OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Toespraak van Rudi Vervoort naar aanleiding van het Irisfeest 2016

persbericht

7 mei 2016

Mijnheer de Eerste Minister,

Dames en heren Vice-Eerste Ministers,

Heren Voorzitters van de Gewest- en Gemeenschapsparlementen,

Heren Minister-Presidenten,

Dames en heren Ambassadeurs,

Dames en heren Volksvertegenwoordigers,

Dames en heren,

Waarde collega’s,

Beste vrienden,

 

Dit jaar heeft het Irisfeest voor ieder van ons een totaal andere weerklank.

We maken momenteel ontegensprekelijk een van de meest kwellende momenten door van onze collectieve Brusselse geschiedenis.

Eerst en vooral zou ik op deze symbolische plechtigheid die gewijd is aan het feest van alle Brusselaars, hulde willen brengen aan de slachtoffers, hun familie en hun naasten. Wij delen hun pijn en ik wens hen onze solidariteit te betuigen. In deze moeilijke tijden staan wij aan hun zijde.

Zoals ik daarnet al zei, beleeft Brussel een van de meest verschrikkelijke momenten uit zijn geschiedenis.

Binnenkort, op 25 mei, is het twee jaar geleden dat we voor het eerst te maken kregen met een aanslag die gericht was tegen het Joods museum in onze stad. En binnenkort zijn er twee maanden verstreken sinds op 22 maart andermaal werd toegeslagen en de luchthaven en de metro het doelwit waren van fanatiekelingen die dood en terreur wilden zaaien.

Eerder hadden we al vernomen dat verscheidene daders van de aanslagen die in november vorig jaar gepleegd waren in Parijs, afkomstig waren uit onze wijken, daar waren opgegroeid, daar hadden geleefd en er zich allicht nog schuil hielden.

Tot onze grote ontsteltenis moesten we vaststellen dat zij er hier bij ons op een dag voor gekozen hadden te breken met al datgene wat ons mens maakt, elk ontzag voor de andere overboord te gooien en het leven te verwerpen.

De bloedige waanzin die in het Joods museum en het metrostation Maalbeek zoveel dodelijke en gewonde slachtoffers heeft gemaakt, heeft heel Brussel geraakt en een zware slag willen toedienen aan al datgene wat Brussel is en waar het voor staat.

Een slag die gericht was tegen de beloftevolle perspectieven en de hoop die zij biedt als open, gastvrije, kosmopolitische en multiculturele stad, waar vrouwen en mannen van allerlei herkomsten en geloofsovertuigingen door elkaar leven, zonder dat zij daarvoor elkaar hoeven te kennen.

Het is die toekomstrijke smeltkroes die zij met behulp van bommen wilden doen barsten.

Zij wilden onze manier van samen leven, waar wij voortdurend aan bouwen, ten onder doen gaan door bloed te vergieten.

We moeten er ons allemaal bewust van zijn dat we vandaag niet alleen strijden voor onze veiligheid.

We strijden niet alleen voor de vrijheid van leven die ons zo dierbaar is.

We strijden als Brusselaars voor alles wat we zijn en wat we niet willen opgeven, voor onze levensvreugde die zich uit in de manier waarop wij van Brussel houden.

 

Dames, Heren,

Ik wil van dit ogenblik gebruik maken om mijn bijzondere dank te betuigen aan het personeel van de MIVB, dat ook zwaar getroffen werd door die verschrikkelijke aanslag.

Ik heb het grootste respect voor de inzet die zij getoond hebben en die er mee voor gezorgd heeft dat ons Gewest ondanks de wrange beproeving snel terug kon opstaan. Daags na de aanslag reed ons openbaar vervoer immers al opnieuw uit.

Dát is het ware gelaat van ons Gewest en van het personeel van onze openbare diensten!

Ik wil ook het personeel van de brandweer en onze hulpdiensten bedanken voor het werk dat zij op de dag van de aanslagen geleverd hebben, maar ook daarvóór, zodat ze klaar stonden om op te treden wanneer datgene waarvoor we zó vreesden, zich zou voordoen. Ik weet dat zij zich sinds 22 maart onverdroten blijven inzetten om onze burgers te beschermen.

En ook de Brusselse bevolking heeft de rug gerecht.

Ik herinner me nog hoe tijdens de rampzalige “lockdown” in november vorig jaar een onwezenlijke stilte hing over de lege straten van Brussel.

Nu zal voor altijd het beeld van ‘het volk aan de Beurs’ in mijn geheugen gegrift staan.

De Brusselaars hebben gereageerd op de mooist mogelijke manier: met opgeheven hoofd!

Duizenden mensen gaven blijk van solidariteit. Dat was de mooiste manier waarop we die haat- en terreurzaaiers van antwoord konden dienen.

Dames, Heren,

De Brusselaars zijn weliswaar overeind gebleven, maar we kunnen niet verhullen dat ons hoofdstedelijk gewest met één knie op de grond zit    .

De economische en sociale gevolgen van de aanslagen van 22 maart zijn enorm. Ik besef ten volle de ernst van de situatie waarin we ons bevinden.

Daarom roep ik alle Brusselaars op om meer dan ooit blijk te geven van eenheid, en dat uiteraard binnen alle sociale geledingen, maar ook en vooral op politiek vlak.

In deze tijden van ontreddering verwachten onze burgers met recht en reden een zo coherent mogelijk overheidsoptreden, op lokaal, gewestelijk én federaal niveau.

Ik zou erop willen aandringen dat onze instellingen de zaken op gepaste wijze aanpakken.

De toestand is te ernstig en de belangen zijn te groot om toe te laten dat de huidige debatten een voedingsbodem vormen voor al dan niet communautair geladen polemieken of oude onenigheden aanwakkeren.

Het is niet het moment om politieke spelletjes te spelen, naar elkaar te wijzen met een beschuldigende vinger of kort door de bocht te gaan redeneren. Onze burgers verdienen meer en beter dan louter politieke en institutionele spanningen.

Ze zouden het ons zeer kwalijk nemen. En terecht.

Dit is misschien de grootste uitdaging waar ons Gewest ooit heeft voorgestaan. We moeten dan ook een standvastig engagement aan de dag leggen.

Als we ons niet in staat tonen tegemoet te komen aan deze legitieme eis, dan dreigt onze legitimiteit op alle beleidsniveaus verloren te gaan.

 

Dames, Heren,

De Gewestregering heeft alvast haar verantwoordelijkheid genomen en een omslag van vrijwel 70 miljoen euro vrijgemaakt voor een pakket noodmaatregelen om de veiligheid te versterken, de economie te hulp te komen, het imago van het Gewest te herstellen en het samenleven te onderbouwen.

Na breed overleg met alle actoren van het leven in Brussel heeft mijn Regering, die zich onmiddellijk bewust was van de ernst van de toestand, daarom ongeziene middelen vrijgemaakt om de activiteit over het hele grondgebied een nieuwe dynamiek te geven.

Ik zeg het vandaag plechtig naar aanleiding van ons Irisfeest : gezien het economisch belang van de hoofdstad zal heel de natie voordeel halen uit deze uitzonderlijke maatregelen.

Als u dat goed vindt, ga ik wat dieper in op heel de inspanning die het Gewest levert inzake veiligheid.

Vandaag is Brussel Preventie & Veiligheid een feit, en de gewestelijke bevoegdheden inzake veiligheid en preventie krijgen stuk voor stuk een passend kader.

Dat is één van de grote zwaartepunten van de zesde staatshervorming en het eerste antwoord op de enorme uitdagingen die zich vandaag stellen.

Brussel moet aantonen dat het samenhang en eenheid kan brengen. Wij moeten aantonen hoe we de maatregelen van de zesde staatshervorming ten uitvoer kunnen brengen.

Deze administratie gaat de komende weken en maanden dan ook daadkrachtig de vele projecten tot ontplooiing brengen die sinds het begin van de legislatuur zijn opgestart.

Ik denk daarbij aan de invoering van een gewestelijk communicatie- en crisiscentrum, aan de omvorming van de Gewestelijke Politieschool tot een school voor veiligheidsberoepen en aan het versneld doorvoeren van het project voor videobescherming.

Als aanvullend element in de nieuwe veiligheidsarchitectuur is ook de Gewestelijke Veiligheidsraad ingesteld.

De Raad wordt op regelmatig basis samengeroepen en moet taken opnemen in het opvolgen van de uitvoering van het gewestelijk veiligheidsplan.

Dit nieuwe bestuursorgaan heeft een belangrijke rol gespeeld tijdens de crisissen die we hebben meegemaakt in november en maart. De vergaderingen die toen hebben plaatsgevonden, brachten overleg en samenhang in de maatregelen die zijn genomen voor het hele gewestelijke grondgebied.

Ons Gewest heeft daarnaast ook een orgaan in het leven geroepen dat zich toespitst op de coördinatie en de preventie van radicalisering.

Dit werd versterkt door de aanwerving van een gewestelijke coördinatrice, die ermee belast is een breed netwerk te activeren in de gemeenten en met verenigingen op het terrein.

De intentie is eenvoudig : we willen deskundigheid, projecten, specifieke opleidingen delen en deze problematiek aanpakken via een netwerk dat bouwt op onze grootste troef : de rijkdom en de pluraliteit van iedereen die meebouwt aan het samenleven in Brussel en die zich openstelt voor de realiteit in onze wijken, en onze bevolking.

Dàt is ons antwoord : werken op het terrein, en niet blijven steken in groots opgezette plannen.

Voor de periode 2016-2019 ten slotte maakt het Brussels Preventie- en Buurtplan, beheerd door de ION Veiligheid samen met Brussel Plaatselijke Besturen, het mogelijk om de gemeenten ondersteuning te bieden voor de taken die van hen worden verwacht door middel van een gewestelijke bijdrage van 125 miljoen euro.

Het Gewest neemt dus zijn deel van het werk voor zijn rekening. En ik zeg het zonder omwegen : de veiligheid in Brussel wordt goed beheerd !

En al even duidelijk kan ik u meedelen dat ik bij de Federale Regering van haar kant onder meer een niet-mis-te-verstane wil verwacht om de Brusselse politiezones van middelen te voorzien op schaal van de behoeften.

Er ontbreken ons ruim 500 manschappen in Brussel om de veiligheid te verzekeren op het terrein.

Wij hebben ze nodig ! En we hebben ze NU nodig !

 

Dames, Heren,

Op economisch vlak en qua tewerkstelling hoeft onze Regering niet te blozen bij de inspanningen die zijn verricht.

De werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers weten het : sinds mei 2013 is sociaal overleg het handelsmerk van mijn Regering ! Voluit, volledig en zonder taboes om ervoor te zorgen dat de Brusselse economische dynamiek niet in ademnood komt.

Op een ogenblik waarop dit begrip stilgevallen lijkt in een land dat hierdoor nochtans is kunnen uitgroeien tot een economische grootmacht en een sociaal model, is de Brusselse Regering niet vergeten hoezeer het sociaal overleg ons rijker heeft gemaakt.

Ik ben ervan overtuigd dat ditzelfde inzicht van de Brusselse stuwende krachten ons in staat zal stellen om ons aan de sombere uren te onttrekken die wij nu beleven.

Maar er is méér dan dat : bij heel de actualiteit lijkt het wat op de achtergrond beland, maar ik verzeker u dat u hierover zal horen : Brussel beschikt sinds een jaar over een groot strategisch plan voor de economie en de tewerkstelling.

De Strategie 2025 is een ambitieus plan voor de volgende tien jaar.

Deze strategie brengt niet alleen de sociale partners samen, maar ook de actoren van de Gemeenschappen, zodat alle stuwende krachten en beleidsverantwoordelijkheden gezamenlijk naar één enkel doel toewerken : de economische dynamiek van onze hoofdstad hernieuwen en stimuleren en de werkgelegenheid en de kwaliteit van de jobs in onze hoofdstad versterken.

In 2016 al wordt 90 miljoen euro besteed aan de eerste maatregelen van deze strategie, die stuk voor stuk zijn vastgelegd in nauw overleg met de Brusselse vakbonden en werkgevers.

Ik zal u enkele voorbeelden geven van grote maatregelen in deze context :

  1. We hebben dit jaar het inschakelingscontract ingevoerd, dat vanaf de maand juli geldt in de openbare sector en de non-profit voor alle min-vijfentwintigjarigen, de prioritaire doelgroep van de Jongerenwaarborg. Volgend jaar wordt deze maatregel na de eerste evaluaties tot alle sectoren uitgebreid. In april 2013 bedroeg de werkloosheidsgraad 20,1%. Vandaag is dat 18,0%. De jongerenwerkloosheid daalt voor de vijfendertigste opeenvolgende maand van 29,8% in april 2013 naar 26% in april 2016. Wij gaan er alles aan doen om deze tendens aan te houden, ondanks de moeilijkheden waarmee de Brusselse economie te kampen heeft.
  1. De Brusselse belastinghervorming is beslist en voor een deel al gestemd. De Brusselaars gaan hun belastingfactuur zien dalen. Zoals beloofd : de forfaitaire heffing van 89 € wordt afgeschaft, en wel vanaf 2016 (één jaar vroeger dus dan voorzien in het regeerakkoord !), en de belasting op inkomen uit werk zal progressief dalen met 1% in 2016 tot 1,5% in 2017. En daar bovenop : ook de Brusselaars die slechts één huis bezitten, gaan erop vooruit : zij krijgen een premie van 120 euro per jaar om ze te helpen bij het betalen van de belastingen op hun gebouw ! Zij zullen de verhoging van de onroerende voorheffing dus niet voelen.
    Ook Brusselaars die een huis kopen, helpen wij. Zij betalen geen registratierechten meer op de eerste 175.000 euro van hun huis ! Dat is 27.000 euro minder die ze moeten lenen bij de bank of bij hun familie om het recht te krijgen eigenaar te worden !
    Het gaat om een rechtvaardige hervorming voor de Brusselaars, waarbij we de eigenaars van buiten Brussel en meervoudige eigenaars een bijdrage laten leveren. Deze hervorming is ook gunstig voor de jonge Brusselse gezinnen die wij oproepen in Brussel te werken en te wonen en samen met ons bij te dragen tot de Brusselse rijkdom.
  1. Het gewestelijk innovatieplan wordt momenteel geleidelijk uitgevoerd en vormt een almaar steviger onderdeel van de steunmaatregelen waarmee we onze bedrijven nu en in de toekomst een nieuwe dynamiek willen bezorgen.
  1. De uitwisselingen over het onderwijs in Brussel zijn intenser dan ooit tevoren en de twee gemeenschappen streven er meer dan ooit naar in een goede verstandhouding samen te werken: de schooldienst is van start gegaan, we zijn bezig met de hervorming van het programma voor de preventie van het schoolverzuim en de schoolfacilitator helpt ons samen met de gemeenten en de gemeenschappen de bouw van de nodige extra scholen te plannen.
  1. Met het gewestelijk plan voor de kringloopeconomie willen we de overgang inluiden van een lineaire economie naar een kringloopeconomie door de economische activiteit te verleggen via korte ketens: hoe kunnen we beter consumeren, hoe moeten we ons afval en onze energiebronnen beheren, hoe moeten we onze lokale bedrijven ondersteunen en het aantal tussenschakels beperken. Daarbij willen we volledige economische sectoren mee tot ontwikkeling helpen brengen door inspanningen te leveren rond milieu-educatie voor burgers en structuren op te richten om deze toekomstgerichte sectoren te financieren.
  1. Met de sectorale facilitator beschikken we voortaan over iemand die een nieuwe en in ons land unieke rol vervult. Samen met de sociale gesprekspartners hebben we een persoon aangesteld wiens taak erin bestaat in elke sector grote structurele overeenkomsten uit te werken voor de toekomst.

 

Op basis van die overeenkomsten moeten samen met de werkgevers en de vakbonden alle hefbomen ingeschakeld worden om onze jongeren op te leiden voor toekomstgerichte beroepen in perspectiefrijke sectoren (beroepen in de gezondheidszorg, in de toeristische sector en de horeca, veiligheidsberoepen, de nieuwe technologieën, …). Het is de bedoeling om in elke sector de vertegenwoordigers van de werknemers en de werkgevers, maar ook alle spelers uit de onderwijswereld, de onderzoeksector, de opleidingssector en het bedrijfsleven bij die inspanningen te betrekken. Het komt erop aan alle schakels van de ketting te activeren om met succes het hoofd te bieden aan de uitdagingen die gepaard gaan met de werkgelegenheid en de economische slagkracht van Brussel.

Deze voorbeelden tonen aan dat het Gewest het niet alleen zal kunnen bolwerken. En niemand is beter geplaatst dan ik om dat te zeggen.

Net zoals het Gewest niet alleen kan zorgen voor de veiligheid, kan het uiteraard ook niet alles alleen doen om Brussel economisch te doen heropleven en ons imago te promoten.

Ik verwacht daarom ook van het federaal niveau eens sterk gebaar ten gunste van het Brussels Gewest !

Mijn credo is altijd duidelijk geweest.

Alleen als we de handen in elkaar slaan, kunnen we vooruitgaan.

Met de Gemeenten. Met de Gemeenschappen. Met de andere Gewesten. Met de Federale Staat.

Binnen ons Gewest.

Heel mijn politieke loopbaan al heb ik er alles aan gedaan om te verenigen.

Wel, het ogenblik van het verenigen is nu aangebroken.

Nooit is deze behoefte actueler geweest, na die moorddadige aanslagen die ons zo zwaar hebben getekend.

We leven in tijden van identitair isolement, met een opkomst van intolerantie en ongeremde vreemdelingenhaat.

Tijden waarin de haat van de ene botst op de verwerping van de andere.

Het zijn tijden van een steeds breder wordende kloof, wat bruggen slaan steeds moeilijker maakt.

Toch is dat precies onze grote doelstelling : banden tot stand brengen. De stap zetten van samen-leven naar samen-doen.

Ik kan het niet vaak genoeg herhalen; we moeten onze verantwoordelijkheid nemen.

Brussel is een “wereldstad”.

Mensen met meer dan 181 verschillende nationaliteiten komen er met elkaar in contact.

De kernvraag luidt dus als volgt: hoe kunnen we deze buitengewone diversiteit inzetten als troef om een samenleving op te bouwen waarin iedereen zich thuis voelt, een gedeelde samenleving, een echte gemeenschappelijke Brusselse identiteit?

Met andere woorden, hoe “maken” we Brussel samen?

Na de dramatische gebeurtenissen van 22 maart moeten we nog meer streven naar sociale gemengdheid en moeten we rekening houden met bevolkingsgroepen die zeer uiteenlopende sociale en culturele behoeften hebben.

Vandaag is des te meer duidelijk dat de rechtvaardige ontwikkeling van ons Gewest moet worden voortgezet.

Het is vanuit dit opzicht dat het Gewest zijn beleid voor een beter evenwicht tussen de wijken en voor meer gemengde wijken verder zal voeren.

Vanuit hetzelfde opzicht zal het Gewest erop blijven toezien dat iedereen toegang heeft tot kwaliteitsvolle huisvesting, openbare diensten en buurtvoorzieningen.

In zijn visie op territoriale ontwikkeling zal het Gewest dan ook maatregelen nemen voor de scholing, beroepsopleiding, inclusie en veiligheid van alle inwoners.

Het beleid inzake “stadsherwaardering” dat sinds het ontstaan van het Gewest wordt gevoerd, kwam reeds tegemoet aan dit streven naar een rechtvaardige territoriale ontwikkeling.

Door de leefomgeving in achtergestelde buurten te verbeteren en “de stad te herstellen” met kleine ingrepen van “stadshechting”.

Maar vandaag neemt de inkomensongelijkheid tussen de Brusselse wijken, ongeacht de geleverde inspanningen, nog steeds toe.

Er blijft een sociale en ruimtelijke tweedeling bestaan tussen de kansarme wijken, die vooral gelegen zijn in de kanaalzone en het westen van Brussel, en de meer welgestelde buurten in het oosten en het zuiden van het Gewest.

Daarom is het van essentieel belang om eerst en vooral in te grijpen in de centrale stadsgebieden en om de stadsvernieuwingsstrategieën “bij te sturen”.

Dát is onze prioriteit voor de herontwikkeling van de Kanaalzone – dáárom moeten we van dit gebied de nieuwe centrale as van ons Gewest maken.

Deze prioriteit komt enerzijds tot uiting in onze nieuwe instrumenten voor stadsvernieuwing: de Stadsvernieuwingscontracten.

Anderzijds werd voor de heropleving van dit gebied via het Kanaalplan een bestuur ingesteld.

Om er kwaliteitsvolle openbare ruimten te creëren, zoals het Becopark, het park van Tour & Taxis, de nieuwe openbare groene ruimte aan de Ninoofsepoort, enz.

Om er belangrijke voorzieningen te vestigen die een hefboom zijn voor de herstructurering, zoals het Museum voor Moderne en Hedendaagse Kunst.

Om er woningen te bouwen die voor iedereen toegankelijk zijn.

Om er meer economische activiteiten op te zetten die banen scheppen, zoals het Bouwmaterialendorp waarvan we de werf zopas hebben gestart of Greenbizz dat we onlangs hebben ingehuldigd.

Onze actie inzake territoriale ontwikkeling is dus duidelijk.

We willen de transversaliteit van de stadsvernieuwingsacties versterken en tegelijkertijd inzetten op huisvesting, lokale economische en commerciële bedrijvigheid, openbare ruimte, voorzieningen en milieu.

We willen met andere woorden sociale, functionele en ruimtelijke gemengdheid creëren voor een rechtvaardige ontwikkeling van ons grondgebied.

Deze gemengdheid beperkt zich dus niet tot de Kanaalzone.

Ze vormt de rode draad doorheen de ontwikkeling van de prioritaire wijken waaraan we werken.

Ze vormt het uitgangspunt in al onze grootschalige projecten.

Door overal levenskwaliteit te bieden en de functionele gemengdheid te stimuleren, bevestigen we de duurzame ontwikkeling van ons Gewest.

En een duurzame stad is een “stad die zich in de loop van de tijd staande weet te houden”.

Door de duurzaamheid van ons Gewest te bevestigen, durf ik te zeggen dat Brussel – in deze moeilijke tijden – de middelen heeft om na te denken over haar stedelijke veerkracht en om te handelen.

Handelen naar de werkelijkheid.

Handelen naar ons Gewest zodat het meer dan ooit gericht is op “samen doen”.

Dames, Heren,

Ik weet dat Brussel deze proef zal doorstaan. Ik wil dat ze er sterker, eengemaakter en zelfzekerder uitkomt.

Dat hangt van ons af. We moeten nu actie ondernemen.

We moeten alle krachten van ons Gewest bundelen om de succesvolle ontwikkeling van Brussel te verzekeren.

We hebben alle Brusselaars nodig.

Alleen samen bouwen we aan het Brussel van morgen!

Leve Brussel!

Een gelukkige verjaardag voor Brussel!

En een prettig Irisfeest voor iedereen!

 

Rudi Vervoort

_____

Meer info?