Het Brussels Gewest beschermt "de Gestapo-kelders"
persbericht
14 januari 2016
De Brusselse Regering heeft op donderdag 14 januari haar goedkeuring gehecht aan het besluit voor de definitieve bescherming van de kelders van de gebouwen aan de Louizalaan 453 en 347, die achtereenvolgens dienst deden als Brussels hoofdkwartier van de Gestapo.
De centrale veiligheidsdienst van het Reich (« Reichssicherheitshauptamt ») had tijdens de Tweede Wereldoorlog en de Duitse bezetting van België meerdere gebouwen aan de Louizalaan opgevorderd. In de kelders van twee van die gebouwen hield de Gestapo talrijke tegenstanders van het naziregime, verzetslieden en ook zeer veel Joden gevangen.
“De kelders zijn van historisch belang en maken deel uit van het collectief geheugen. Het is dan ook gerechtvaardigd om ze in hun geheel te beschermen. Ze hebben immers een unieke herinneringswaarde die verder gaat dan het louter erfgoedkundige belang ervan”, aldus Minister-President Rudi Vervoort.
De Résidence Belvédère aan de Louizalaan 453, opgetrokken in 1936-37, staat in het geheugen van de Brusselaars gegrift als een plaats waar tijdens de oorlog gruwelen zijn begaan door de bezetter. Op 20 januari 1943 werd het gebouw aangevallen door Baron de Sélys Longchamp, gevechtspiloot bij de RAF. Een standbeeld met de buste van de piloot en een gedenkplaat aan de gevel van het gebouw herinneren aan deze heroïsche daad.
Na die aanval verhuisde de Gestapo naar de Résidence Queen, waar ze bleef tot het einde van de Tweede Wereldoorlog. In de kelders van het gebouw aan de Louizalaan 347, die in het voorjaar van 1943 in gebruik werden genomen, was de repressie hoogstwaarschijnlijk nog groter, aangezien de nazi’s naar het einde van de oorlog almaar meedogenlozer werden.
De inscripties van gevangenen, die nog zichtbaar zijn in de kelders van beide gebouwen, tonen aan welke wreedheden de personen die er vastgehouden werden, ondergingen. De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen oordeelde in haar advies dat deze unieke getuigenissen daarenboven een bijna archeologisch potentieel bieden, dat via een definitieve bescherming gevrijwaard moet worden.
_____