persbericht
10 september 2015
Sinds een aantal weken heeft de Brusselse Regering via zijn Minister-President Rudi Vervoort, zijn Brussels Minister van Economie en Werk Didier Gosuin en zijn Staatssecretaris voor Wetenschappelijk Onderzoek Fadila Laanan, de vertegenwoordigers van de drie Gewesten samengebracht om volle steun te verlenen aan de plannen van Audi, dat op zijn Belgische vestiging het nieuwe elektrische model wil produceren dat de opvolger moet worden van de Audi A1. Het Vlaams Gewest werd vertegenwoordigd door Philippe Muyters, Minister van Economie, Werk en Innovatie, en het Waals Gewest door Eliane Tillieux, Minister van Werk en Opleiding.
Het is de bedoeling dat dit voertuig beantwoordt aan de nieuwe uitstootnormen die vanaf 2020 in voege zullen treden. Bovendien zou voor de productie ervan naast de huidige 2.600 werknemers, ook extra aan te werven personeel nodig zijn.
De beslissing van de directie van Audi wordt verwacht tegen oktober. De groep zou ruim 600 miljoen euro investeren in de modernisering van de Belgische vestiging. Met hun steun voor dit project willen de gewestelijke overheden voornamelijk de ontwikkeling van know-how in deze nieuwe industriële technologieën begeleiden en hun steentje bijdragen tot de opleiding van de huidige en toekomstige werknemers, zodat zij beschikken over de nodige vaardigheden om het nieuwe model vanaf 2018 te produceren.
Dit project vormt tevens een uitgelezen kans voor alle actoren in Brussel en België om synergieën te ontwikkelen tussen de gewestelijke technologische polen in een innoverend domein van de auto-industrie met een bijzonder groot potentieel. Het partnerschap moet het mogelijk maken de Belgische vestiging te profileren als een van de Europese voorlopers op het vlak van research, opleidingsvoorzieningen en kennis van de arbeiders aangaande het produceren van elektrische voertuigen en de daarvoor toegepaste technologieën.
Om deze kans te baat te nemen, zijn de drie Gewesten een grootschalige en onuitgegeven samenwerkingsverband aangegaan om de inspanningen die hiervoor vereist zijn, onder elkaar te verdelen. Daarbij wordt rekening gehouden met de herkomst van de werknemers en met de supragewestelijke impact van de toekomst van Audi. De in overleg tot stand komende steun van de gewestelijke overheden zou kaderen in een partnerschap met het bedrijf, dat gekoppeld zou worden aan het behoud van het huidige aantal jobs in het bedrijf en aan een formele samenwerking met de openbare tewerkstellings- en opleidingsdiensten.
Het engagement dat de 3 Gewesten gezamenlijk aangaan voor de opleiding en de omscholing van de werknemers, zal niet alleen in Brussel, maar ook in Vlaanderen en Wallonië, een boost geven aan de economische activiteit in de automobielnijverheid.
_____
