persbericht
10 juli 2015
In de marge van het “Europees Jaar van het Industrieel en Technisch Erfgoed” heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de Open Monumentendagen 2015 het thema “Ateliers, fabrieken en kantoren” gekozen. Het evenement zal plaatsvinden in het weekend van 19 en 20 september 2015.
Het programma van dit jaar bulkt van ongewone plaatsen – voormalige drukkerijen, lampenfabrieken, maalderijen, bakkerijen, brouwerijen of fabrieken, kleine ateliers, opslagplaatsen, garages of plaatsen verbonden met de economische ontwikkeling van ons land – die dit thema illustreren en die ofwel hun oorspronkelijke functie behouden hebben ofwel een nieuwe bestemming hebben gekregen.
Dankzij de vele voorgestelde activiteiten die te voet, met de bus of per fiets bereikbaar zijn, biedt het programma de bezoekers de kans hun kennis te verdiepen, niet alleen over het industriële verleden van het Brussels Gewest maar ook over de ontwikkeling van de tertiaire sector, met name door de vestiging van de zetels van grote ondernemingen. Het gaat hier om een onderdeel van het Brussels erfgoed dat maar zelden in de schijnwerpers wordt geplaatst.
.
Heel wat plaatsen openen dit jaar voor het eerst hun deuren:
• Centraal atelier voor Stedenbouw van de Stad Brussel (voormalig depot van de brouwerij Cheval marin)
• het Rijksarchief (depot Cuvelier) (voormalige drukkerij Haseldonckx)
• het Dansaertcentrum (voormalige opslagplaats)
• de Vanhaerents Art Collection
• de Seed Factory (voormalige graanschuur)
• Emery & Co (voormalige bakkerij van het Volkshuis)
• het Meininger Hotel (voormalige brouwerij Belle-Vue)
• Santos Palace
• La Vallée (voormalige blekerij)
• La Tricoterie
• Namahn (voormalige drukkerij Maison Goemare)
• het Théâtre de la Vie (voormalige opslagplaats van de metaalfabrieken Peters & Van Droogenbroeck)
.
Verschillende plaatsen openen na jaren opnieuw hun deuren:
• de Garage Citroën en de bijhorende ateliers
• Central Gate (Shell building)
• de Espace Morphosis (voormalige fabriek van vloeibaar koolzuur)
• Rosas-PARTS
• het tramdepot en het atelier van de MIVB aan de Koningslaan en de Belgradostraat
• Delhaize België
• de voormalige firma Byrrh
• CBR
• de Franse Gemeenschapscommissie / M-Village (voormalig gebouw van de Regie van Telefonie en Telegrafie)
.
Verder zijn er aantal plaatsen die tijdens de Open Monumentendagen trouw hun deuren openen voor het publiek en die dat ook dit jaar zullen doen:
• de ijskelders van Sint-Gillis en deze onder de gebouwen van het Voorzitterschap van de Federatie Wallonië-Brussel
• de vennootschapszetel van de Haven van Brussel
• de Budabrug
.
De liefhebbers van het erfgoed en de geschiedenis van het Gewest, zowel vanuit bouwkundig als vanuit economisch oogpunt beschouwd, zullen dankzij een rijk en gevarieerd programma volop hun hart kunnen ophalen. Het volledige programma staat beschreven in een brochure, die zal verschijnen in twee talen en vanaf 17 augustus beschikbaar is in de Sint-Gorikshallen, in het BIP, aan het onthaal van het Communicatiecentrum Noord of op eenvoudige aanvraag (jdp-omd@gob.irisnet.be). Vanaf diezelfde datum zal de brochure ook in drie talen (FR/Nl/EN) geraadpleegd kunnen worden op de website www.openmonumentendagenbrussel.be.
Traditiegetrouw zal in september ook een bijzonder nummer verschijnen van het tijdschrift Erfgoed Brussel met een aantal onuitgegeven artikels over het thema van dit jaar.
Mensen die op zoek zijn naar tips bij het plannen van hun bezoeken, kunnen zoals elk jaar het hele weekend terecht in de Sint-Gorikshallen waar de talrijke gewestelijke publicaties staan uitgestald en de Directie Monumenten en Landschappen hen de nodige informatie zal bezorgen.
In de Hallen wordt ons erfgoed ook in de kijker geplaatst via een tentoonstelling van foto’s genomen door Brusselse leerlingen, die geselecteerd zijn uit de laatste tien edities van het Internationaal Fotografisch Experiment met Monumenten. Een mooie gelegenheid om Brussel vanuit een andere hoek te bekijken en misschien zelf bij te dragen tot zijn ontdekking door deel te nemen aan de wedstrijd “En u, hoe ziet u het Brusselse erfgoed?” die bij deze gelegenheid van start gaat.
Rudi Vervoort: “Tijdens deze vaste jaarlijkse afspraak met het Brussels erfgoed kan iedereen kennis maken met de architecturale rijkdom die we te danken hebben aan de economische activiteit in ons Gewest, gaande van kleine ateliers tot grote internationale bedrijven, die Brussel mee vorm hebben gegeven en bijgedragen hebben tot haar economische ontwikkeling”.
_____
