkings, voorzieningen, winkels en horecazaken.

De andere doelstelling is om via de openbare ruimten de permeabiliteit tussen Sint-Gillis en Anderlecht aanzienlijk te verhogen zodat het station en de Zuidwijk niet langer als grens gelden. Ook het stadscentrum moet toegankelijker worden, want zoals u weet ligt de Grote Markt slechts op tien minuutjes wandelen van het station!

Maar ook het beheer van deze openbare ruimten moet worden verbeterd. En dat kan wellicht het best binnen een beheersstructuur waarbij alle openbare operatoren betrokken zouden zijn.

Daarna moet de wijk een nieuw evenwicht vinden in haar functies, met een versterking van het woonkarakter. In de eerste plaats om de sterke bevolkingsexplosie op te vangen, maar ook om opnieuw een sociale dynamiek op gang te brengen waaraan vandaag buiten de kantooruren zo sterk behoefte is … Tegen 2020 moeten dank zij het Jamarproject en het herziene Victorproject zo goed als 500 woningen (50.000 m²) gebouwd worden. In een tweede fase voorziet het Richtschema, mits de NMBS elders een plaats kan vinden binnen het Fonsnyproject, in de reconversie van het huizenblok Frankrijk-Bara tot woningen met ook daar een potentieel van 500 woningen. Het huizenblok van de Tweestationsstraat en de reconversie van BLOK II moeten op termijn leiden tot in totaal zo’n 2000 bijkomende woningen binnen de perimeter van de Zuidwijk.

Maar dit mag niet in de weg staan dat ook een rationele tertiaire strategie wordt ontwikkeld rekening houdend met alle aanwezige elementen bij een multimodale pool. De projecten Fonsny (voor de verhuizing van de NMBS) en Victor voorzien in een aantal vierkante meter kantooroppervlakte.

Maar ik geef nu het woord aan Djamel om u een gedetailleerd en geïllustreerd overzicht te bieden van deze voorstellen, die ik voor advies zal voorleggen aan de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie, de gemeenten en de NMBS, vóór de Regering deze definitief kan goedkeuren.

Ik dank u.

 

Rudi Vervoort

_____

Plus d’infos ?

Meer info?