persbericht
19 september 2014
De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Rudi Vervoort en de Brusselse Minister van Financiën, Guy Vanhengel zijn verheugd dat de UEFA de kandidatuur van Brussel als gaststad voor het Europees Voetbalkampioenschap EURO 2020 aanvaard heeft.
Het is een primeur. In plaats van te opteren voor de gebruikelijke formule met een gastland, zal Euro 2020, dat nu al “het EURO van de Steden” wordt genoemd, plaatsvinden in 13 steden die gekozen werden uit 49 kandidaten. Zo kondigde de Europese Voetbalassociatie UEFA deze middag aan vanop haar hoofdzetel in Genève.
Dat ook de Europese hoofdstad erbij is, was een vanzelfsprekende keuze. Brussel zal dus drie groepswedstrijden krijgen en een achtste finale.
Daarnaast is Brussel nog altijd een belangrijke kandidaat voor de openingswedstrijd van het kampioenschap. Hierover zal de UEFA beslissen in 2016. De finale zal gespeeld worden in Londen.
Zoals geweten voldoet het huidige Koning Boudewijnstadion vanaf 2017 niet meer aan de UEFA-normen. Op initiatief van Rudi Vervoort en Guy Vanhengel had de Brusselse Regering zich in mei 2013 in Oostende uitgesproken voor de inplanting van het nieuwe nationale stadion op de site van de huidige Parking C aan de rand van de Heizelvlakte. Dit terrein is gelegen in Vlaanderen, maar is eigendom van de Stad Brussel.
Sinds deze beslissing heeft Minister-President Rudi Vervoort zich onophoudelijk ingezet om de contacten tussen alle belanghebbende partijen te bevorderen en iedereen rond de tafel te krijgen om de kandidatuur van Brussel te doen vorderen.
“Het was ondenkbaar dat de hoofdstad van België en Europa geen deel zou uitmaken van de 13 speelsteden voor EURO 2020!”, zo verklaart Rudi Vervoort. “De verschillende betrokken actoren moeten nu voortwerken om verder vooruitgang te boeken in dit dossier waartoe ik vorig jaar de aanzet heb gegeven, zodat de infrastructuur volledig klaar geraakt voor dit evenement en Brussel opnieuw beschikt over een stadion dat beantwoordt aan de normen van de UEFA”, aldus nog de Minister-President.
“Brussel mag vandaag zeer fier zijn dat wij, samen met alle politieke families, er in deze zeer korte tijd in geslaagd zijn om onze kandidatuur tot een goed einde te brengen. De politieke bereidwilligheid en samenwerking toont vandaag dat wij België verder op de kaart kunnen zetten op het internationale toneel”, zegt Guy Vanhengel, Brussels minister van Financiën van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
_____
