Het Brussels Gewest gaat het CIVA omvormen tot een stichting van openbaar nut
persbericht
30 september 2015
Brussels Minister-President Rudi Vervoort heeft woensdag, in antwoord op een vraag die hem gesteld was in de commissie Ruimtelijke Ordening, laten weten dat er een nieuwe structuur wordt uitgewerkt voor het Internationaal Centrum voor de Stad, de Architectuur en het Landschap (CIVA). Het is de bedoeling om die tegen begin 2016 volledig rond te krijgen.
De juridische invulling van de nieuwe structuur ligt op dit ogenblik nog niet helemaal vast, maar de denkpiste die vandaag onderzocht wordt, is die van een stichting van openbaar nut. Deze eengemaakte structuur zou zich toeleggen op de opdrachten die momenteel uitgevoerd worden door de verschillende geledingen van het CIVA.
“Het plan bestaat erin de structuur volledig te laten financieren door het Gewest, zijn opdrachten vast te leggen via een beheersovereenkomst en er tevens Regeringscommissarissen deel van te laten uitmaken. Het project moet kunnen steunen op een juridisch stabiele en gezonde structuur. Wij maken daar momenteel volop werk van”, aldus de Minister-President.
Het CIVA bestaat van oudsher uit vertegenwoordigers van 6 andere privéverenigingen die voornamelijk activiteiten opzetten om de architectuur en het landschap in de kijker te plaatsen. Zij leveren voor het Brussels Gewest zeer waardevolle inspanningen door zowel de Brusselaars als een internationaal publiek kennis te laten maken met het architecturale en landschappelijke erfgoed in de ruime betekenis van het woord.
Daarom heeft het Gewest bij de aankoop van het gebouw een overzicht laten opmaken van de nodige werken, maar ook en vooral nagedacht hoe de uitvoering van de opdrachten en de aanwending van de middelen in het CIVA, zowel door de vzw zelf als door de verenigingen die er deel van uitmaken, gerationaliseerd kan worden.
De oprichting van de nieuwe structuur zal het dus niet enkel mogelijk maken de financiering van het CIVA te regelen, maar ook een rationalisering door te voeren en een wisselwerking tot stand te brengen tussen de opdrachten van het CIVA en die van de andere verenigingen waaruit het is samengesteld.
_____