De Brusselse regering heeft de twee uitvoeringsbesluiten van de taxi-ordonnantie goedgekeurd
persbericht
6 oktober 2022
De Brusselse regering heeft op voorstel van minister-president Rudi Vervoort de twee uitvoeringsbesluiten van de taxi-ordonnantie, die op 9 juni 2022 groen licht had gekregen, in derde en laatste lezing goedgekeurd. Beide besluiten zijn nu, na ontvangst van het advies van de Raad van State, definitief bekrachtigd. Ze zullen op 21 oktober in voege treden. Daarmee wordt een belangrijke belofte uit het Brusselse regeerakkoord nagekomen.
Deze hervorming is het resultaat van een lang politiek proces, maar ook van breed overleg met de taxisector. De ordonnantie, die op 9 juni 2022 de goedkeuring kreeg van het Brussels parlement, zorgt voor een eengemaakte taxisector. Zo komt er gemeenschappelijk basisstatuut voor de standplaatstaxi’s en de straattaxi’s. De numerus clausus zal om de twee jaar worden geëvalueerd, de eerste keer in 2025.
Meer taxi’s voor personen met beperkte mobiliteit en meer elektrische voertuigen en voertuigen op waterstof
Vanaf 21 oktober 2022 zal het aantal vergunningen voor taxi’s voor personen met beperkte mobiliteit (PBM) worden opgetrokken tot 200. Dat schept de mogelijkheid om het aanbod van voertuigen die speciaal voor deze doelgroep zijn uitgerust, met 100 eenheden te verhogen.
De exploitanten zullen er ook toe worden aangezet om mee om te schakelen naar alternatieven voor de verbrandingsmotor. Het is de bedoeling om die transitie in de taxisector met 190 voertuigen (140 elektrische en 50 op waterstof) in een stroomversnelling te brengen.
Het statuut van de chauffeurs werd versterkt
De chauffeurs kunnen voortaan zelf kiezen bij welk platform ze zich aansluiten.
Het scholingstraject werd vereenvoudigd en aangepast om in te spelen op het tekort aan chauffeurs en rekening te houden met de kwaliteits- en veiligheidseisen van het beroep.
VVC- en taxichauffeurs die de voorbije vijf jaar in een van de drie gewesten minstens twee jaar ervaring hebben opgedaan, kunnen een beroepsbekwaamheidsattest krijgen.
Herziening van de tarifering
De tarifering werd afgestemd op de marktrealiteit.
De afschaffing van het “tarief II” en de verplichting om de prijs van een rit bekend te maken vóór de reservering moeten de klanten beter beschermen en de tarieven transparanter maken.
De taxitarieven worden gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Die indexering zal vanaf 1 januari 2024 worden doorgevoerd.
Administratieve vereenvoudiging
Een nieuwe administratieve aanpak moet het contact tussen Brussel Mobiliteit en de mensen die actief zijn in de taxisector, vlotter laten verlopen.
Het administratief beheer voor exploitanten, chauffeurs en reserveringstussenpersonen werd vergemakkelijkt. Het contact met Brussel Mobiliteit zal voortaan elektronisch verlopen, zodat de chauffeurs en de exploitanten zich niet meer hoeven te verplaatsen en er geen briefwisseling verloren kan gaan in de post.
De jaarlijkse verlenging voor de exploitanten en de tweejaarlijkse verlenging voor de chauffeurs zoals die nu bestaan, worden afgeschaft. In de plaats ervan komen onaangekondigde controles van Brussel Mobiliteit.
De behandelingstermijn van de verlengingsaanvragen is ingekort. Alle op tijd ingediende aanvragen zullen binnen de twintig werkdagen worden behandeld.
De geldigheidsduur van de exploitatievergunningen, die zeven jaar bedroeg voor taxi’s en vijf jaar voor de verhuur van voertuigen met chauffeur, zal worden gelijkgeschakeld op zeven jaar (voor straat- en standplaatstaxi’s).
De reglementering van de reserveringstussenpersonen
Een andere belangrijke nieuwigheid is dat reserveringstussenpersonen voortaan een erkenning moeten krijgen om hun diensten te mogen aanbieden. Om in aanmerking te komen voor zo’n administratieve vergunning moeten de reserveringstussenpersonen beantwoorden aan bepaalde eisen. Zo moeten ze een exploitatiezetel of een vestigingseenheid hebben die geregistreerd is bij de Kruispuntbank van Ondernemingen, mogen ze geen sociale schulden hebben en moeten ze voldoen aan de eerbaarheidsvoorwaarden die in de ordonnantie zijn omschreven.
“De Brusselse regering heeft hard gewerkt. We zijn tevreden dat we vandaag een nieuw regelgevend kader voor de taxisector kunnen voorstellen. Deze hervorming moet leiden tot een betere dienstverlening aan de klanten dankzij onder meer een aangepast aantal voertuigen, een eenvoudiger opleidingstraject voor de kandidaat-chauffeurs en een administratieve vereenvoudiging. Een andere vernieuwing houdt verband met de platformen, die zullen moeten voldoen aan bepaalde voorwaarden om een erkenning te krijgen. Tot slot werd de tariefregeling herzien en duidelijker gemaakt voor de klanten,” aldus minister-president Rudi Vervoort.
Tabel van de numerus clausus:
Categorie / Subcategorie
Minimum
Maximum
1. Standplaatstaxi’s
1425
PBM
150
Nuluitstoot elektrisch
140
Nuluitstoot waterstof
25
2. Straattaxi’s
1825
PBM
50
Nuluitstoot elektrisch
50
Nuluitstoot waterstof
25
Luxevoertuigen
85
Het overzicht van de tarieven van standplaatstaxi’s voor ritten zonder reservering:
Vroeger tarief
Nieuw tarief
Prijs per kilometer
Onder tarief I: 1,80 euro
Onder tarief II: 2,70 euro.
2,30 euro.
Instapgeld
2,40 euro
2,60 euro
Wachttijd
0,50 euro / minuut
0,60 euro / minuut
Forfaitaire toeslag voor nachtritten
2,00 euro
2,00 euro
Minimumprijs voor een rit
8,00 euro
Dit zijn de minimumtarieven voor de ritten die met reservering door straattaxi’s of standplaatstaxi’s worden uitgevoerd:
- Prijs per kilometer: 1,5 euro (max. 3 euro)
- Wachttijd: 0,4 euro / min (max. 0,8 euro)
- Instapgeld: 1,5 euro (max. 3 euro)
- Minimumprijs voor een rit: 8,00 euro
De maximumprijs wordt geplafonneerd op 200% van de minimumprijs om misbruiken ten nadele van de klanten tegen te gaan.
Voor luxe-straattaxi’s geldt een minimumtarief, dat geplafonneerd kan worden op 500% van de minimumprijs
- Prijs per kilometer: 3 euro
- Wachttijd: 1 euro / min
- Instapgeld: 5 euro
Het tarievenoverzicht voor ceremoniële taxi’s:
De minimumprijs wordt als volgt vastgesteld:
Het tarief voor een rit bedraagt 90 euro excl. btw voor een dienstverlening van drie opeenvolgende uren in het kader van een plechtigheid.
Het tarief voor elk bijkomend uur bedraagt 30 euro per uur.